Barok in Italië en Spanje PDF
Document Details
Uploaded by EasedSerendipity3082
Universiteit van Amsterdam
Tags
Summary
Dit document bespreekt de levensechtheid van de Italiaanse barok, met een focus op de bijdragen van kunstenaars zoals Caravaggio en Bernini. De tekst deelt inzicht in de kenmerken van de barok, zoals de dynamische barok en de naturalistische barok. Het beschrijft Caravaggio's leven en werk, met aandacht voor zijn revolutionaire stijl en gebruik van licht en schaduw.
Full Transcript
De levensechtheid van de Romeinse Barok - De vitale bijdrages van Caravaggio en Bernini Oorsprong van de term Barok komt van de barokparel, woekerparel. Het gaat er op dat het onregelmatig gevormd is. Barok varieert erg veel. Het is niet allemaal exorbitant. - Dynamische Barok - echt de barokke b...
De levensechtheid van de Romeinse Barok - De vitale bijdrages van Caravaggio en Bernini Oorsprong van de term Barok komt van de barokparel, woekerparel. Het gaat er op dat het onregelmatig gevormd is. Barok varieert erg veel. Het is niet allemaal exorbitant. - Dynamische Barok - echt de barokke barok, met beweging en overdaad. (Bernini en Rubens) - Classicistische Barok - zuiver en helder. (Poussin & Girardon) - Naturalistische Barok - zoals het leven echt is. (Rembrandt en Caravaggio en Xavery) Maniërisme is een vorm van ballet. Lichamen op een gestileerde en kunstmatige manier neergezet. Ballet neemt je mee met een verheven schoonheid van lichaam en beweging. Barok is theater. Janson zegt dat barok een stijl is die probeert te overtuigen. Het theater wil overtuigen, meezuigen en meenemen zodat je geloofd in de waarachtigheid van wat je ziet. Barok: - Effectieve enscenering. Je vindt het als kijker overtuigend. - Licht-donker manipulatie. - Moment uit de vertelling. - Emoties aangezet. - Suggestie van beweging. - Vlees en bloed in plaats can stilering. - Eerder pakkend dan mooi. - het moet herkenbaar en echt zijn. - ‘Het leven zelf’. - Goed theater, moest net het leven zelf zijn. Hier kan je zelfs een Bernini aan een Rembrandt koppelen. Deze zoektocht kenmerkt allen in die tijd. Caravaggio (1573 - 1610) Hij geldt een beetje als een figuur die we tegenwoordig interessant vinden. Hij heeft bijvoorbeeld iemand vermoord, we weten niet of hij homoseksueel, heteroseksueel of biseksueel was. Hij durfde buiten de geijkte paden te gaan. Deze heldenstatus is pas van de afgelopen 50 jaar. Hij kwam uit Caravaggio, Lombardijen. Zijn leermeester was ooit leerling van Titiaan. Hij begon vooral met fruitstillevens. We kijken naar het Zelfportret als Bacchus. Met deze expertise is hij van Milaan naar Rome gegaan. Daar maakte hij onder andere het werk De Kaartspelers. Er wordt vals gespeeld. Het gaat over low life. Geen onderwerp waar je verheven kunst van zou maken, maar Caravaggio doet dat wel. Het had geen enorm respect, maar het kreeg wel aandacht. Er was een kardinaal die deze werken graag van hem kocht en hem ook in huis nam. Kardinaal del Monte. Hij was van 1595-1600 beschermheer van Caravaggio. Kardinaal is niet zozeer een geestelijke titel, ze waren eerder prinsen van de kerk. Het waren de hovelingen van de Paus. Het was niet erfelijk. Ze regeerden mee en kregen vaak veel inkomsten vanuit abdijen etc. Ze hadden ook graag kleine hofjes van zichzelf. Zo had je in Rome een heleboel kunstcentra. Rome was niet de plek waar het geld verdiend werd, maar wel waar het uitgegeven werd. Caravaggio maakte ook erotisch getinte werken voor de Kardinaal, zoals I musici en Bacchus. Er hangt een sfeer van ondeugendheid rondom deze schilderijen. Het lijkt op een verkleedpartij. Caravaggio koos vaak nogal jonge jongens als modellen voor deze werken. Fruit en jongemannen. We kijken naar de Jongen Gebeten Door een Hagedis. Het is een momentopname. Uiteindelijk krijgt hij ook opdrachten voor religieuze onderwerpen. We kijken naar de Heilige Catherina van Alexandrië. Het model voor Catherina was een prostituee. Hij maakt prachtige gewaden. Doordat hij van minder serieuze genres naar religieuze genres was bewogen werd hem gevraagd om de grafkapel van de kardinaal Matthieu Cointrel af te maken. Hij bewoog dus naar de publieke wereld. In deze kapel is het onderwerp het leven van de heilige Mattheus. Caravaggio schildert alle werken die hij toevoegt met olieverf op doek. Zo kan er veel meer donker worden toegevoegd aan de voorstelling. Het zijn dus muren bedekt met doeken met olieverf. We kijken naar de roeping van Mattheus. Mattheus is de persoon die de vinger naar zichzelf wijst. Christus is degene in het hoekje. Er valt net wat licht langs zijn hoofd. Christus wordt dus niet in het licht gezien. Dat is een moeilijke en nieuwe invalshoek. Hij werkt dus graag met speciale lichteffecten. Hoe kan je licht zo gebruiken dat je er als het ware een spot op zet? Het is heel theater-achtig. Aan de overkant van de roeping is nog een schilderij door Caravaggio. Dat is het Martelaarschap van Mattheus. Hij is de figuur die ligt. Er komt een naakte jongeling aan die de moord gaat plegen. De wereld om hem heen valt een beetje om. Het probeert echt in te beelden hoe het in het echt zou zijn. Het lugubere van de daad heeft veel meer aandacht dan het verheerlijken van het martelaarschap. Allebei waren pakkende schilderijen. Er moest ook een altaarstuk gemaakt worden. Dat werd afgekeurd. Caravaggio mocht het altaarstuk maken. Mattheus en de engel. Mattheus moet zijn evangelie schrijven en de engel komt hem daarbij helpen. Het is in 1945 verloren gegaan in Berlijn. Het was in Berlijn omdat het net als het beeld was afgekeurd. De priesters vonden het een smerig schilderij. Een markies zei, geef dan maar aan mij. Het nieuwe werk pakt hij anders aan. Mattheus is minder boers, de engel is niet met hem verstrengeld. En er is minder te zien van die vieze voeten. De eerste Mattheus was niet heilig genoeg afgebeeld. Een beetje onnozel. Vieze voeten. Kan niet goed zelf schrijven. Met deze kapel heeft hij zichzelf voor de wereld getoond. Wat in Rome gebeurde werd ook aan de rest van de wereld verteld. Het verhaal spreidde zich ook snel. Hij was op dat moment de ster van Rome. Verder maakt hij bijna alleen maar religieuze werken. Ongelovige Thomas. Christus nodigt Thomas uit om de wond te betasten. Caravaggio maakt er een halsstuk van, zodat je als kijken net zo dicht bij staat als de decipelen er omheen. De vinger gaat in de wond. In de kapel van Tiberio Cerasi maakt hij de Kruisiging van Petrus. Het moet een oude man voorstellen. Dikke spijkers door de handen en voeten, er zit een behoorlijk horror aspect in de werken. De Bekering van Paulus. Hier was eerst een andere versie gemaakt die werd afgekeurd. Hier wordt Paulus als middelbare man met een dik buikje weergegeven. Judith en Holofernes. Hij beeldt het af op het moment dat het hoofd wordt afgehakt. We kijken recht in het gezicht van Holofernes. Het is niet, Judith is een held, maar hier wordt een moord gepleegd en zo is het om op deze manier te sterven. Ook de Dood van de Maria. Hij gaat over de schreef. Dit werk was gemaakt voor een kerk. Rubens was op dit moment in Italie en nam het mee voor een familie. Het werd afgekeurd om de roodheid van Maria. Het ziet er uit alsof hij een dronken hoer uit de Tiber heeft gevist en die heeft gebruikt als model. Hij haalde alles wat het geloof zou verheven er uit. Op 28 Mei 1606 vermoordt hij in een ruzie een vriend. Hij gaat hierna rondreizen. Napels, Malta. Hier maakt hij het werk Martyrdom van Johannes de Doper. In het bloed van Johannes schrijft hij zijn eigen handtekening. Zijn laatste schilderij is David met het hoofd van Goliath. Het hoofd van Goliath is een zelfportret. Waarom zou hij dit hebben gedaan? Hij was iemand die de realiteit van geweld een plek heeft gegeven in de kunst. Caravaggio maakt iets van religieuze kunst wat filmisch is. Je gaat mee in de horror van het uitgebeelde. Hij stierf op de terugweg naar Rome. Hij wilde waarschijnlijk vragen of hij weer terug mocht komen. De Paus gaf hem amnestie. Caravaggio’s nalatenschap voor de schilderkunst: - chiaroscuro (oplichtend effect) / tenebrismo (duistere scenes). Het lichtdonker effect. - Negeren van de klassieken - Virtuositeit ‘zonder disegno’. We hebben geen tekeningen van Caravaggio. - Naturalisme, alledaagsheid. Geen hogere wereld, maar de laagheid van de wereld om je heen. - Sensualiteit en geweld. Prostituees, knapen, geweld in de scenes. - Caravaggisme. Mensen gingen hem navolgen door heel Europa. Artemisia Gentileschi was ook een navolgeling van Caravaggio. Velazquez was een navolgeling. Georges de la Tour was een navolgeling. Honthorst was ook een Caravaggist. Kortom, hij deed de schilderkunst in heel Europa een enorme kanteling maken. Zijn kunst greep je naar de keel. Gianlorenzo Bernini (1598 - 1680) Zeus en de geit Amalthea, Bernini was hier een jaar of 13. Zijn vader was ook beeldhouwer. Later krijgt hij opdrachten van kardinaal Scipione Borghese. Deze was de neef van de Paus. Hij werd een groot kunstverzamelaar. Toen de paus Bernini ontmoette, zei hij tegen zijn vader: dit kind zal zo groot worden als Michelangelo. Buste van Scipione Borghese. Deze buste is ontzettend realistisch. Hij zoekt het informele. De manier waarop alles een beetje ongelijk zit, de knoopjes op en neer gaan, een knoopje open. Het hoofd is afgewend, de mond staat een beetje open. Je hebt als het ware een snapshot in marmer. Het is marmer, maar het heeft een heel hoog vlees en bloed gehalte. Bernini schreef aan Fréart de Chantelou dat je een moment moest pakken waar beweging gaat beginnen. Dan komt er spanning in het gezicht. Bijvoorbeeld het moment vlak voor het spreken. Dit is ook dat theatrale denken. Borghese had Villa Borghese. Hier was een gebouw, galerie Borghese, dit was zijn speelplek, zijn casino. Hier verzamelde hij zijn kunst. Hiervoor heeft Bernini veel werken gemaakt. Het begon met de Slapende Hermafroditus, werd gevonden uit de 2e eeuw. Bernini heeft hier het matras voor kunnen maken in 1620. Een van de werken die hij maakte was Aeneas, Anchisis en Ascanius. Aeneas tilt de oude man op. De oude vader is te oud om te lopen en de zoon komt er achteraan. Dit beeld is atypisch. Een beeld van iemand die je optilt is heel moeilijk en levert een beetje een vreemd beeld. Een oud lichaam boven een jong lichaam. De edele kop van de held Aeneas, verschrokken kop van de oude vader. We zien de oude rug, weer met een enorm vlees en bloed gehalte. Dit motief zien we onderander terug in een werk van Rafael. Bernini pakt dus een geschilderd motief, en laat zien hoe hij dit in marmer kan maken. De Roof van Proserpina. Dit was de vrouw van Pluto, was een sterveling. Pluto grijpt haar van de wereld. Het gaat over het contrast van de geweldenaar God en het jonge meisje dat wordt meegesleurd. Het is echt midden in de beweging. De paniek en de beweging, het valse lachen van Pluto worden allemaal weergegeven. Er zijn tranen uit het marmer. Naast de maagdenroof van Giambologna zien we het ballet vs het theater. David. Hij probeert hier de levensechtheid en overtuiging uit te laten komen. Heel het lichaam is gedraaid. Het moment vlak voor de steenworp. Zelfs het touw werd beeld gehouwen. Het komt overeen met het werk de Borghese Gladiator. Op deze manier meet hij zichzelf met de klassieken. Hij geeft invulling en uitdrukking aan de David waar dat in de gladiator dat niet doet. Er zit vertelkracht in. Kardinaal Barberini kwam vaak in de werkplaats van Bernini en hielden voor hem de spiegel vast. Apollo en Daphne was het laatste werk dat hij maakte voor Galleria Borghese. In dit verhaal zit ook weer veel opgehitste liefde. Het is het moment waar Apollo Daphne pakt en Daphne in een laurierboom veranderd. Haar klacht weerklinkt nog, als een starre stijfheid haar bevangt: haar zachte borst wordt door een dunne laag van schors omsloten. Bernini besluit dus om een metamorfose te beeldhouwen. De schors schiet omhoog en zit al op haar heupen, haar tenen schieten wortels en haar vingers worden takken en bladeren. Apollo’s haar en draperie wapperen in de wind. Het is een werk waar de hoog mikkende ambitie van Bernini af te lezen is. De Apollo lijkt erg op de Apollo Belevedere uit de pauselijke collectie. Er staat een spreuk op door Barberini: De minnaar die vliedende schone vormen najaagt vult zijn hand met loof en plukt bittere vluchten. Barberini werd zelf paus, Urbanus VIII. Hij zei: Bernini, jij bent voor Rome gemaakt, en Rome is voor jou gemaakt. Op dit punt was de St. Pieter eindelijk af. Bernini maakte toen de Baldacchino gemaakt. De zuilen zijn omgroeid met dieren. Flappen van textiel geven een luchtige sfeer aan iets wat verre van luchtig is. Er zit een soort charme in die je niet meteen zou verwachten voor zo’n plek. Urbanus VIII heeft Bernini ook een graf laten maken. Hij sterft in 1644. De paus zit in brons bovenop. Daarvoor staan, in plaats van liggen de figuren, deze zijn deugden waar de paus voor gestaan heeft. In marmer heb je vrouwen met kinderen, in brons de paus, en uit de sarcofaag komt een gevleugelde dood. Erg theatraal. Deze schrijft de naam van de paus in het dodenboek. Zelfs de dood wordt dus levend gemaakt. Later is er ook kritiek op geweest, dat het too much was voor een graf. De deugden als figuren zijn de Caritas en de Justitia. Ze staan op een hele vreemde manier. De rechter figuur staat een beetje verveeld, hoe lang moet ik hier nog staat? De weegschaal is haar symbool, maar de weegschaal ligt onder haar en wordt gemold door een kindje. Hij maakt er een kleine komedie van. Bij de andere doet hij dit ook. Het kindje is heel hard aan het huilen omdat hij ook de borst wilt. Het was veel voor een graf, maar Bernini kon zich dit permitteren. Ook de armen, het zijn een beetje vlezige armen, een bandje dat afzakt. Ook heeft ze kuiltjes in haar wangen. Later kwam daar kritiek op, in zijn tijd zelf werd dit geweldig gevonden. Een heleboel herkenbare gedragingen dus. Constanza Bonarelli, een portret van zijn geliefde. Een heel informeel portret. Haar haren wild, in een hemd en met haar mond open. Hij maakte dit toen hij heel verliefd was. Cornaro-Kapel. Grafkapel van kardinaal Federico Cornaro. Het bevindt zich in een klein kerkje. Im de kapel gebeurt er iets. Aan de weerszijden zijn balkons gemaakt waar de familie uit marmer staat te kijken naar het tafereel. De wand zwelt naar voren toe. We zien hoe het in zijn geheel in de kerk zit. Dit is bij uitstek barok. Alle kunstvormen gaan in elkaar over, architectuur, schilderkunst en beeldhouwkunst. Het onderwerp is Theresa van Avlia. Zij was niet zo lang daarvoor heilig verklaard en daarom was er een bepaalde cult voor haar. Deze vrouw was een mystica en had visioenen. In een van de visioenen werd zij door een engel bezocht. We zien de balkonnetjes waar de familieleden staan de praten en toe kijken. Het visioen, de extase. Er komt een engel met een lange speer, deze in haar hart steken en haar ingewanden meenam. Veel bewondering, maar ook kritiek, vooral op de decorum-kwestie anoniem schotschrift: “Bernini heeft er een Venus van gemaakt non postrata ma prostituta” Filippo Baldinucci Vita di Bernini, 1682 “… was de eerste die poogde architectuur met sculptuur en schilderkunst te verenigen om een bel insieme te creëren” Bernini’s nalatenschap voor de beeldhouwkunst: - ‘negeren’ van de klassieken - technische virtuositeit - beweeglijkheid - speelsheid - emotionaliteit - ensemble-werking