Basishouding en visie: de pedagogen PDF
Document Details
Uploaded by Deleted User
Tags
Summary
Dit document behandelt de basishouding en visie van pedagogen, en gaat dieper in op de geschiedenis van het onderwijs en pedagogische visies, met een focus op prominente figuren zoals Fröbel en Dewey. Het onderzoekt verschillende pedagogische benaderingen en hun ontwikkeling doorheen de jaren. Het is een algemene tekst over onderwijsgeschiedenis.
Full Transcript
Basishouding en visie: de pedagogen 1. Een stukje geschiedenis Afbeelding met tekst, schermopname, Lettertype, Elektrisch blauw Automatisch gegenereerde beschrijving Een pedagogische visie is een samenhangend geheel van opvattingen over de opvoeding van kinderen; met andere woorden -- hoe denkt...
Basishouding en visie: de pedagogen 1. Een stukje geschiedenis Afbeelding met tekst, schermopname, Lettertype, Elektrisch blauw Automatisch gegenereerde beschrijving Een pedagogische visie is een samenhangend geheel van opvattingen over de opvoeding van kinderen; met andere woorden -- hoe denkt de pedagoog over het hoe en waarom van zijn handelen, wat zil hij met zijn opvoeding bereiken? Elke pedagoog had daarvan zijn eigen idee. Het geeft richtlijnen over hoe je het beste kunt handelen in de omgang met kinderen. ![](media/image2.png)Ze hebben elk hun eigen accenten gelegd -- naar welke accenten leun jij het meest? 1750 -- matressenschooltjes afgeleid van 'maitresse' -- juf - Slecht opgeleide juffen - Onhygenisch en slechte omstandigheden - Iedereen kon zich daar voor engageren - Enkel in opvang -- niks speciaals gedaan met hen maar het was nodig =\> industriele revolutie (man en vrouw werkten) 1820 -- bewaarscholen - Verschil = personeel hadden die beter waren opgeleid - Klaslokalen waren meer geschikt voor de opvang van kinderen - Bedoeld van kinderen van 3 tot 6 jaar - 1955 kleuterschool gebruikt als term -- kindergarden = kindertuin Kijk is veranderd doorheen de jaren want we komen van maitressescholen naar een kleuterschool -- kleuters lijken op volwassenen in zakformaat je ziet geen grootte verschil Verlichting einde 18^de^ eeuw -- verschillende filosofen en pedagogen wer er meer aandacht besteed aan elke leeftijdsfase - de kleuters. **Friederich Wilhelm August Fröbel** heeft een grote invloed gehad op hoe wij naar kleuters kijken. ![](media/image4.png) 2. **FRIEDERICH FRÖBEL** Als eerste in de tijdlijn ' Geestelijke vader van het kleuteronderwijs' Duiste pedagoog van de gaven en het vrije spel Het spel staat centraal in zijn visie, zijn naam zou voor altijd aan het kleuteronderwijs verbonden blijven. ' het één zijn van al het geschapene ' -- heel Godsdienstig Kleuters andere eisen dan volwassene -- het is geen kleine volwassene Belangrijkse pedagogische vraagstukken? : opvoeding van het kleine kind Huiselijke opvoeding hervormen -- hij stichtte in 1840 een school voor kleine kinderen = " kindergarden" -- of in het nederlands = "kindertuin " Spel, zingen en handenarbeid -- hoofdzaak onderwijs (zang, tekenen en kleuren, werken in de tuin) = hulp van der kostelijke krachten van de meselijke geest: **de fantasie** - Hij ontwikkelde een methodische aanpak om jonge kinderen op basis van vrij spel te laten leren. - Met zijn blokkendozen of "speelgaven" wilde hij de aangeboren eigenschappen van kinderen tot ontplooiing brengen. Door het gebruik van mozaïkblaadjes, vlechtmatjes, legstokjes, kralen, klei en later ook zandbakken. - 1870 -- 1880 = maakte meer en meer scholen daar gebruik van zijn methode = fröbelmethoden en de scholen werden dan ook fröbelscholen genoemd. 3. **JOHN DEWEY** Filosoof en pedagoog Revolutionair en fundamenteel belag voor het modern onderwijs Progressief onderwijs -- visie die de noodzaak benadrukt van het leren door te handelen = hands on approach Educatieve filosofie van het pragmatisme = studenten of andere personen moeten de realiteit ervaren zoals de realiteit is -- de studenten moeten zich aanpassen aan hun omgeving om te leren. En Dewey denkt ook hetzelfde over de leraren. Zijn kijk op het ideale klaslokaal kwam overeen met de democratische idealen. Ervaring van studenten en leraren samen die een extra waarde oplevert voor beide =\> pedagoog van participatie en democratie genoemd. Ideaal beeld van Dewey = afstand tss leerling en leraar zeer gering Kinderen moeten zelf ervaren **Belangrijke principes:** - De hands-on approach en project-gebaseerde benadering - Leren is gebaseerd op en vertrekt vanuit de interesses van kinderen - De leerkracht ondersteunt, faciliteert en leert zelf als een co-constructor of learning in partnerschip with children, - Open-framework model - Kinderen opvoeden tot kritische burgers die respect hebben voor talenten, interesses, opvattingen en achtergronden. - Niet de normale gang van zaken -- kinderen moesten gewoon normale goede burgers worden. Creativiteit en een kritische houding zouden dat in de weg staan. - Kinderen komen volgens Dewey ter wereld met een bepaalde bagage -- kinderen zijn van nature heel actief en dat is een bekangrijk onderdeel van spel kind in staat om op een vrije manier om de werld te leren kennen en te ontdekken. Spel hoort bij het kind en het kan zich daarin manifesteren Startpunt vanuit de kinderen -- en niet als endpunt kunnen we van daaruit opweg naar wat ze uiteindelijk kunnen opdoen als kennis, inzichten en attitudes opdoen om als volwassene te groeien. Daarom wordt Dewey ook genoemd als de pedagoog van de middenweg -- de weg is niet zwart of wit maar grijs- kinderen groeien aan de cultuur waarmee we ze laten kennismaken. ![](media/image6.png) 4. **RUDOLF STEINER** 3^de^ pedagoog: Oostenrijkse wetenschapper en filosoof = grondlegger van de antroposofie (wijsheid van de mens) aandacht voor de spirituele kant van het leven, veel ruimte voor fantasie en sprookjes. Doordringen tot het wezen van de dingen om zo de ware zien van het leven te achterhalen. **Harmonsiche ontwikkeling van de 3 zielkrachten -- willen, voelen en denken** - Rust en ritme - Aandacht voor de seizoenen - Aadacht voor creativiteit **Visie**: elk kind is uniek en moet de gelegenheid krijgen om zich volledig te ontplooien. Onderwijs dat gericht is op 'hoofd, hart en handen'. Kunstzinnige vorming als de basis voor de verstandelijke ontwikkeling - Nadruk -- de mens ontwikkelt zich psychisch, lichamelijk en geestelijk in een cycli van 7 jaarverlopen 3 fasen: **0-7 jaar = lichamelijke ontwikkeling** - lichaam te gebruiken - Beweging - Grove en fijne motoriek ontwikkelt - Nooit op een schoolse manier geleerd / geen werkblaadjes - Zichzelf zijn - Huiselijke sfeer wordt doorgetrokken - Grote speelhoek met open- ended (eigen invulling geven aan iets) speelhoek - Natuurlijke materialen - Heel veel beschikbaar gesteld **7-14 jaar: gevoelsleven** - Cognitieve ontwikkeling - Kunstzinnige en morele waarden - Goedheid, schoonheid en waarheid Uitgangspunten: apropofische inzichten - Zelfde leerkrachten blijven - Veel aandact vor natuur - Natuurlijke materialen en natuurlijk speelgoed - Rust op de groep - Ritme - Aandacht voor de seizoenen - Veel ruimte voor creativiteit