Algemene Kunstgeschiedenis IV (1) PDF

Document Details

EminentAspen

Uploaded by EminentAspen

UAntwerp

Griet Blanckaert

Tags

art history renaissance art italian art visual arts

Summary

This document is an introduction to art and cultural history, focusing specifically on the 15th and 16th centuries. It explores key figures, styles, and themes within Italian Renaissance and Mannerist art. The document provides insight into the work of prominent artists like Leonardo da Vinci, Raphael, and Michelangelo.

Full Transcript

Inleiding tot de kunst en cultuurgeschiedenis IV Griet Blanckaert Op dat ogenblik moet er een Eind15e duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen Vlaanderen en Italië. en 16e In Italië (cinquecento) : hoog renaissance en mani...

Inleiding tot de kunst en cultuurgeschiedenis IV Griet Blanckaert Op dat ogenblik moet er een Eind15e duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen Vlaanderen en Italië. en 16e In Italië (cinquecento) : hoog renaissance en maniërisme eeuw In de Nederlanden : renaissance en humanisme maar met een verschillende opvatting. Korte periode van hoge bloei tussen 1495 en 1520, in Venetië iets langer. Een volmaakt evenwicht tussen inhoud en vorm wordt bereikt. De HOOG- Een “klassieke” en harmonieuze kunst. RENAISSANCE Het zoeken naar oplossingen voor technische problemen bv. perspectief in ITALIË is voorbij. Gekenmerkt door 5 grootmeesters : Leonardo da Vinci (Firenze-Milaan), Rafael en Michelangelo (Firenze en Rome) , Giorgone en Titiaan (Venetië) Verfoeide het neo-platonisme van Leonardo Boticelli. Pleitte resoluut voor een zintuiglijke benadering van de da Vinci realiteit. Leonardo vertrekt in zijn werken (1452- niet van een vaststaande vorm. Hij werkt de vorm uit of naar de vorm 1519) toe, door een uiterst visuele benadering van licht en schaduweffecten. Leonardo is eerst en vooral schilder maar daarnaast zoekt hij het wezenlijke op van al wat bestaat. Het mechanisme van het leven… Hij is ook architect, anatomist, ingenieur, fysicus, botanist, meteoroloog etc… Verschillende handschriften zijn bewaard en meer dan 8000 tekeningen. Kunst is voor hem de natuur weergeven in al zijn aspecten, niet alleen schoonheid. Ook het lelijke wordt in beeld gebracht. De aanbidding der Wijzen (Uffizi-Firenze) : vroeg werk 1481 Onafgewerkt schilderij, een soort schets in bruin-zwart en wit. De compositie gaat terug op een driehoek. Alles is dynamisch in beweging, circulair in elkaar vervat. De driehoeks compositie is zeer stabiel maar door het werken met concentrische cirkels beweeglijk. Voorbeelden van tekeningen Het laatste avondmaal Voor een Milanese kerk ca 1495-1497. Met dit werk wordt hij dadelijk beroemd. Alle lijnen komen samen in één vluchtpunt, achter het hoofd van Christus. Leonardo de Vinci geeft een zeer dramatisch moment weer. Alles is rond dit hoogtepunt gegroepeerd “Wie van U zal mij verraden” ? Een sterk contrast tussen Christus en de zeer grote diversiteit in de uitdrukkingen van de gelaten van de apostelen. De Mona Lisa (1503- 1506) Waarschijnlijk het portret van Lisa, de dochter van een koopman (verschillende versies gekend). Hij vernieuwd het portretgenre in Italië door een ¾ portret te schilderen. Er bestaat een band tussen de figuur en het landschap (sfumato techniek) De dame geeft een mysterieuze indruk. Mili- metrische overgangen tussen de kleuren, geen omtreklijnen meer. Een enorme diepteweergave. Rafaël Sanzio Is zeer jong gestorven. (1483-1520) Meest perfecte incarnatie van de renaissance. Zijn stijl wordt eeuwen later nog nagevolgd. Verschillende vormen om het menselijk gemoed uit te drukken, verschillende houdingen met een welbepaalde gestiek. 1. Perugia : bij Perugino ; soepele weke stijl, pastelkleuren. Drie 2. Firenze : schildert hier o.m. het huwelijk van Maria. verblijfplaatsen : 3. Rome : in opdracht van Julius II (1509- 1511) : Stanza della Segnatura in het Vaticaan. Pietro Perugino Het huwelijk van de Maagd Maria is een olieverf op doek (174 cm x 121 cm) gemaakt in 1504. Het bevindt zich in de Pinacoteca di Brera in Milaan. Het is een van de bekendste schilderijen van de Italiaanse hoogrenaissance. Links het werk van Rafaël, rechts de compositie van Perugino. Werken in het Vaticaan Allegorische voorstellingen o.m. de School van Athene (voorstelling van de filosofie), de Parnassusberg (dichtkunst), het dispuut van het heilig sacrament (de theologie),… De school van Athene Het profane thema krijgt een evenwaardige plaats naast het “theologisch dispuut” toebedeeld. De menselijke eigenwaarde, de eigenmachtige “rede” wordt verheerlijkt. Architectuur cfr. De gebouwen van Bramante. Dwingt de blik van de toeschouwer naar het perspectivisch vluchtpunt tussen de hoofden van Plato en Aristoteles in. De Parnassusberg Apollo (god van de muziek) centraal, vergezeld van muzen (een afbeelding van de zeven “Vrije Kunsten”, maar de plastische kunsten zijn hier niet in opgenomen) Grote dichters o.m. Homerus, Dante, Vergilius,… Galatea (Rome, ca 1512) Voor de romeinse villa van de bankier Agostino Chigi. Klassiek-poëtisch, centraal de triomf van de nimf. Was in wezen een beeldhouwer (hoogste roem), hierna architect en op de derde plaats schilder. Werkte nog volledig volgens het neoplatonische Michelangelo gedachtengoed : er bestaat een eenheid tussen (1475-1564) de filosofie van Plato en het christelijke gedachtengoed. Schilderde zoals Rafaël in opdracht van Julius II voor het Vaticaan. Door het weergeven van heroïsche figuren is hij een voorloper van de barok. Stijgt ver uit boven de renaissance in het algemeen. Hij dacht vanuit de beeldhouwkunst en zal daarom sculpturaal schilderen. Genoot zijn opleiding bij Ghirlandaio in Firenze. Rome : de gewelven van de Sixtijnse kapel (1508-1512) 1536 : Het Laatste oordeel. Gewelfschilderingen Sixtijnse kapel Gewelfschilderingen Sixtijnse kapel Het Laatste Oordeel Beeldhouwkunst : De David van Michelangelo De menselijke figuur wordt geïdealiseerd weergegeven. Geïnspireerd op Griekse en Romeinse beelden. Vrijstaande beelden. David was het eerste naakt dat sinds de Oudheid op dit enorme formaat (5,50 meter) werd gemaakt. Door de beelden naakt te laten, konden kunstenaars laten zien dat ze de anatomie onder de knie hadden. Het moest er levensecht uitzien. Michelangelo beeldhouwkunst De Hoog- renaissance Hier werkte in de 15e eeuw Giovanni Bellini. Een “tonale” schilderkunst met delicate in Venetië verglijdingen in de kleurtonen, een harmonisch huwelijk tussen licht en kleur. Dit wordt verder gezet door Titiaan (1488-1576). Hij volgde Bellini op als officiële schilder van de republiek. Hemelse en aardse liefde Verschillende verwijzingen naar de oudheid o.m. de sarcofaag en de naakte figuur van de hemelse liefde. Zeer harmonieus, symmetrische ordening. Een net van horizontale lijnen en verticale lijnen, waarbinnen een gelijkbenige driehoek (hoofden). Assunta (1516-1518) Op paneel, zeer groot (6,90 x 4,60 m) Beweging is enorm belangrijk bv. Maria Geen behoefte om de sarcofaag archeologisch weer te geven. In enkele engelenkopjes : antieke modellen worden weergevonden. Danaë (Prado, Madrid, ca 1550) en andere versies Mythologische scène voor Filips II van Spanje. Gebaseerd op een tekening van Michelangelo. Sterk contrast tussen de jonge schoonheid van Danaë en de oude dienster. meerdere versies gekend. De roof van Europa en Venus en Adonis Gebaseerd op het Italiaanse woord “manièra” wat wil zeggen manier/trant van de kunstenaar. Waarmee in latere tijden de Het stijlverandering wordt aangeduid die vanaf ca. 1516 in de renaissancekunst maniërisme optrad en zich in de loop van de 16e eeuw in gans Europa verspreidde. De klassiek normen worden op een in Italië gekunstelde manier geïnterpreteerd, soms tot in het absurde. De hoog- renaissance kunstenaars legden zich toe op een klaar gedefinieerde ruimte. Dit veranderd. Tijdens het maniërisme wordt de ruimte een subjectieve ruimte met versneld perspectief. Ook de kleur krijgt een irrationeel, onwezenlijk karakter evenals de klassieke proportieleer. Figuren worden onnatuurlijk uitgelengd, over geraffineerd. Een soort eclectische kunst. In deze periode ook het ontstaan van de eerste Academies (1561 Firenze, 1577 Rome, 1582 Bologna). Jacopo Pontormo (1494-1556) Zijn pallet is onwezenlijk, ijle kleuren door elkaar. Neiging om de figuren uit te rekken, kleine hoofdjes. Klassieke rust van de hoog-renaissance wordt verlaten. Voorbeeld : de Graflegging (1525-1528) De Visitatie Maria, Anna en vier heiligen Bronzino (1503-1572) Was een leerling van Pontormo. Werd schilder voor Cosimo I de Medici Zeer belangrijk portrettist. Steeds koele, ingehouden personages, tamelijk porseleinachtig. Zeer grote detaillering in de kostuums. Rosso Was een vriend van Pontormo Fiorentino Onwezenlijke kleuren (1495-1540) Van Mantegna en Michelangelo nam hij het sterk verkort perspectief over en van Leonardo da Vinci de sfumato techniek. Deze invloeden vermengden zich en resulteerden in vaak zeer originele werken. Heiligen die in concentrische cirkels opstijgen en oplossen in een gouden waas van licht. Madonna met kind en heiligen en Kruisafneming Parmigianino (1503-1540) Afkomstig uit Parma. Hij zet de gemaniëreerdheid van Coreggio verder. De lijnvoering in zijn werken is zeer zacht, soms overgevoelig en sentimenteel. De Madonna met de lange hals (1530) en de madonna met de roos. De troon is niet bepaald, uitgetrokken figuren met gezochte houdingen Schoolvoorbeeld van maniërisme. Versneld perspectief. 16e eeuwse maniëristische beeldhouwkunst In Firenze Benedetto Ammanati (Neptunusfontein, nimfen in brons – 1563) en Vincenzo Danti (Venus in brons 1570) Benvenuto Cellini : Perseus met het hoofd van de Medusa en zoutvat voor Frans I (Fontainebleau) In Fontainebleau : Primaticcio (stuc-werk) Italiaanse majolica Faenza in Italië (in Italië wordt faience nog steeds majolica genoemd). Voorbeelden van een apothekersfles en enkele schotels. Zeer kleurrijk, stijl en thematiek overgenomen vanuit de schilderkunst Een kunsthistorische stroming in het noorden van Europa die zich in de periode 1500 tot ca. 1600 Renaissance en ontwikkelde onder invloed van de Italiaanse hoog renaissance en streeft naar een herleving van de humanisme in kunst van de klassieke oudheid. de Noordelijke Pas vanaf ca. 1500 gingen kunstenaars in Duitsland, Frankrijk, de Nederlanden en elders in Noord-Europa delen van duidelijk onder invloed komen van de voorbeelden uit de Italiaanse renaissance. Europa Het is vanaf dat moment dat er wordt gesproken van een “Noordelijke renaissance”. In het noorden gebeurt de overgang van gotiek naar renaissance veel geleidelijker dan in Italië. Tot in het begin van de 16° eeuw blijft de noordelijke schilderkunst sterk gedomineerd door de Vlaamse Primitieven. Ook op het gebied van de bouwkunst, beeldhouwkunst en de decoratieve kunsten wordt vastgehouden aan de vormentaal van de laat gotiek. De Antwerpse maniëristen Het Antwerpse maniërisme is een stijl die gebruikt werd door de schilders in Antwerpen tussen de gotiek en de renaissance. De werken van deze meesters hebben kenmerken van de Vlaamse Primitieven en van de vroege renaissance. Dit Antwerps maniërisme zal later overgaan in het romanisme en de renaissance. wordt gekarakteriseerd door kleurrijke, vrij rusteloze, breed geschilderde scènes. De meesters hebben een voorkeur voor figuren in exotische kleding die elegante soms wat extravagante houdingen aannemen. De achtergrond bestaat vaak uit een gefantaseerde hybride architectuur waarin zowel gotische als renaissance-elementen voorkomen. Een van de geliefde thema's was de Aanbidding der Wijzen omwille van de oosterse kledij die kon bedacht worden. Voorbeelden van Antwerps maniërisme Een pionier is zeker Albrecht Dürer geweest die Noordelijke al in het laatste decennium van de 15e eeuw Venetië bezocht en er werd beïnvloed door schilders als Giovanni Bellini en Andrea renaissance Mantegna. Belangrijke schilders als Jan Gossaert en Bernard van Orley introduceerden al vroeg decoratieve elementen en motieven uit de Italiaanse renaissance in hun werk. Vaak ging het om motieven die waren ontleend aan de sculptuur en bouwkunst uit de klassieke oudheid. In Noord-Europa speelden de steden in het zuiden van Duitsland en in de Nederlanden een voorbeeldrol. Vanuit deze belangrijke handelscentra zal de “Noordelijke renaissance” zich verder verspreiden. In de loop van de 16e eeuw zal een studiereis naar Italië voor de meeste kunstenaars uit het noorden een absolute must worden. Een belangrijk middelpunt van renaissancecultuur in Centraal-Europa was het hof van de Habsburgse keizer Rudolf II in Praag. Hier waren buiten een schare Italiaanse kunstenaars en ambachtslui ook heel wat schilders uit de Nederlanden aanwezig zoals Egidius Sadeleer en de Antwerpenaar Bartholomeus Spranger. Albrecht Dürer (Neurenberg 1471 - 1528) was Albrecht een Duits kunstschilder, tekenaar, maker van houtsneden en kopergravures, kunsttheoreticus DÜRER en humanist uit de Noordelijke renaissance. was de populairste en invloedrijkste Noord- Europese kunstenaar uit deze periode. Niet alleen door de toepassing van het centraal perspectief, maar ook filosofisch-cultureel is Dürer voor de Noord-Europese kunst een doorbraak. Voor het eerst heeft een noorderling, doordrenkt door het Italiaanse humanisme van Michelangelo en Dante, de moed zichzelf in een frontale zelfverzekerde pose op een doek te plaatsen. Hij signeert tevens zijn werken. Zelfportretten : portret op 28 jarige leeftijd (1500) en op 33- jarige leeftijd na ziekte Adam en Eva (1507) Ridder, Dood en Duivel Duidelijke invloeden (1514) vanuit Italië in de weergave van het paard. Doet denken aan ruiterstandbeelden Inhoud blijft christelijk Een van Dürers bekendste prenten is Melencolia I, Melencolia I, die een visie geeft op de melancholie. gravure 1514 De Romeinse I slaat waarschijnlijk op het type zwartgalligheid, volgens de indeling in drie types door de Duitse humanist Cornelius Agrippa. Bij type I, “Melencholia Imaginativa”, waar kunstenaars aan zouden lijden, heeft verbeelding de overhand op verstand. Jan Gossaert, ook wel (ca. 1478 – 1532) was een Zuid-Nederlands kunstschilder, prentmaker en ontwerper. Naar zijn vermoedelijke geboorteplaats Maubeuge in het graafschap Jan Gossaert Henegouwen werd hij ook vaak "Jan Mabuse" genoemd. In het eerste decennium van de 16e eeuw behoorde Gossaert tot de zogenaamde "Antwerpse maniëristen". Na zijn bezoek aan Italië (1508-1509) in het gevolg van de humanist Filips van Bourgondië, speelde Gossaert een belangrijke rol in de introductie van de Italiaanse renaissance in de Nederlanden en wordt hij tot de romanistische schilders gerekend. Jan Gossaert, Heilige Familie vroeg werk in de stijl van de Antwerpse maniëristen ca.1507-1508 Jan Gossaert : latere werken na Italiëreis Lucas Van Leyden (Leiden 1494-1533) was een Noord-Nederlands schilder, tekenaar, (koper)graveur, etser en maker van houtsneden. Hij wordt gerekend tot de grootste graveurs uit de kunstgeschiedenis. Voorbeelden uit 1520 : De reizende gokelaer 1524 : de chirurgijn. Lucas Van Leyden (Leiden, Werd sterk beïnvloed door Jan Gossart 1494-1533) Belangstelling voor mythologische figuren en het menselijk naakt. Het Laatste Oordeel (Museum Lakenhal) Lucas Van Leyden : “Het schaakbord” en “de Waarzegster” Quinten Massijs is geboren in Leuven rond 1466, maar als schilder bouwt hij zijn carrière in Antwerpen Quinten uit. beweegt zich in humanistische kringen, wat duidelijk Metsys tot uiting komt in zijn werk. Hij introduceert nieuwe (1466-1530) technieken en motieven en zelfs nieuwe, moraliserende thema's zonder evenwel met de traditie te breken. Quinten Massijs is beïnvloed door Jan van Eyck, Rogier van der Weyden, Hans Memling en Dieric Bouts, maar ook door Albrecht Dürer, Leonardo da Vinci en andere Italiaanse kunstenaars zoals Rafaël. Zijn werk is voortgezet door zijn zonen Cornelis en Jan. Op het middenstuk wordt de familie van de Maagschap van de heilige Anna voorgesteld en op de zijluiken scènes uit haar leven. Op de achterkant van het Heilige Anna 1509 linker luik staat rechts bovenaan: QVINTE METSYS/ SCREEF DIT 1509. Het landschap : sfumato techniek Plaatsen van de figuren onder een monumentale boog In het middenpaneel wordt meteen een Italiaanse atmosfeer duidelijk. Het altaarstuk van de Niet het lijden, maar de bewening na het lijden schrijnwerkers(Koninklijk wordt getoond. Museum voor Schone Kunsten, Quinten Metseys verzoent op een meesterlijke Antwerpen) (1508-1511) manier oud en nieuw. De geldweger en zijn vrouw 1514 In het niet-religieuze werk introduceert Massijs een aantal nieuwe thema's, ook hier zonder met de traditie te breken. Deze moraliserende voorstellingen met bankiers en stadsontvangers passen in de sfeer van het humanisme en waren ontzettend populair. schilderijen vol waarschuwingen tegen ongepast gedrag. De portretten van Erasmus en Pieter Gillis Zijn vertrouwen in het humanisme spreekt ook uit de portretten van Erasmus (The Royal Collection, Londen) en Peter Gillis (Longford Castle, Wiltshire) die door hen werden besteld als een geschenk voor hun vriend Thomas More. Beide geleerden worden, alhoewel ze zijn afgebeeld op afzonderlijke panelen, voorgesteld in 1 doorlopend studievertrek. Erasmus is aan het schrijven en Peter Gillis wijst op een boek van Erasmus, de Antibarbari, terwijl hij in zijn linkerhand een brief van More vasthoudt. De voorstelling in een studievertrek doet denken aan voorstellingen van de heilige Hiëronymus, die met zijn bijbelvertaling een voorbeeld voor alle humanisten is. De hypocrieten De ongelijke liefde (1520) Jan Metsys (Massys) (1509-1573) Zoon van Quinten Metsys Vaak wereldse thema’s. Voorbeeld : de huichelaars (twee biddende monniken) Lot en zijn dochters, Suzanna en de ouderlingen Marinus Van Reymerswaele Marinus Claeszoon van Reymerswale was een kunstschilder die in Zeeland werkte van 1533-1545. Hij wordt ook wel Marinus de Seeu genoemd. Hij heeft zijn opleiding genoten aan de universiteit te Leuven en als schilder in Antwerpen. Werken : de geldwisselaar en zijn vrouw en de H. Hiëronymus in zijn studeervertrek Onderaan : kopie door tijdgenoot (uitleg over het begrip kopiëren in de 16e -17e eeuw). Lancelot Blondeel (1496-1561) één van de belangrijkste vertegenwoordigers van de eerste generatie Brugse renaissancekunstenaars (ook bouwkundige, meetkundige en cartograaf ). Het schilderij “de evangelist Lucas voorstellend die de Madonna portretteert”, werd in 1545 gemaakt als vaandel voor de Sint-Lucasgilde van Brugge. Agostino Veneziano (ornamentprenten) Schouw van het Brugse Vrije Omstreeks 1500 ontstaat het wereldlandschap. Dit type landschap ligt aan de oorsprong van de Het landschapschilderkunst. landschap als Joachim Patinir en Henri met de Bles zijn apart genre pioniers van dit genre. Karakteristiek voor het wereldlandschap (panoramisch landschap) is haar gezichtspunt: de blik wordt langs bergen en rivieren naar de horizon geleid. De menselijke figuur verzinkt in dit weidse panorama. Kleurenperspectief. Joachim Patinir was afkomstig uit de streek van Dinant. Vermoedelijk kreeg hij zijn opleiding in Brugge, in het Joachim atelier van Gerard David. Nadien werd hij lid van het Patinir Antwerpse Sint-Lucasgilde. Patinir was de eerste echte landschapschilder in de Nederlanden. Albrecht Dürer noemde hem “der gut landschaft maler”. Het is de eerste vermelding van het woord ‘landschap’ in de Duitse taal. Onderaan : samenwerking met Quinten Metsys : hier zijn de figuren veel dominanter De Heilige Christoffel Christoffel is in Patinirs werk niet meer dominant, het landschap overheerst op het religieuze tafereel. Patinir schilderde vaak in vogelperspectief. Dat gaf hem de gelegenheid om het landschap in al zijn aspecten tot aan de horizon te ontvouwen en het religieuze element tot een minimum te herleiden. Onderaan : samenwerking met Quinten Metsys : hier is de figuur veel dominanter. Herri met de Bles (1500- 1550 ?) Over het leven van Herri met de Bles is vrijwel niets bekend. Volgens de biograaf Karel van Mander dankt hij zijn naam aan een witte lok in zijn haar. Hij schilderde net als Joachim Patinir, die mogelijk zijn oom was, religieuze voorstellingen in panoramische vergezichten. Herri met de Bles was voornamelijk werkzaam in Antwerpen en stond mee aan de wieg van de ontwikkeling van de landschapschilderkunst. De aandacht voor de natuur in al zijn facetten weerspiegeld zich ook in de werken van Joris Hoefnagel (1542-1601) was een Zuid-Nederlands schilder, prentkunstenaar, miniaturist, tekenaar en handelaar. Hij staat bekend om zijn illustraties van natuurkundige onderwerpen, topografische uitzichten, boekverluchtingen en mythologische werken. Schilders refereren ook veelvuldig aan morele aspecten. Een aantal vroege landschappen kunnen beschouwd worden als een zoektocht naar de juiste levensweg, de zgn. levenspelgrimage. De nietigheid en de zinloosheid van het bestaan, de vergankelijkheid, de mens als speelbal van de natuurkrachten wordt o.m. bij Alexander Keirinckx vertaald in decoratieve en bizarre boompartijen en overwoekerde woudpaden. Rond 1550 evolueert het panoramisch en spiritueel landschap naar een werkelijke weergave van het landschap. vader van Pieter Brueghel de Jonge en van Jan Pieter Breugel Brueghel de Oude. de Oude( tekende hij zijn werken van 1559 tot aan zijn dood als Bruegel (zonder "h" dus), maar zijn geboren zoons tekenden met Brueghel wat voor hem dan tussen 1525 soms ook gebruikt wordt. en 1530 – In 1551 ingeschreven in de Liggeren van de Antwerpse Sint-Lucasgilde. 1569) Bruegel maakte van 1551/1552 tot 1554 een reis naar Italië. Hij reisde in het gezelschap van Maerten de Vos. Terug in de Nederlanden vestigde hij zich waarschijnlijk in Antwerpen en begon te werken voor Hieronymus Cock en Volcxken Diericx. Uit de periode voor 1562 zijn er nauwelijks geschilderde werken van Bruegel overgebleven. Bruegel tekende in de periode van 1554 tot 1561 meer dan veertig ontwerpen voor gravures. Het resultaat van zijn werk voor Cock was dat hij stilaan bekend raakte en dat hij vanaf de jaren zestig blijkbaar voldoende opdrachten als schilder kreeg aangeboden, zodat het tekenen meer en meer op de achtergrond raakte. In 1563 verhuisde Bruegel van Antwerpen naar Brussel Cock kwam uit een bekende Antwerpse schilder familie. Hieronymus In 1545 trad Hieronymus toe tot het Antwerpse Sint- Cock (1518- Lucasgilde. 1570) Hoewel hij lid was van dit schilder gilde, is er geen enkel schilderij dat met zekerheid aan hem toegeschreven kan worden. Wel signeerde hij enkele prenten met ‘H. Cock pictor’ (H. Cock schilder). Van 1546 tot 1548 studeerde en werkte hij in Rome. Hier tekende hij nauwgezet de monumenten uit de oudheid, getuige de uitgave in 1551 van een serie prenten van zijn hand getiteld “Enkele ruïnes uit de Romeinse oudheid”. 1551 : enkele ruïnes uit de romeinse oudheid Daarnaast legde hij in Rome contacten met andere graveurs en prentenuitgevers. Na zijn verblijf in Rome vestigde hij zich in Antwerpen, waar hij in 1549 zijn eigen werkplaats en uitgeverij oprichtte. Cock wordt beschouwd als de belangrijkste kopergraveur van de zestiende eeuw. Cock graveerde zelf maar publiceerde ook het werk van andere graveurs. uitgeverij annex winkel. Pieter Breugel de Oude en Hiëronymus Cock Het landschap bij Pieter Breugel de Oude Boere-taferelen Het keukentafereel als afzonderlijk genre Het genre ontstond in de jaren vijftig van de 16e eeuw. De Vleeskraam van Pieter Aertsen is het oudst bekende voorbeeld. Sindsdien is een groot aantal soortgelijke schilderijen vervaardigd. Een keukenstuk is een scene van de bereiding van voedsel. Het combineert stilleven-elementen met eigentijdse figuren en religieuze of idealiserende scenes. In de 16e eeuw : wereldlijke geneugten versus geestelijke geneugten (meestal christelijke boodschap verwerkt). "Voluptas Carnis". Een allegorie tegen gulzigheid, dronkenschap en losse moraal: de jonge man links heft zijn bierkruik en strekt rechts zijn arm uit naar het meisje. (Pieter Aertsen, ca. 1570) Frans Floris Frans Floris werd mogelijk De Vriendt eerst door zijn vader tot steenhouwer opgeleid. (1519- Later ging hij in de leer bij Lambert Lombard te Luik en 1570) in 1540 werd hij ingeschreven als meester- schilder in het gilde te Antwerpen. Hij verbleef vervolgens enkele jaren samen met broer Cornelis in Italië. Van 1547 tot zijn dood woonde hij in Antwerpen, waar hij een groot atelier met vele leerlingen leidde. Zijn stijl is sterk doortrokken van het werk van Michelangelo en het Italiaanse maniërisme uit het midden van de zestiende eeuw. Ten gevolge van de talrijke medewerkers in zijn werkplaats zijn er maar weinig eigenhandige schilderijen van Frans Floris overgeleverd. Wel zijn er enkele panelen met studiekoppen van hem bekend die zijn helpers vervolgens op schilderijen moesten overdragen. Zeer karaktervolle portretten Maarten Leerling van Frans Floris Devos Ging eveneens naar Italië : in 1552 in Rome. Werd vooral beïnvloed door Tintoretto De Roof van Europa en de allegorie van de 7 vrije kunsten De heilige Lucas schildert de Madonna Adam Van Noort Adam van Noort werd omstreeks 1561 geboren in Antwerpen. Hij was de zoon van Lambert van Noort, een kunstenaar uit Amersfoort die zich in het midden van de zestiende eeuw in Antwerpen vestigde. Adam maakte een reis naar Italië. Het gilde van Antwerpen schreef hem in 1587 in als meester. Hij werd ook lid van de rederijkerskamer De Violieren. Adam van Noort had in Antwerpen een groot aantal leerlingen. Adam van Noort schilderde vooral religieuze werken en portretten. Vanuit het manierisme ontwikkelde hij later een eigen stijl. Voorbeeld : Mozes slaat water uit de rots en de prediking van Johannes de Doper. Cornelis Floris II De Vriendt en de Antwerpse groteskenstijl Cornelis Floris II De Vriendt (Antwerpen, 1513/14 – aldaar 1575) was beeldhouwer, architect en ontwerper. Reisde naar Rome Hij is de oudere broer van kunstschilder Frans Floris de Vriendt. Had zeer groot atelier. Links : de sacramentstoren van Zoutleeuw. 18 m hoog ! Opbouw doet nog zeer gotisch aan. Versiering, ornamentiek bevat renaissance elementen. Praalgraf Jan III de Merode en Anna van Gistel in de Sint Dimphnakerk te Geel Sacramentstoren van Zuurbemde : 1555-1557 Jan Mone Glasschilderkunst in de 16e eeuw Medaillons zijn in de late 15de maar vooral in de 16de eeuw, bijzonder in trek als decoratie van de vensterbovenlichten in niet-religieuze gebouwen of in de leef- en werkruimtes van kloosters en gasthuizen. De voorstellingen zijn vrijwel altijd geschilderd op een stuk kwaliteitsvol cilinderglas en zelden groter dan 23 cm diameter. Heel dikwijls ontworpen door belangrijke kunstenaars uit die tijd. D. Vellert, M. Van Heemskerck, P. Coecke Van Aelst, L. Lombaert, M. De Vos,... In de Nederlanden zijn Antwerpen, Brussel, Leiden en Leuven belangrijke productiecentra. Medaillons worden in de 16de eeuw meestal als „relatiegeschenk‟ aangeboden en worden dan ook dikwijls voorzien van een opschrift in de gekleurde boord rond de centrale voorstelling of van een tekstcartouche die onder het medaillon is aangebracht. Naast religieuze voorstellingen zijn er ook heel veel mythologische taferelen en wapenschilden. Naarmate de politieke en godsdienstige moeilijkheden toenemen in de loop van de 16e eeuw, verliest het glazeniersambacht veel van zijn glans. Monumentale renaissance glasramen volgen de traditie van schilder-en beeldhouwkunst De meest vooraanstaande (en zelfs wereldberoemde) plateelbakkerijen maakten niet alleen gebruiksaardewerk, maar werden vooral bekend door artistiek sieraardewerk. Artistiek sieraardewerk Door het aantrekken van talentvolle kunstenaars en vormgevers werd in de bakkerijen ambachtelijkheid gecombineerd met kunstzinnigheid. Het monumentale tafereel werd vervaardigd in 1547. Het wordt toegeschreven aan het atelier Den Salm dat vier decennia eerder werd opgericht door Guido Andries (Guido di Savino). Het toen populaire thema van de dramatische bekering van de Romeinse gezagvoerder Saulus van Tarsus tot het christendom werd door Andries’ opvolger, Franchois Frans, op uitzonderlijk grote schaal vervaardigd. De bekering van Saulus 1556 : Karel V doet troonsafstand. De Habsburgse dynastie wordt opgesplitst in twee 2e De helft linies: een Spaanse en een Oostenrijkse. van de Filips II krijgt Spanje, de Nederlanden en de koloniën. politieke De regering van Filips II is voor Vlaanderen een zeer turbulente periode geweest (begin van de 80 jarige situatie 16e oorlog). eeuw : De crisis in de tweede helft van de 16e eeuw hebben de Zuidelijke Nederlanden economisch, politiek en religieus verscheurd. Heel wat vooraanstaande intellectuelen, geleerden en kunstenaars verlaten het katholieke Zuiden en zoeken hun heil in het Noorden of in Duitsland.

Use Quizgecko on...
Browser
Browser