Samenvatting Kunsttheorie J2S1 PDF
Document Details
Uploaded by LuckierLotus
Jeroen
Tags
Summary
Deze samenvatting behandelt de kunsttheorie van het jaar 2, semester 1, met aandacht voor hofcultuur, absolutisme, Versailles, Rococo en Neoclassicisme. Het document bespreekt onderwerpen zoals de koningen Lodewijk XIV, XV en XVI, de filosofische stromingen van de 18e eeuw, en de kenmerken van barok, Rococo en Neoclassicistische kunst.
Full Transcript
Jeroen’s mega gave samenvatting kunsttheorie jaar 2 semester 1 College hofcultuur, absolutisme en Versailles - Lodewijk XIV (1638-1715) - Lodewijk is 7 wanneer hij koning wordt, moeder regeert met adel voor hem omdat hij nog te jong is om te regeeren. - Lodewijk i...
Jeroen’s mega gave samenvatting kunsttheorie jaar 2 semester 1 College hofcultuur, absolutisme en Versailles - Lodewijk XIV (1638-1715) - Lodewijk is 7 wanneer hij koning wordt, moeder regeert met adel voor hem omdat hij nog te jong is om te regeeren. - Lodewijk is eigenwijs, heeft een fascinatie voor theater en muziek engroeit op in Parijs - In die tijd heerst onrust in Frankrijk: -Godsdienst twisten -Opstanden Adel (1648-1653) -Minder belasting, hogere rangen, persoonlijke motieven - Lodewijk trouwt een economisch huwelijk met Maria-Theresa van Spanje. Hierbij komen bijvoorbeeld de koloniën, godsdienst en grootmachten kijken. - Lodewijk wordt koning (1661) -‘’L'état C’est moi’’ (de staat ben ik). -Absolute macht verkregen door God is wat Lodewijk gebruikt als argument, daardoor alles gerechtvaardigd. -Absolutisme: Lodewijk wordt de absolute forst -Droit divin: goddelijk recht, god heeft hem aangewezen. - Politiek onder leidng van Lodewijk: -Lodwijk is minder afhankelijk van adel tijdens het regeren maar heeft wel adviseurs, o.a. Colbert. -Lodewijk is minder afhankelijkheid van de adel door ze te laten verblijven op versaille, dit is verplicht een gedeelte van het jaar. Hieruit ontstaat hofcultuur. -Leger wordt beroepsleger, is nu meer betrouwbaar want ze worden betaald. - Economie: -Veel export en weinig import als systeem, dit is het Colbertisme. - Godsdienst: -Einde van godsdienstvrijheid want er ontstaat een staatsgodsdienst, katholicisme. - Paleizen: -Lodewijk groeit op aan Le petit Bourbon, nu het louvre. -Vies paleis waar hij niet zijn droomtheater kon uitvoeren. Hierdoor laat Lodwijk het paleis in Versaille bouwen naar zijn eigen wens. - Le roi Danse (de dans koning): -Lodewijk introduceert ballet als kunstvorm. (Mannelijk). -Openingsscene te Deum (=aan god) uitgevoerd door La Petite Bande. -Componist Lulli uit Italië, eerst opera’s (vader van de Franse-opera) en wordt hofcomponist. Daarnaast richt hij de muziekacademie op. -Werkt ook samen met Moliere (toneelschrijver). - Le Ballet de la Nuit: -12 uur durende voorstelling, met daarin 43 optredens van verschillende groepen. -Alles rondom het thema goed en kwaad. -Lodwijk XIV danste hierin 6 verschillende rollen. -Begon om 18:00 en ging door tot zonsopkomst (symboliek). Lodewijk XIV werd zo de eerste sterdanser van de westerse dansgeschiedenis. - Dansen aan het hof: -Hofballet, is een theatrale voorstelling met dans, muziek, gezongen tekst (vaak inspiratie uit Klassieke Oudheid). -Hofdansen, zijn meer gezelschapsdansen die men uitvoerde tijdens feestelijke bals. Ook een maatschappelijke functie: de danspositie van de hovelingen kwamen overeen met hun status aan het hof. -Ballet opera/ Lyrische tragedie (opera waarbij een derde tot een kwart bestaat uit dans). -Ballet komedie, komedie tussen de bedrijven door (intermezzo), ontleend zich aan Italiaanse traditie (dans, muziek en komedie). - Dans in de barok: -Mensen wilde op allerlij verschillende manieren laten zien dat ze de natuur en haar wetten beheerste en zelfs superieur was. -In de dans betekende dit ‘hoe ingewikkelder, hoe onnatuurlijker, hoe kunstzinniger en mooier’; onnatuurlijke houdingen, grote, hoge sprongen die de zwaartekracht tarten etc. -Ook geometrische patronen, wiskundige figuren nabootsen in dans. - Kunst en propaganda: -Opzetten van kunstacademies waar de juiste smaak wordt aangeleerd, dit werden bij uitstek de instrumenten om de machtspositie van de staat te versterken. -Academie Royale de la Peinture et de Sculpture -Academie Royale de Danse -Academie Royale de Musique -Academie Royale dÁrchitecture -Tentoonstellingen versterkt de machtsposities v.d. staat. - Versailles en hofcultuur: -Hoe dichter iemand bij Lodewijk XIV kon komen, hoe belangrijker deze persoon werdt. Op deze manier wordt de machtverhouding bepaalt. -Theaterstaat: acteurs en publiek (hovelingen), draaiboek (ceremonieel) en decor (paleis). -Absolutisme: één instelling heeft de macht en doet dit door de ander afhankelijk van hen te maken. -Versailles was eerst een jachtslot en Lodewijk XIV vondt dit te klein, vandaar dat het werdt uitgebreidt. -Le plaisirs de l’ile enchante (geneugten van betoverde eiland) is een hofspektakel dat een week lang duurde. -De tuin is zo gemaakt dat het absulutisme erin is terug te zien, niks in de tuin is toevallig, de mens overheerst de natuur. -De spiegelgallerij is er voor Lodewijk om doorheen te lopen, andere mensen aanschouwen hem. -Kent binnen de architectuur zowel beiden stijlen: barokke grandeur met classisistische symmetrie. -Absolutisme komt in Versailles terug door te kijken naar: de wachtkamers voor hyrarchie, schilderijen als propaganda, tuin is in totale orde en de spiegel gallerij zodat Lodewijk hierin kan paraderen. - Franse Barok werdt later Frans classisisme. Het Franse barok was gericht op emotie, pracht en praal, dit werd later gematigd door classisistische idealen van orde en harmonie. Frans classisisme werdt uiteindelijk de dominante stijl omdat het beter aansloot op de politieke en culturele visie van Lodewijk XIV, waar stabiliteit en controle voorop stonden. - Tartuffe: een klassieke komedie -Met Moliere als hoofdrol speler zelf. Daarna verboden door Lodewijk onder druk van zijn moeder en de devoten. -Tartuffe vertelde een verhaal over bedrog en schijnheiligheid. - Les Amants magnifiques: -Laatste dans in het openbaar van de koning. -In werkelijkheid binnen in Saint-Germain-en-laye. -Paarden wel oorspronkelijk bij enscenering. - Lodewijk XIV werdt vaak afgebeeld als Apollo. - Portret aspecten Lodewijk XIV: -Ballet houding -Rode hakken. -Licht afgebeeld, tegen een donkere achtergrond -Maatstok vast (muziekstok) waar hij op leunt. - Kleinzoon Lodewijk XV volgt Lodewijk XIV op, hij is minder een tacticus als XIV wat een kans was voor de adel. - Lodewijk XVI eindigt onder de guillotine in de Franse revolutie. Franse revolutie als gevolg van o.a. industrialisatie en armoede. Eindigd - Napoleon benoemt zich tot kijzer. College Rococo - Context 18e eeuw, alles werd anders: -Absolutisme verdween (verlicht absolutisme). -Bureaucratie nam toe. -Filosofie en wetenschap. -Industrialisatie. -Revoluties. -Geloof. -Verdwijn Ancien Regime. - Frankrijk heerschappij: -Lodewijk 14, L'état C’est moi (de staat ben ik), barok 1715. -Lodewijk 15. -Lodewijk 16, tijdens revolutie. -Napoleon en republiek tot 1800. -Lodewijk 17 weer koning. - 1730 Kerk erg machtig, kerken en kloosters bijgebouwd. - Barok = Contrareformatie. - Rococo= verlichting maar ook ancien regime. - 18e eeuw is een eeuw van rede geschriften. -Descartes: ik denk dus ik ben. Deductie. -Newton: empirie en wetenschappelijke wetten. Inductie. -Locke: tabula rasa, emperist. - Kunst: -Poussinisten vs Rubenisten. (Rubens gebruikte kleur voor expressieve composities en emotioneel geladen werken. Poussin ging uit van heldere lijnen en vormen om het klassieke ideaal te benaderen. Deze verschillende aanpak zorgde voor grote rivaliteit tussen hun navolgers, lang nadat ze zelf overleden waren). -Academie vs Locke en Dubois -Linear vs kleur -Verstand vs empirie/gevoel - Rococo (1730-1770) -De naam rococo komt van Le Rocaille, van schelpen. -Schelpvormen en kuiven. -C-vormige krullen. -Vooral interieur en meubelkunst. -Afkeer zwellende vormen. -Vlakkere speelse decoratie. -Pilasters -Doorlopende stucbekleding die scheiding wand en plafond verdoezelt. -Tegen verlichting in. -Venetiaans, Ruben, Giorgione. -Poëtisch. -Sensueel/flirterig. -Niet centraal compositie. -Spiraal en dans. -Pastel (wit, roze en blauw). -Atmosferisch mistig. -Idyllisch. -Versmelting mens en natuur. - (Voorbeelden uit de schilderkunst) -De troy 1728 - Boucher 1730 -Chardin 1739. -Fragonard (de schommel). -Daarna le Brun die weer deugdelijk schilderde. College Neoclassicisme - Neoclassicisme (eind 18e eeuw begin 19de eeuw) - Periode van revoluties: -Industriële revolutie (ca. 1770). -De Amerikaanse revolutie (1775-1783). -Franse revolutie (1789-1799). -Napoleon (1799-1815). - Verschillende opgravingen uit griekenland/rome zetten aan tot wetenschap en fantasie. Voorbeeld opgraving: Herculaneum 1783 (stad bij Vesuvius). Men probeerde opgravingen wetenschappelijk te onderzoeken maar toch kwam er veel fantasie. - Nastreven van vermeende puurheid van de klassieken. Vooral gericht op beeldhouwer en architectuur. Er wordt gewerkt volgens de idealen een beeldtaal v.d. klassieke oudheid. Geschriften van Vitruvius worden opnieuw bestudeerd. Fantasie en verlangen naar het oude en naar de wetenschap. -Replica’s van Romeinse beelden zorgen voor verspreiding van deze beeldtaal. - Je vind neoclassisisme terug in beeldende kunst, architectuur, meubels en kleding. - Johann Winckelmann, de vader van het Neoclassisisme: -Winckelmann zei dat je je moet laat inspireren door de geest van de klassieken (geen onderscheid Grieks/Romeins). Het goede, schone en ware maakte de klassieken superieur. -‘’Eine edle Einfalt und eine stille Größe’’. Een edele eenvoud waar een enorme grootse in zit. -In opdracht van Paus Clemens XIII alle antieke beelden in Rome op chronologische volgorde ingedeeld. -Chronologie vastgesteld op basis van stijl. -Gedachte van opgang en neergang van kunst. -Systematische chronologische aanpak nagelaten aan de kunstgeschiedenis. Schilderkunst Neoclassisisme - Angelica Kaufmann: -Niet toegelaten op de studie omdat ze een vrouw was. -Haar tere ziel kon niet tegen het zien van naaktmodellen. -Dus ze heeft het haarzelf aangeleerd met behulp van griekse beelden. -Eerste vrouw op academie… - Kenmerken Neoclassisisme schilderkunst: -Onderwerp is classisistisch. -Ondiepe ruimte, theater ruimte. -Koele kleuren. -Classisistische architectuur. -Verstilde theatrale gebaren Beeldhouwkunst Neoclassisisme - Jean-Antoine Houdon -Beeld Winter, de verkleumde vrouw. Versmelting romantiek en neoclassisisme. -Romantiek: winter als naakte jonge vrouw i.p.v. oude persoon. -Neoclassisisme: beeldhouwwerk/stijl. -Beeld Voltaire. In opdracht van erfgename van Voltaire. -Naturalistisch, maar in klassiek gewaad. -Moment van scherpe geest van Voltaire weergegeven. -Uitgebeeld als filosoof. - Kenmerken Neoclassisisme beeldhouwkunst: -Onderwerp is classisistisch. -Verstilde theatrale gebaren. -Duidelijke compsitie Architectuur Neoclassisisme - Laugier: -Kijkt terug op Vitruvius. -De oorsprong van bouwen vind je terug in de natuur. -Schilderij: Essai Sur L’architecture. - Piranesi: -Romeins beton is sterker dan natuurlijke materialen zoals de bomen die Laugier benoemt. -Met Romeins beton maak je ijzersterke en majestueuze bouwwerken. -Prent: Tombe van de Scipiones. - Laugier vs Piranesi: -Laugier had een theorie waarbij de oorsprong van de architectuur uit de natuur komt. Griekse architectuur sluit hier het best bij aan, denk aan pilaren als boomstammen. Terwijl Piranesi zijn theorie zegt dat het Romeinse beton veel sterker was en de bouwwerken hieruit majestueuzer waren. -Er ontstaat een soort strijd tussen Grieks en Romeins binnen de architectuur. - Robert Adam: -Adam zegt dat verschillende ruimtes, verschillende stijlen hebben. -Veel gaat terug op de Romeinse bouwkunst. - Kenmerken architectuur Neoclassisisme: -Kleine timpanen. -Tempel front/ zuilen. College verlichting - Eeuwenlang was de wetenschap uit de klassieke oudheid het uitgangspunt. - In de astronomie werd het geocentrische model van Ptolemaeus doorgegeven. - Fundamenten van veranderingen lagen in de ontwikkeling van de optica door Middeleeuwse geleerden zoals Ibn al-Haytham, waardoor later de telescoop kon worden ontwikkeld. - Copernicus: -De eerste die brak met het geocentrische model van Ptolemaeus. -‘’De aarde is niet het middelpunt van het heelal maar de zon is dat’’. - Galileo Galilei levert met een verbeterde sterrenkijker het bewijs voor wat Copernicus zei. - Door de bloei van de astronomie werden andere wetenschappen gestimuleerd die nodig waren voor haar ontwikkeling. - Met de ondervinding dat de aarde niet het middelpunt is van het heelal, kwam een probleem in de vorm van vragen. -Mens is niet het middelpunt van het heelal? -Dus waar schijnlijk ook niet gods oogappel? -Waar eindigt het heelal eigenlijk? -Is er een ander middelpunt? -Bestaat god eigenlijk wel? - Menselijke anatomie: -Eerst gebasseerd op de kennis van de Romeinen, met name van de arts Galenus. -Andreas Vesalius ontdekte op basis van eigen waarneming dat veel van deze overgeleverde kennis op dit gebied onjuist was. - Antoni van Leeuwenhoek: -Grondlegger van de microbiologie. -Gebruikte de microscoop om biologische waarnemingen te doen op zeer kleine schaal. - Wetenschappelijke omwenteling: -Wanneer deze periode plaatsvond is niet afgebakend, begin wordt vaak gelegd in 1543. -Sommige historici vinden echter al elementen van de wetenschappelijke revolutie in de 14e eeuw. -Kritische historici benadrukken dat de wetenschappelijke revolutie geen plotse breuk betekende met heersende opvattingen. - Drukpers: -Door de uitvinding van de drukpers konden ontdekkingen en theorieën veel sneller verspreid worden. - Verlichting: -Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving; godsdienst, politiek en sociale verhoudingen. - Rationalisme: -De wereld kan verklaard worden door ‘de rede’/ het verstand. - Empirisme: -De wereld kan verklaard worden door empirische observatie en systematische twijfel. - Vraagstukken: -Is het redelijk dat sommige mensen vanaf hun geboorte meer recht hebben dan anderen, omdat ze horen bij de adel? -Is het redelijk dat één godsdienst min of meer verplicht wordt gesteld? -Is het redelijk dat het volk geen invloed heeft op het bestuur van een land? - Decartes: -Grondlegger moderne filosofie. -Epistemologie: Filosofie over wat ware kennis is. Verkenning van de mogelijkheden en grenzen van ons redeneervermogen. -Wat kunnen we weten? -Hoe komen we tot echte kennis? -Hoe weet ik zeker dat wat ik geloof ook echt het geval is? -Meditationes: Boek/ methodologie die gebaseerd is op wiskunde. -Men moet een probleem ontleden tot men bij de meest eenvoudige bestanddelen komt; analyse. -Over deze bestanddelen moet men vervolgens waarheden formuleren die zo helder en duidelijk zijn dat ze niet kunnen worden ontkend. -Uit deze inzichten wordt dan de oplossing of verklaring van het probleem logisch afgeleid; synthese. -Inde meditationes concludeert Decartes dat het enige wat hij zeker weet is dat hij denk en daarmee dus bestaat. Hij betwijfelt alles systematisch, zelfs zijn eigen zintuigelijke waarnemingen kan hij niet voor waar houden. Zintuigelijke waarnemingen misleiden. De kennis die ik opdoe a.d.h.v. deze waarnemingen is dus ook onbetrouwbaar. -Cogito, ergo sum: Ik denk, dus ik ben. -Omnibus Dubitandum: alles moet betwijfeld worden. - Carthesiaanse tweedeling: -Cogito, ergo sum vormt opmaat naar onderscheid tussen subject en object. -De onstoffelijke geest staat volkomen los van het lichaam. -Deze cartesiaanse tweedeling heeft als gevolg dat de mens zichzelf niet langer als onderdeel ziet van de natuur. -Natuur is het domein van de objecten. Het is aan de mens (cultureel wezen dat naast een lichaam ook een geest bezit) om die natuur te leren kennen/ controleren. - Spinoza: -Een vrije denker. -‘’De radicale verlichting is bij Spinoza begonnen’’. -Ethica geschreven: hoe leidt je een gelukkig leven? - Spinoza twijfelt aan het geloof en wordt uit de Joodse gemeenschap gezet. Hij ziet de bijbel als een historisch werk en niet het ware woord van god, hij gelooft wel in een god. - Voltaire: -Belangrijkste goed die nu nog steeds gebruikt wordt: Voltaire met de recht van opstand. “Ik verafschuw wat u zegt, maar ik zal uw recht om het te zeggen met mijn leven verdedigen.” - Cultuur van de verlichting: -Burgers kregen meer invloed, mengden zich in Salons en cafe’s met adel. -Lezen van kranten en boeken. Opkomst discussie, kunst van de conversatie. -Een van de belangrijkste Salons waar Diderot, D’Alembert, Hume, Rousseau etc komen is van Baron D’Holbach. -In de Salons worden allerlei disciplines besproken: theater, filosofie, wiskunde, scheikunde etc. - In de schilderkunst: -Jezelf verlicht afbeelden, met boeken, wetenschap en discussies. - De Bluestockings: -Salon in Londen. -Hier werdt alledaagse kleding gedragen i.p.v. bijzondere of luxe kleding. -Aan de ene kant geprezen, aan de andere kant ook met spotprenten belachelijk gemaakt. Oefenvragen: 1. Leg het verschil uit tussen empirisme en rationalisme. Rationalisme verklaart de wereld d.m.v. de reden, waar het empirisme de wereld verklaard d.m.v. emperische observatie en systematische twijfel. 2. Leg uit wat wordt bedoeld met het begrip: sapere aude (kant). Met het begrip wordt durf te denken bedoeld, want de wereld is te begrijpen. 3. Wat is de rol van publieke ruimte in de verlichting? Het ontstaan van de saloncultuur en het in gesprek gaan hierbij zorgt voor ontwikkeling in de verlichting. 4. Wat wordt bedoeld met de uitspraak van Voltaire ‘dat elke burger de plicht heeft om zijn intellectuele vermogen als wapen in te zetten’? Dat ieder mens het recht heeft om zichzelf van kennis en vrijheid van meningsuiting te voorzien. College verlichtingsfilosofen - Verlichting: -Het ontkomen van de mens aan de onmondigheid waaraan hij zlef schuldig is. - Sapere aude: -Heb de moed je van je eigen verstand te bedienen! -Het motto van de verlichting. - ‘Wanneer er gevraagd wordt: leven we vandaag de dag in een verlicht tijdperk?’, dan luidt het antwoord: nee, maar wel in een tijdperk van Verlichting.’ -Dit betekent dat we onderweg zijn naar een verlichte samenleving, maar we zijn er nog niet. We hebben de middelen en kansen om verlicht te worden, maar niet iedereen benut die mogelijkheden volledig. - Kritisch rationalisme: -Een stroming waarbij elke vorm van kennis moet worden getoetst aan het verstand, aan de kritische ratio. -Decartes legde hier de basis voor. - Empirisme: -Een stroming waarbij elke vorm van kennis zintuigelijk moet worden getoets. Enkel wat waarneembaar is, bestaat (er bestaat dus niet zoiets als een bovenwerkelijke wereld). -Locke was een sleutelfiguur voor deze stroming. - Hobbes: -Alle wetten stammen af van natuurwetten. -Alle monarchieën bestaan bij de goedkeuring van het volk, niet van God. -Alle mesnen zijn van nature egoïstisch. -De natuurlijke staat van de mensheid is oorlog: homo homini lupus est (de mens is voor de medemens een wolf). - Leviathan (Hobbes): -Sociaal contract waarin het volk gelijktijdig afstand doet van geweldsmiddelen, deze worden overgedragen aan een superieure macht. Deze macht noemt Hobbes de Leviathan: de soeverein of vorst die voor ieders bestwil heerst over de burgers. De gemeenschap is dan een staat. - Kritiek op Leviathan (Hobbes): -De toestand die Hobbes beschrijft, vindt in de praktijk zelden plaats. Staten ontstaan meestal niet op basis van een vrijwillige overdracht van de wapens aan de soeverein, maar juist door oorlog en onderwerping. -Ook vorsten en regeringen kunnen besluiten hun onderdanen te onderdrukken. De oplossing van Hobbes biedt dus geen garantie voor vrede en veiligheid. - Locke: -Kennis door ervaring, empirist. -Essay; Concerning human understanding. -Onderzoek naar de middelen en mogelijkheden van het denken zelf. -Mens van nature: Tabula Rasa: onbeschreven blad. -Er bestaat geen aangeboren ideeën. -Politieke theorie: Two treatises of Government (liberalisme). -Elk mens heeft natuurrechten die God hem heeft geschonken, het recht op: -Leven -Gezondheid -Vrijheid -Bezittingen - Mensen hebben dus van nature recht op eigendom, toch zijn hier 3 wetten over om dit goed te regelen: -Er wordt niet verspild bij het vergaren van X (recht van gezondheid) -Er blijft genoeg X over voor anderen (recht van bezittingen) -Het vergaren van X mag geen schade toebrengen aan anderen (recht van leven, gezondheid) -Mensen hebben een deel van hun vrijheid vrijwillig opgegeven om hun natuurrechten beter te beschermen. -Politieke staten: sociaal contract (Locke) -Goede staat; alle burgers zijn het er mee eens dat ze worden geregeerd door een gekozen regering. -Tirannieke staat; is onwettig en daarentegen behoort men in opstand te komen. - Rousseau -1e cultuurpessimist. -Prijsvraag van de Academie van Dijon gewonnen: Heeft vooruitgang in wetenschap en kunst tot verbetering van zeden en moraal bijgedragen? Antwoord: Nee! -Rousseau stelde dat de materiële vooruitgang de mogelijkheid tot oprechte vriendschap ondermijnde en dat die vervangen was door jaloezie, angst en wantrouwen. -Du Contract Social: -Natuurtoestand = paradijselijke toestand. -1e kwaad: onstaan van eigendom. -2e kwaad: instelling van een overheid. -3e kwaad: ontaarding van macht tot willekeur. -Briefroman (nieuw genre) geschreven: Julie, ou la nouvelle Héloïse. -Liefde overwint klasse-verschil. -Uitgave werd zelfs per uur uitgeleend, 70 herdrukkingen voor eind 18e eeuw. -Wandelen in de bergen wordt mode. -Nieuw genre: brieven van twee personen worden heen en weer geschreven. -Rousseau was zowel een representant als een bestrijder van de ideeën uit de verlichting. -Hij droeg bij aan de Encyclopédie, maar geloofde niet in vooruitgang. -Hij wantrouwde de rede die volgens hem de mens met zichzelf en de natuur in conflict bracht. - Verlicht absolutisme: -Absolute vorsten die werden beïnvloed door de ideeën van de verlichting, maar hun macht was nogsteeds onbeperkt. Deze vorsten voerden hervormingen door op basis van rationele principes en verlichte idealen zoals vrijheid, rechtvaardigheid en vooruitgang. - Voltaire: - Vooral de grote popularisator van ideeën, had zelf geen nieuw filosofisch systeem. -Maakte naam in de Salon in Parijs. -Voltaire als een soort bemiddelaar pratende met vorsten over verlichte idealen en rationele principes. Op deze manier heerst een vorst vanuit verlicht denken en zal het volk tevreden zijn. -Voltaire populair onder adel en vorsten. -Correspondeert met o.a. Frederik de Grote van Pruisen en Catharina de Grote van Rusland (Verlicht absolutisme). Oefenvragen: 1. Welke uitspraak past niet bij de verlichting, leg uit. 1.Droit Divin 2.Alles moet worden betwijfeld 3.Sapere aude Uitspraak 1 past niet bij de verlichting omdat Droit Divin gaat over Lodewijk XIV die zegt dat hij aangewezen is door god om koning te zijn. Daarnaast passen uitspraken 2 en 3 wel bij de verlichting. Uitspraak 2 omdat dit de betekenis van Omnibus Dubitandum is, een uitspraak van Decartes, en past hierdoor bij de verlichting. Uitspraak 3 omdat dit durf te denken, een uitspraak van Kant, betekent en past hierdoor bij de verlichting. 2. Welk inzicht van Decartes past bij onderstaand uitzicht? Het inzicht dat je zintuigen je bedriegen, dit omdat het spoor lijkt kleiner/ smaller te worden richting de horizon terwijl het spoor nogsteeds dezelfde afmetingen heeft. Aangezien je zintuigen je bedriegen is de ratio/ verstand het enige wat overblijft. 3. Beschrijf het verschil tussen empirisme en rationalisme in een alinea. Rationalisme is het verklaren van de wereld vanuit het verstand/ ratio terwijl empirisme de wereld verklaart vanuit zintuigelijke waarneming/ toetsing. 4. Wie zei ‘’de mens is voor de medemens een wolf’’? En wat bedoelde hij daarmee? De persoon die dit zei is Hobbes en hij bedoelde hiermee dat de mens van nature egoïstisch is en dat dit een bedrijging voor de medemens is mits er geen heerser is. College Romantiek - Romantiek: -Begon als een literaire stroming. -De vele revoluties riepen op tot vrijheid. Dit leidt tot een drang naar vrijheid in de kunsten. Het afwerpen van regels en de ratio. -Romantiek kenmerken: -Teruggrijpen op andere civilisaties of het verleden. -Nadruk op gevoel en fantasie, het onverklaarbare, de droom. -Verbeelden van het sublieme. -Verbeelden van het falen van de menselijke ratio. -Belangrijk: Romantiek is geen stijl of stroming maar een ontwikkeling van denken dat zich reflecteert in kunst. Kunstenaars werkten niet in een vergelijkbare stijl maar vanuit een vergelijkbare filosofie. -Het verwerpt moderniteit en de ratio van de mens en omarmt het onverklaarbare. -In de romantiek ontstaat de gevoelige mens, de genie die kunst maakt dat uit zijn geest geboren wordt. L’art pour l’art. -De kunstenaar is een vrije geest die zijn individuele ideeën uitbeeld. - Voorheen tijdens de Verlichting en neo-classicisme lag de nadruk op verstand. Door mede de opkomst van gebruik opium, politieke omstandigheden en industrialisatie lag de nadruk meer op gevoel en het conceptuele. - L’art pour l’art gedacht van de 19e eeuw: -De kunstenaar bevrijdt zich als individu, maakt zich vrij van opdrachtgevers. -De kunst komt voort uit een intrinsieke behoefte van de kunstenaar waar hij niet aan kan ontsnappen. - Romantiek en Neoclassisisme bestaan naast elkaar. Kunstenaars kunnen zowel neoclassicistisch werk, als werk dat binnen de romantiek valt maken. - Sturm und Drang: -Dit toneelstuk gaf de rebelse burgerlijke jeugdbeweging in Duitsland haar naam. -Verzet zich tegen de puur verstandelijke houding van de Verlichting, is een overwinning op de heerschappij van de rede en richt zich vooral op het irrationalisme. -Is erg idealistisch: vrijheid van gevoel, emotio i.p.v. ratio, vrijheid van ideeën en driften. -De auteurs kwamen voornammelijk uit de kleine burgerij en zij protesteerden tegen het feodale systeem/ de standenmaatschappij. Het feodale systeem werd ook door de Verlichting aangevallen, maar vanuit de rede, terwijl bij de Sturm und Drang het gevoel op de eerste plaats komt. - Die Leiden des jungen Werthers: -Briefroman. -Geschreven door Goethe. -Goethes eigen liefdesverdriet, en die van een vriend, die zelfmoord pleegde waren de inspiratiebron. -De kleding van Werther bepaalde het modebeeld (geel vest, blauwe jas) en zelfmoord kwam ‘in de mode’. Ook Napoleon had een exemplaar van Werther op zak. -Tijdens dit grote succes kwam er ook ‘merchandise’ uit, denk aan theekopjes, schoteltjes of suikerpotjes. - Het sublieme: -Edmund Burke. -Een filosofisch onderzoek naar de oorsprong van onze ideeën over het sublieme en het schone. -‘’De manier hoe het denken reageert op de natuur’’. -‘’Angst is de sterkste emotie waartoe wij in staat zijn’’. - Schone vs. Sublieme: -Schone: verbeelding en verstand (een mooie bloem). -Sublieme: verbeelding van rede (niet in harmonie) -> bovenzinnelijke ervaring. Schone Sublieme Plezier Angst Veilig Pijn Kalm Gevaar Elegant Mysterie Harmonie Kracht Klein Geweld Duidelijk Obscuur Helder Eindeloos Breekbaar Ruw Oefenvragen: 1. Leg de relatie uit tussen het denken uit de verlichting en de romantiek in de schilderkunst. De Romantiek verwerpt het denken vanuit puur de ratio zoals ze deden in de verlichting en omarmt het onverklaarbare. 2. Geef twee verschillende voorbeeden uit de schilderkunst van de vroege 19e eeuw en leg uit waarom ze tot de romantiek gerekend kunnen worden. 1.Het vlot van Medusa (Théodore Géricault) verbeeld het falen van de menselijke ratio doordat de mensen op het vlot zijn achtergelaten door de mensen in de reddingsboten zodat een gedeelte i.p.v. het geheel van de groep mensen veilig naar land kon komen. Dit verbeelden van het falen van het menselijk ratio is iets wat kenmerkend is voor de romantiek. 2.Zee van ijs (Casper David Friedrich) verbeeld het sublieme door te laten zien hoe nietig de mens is vergeleken de overweldigende kracht van de natuur. Dit doet het door een zee van ijsschotsen te laten zien die een boot gemaakt door de mens fataal is geworden, de boot is verwoest. Dit verbeelden van het sublieme is iets wat kenmerkend is voor de romantiek. 3. De uitdrukking ‘’L’art pour l’art’’ ontstaat in de negentiende eeuw. Leg uit wat daaronder wordt verstaan. Onder L’art pour l’art wordt verstaan dat de kunstenaar een vrije geest is die zijn individuele ideeën uitbeeld. College Cultuur Nationalisme - (Von) Herder: -Formuleerde als pre-romantisch filosoof een kritiek op de Verlichting. Hij verwierp het individuele gelijkheidsideaal en het kosmopolitisme en was daarentegen van mening ‘dat alle volkeren op aarde een unieke, onherhaalbare identiteit hebben’: de Volksgeist. -De geestelijke vader van het Cultureel Nationalisme. -Volksgeist: -Manifesteerde zich in de eigen taal en in de volkscultuur, zoals sprookjes en volksliederen. -Herder beschouwde de verschillende volken en culturen als gelijkwaardig. (Dus van latere (politiek) nationalistische ideeën, dat het ene volk superieur is aan het andere, kan hij niet worden beticht). - Het Culturele Nationalisme werd een belangrijke inspiratie voor de romantici van het begin van de 19e eeuw. - Thomas Chatteron: -17 jarige poeët die zelfmoord pleegt omdat niemand zijn werk wilt publiceren. -Hij wordt een embleem voor de gevoelige kunstenaar, afgewezen door de wrede wereld. - Kunstenaarschap: -Is in de romantiek geen beroep, maar een roeping. -Een roeping die absolute trekken krijgt, waardoor de kunstenaar altijd tekort schiet en bijna per definitie lijdt aan het onbereikbare en onvoltooide -> Weltschmerz. -Polaire gemoedsgesteldheid: het genie kent momenten van grote vreugde door zijn eigen, onvoorstelbare kwaliteiten, maar altijd gaat dit met leed gespaard. -In de romantiek is de kunstenaar geen ambachtsman meer, maar een genie, een ‘hogepriester’, soms zelfs een ‘messias’. -Leven en werk vermengen veel meer dan voorheen. De persoon van de kunstenaar wordt minstens zo belangrijk als zijn oeuvre (werk/ verzameling van werken). - Romantische literatuur: -Die Leiden des Junge Werther. Een gepassioneerde, onmogelijke en gedoemde liefdesrelatie. -Frankenstein, door Mary Shelleys. Een griezelroman over Victor Frankenstein die een wezen creëeert dat door bliksem tot leven wordt gebracht. - Gothic Novel: -Een literair genre dat mysterie, romantiek en horror vermengt. -Het ontstond in de late 18e eeuw in Engeland en kende veel succes tijdens de romantiek. -Een latere bekende roman in dit genre is Bram Stokers Dracula. -De naam ‘gothic’ verwijst naar de (pseudo)-middeleeuwse gebouwen waarin veel van deze verhalen zich afspelen. - Toevlucht in de Natuur: -Wordsworth verhuist naar het platteland en schrijft beroemde poezie over de natuur. Hij zet zich af van industrie en stad. -Thomas Cole en landschapschilderkunst. Het sublieme van de natuur. Verlossing van het competitieve stadsleven in de grootse natuur die ieder mensenleven te boven gaat. -Denk aan de schilder Casper David Friedrich of William Turner. - Neogotiek: -Heimwee naar een groots en nobel verleden. - Toevlucht in het exotische: -bla bla - Oriëntalisme: - Verlichting vs Romantiek: Verlichting Romantiek Denken Voelen Het objectieve Het subjectieve Analyse Synthese en holisme Ondubbelzinnigheid en helderheid Het ambigue en ironische Wetenschap Kunst Nabootsing in de kunst Creativiteit in de kunst Materialisme Het spirituele in de kunst Nut Zin Een mechanische natuurbeschouwing Een organische natuurbeschouwing De mens die boven de natuur staat en haar De mens die deel van de natuur uitmaakt probeert te gebruiken - Romantiek kernideeën: -Verbeelding -Verlangen -Weltschmerz -Genie -Natuur -Religie -Het sublieme -Vlucht naar de middeleeuwen -Oriëntalisme (vlucht naar exotische wereld) Romantische muziek: - Hector Berloiz: -Componist van het vernieuwde werk symphonie fantastique uit 1830. Een goed voorbeeld van ‘programmamuziek’ met een idée fixe. -Idée fixe: een melodie die liefdesverdriet en een verlangen naar liefde laat voelen, dit doet het door telkens hoger en hoger te gaan tot het abrupt in elkaar stort. - Schubert: liederen -In een lied worden de gevoelens en de gedachten van de ik-figuur muzikaal ondersteund; muziek en gepassioneerd gezongen tekst versmelten tot een expressief geheel. - Beethoven: Eroica -Niet meer afhankelijk van adelijke begunstigers, maar verdient geld met verkoop concertkaarten en partituren. -Opgedragen aan held Napoleon, maar na diens keizerlijke ambities geschrapt. College transatlantische slavenhandel - Hoe is de transatlantische slavenhandel ontstaan? -Vanaf 16e eeuw ontstaat de Europese expansie. -Spanje verovert grote koloniën in Amerika. Verbouwen producten als koffie, tabak en katoen. Ook worden ze rijk van mijnbouw (goud). -17e eeuw: Engeland, Frankrijk en de Ned. Rep. Nemen deel aan de wereldeconomie (handel over zee). Ondertussen raken Spaanse mijnen uitgeput. -Portugezen gaan zelf, zonder tussenkomst van Arabische slavenhandelaren, tot slaaf gemaakten kopen. - Plantage koloniën: -Overzees Europees gebiedsdeel met grote landbouwbedrijven, vaak werden daar tot slaaf gemaakten te werk gesteld. In eerste instantie Indianen, maar al vrij snel leidde dit tot: Transatlantische slavenhandel. - WIC: -West-Indische Compagnie. - Filosofen zoals Voltaire en Montesquieu stellen vragen over gelijkheid en vrijheid. - Abolitionisme: -Vaak eerst handel in slaven afgeschaft, later het bezit van tot slaaf gemaakten. - The white mans burden: -De witte man (Engeland & Amerika) die zichzelf de zware taak heeft opgelecht om die groepen te her-opvoeden tot een ‘civilicatie’. College Fotografie - Camera Obscura: -Legde de basis voor de ontwikkeling van de eerste camera’s. -vanaf 1558 bekend bij wetenschappers en kunstenaars in Europa. -Betekent: Donkere kamer in het latijn. -Werking: 1.Donkere ruimte. 2.Licht valt door de opening. 3.Beeld ontstaat op zijn kop. (een kleiner gaatje zorgt voor een scherper beeld maar minder licht, een groter gaatje zorgt voor meer licht maar een waziger beeld). -Kunstenaars gebruikten de camera obscura inde 16e en 17e eeuw om nauwkeurige schetsen mee te maken. - Johan Heinrich Schulze experimenteerde met zilvernitraat dat donker wordt bij blootstelling aan licht. - Thomas Wedgewood maakte als chemicus negatiefvoorstellingen op glas met zilverzouten. Hij zag geen mogelijk om het proces van zwart worden te stoppen. - Gebroeders Niepce. -Uitvinders van fotografie, eerste foto ooit gemaakt. -Camera oscura bestaat al enkele eeuwen, daarna menselijk oog als model genomen voor verdere ontwikkelingen. Uitzicht van zijn raam op landgoed. - Daguerreotypie: -Daguerre creëert eerste diorama met gebruik van een nieuw soort camera genaamt Daguerreotypie. -Werking: 1.Plaat voorbereiden. Koperplaat wordt bedekt met dunne laag zilver. Gepolijst totdat deze een spiegelachtig oppervlak heeft. 2.Plaat lichtgevoelig maken. Zilveren plaat wordt blootgesteld aan jodium dampen en vormt hiermee een dun laagje zilverjodide, dat gevoelig is voor licht. 3.Belichting: Plaat wordt in een camera geplaatst en belicht voor enkele minuten. 4.Ontwikkelen: Na belichten wordt de plaat blootgesteld aan kwikdampen. Deze reageren met zilverjodide, waardoor het beeld zichtbaar wordt. 5.Fixeren. Beeld wordt gefixeerd met ‘hypo’ (natriumthiosulfaat) om het niet ontwikkelde zilverjodide te verwijderen. 6.Afwerking. De plaat wordt afgespoeld met water en soms getint of afgedekt met glas voor bescherming. -Elke foto is uniek. -Beeld is niet in negatief. - Je hebt een lensklepje, dan de lens, dan het scherpstellen. -Het beeld valt op een gevoelige glasplaat met chemicaliën. - Daarna komen meer types camera uit met een steeds kortere sluitertijd. -Zoals Calotypie/ Talbotypie. - Calotypie (Talbotypie): -Uitgevonden door Henry Fox Talbot. -De eerste techniek om het mogelijk te maken om meerdere afdrukken te maken van één negatief. -Werking: 1.Papier lichtgevoelig maken. Vel papier wordt behandeld met zilvernitraat. Daarna ondergedompeld in kaliumjodide om een laagje zilverjodide te vormen. 2.Belichting. Papier in camera geplaatst en belicht. Door de belichting ontstaat een latent beeld (nog onzichtbaar). 3.Ontwikkeling. Het latente beeld wordt ontwikkeld door het papier te behandelen met een oplossing van glazuur en zilvernitraat. 4.Fixeren. Het beeld wordt gefixeerd met ‘hypo’ (natriumthiosulfaat) of een oplossing van zout. 5.Afdrukken maken. Het negatiefbeeld kan gebruikt worden om meerdere positieve afdrukken te maken door contactafdrukken te maken op nieuw lichtgevoelig papier. - Daguerreotypie vs Calotypie (Talbotypie): Eigenschap Daguerreotypie Calotypie (Talbotypie) Beeldtype: Uniek positief beeld. Negatief waarmee meerdere afdrukken mogelijk zijn. Drager: Metaalplaat. Papier. Scherpte: Zeer gedetailleerd. Minder scherp vanwege papierstructuur. Kopieën: Geen kopieën mogelijk. Meerdere afdrukken mogelijk. -Belang van beiden technieken: -Daguerreotypie: Legde de basis voor fotografie als kunstvorm en werd veel gebruikt voor portretten. -Calotypie (Talbotypie): Maakte de massaproductie van foto’s mogelijk en was een belangrijke stap richting moderne fotografische processen. - Invloed van de fotografie op de schilderkunst: -Muybridge maakt een foto waar voor het eerst de beweging van een paard goed wordt vastgelegd, daarvoor in schilderkunst eigenlijk altijd verkeerd getekend. -Foto’s van naakte modellen zodat kunstenaars geen geld hoeven uit te geven aan modellen maar een foto konden kopen als voorbeeld. - Eerste camera komt uit voor het grote publiek, van kodak. Voor die tijd was de camera vooral een hele zware tas met veel spullen. - Fotografie als kunst: -Eerst werd er met de fotocamera vooral foto’s gemaakt van rijke mensen die het konden betalen, al snel werden er meer foto’s gemaakt ook van de normale mens. -Foto’s werden door kunstenaars gebruikt als iets waarmee ze hun waarneming konden checken. Het is dus nog geen artistiek medium maar een techniek. - Rond 1860 veel kritiek op selfies, een rechter oordeelt dat dit ook geen kunst is. Maar fotografie sprak de Romantiek wel een beetje aan. Toch is het niet gevoelig genoeg. - Men ging foto’s maken als schilders, statisch, stilleven. Kunst in de 19e eeuw meer anekdotisch ipv alleen didactisch. Meer eigentijds en realistisch in vergelijking met een toneelstukje. Ook bijkomende verachting van neo stijlen. College Romantiek Ballet - In de romantiek kwamen er belangrijke vernieuwingen in de ballet. -La Sylphide en Giselle gingen beiden in Parijs in premiere. -La Sylphide is vroeg romantiek (1830-1840). -Giselle is hoog romantiek (1840-1860). -Verandering: vooral vrouwen i.p.v. mannen. - Ballet blanc (wit ballet): -Grote groep ballet danseressen die in klok-vormige tutu’s synchroon dansen. -Er wordt gedanst op spitzen; nadruk op virtuositeit (technisch volmaakt beheersen) en het bovennatuurlijke. - Giselle: -1841 in Parijs in premiere, bereikte de romantische dans zijn hoogtepunt- dankzij het briljante verhaal en de muziek. -Giselle is een romantisch ballet over een boerendochter die sterft van liefdesverdriet. Ze keert terug als geest en redt haar geliefde van de wraakzuchtige Wilis, geesten van bedrogen vrouwen. -Het stuk draait om: liefde, verraad, vergeving en bovennatuurlijke wraak. -Carlotta Grisi: -Kreeg internationale beroemdheid als de eerste vertolkster van Giselle. - Einde romantisch Ballet Blanc: -Le Papilon ging in Parijs in premiere en was de laatste romantische choreographische creatie. -Choreografie door voormalig ballerina Marie Taglioni (La Sylphide). -Hoofdrol was door Emma Livry, een groots talent! -Haar carriere werd brutaal geknakt toen twee jaar na de premiere haar kostuum tijdens een repetitie vlam vatte. Na haar door is het Romantisch ballet abrupt gestopt. College Realisme - Realisme: -Baudelaire: ‘’je moet in je eigen tijd staan’’. -Behoefte om werkelijkheid zelf te laten zien in beeldende kunst en literatuur, zo authentiek (echt/werkelijk) mogelijk. -Niet de held of het genie staat centraal, maar de gewone man. -En vooral ook het ‘hier en nu’. - De triomf van de bourgeoisie: -Tegen het liberalisme van de bourgeoisie komt het socialisme van de arbeider te staan. -Midden negentiende eeuw loopt er een revolutionaire route door Europa, van Parijs tot Berlijn tot Wenen. Vele kleine revoluties kwamen en gingen, tot er werd ingegrepen met de zgn. Realpolitik of praktische politiek (Bismarck). - Realpolitik: -Wat is haalbaar en hoe krijg je iedereen rustig en in eenheid, neerslaan van rellen van de revolutie. - Karl Marx: -Communistisch manifest. -‘’Proletariërs aller landen, verenigt u!’’. -De geschiedenis is een geschiedenis van klassenstrijd. -Je moet niet kijken naar de ideëen en theorieën; zij zijn slechts een spiegelbeeld van de werkelijkheid, maar naar de materiële basis van een maatschappij. -Zoals de levenswijze van de mensen is, zo is ook hun denkwijze. -Volgens Marx waren de idealen van de liberalen in de praktijk niet terug te zien, die de nadruk legden op het individu. -Marx stelde dat er veel meer moest worden gekeken naar verscheidende klassen binnen de maatschappij. Tussen deze klassen zaten zoveel economische, sociale en politieke ongelijkheden dat men niet kon spreken van gelijke behandeling. -In het communistisch systeem zou sprake zijn van integratie tussen de staat en de gemeenschap, waan aan alle behoeftes werd voldaan en waar de vrije ontwikkeling van ieder gelijk stond aan de ontwikkeling van allen. -Er is sprake van: -Materiële overvloed (geen schaarste). -Ware vrijheid. -Ware gelijkheid. - Vrede van Versaille: -Duitsland is een grootmacht (1871); verstoring Europese machtsevenwicht. -Bismarck is tevreden met nieuwe grenzen. -Buitenlandse politiek van Bismarck na 1871slaat 180 °: alliantiepolitiek. -Doel alliantiepolitiek: handhaving van het bestaande machtsevenwicht, zodat Duitsland niet aangevallen wordt. - Conferentie Berlijn (1884): -Afspraken over verdeling van Afrika om machtsevenwicht te handhaven. -Doelen Bismarck: -Geen oorlog tussen Europese grootmachten. -Kolonies voor Duitsland. - Ibsen (de waarheid op het toneel): -Het realisme beleefde zijn hoogtepunt tussen 1880 en 1900. -De Noor Henrik Ibsen was de eerste dramaschrijver van duidelijk realistische en op zijn eigen tijd geënte (gebasseerd op) drama’s. -Ze zorgden aanvankelijk voor grote opschudding. Het overwegend burgerlijke schouwburgpubliek was namelijk niet gewend om in het theater zo direct met zichzelf en vooral met zijn minder goede kanten geconfronteerd te worden. De wereld op het toneel kwam plotseling angstwekkend dichtbij. -Ibsen schreef niet langer de gebruikelijke tragedies over koningen in versvorm, maar drama’s in proza (alledaags) over mensen uit de burgerlijke klasse en hun onderlinge, vaak verziekte relaties. -Een aantal van Ibsen’s stukken werd verboden, omdat men ze als een gevaar voor de openbare moraal beschouwde. Hij confronteerde het publiek met hun eigen dilemma’s. -Het poppenhuis, Ibsen: -Gaat over Nora die in haar huwelijk via een geheim erachter komt dat ze door haar man niet als gelijke wordt behandeld. Ze besluit haar gezin te verlaten om zichzelf beter te leren kennen. Het stuk gaat over vrijheid en zelfstandigheid. Hier gebleven, wachten op college manon/eigen aantekeningen toevoegen! Courbet als eerste realist. Courbet schildert boerenleven en de realiteit waarin de meeste mensen leven in Frankrijk, armoede. Hij vond Romantiek te fantasierijk en sentimenteel maar dacht niet dat zijn kunst een bepaalde stroming was. Zijn doel is het streven naar realisme en schilderen zoals het is (naturalistisch). Hij wilt levende kunst maken. Vaak afgewezen door de Salon door smoezelige schilderijen zonder verhaal of mythologie. Manet Manet gebruikt schilderkunst om zijn eigen werkelijkheid te maken. Vaak afgewezen door de Salon door ongepast bloot en werd ronduit benoemd als slechte schilder door niet kloppend perspectief en klodders verf. Ontwikkeling eigen handschrift leidt tot revolutie van de kleurvlek Maakt schilderijen die jarenlang nog worden gebruikt (iconografie) Kritiek: Slecht perspectief, verven zonder heldere kleuren, rare platte lichamen en het ongepaste bloot Mooi staaltje kunst: weerspiegeling, feministisch en eigen handschrift Congres van Wenen 1815 : De grote restauratie Aanwezig: Pruisen, Rusland, Oostenrijk en VK Europa net als Afrika onder verdeeld dat leidt tot Nl + België tot 1830, Pruisen als 1 rijk. Gevolg: 40 jaar vrede, absolute machten, meer adel > leidt tot boze burgerij Filosofie Kant 1721-1804 Dieren Mensen Goden en engelen Hebben alleen instinct. Zitten hiertussen. Perfect en pure rede en moraal Het sublieme is een overweldigend gevoel van het denken, dit wordt teweeggebracht door kunst en natuur alleen. Burke 1729-1797 Volger van Kant Nieuw gedachtegoed over politiek. en bekende metafoor waar Burke gebruik van maakte, was de metafoor van de tuinman. Hij zag politici als tuinmannen die een tuin onderhielden. Veranderingen in een tuin vonden vooral langzaam plaats, en zo moesten veranderingen in een land ook plaatsvinden. Hiermee leverde Burke kritiek op de snelle veranderingen van de Franse revolutie. Rousseau Romantiek als escapisme en het loslaten van het verstand. Ontplooiing van individuele emoties en gevoel. Burke Het sublieme als voornaamste reden om kunst te maken. Het sublieme vooral als reactie op de natuur ipv het aangename emoties zoals angst. Duitsland Hier ontstaat de Romantiek vooral eerst in de literatuur. Duitse dichters en jeugd vereningen zich tot Sturm Und Drang genaamd naar toneelstuk. Dit was mogelijk doordat mensen rijker werden en meer tijd en ruimte hiervoor hadden. - Verwerpen ratio - Idealisme - Kleine burgerij tegen standenmaatschappij Briefromans worden populair o.a. van Goethe (geen goed einde). Kenmerken zijn zelfmoord en onmogelijke liefdes. Hierna zelfmoord in de mode. College 10 melvin overgang romantiek naar realisme. Fotografie 1826. realisme, Manet en Courbet Architectuur Duitsland In welke stijl gaan we bouwen? Nationalistisch dus gotiek, maar ook veel Grieks/Klassiek. Trappen en platformen voor bijv opera want dit is verheven. 1818 Neue Wache= Neo-classistisch 1824 Schinkel bouwt nieuwe kerk gotisch met een twist: Gebruik gietijzeren skelet zodat draagbalken niet nodig zijn. Typisch duits idealisme 1834 Babelsberg paleis in een rare mengelmoes van middeleeuwse stijlen. Engeland Ook de vraag naar een eigen stijl, keuze gotiek voor de hand liggend. Nieuw parlementsgebouw wordt gotisch maar lijkt eigenlijk voor veel mensen juist heel neo- klassiek door symmetrie en horizontaal bouw. Barry en Pugin vonden het veelste klassiek. Volgens Pugin is gotiek niet een stijl maar principe: 1. er mogen geen kenmerken zijn aan het gebouw zonder die niet bijdragen gerieflijkheid, constructie of decorum. 2. Versiering van een gebouw moet een verrijking zijn. (hervatting op Vitruvius De architectura) Constructie moet helder, duidelijk en een eenheid zijn. College Romantiek in andere kunsten Muziek, Ballet en Liederen Romantische muziek Klassieke muziek was niet verhalend maar vooral om te laten zien hoe goed en complex de muzikanten/symphonien zijn. Lastig ook om naar te luisteren en echt voor de adel. Voor de Romantiek stelde muziek wel veel voor maar niet als kunst, daarna wel. Hector Berlioz als vernieuwende componist, Hij maakt voor het eerst verhalende muziek (programmamuziek) met een Idee fixe. Heeft Symphonie Fantastique 1830. Beethoven Enerzijds klassiek anderzijds romantisch. Niet meer afhankelijk van adel en begint met verkopen van concertkaarten, dit roept op tot een nieuw soort publiek. Verkoopt partituren om het te bekostigen. Schrijft stuk Eroica over napoleon, na andere politiek van Napoleon juist een stuk geschreven over een held die eigenlijk niet bestaat. Liederen Liederen waren meer voor tijdens diners. Lijkt op opera, verstaanbaar. Schubert schrijft liederen met gevoelens en gedachtes van een Ik- persoon met muzikale ondersteuning. Liederen draait om de tekst en zijn expressief. voorbeeld: Elfenkoning Dans Dans gaat van klassieke ballet naar Romantisch. Ballerina’s komen in en veel dansers op het toneel Ballet Blanc. Dans was al verhalend maar met een spraak eroverheen, nu alleen met de muziek. Belangrijk: Giselle en Sylphide. Einde aan Romantische ballet door Le Papillon waar tijdens de repetitie een ballerina in de fik vloog. Daarna meer belangstelling voor veiligheid> olielampen als fire hazard Ansichtkaarten met individuele ballerina’s. Melvin college 12 Realisme, Impressionisme, Pointillisme !9e eeuw Franse overheid stopte met de Salon in 1881 want werd niet meer door de staat geregeld ivm afstand vanuit politiek. Vanuit daar samen kiezen welke kunst mag worden opgehangen met academie en kunstenaars. Poesinist Rubenist Strak Kleur Lineair Gevoel Logisch Vlak Academisch Romantisch en subliem Spanning in de kunstwereld. Tijdens elke vorst eigenlijk nieuwe criteria vanuit de Academie Ingres vs Delacroix Koud en geordend vs chaos, ellende en warrige composite Realisme Het kloppend hart van Frankrijk, schilderen wat je ziet in combinatie met de fotocamera. - Echte leven - Heldendom Franse boeren ipv gecultiveerde adel - De vertrapte en onderdrukte - Ode aan de gewone mens 17de eeuwse kunstenaars zoals Rembrandt als voorbeeld. Kunstenaars: Rosa Bonheur als zelfstandige kunstenares Courbet, vanaf schilderij de Baadsters financieel onafhankelijk. Millet schildert ploegende christenen. De Salons moesten niets hebben van dit echte leven. Bang voor het socialisme. Realisten zoals Millet ontkende dit echter. Architectuur Garnier, de Opera in Parijs. Tijd voor vermaak dus opkomst opera. Dit gebouw doet beroep op de fantasie van prinsen, prinsessen en teruggerijpen op Paleis Versaille. Gecombineerd met alle Neo-Stijlen. Spiegelzaal X 20 Beelden Beelden niet alleen gemaakt met marmer maar was, voorheen alleen schets. Textiel in beelden, Degas als vernieuwer. Snapshots, sprookjes, Ballerina’s, niet geposeerd. Impressionisme Manet, Monet, Degas, Renoir (moderne fête galante) - Snapshot - in het moment - veel kleur - mengen op het doek - eigen handschrift - verandering - kunst licht - zonnig, gezellig, toch weerspiegeling positivisme 19de eeuw - ontwikkeling v.d. verftube - afsnijding door fotografie en japanse prenten. - Complementaire kleuren maken diepte Renoir Monet Manet Claire college 13 Realisme in cultuur Karl Marx, Duitse eenwording, theater Realisme is een reactie op Romantiek Teweeggebracht door: - Het alledaagse ipv de fantasie (Baudelaire: “je moet in je eigen tijd staan” - Franse boeren als kloppend hart van de economie - Kunstenaar als genie < Kunstenaar is gewone man - Kunst moet authentiek zijn Adel Adel Bourgeoisie Burger/boer Burger/Boer/Proletariaat Bourgeoisie 1830/1871 periode > eindigt bij eenwording Duitsland Rijke bovenlaag die rijk wordt van fabrieken wordt Bourgeoisie Er ontstaat een stroming tegen Liberalisme genaamd het Socialisme. Karl Marx (en Friedrich Engels) Schrijven Das Kapital en Communistisch Manifest 1848 “ Proletariërs aller landen, verenigt u” Samenvatting: Roept op tot vereniging tegen de rijke bourgeoisie. Modern werk is vervreemd (entfremdung) door specialisatie. Mens is vervangbaar en verlenging van een machine. Belangrijke hoofdpunten tegen kapitalisme Marx: - Mens is vervangbaar - Entfremdung - Weinig betaald en Bourgeoisie wordt steeds rijker - Kapitalisme is onstabiel - kapitalisme ook slecht voor kapitalist (economisch huwelijk, waarde aan objecten, empatisch vermogen) Marx ziet de geschiedenis als een klassenstrijd. De levenswijze van de mens is hun denkwijze, geïndoctrineerd door het kapitalisme. Wereld utopie Marx Een wereld zonder privé bezit, gedeelde rijkdom en vrije tijd als positief. Je kan vissen zonder een visser te zijn. Daarnaast ook minder waarde aan eigendom maar waarde hechten aan materiële. Denkbeelden van de staat en gemeenschap samen integreren. Maarrrrr, waar te beginnen? Angst voor revoluties, bang verlies van bezit en status + onzekerheden bij alle klassen. Eenwording van Duitsland Tot 1871 Duitsland meerdere staten, in 1871 verenigt door Bismarck vastgelegd tijdens Vrede van Versaille. Wilhelm 1 Van Pruisen als koning. Duitsland een land met alleenheerser die een nieuwe grootmacht wordt>verstoring Europese machtsevenwicht. Bismarck voert Alliantiepolitiek Doel: Handhaven machtsevenwicht, aandeel in wereldeconomie en niet aanvallen van Duitsland. Inhoud: Duitsland sluit verdragen met buren. Daarna Conferentie van Berlijn en het onderverdelen van Afrika. Realistisch theater Realisme 1880-1900 Hendrik Ibsen als eerste realistische theater schrijver. - Confrontatie Bourgeoisie met eigen dilemma’s > nieuw, want theater is immers vermaak - De bourgeoisie zelf als onderwerp ipv romantische voorstellingen zoals elfjes. Tijdbalk 1638-1715 heerser frankrijk Lodewijk 14e vanaf 1843, introduceren van mannelijk ballet, kunstacademies waar de juiste smaak wordt geleerd, godsdiensttwisten en hofcultuur + Barok 1730-1760 Rococo, einde aan absolutisme en komst van verlichte ideeën. Kunst is veel asymmetrisch, dromerig en frivool, tegen verlichtingsidealen in. Meer belangstelling filosofie en wetenschap. De poussinisten vs de Rubenisten. (klassieke benadering vs expressie). - Stijlvol - Adelijk - Venetiaans, Ruben, Giorgione - Poëtisch 1730-1789 De verlichting. Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen Begint bij Descartes, Spinoza, Voltaire en Kant. In de kunst: mensen laten zich o.a. met boeken afbeelden. Daarna contract filosofen en empirisme vs rationalisme 1760-1840 Neo-classicisme. Nastreven van vermeende puurheid van de klassieken. Vooral gericht op beeldhouwer en architectuur. Er wordt gewerkt volgens de idealen een beeldtaal v.d. klassieke oudheid. Fantasie en verlangen naar het oude + wetenschap! Goethe, Winckelman, Canova en David Kenmerken: - Licht donker - Verzadigd - Tectonisch - Duidelijk - Moreel verhaal!!!!!! - Lineair - heldere compositie - Simpele ordonnantie, - vaak 1 punt perspectief, - ooghoogte, - kleurcontrast 1760-1850 Romantiek als tegenreactie op de verlichting. Escapisme uit de industriële werkelijkheid. Daarnaast begin aan de grote restauratie (congres van wenen 1815). L’art pout l’art. Begint als literaire stroming en daarna beïnvloed manier van denken, verwerpen moderniteit en belangrijk vertrouwen op eigen genialiteit. Hoe ontstaat dan de denkontwikkeling Romantiek: - Vele revoluties roepen op tijd vrijheid> verdrijven v.d. ratio want deze heeft alleen slechte dingen gebracht. - Ratio wordt dus vrij gelaten en meer ruimte voor gevoelens en concept. Dit brengt een verandering in denken te weeg. Romantiek: - Terug op verleden en andere civilisaties - Gevoel, fantasie, droom, onverklaarbare - Het sublieme - Falen van de ratio 1850-1870 Realisme. Het schilderen van de harde werkelijkheid ipv het ontvluchten in de Romantiek. Zet zich ook daar tegen af. Courbet en Manet als realsiitsch schilder. Het kloppend hart van Frankrijk, schilderen wat je ziet in combinatie met de fotocamera. - Echte leven - Heldendom Franse boeren ipv gecultiveerde adel - De vertrapte en onderdrukte - Ode aan de gewone mens 17de eeuwse kunstenaars zoals Rembrandt als voorbeeld.Daarbij ontwikkeling fotocamera (gebroeders Niepce 1825, Daguerreotype 1837 en Talbot Type 1839, kodak voor grote publiek 1888). Fotografie zorgt ervoor dat je schilderijen ook kloppen (voorbeeld muybridge), ook goedkoper dan modellen 1870-1886 Impressionisme. Nieuwe ontwikkelingen maken het mogelijk buiten te schilderen. Monet en Manet schilderen water, licht en het vluchtige. Impressionisme Manet, Monet, Degas, Renoir (moderne fête galante) - Snapshot - in het moment - veel kleur - mengen op het doek - eigen handschrift - verandering - kunst licht - zonnig, gezellig, toch weerspiegeling positivisme 19de eeuw - ontwikkeling v.d. verftube - afsnijding door fotografie en japanse prenten. - Complementaire kleuren maken diepte Daarbij opkomst van het Socialisme door Karl Marx en Friedrich Engels. Daarbij hoort de Duitse eenwording in 1870 olv Bismarck. Belangrijke hoofdpunten tegen kapitalisme Marx: - Mens is vervangbaar - Entfremdung - Weinig betaald en Bourgeoisie wordt steeds rijker - Kapitalisme is onstabiel - kapitalisme ook slecht voor kapitalist (economisch huwelijk, waarde aan objecten, empatisch vermogen) Marx ziet de geschiedenis als een klassenstrijd. De levenswijze van de mens is hun denkwijze, geïndoctrineerd door het kapitalisme. 1872-1900 (Post Impressionnisme) Japonisme. Japan wordt door Amerika in 1855 opengesteld, voor nl sinds 1806 al. Handel in Japanse prenten (Hokusai) en gebruiksvoorwerpen (kleding, kamerschermen en waaiers). Afsnijding, grote zwarte vlakken en voorstellingen uit de natuur en mooie vrouwen. Kunstenaars zoals Monet, Van Gogh, Lautrec en Breitner beïnvloed. 1890-1904 (Post Impressionisme) Pointillisme kenmerkt het einde van de 19de eeuw. Gebruik van nieuwe wetenschap over het oog. Puntjes die gebruik maken van optische menging: verzadigde kleuren. Figuren komen echter stijf en vlak over. Veel inspiratie vanuit kunstlicht (uit toneel maar ook kroegen en daglicht icm lantaarnpalen etc). Voorbeelden zijn o.a. Seurat, Signac en Van Gogh.