Podcast
Questions and Answers
Wat is de focus van de studie van syntaxis?
Wat is de focus van de studie van syntaxis?
- Het analyseren van de historische ontwikkeling van grammaticale regels.
- Het catalogiseren van alle mogelijke woordcombinaties in een taal.
- Het onderzoeken van de **manier** waarop zinnen gevormd worden. (correct)
- Het bestuderen van de fonetische realisatie van zinnen.
Welke van de volgende opties is een cruciale component van de generatieve grammatica volgens de tekst?
Welke van de volgende opties is een cruciale component van de generatieve grammatica volgens de tekst?
- Zinnen ontstaan door een onderbewust proces, vergelijkbaar met de werking van computerprogramma's. (correct)
- Zinnen worden gevormd door bewuste, expliciete regels die we kunnen uitleggen.
- Zinnen worden bepaald door de culturele context waarin ze gebruikt worden.
- Zinnen worden geconstrueerd op basis van statistische patronen in taalgebruik.
Wat is het doel van syntactische theorie, gezien de aangeboren intuïties van taalsprekers?
Wat is het doel van syntactische theorie, gezien de aangeboren intuïties van taalsprekers?
- Het beschrijven van **expliciete** grammaticale regels die sprekers bewust volgen.
- Het negeren van intuïties en het uitsluitend focussen op observeerbaar taalgebruik.
- Het modelleren en verklaren van de onderliggende competentie die aan de basis ligt van de intuïties van taalsprekers. (correct)
- Het corrigeren van fouten in de taalproductie van moedertaalsprekers.
Welke van de volgende beweringen is een belangrijk aspect van 'Universal Grammar' (UG)?
Welke van de volgende beweringen is een belangrijk aspect van 'Universal Grammar' (UG)?
Wat wordt bedoeld met het 'blueprint' in relatie tot syntax?
Wat wordt bedoeld met het 'blueprint' in relatie tot syntax?
Wat is de relatie tussen de syntaxmodule en andere aspecten van taal?
Wat is de relatie tussen de syntaxmodule en andere aspecten van taal?
Wat is het Theta-criterium?
Wat is het Theta-criterium?
In de zin 'Rick eet een appel', welke theta-rol wordt toegewezen aan 'appel'?
In de zin 'Rick eet een appel', welke theta-rol wordt toegewezen aan 'appel'?
Waarom is de zin '*Alex eet een appel een peer' ungrammaticaal?
Waarom is de zin '*Alex eet een appel een peer' ungrammaticaal?
Wat beschrijft het begrip 'datief' in grammaticale termen?
Wat beschrijft het begrip 'datief' in grammaticale termen?
Welke eigenschap kenmerkt morfologisch complexe woorden in het Turks?
Welke eigenschap kenmerkt morfologisch complexe woorden in het Turks?
Wat is het belangrijkste kenmerk van een 'squib'?
Wat is het belangrijkste kenmerk van een 'squib'?
Wat moet een student vermijden bij het beschrijven van een fenomeen in zijn eigen taal in een vergelijkend essay?
Wat moet een student vermijden bij het beschrijven van een fenomeen in zijn eigen taal in een vergelijkend essay?
Welke van de voorgestelde onderwerpen is geschikt voor een vergelijkend essay?
Welke van de voorgestelde onderwerpen is geschikt voor een vergelijkend essay?
Wat is het verschil tussen een 'one-place predicate' en een 'two-place predicate'?
Wat is het verschil tussen een 'one-place predicate' en een 'two-place predicate'?
Wat is de functie van 'glossen' bij het geven van voorbeelden in een linguïstisch essay?
Wat is de functie van 'glossen' bij het geven van voorbeelden in een linguïstisch essay?
Wat betekent de afkorting 'EPP' in de context van syntaxis?
Wat betekent de afkorting 'EPP' in de context van syntaxis?
In de boomstructuur van een zin, wat is de positie van de 'Possessor'?
In de boomstructuur van een zin, wat is de positie van de 'Possessor'?
Wat is de functie van een 'Complementiser Phrase' (CP)?
Wat is de functie van een 'Complementiser Phrase' (CP)?
Wat is een 'transitive verb'?
Wat is een 'transitive verb'?
Wat is het doel van 'constituency tests'?
Wat is het doel van 'constituency tests'?
Wat houdt het concept 'C-command' in?
Wat houdt het concept 'C-command' in?
Wat is een adjunct in een zin?
Wat is een adjunct in een zin?
Wat is het belang van 'light verbs'?
Wat is het belang van 'light verbs'?
Wat is een 'floated quantifier'?
Wat is een 'floated quantifier'?
Wanneer wordt een 'expletive' gebruikt in een zin?
Wanneer wordt een 'expletive' gebruikt in een zin?
Wat is het effect van 'T-to-C movement'?
Wat is het effect van 'T-to-C movement'?
Wat is het 'Headness parameter'?
Wat is het 'Headness parameter'?
Wat is de functie van 'Verb Second' (V2) in bepaalde talen?
Wat is de functie van 'Verb Second' (V2) in bepaalde talen?
Wat is de 'Mirror Principle'?
Wat is de 'Mirror Principle'?
Wat is het doel van 'Case' in een zin?
Wat is het doel van 'Case' in een zin?
Wat is het verschil tussen 'Nominative case' en 'Accusative case'?
Wat is het verschil tussen 'Nominative case' en 'Accusative case'?
Wat gebeurt er bij 'Passivization'?
Wat gebeurt er bij 'Passivization'?
Wat is 'Inherent case'?
Wat is 'Inherent case'?
Wat is het 'Grammatical subject'?
Wat is het 'Grammatical subject'?
In een nominatief-accusatieve taal, hoe zijn de argumenten van transitieve en intransitieve werkwoorden gecategoriseerd?
In een nominatief-accusatieve taal, hoe zijn de argumenten van transitieve en intransitieve werkwoorden gecategoriseerd?
Wat is 'Morphosyntactic Alignment'?
Wat is 'Morphosyntactic Alignment'?
Wat is het verschil tussen een 'unaccusative' en een 'unergative' intransitief werkwoord?
Wat is het verschil tussen een 'unaccusative' en een 'unergative' intransitief werkwoord?
Wat is een typisch kenmerk van 'head-marking languages'?
Wat is een typisch kenmerk van 'head-marking languages'?
In generative grammatica, wat is de rol van 'Universal Grammar' (UG) in de taalverwerving van kinderen?
In generative grammatica, wat is de rol van 'Universal Grammar' (UG) in de taalverwerving van kinderen?
Wat is de relatie tussen het subject en het object bij een transitief werkwoord volgens de theta-rollen?
Wat is de relatie tussen het subject en het object bij een transitief werkwoord volgens de theta-rollen?
Wat is de functie van constituententests in de syntaxis?
Wat is de functie van constituententests in de syntaxis?
Wat is het effect van 'T-to-C movement' in een vraagzin?
Wat is het effect van 'T-to-C movement' in een vraagzin?
In talen met morfosyntactische alignment, hoe worden de argumenten van transitieve en intransitieve werkwoorden gecategoriseerd in een ergatief-absolutieve taal?
In talen met morfosyntactische alignment, hoe worden de argumenten van transitieve en intransitieve werkwoorden gecategoriseerd in een ergatief-absolutieve taal?
Flashcards
Wat is syntaxis?
Wat is syntaxis?
De studie van hoe zinnen gevormd worden, de grammaticale module waar zinnen gevormd worden, en de verzameling operaties/regels om zinnen te vormen.
Syntaxis (Generatieve Grammatica)
Syntaxis (Generatieve Grammatica)
Het onderliggende idee van generatieve grammatica is dat zinnen worden gegenereerd door een onderbewuste set procedures (zoals computerprogramma's).
UG (Universele Grammatica)
UG (Universele Grammatica)
Kinderen kunnen bij de geboorte al prosodie waarnemen en hebben een taalvoorkeur. Ze kunnen linguïstische signalen filteren en herkennen.
Intuïties (Syntaxis)
Intuïties (Syntaxis)
Signup and view all the flashcards
Emergentist
Emergentist
Signup and view all the flashcards
Taal (als software)
Taal (als software)
Signup and view all the flashcards
Neurolinguïstiek
Neurolinguïstiek
Signup and view all the flashcards
Taaloptimalisatie
Taaloptimalisatie
Signup and view all the flashcards
Theta-criterium
Theta-criterium
Signup and view all the flashcards
Datief
Datief
Signup and view all the flashcards
Turkse Morfologie
Turkse Morfologie
Signup and view all the flashcards
Transitief werkwoord
Transitief werkwoord
Signup and view all the flashcards
Constituent Testen
Constituent Testen
Signup and view all the flashcards
C-command
C-command
Signup and view all the flashcards
Antecedent C-command
Antecedent C-command
Signup and view all the flashcards
Head
Head
Signup and view all the flashcards
Adjunct
Adjunct
Signup and view all the flashcards
Onderwerp Verplaatsing
Onderwerp Verplaatsing
Signup and view all the flashcards
EPP
EPP
Signup and view all the flashcards
Possessor
Possessor
Signup and view all the flashcards
Lichte werkwoorden
Lichte werkwoorden
Signup and view all the flashcards
Geflotte Kwantor
Geflotte Kwantor
Signup and view all the flashcards
Expletief
Expletief
Signup and view all the flashcards
Extended Projection Principle (EPP)
Extended Projection Principle (EPP)
Signup and view all the flashcards
Affix Hopping/Lowering
Affix Hopping/Lowering
Signup and view all the flashcards
Werkwoord Positie
Werkwoord Positie
Signup and view all the flashcards
Headness Parameter
Headness Parameter
Signup and view all the flashcards
Pro-drop parameter
Pro-drop parameter
Signup and view all the flashcards
Werkwoord Tweede (V2)
Werkwoord Tweede (V2)
Signup and view all the flashcards
Conditional Inversion
Conditional Inversion
Signup and view all the flashcards
V-naar-V beweging
V-naar-V beweging
Signup and view all the flashcards
Mirror Principle
Mirror Principle
Signup and view all the flashcards
Case
Case
Signup and view all the flashcards
Nominatieve Case
Nominatieve Case
Signup and view all the flashcards
Accusatieve Case
Accusatieve Case
Signup and view all the flashcards
Declension
Declension
Signup and view all the flashcards
Case Filter
Case Filter
Signup and view all the flashcards
Inherent Case
Inherent Case
Signup and view all the flashcards
Grammaticale Subject
Grammaticale Subject
Signup and view all the flashcards
Thematische Subject
Thematische Subject
Signup and view all the flashcards
Grammaticale Object
Grammaticale Object
Signup and view all the flashcards
Impersoonlijke Passieven
Impersoonlijke Passieven
Signup and view all the flashcards
Case
Case
Signup and view all the flashcards
Dependent marking
Dependent marking
Signup and view all the flashcards
Agreement
Agreement
Signup and view all the flashcards
Agree
Agree
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Syntaxis
- Syntaxis is de studie van hoe zinnen gevormd worden.
- Het is het grammaticale onderdeel waar zinnen worden gevormd, en de reeks bewerkingen of regels om zinnen te vormen.
- Syntaxis is het grammaticale onderdeel waar zinnen in elkaar worden gezet.
- Syntaxis is "de grammatica van zinnen".
- Zinnen worden samengesteld en vervolgens verdeeld in een fonologische vorm (PF) en een logische vorm (LF).
- Na de nauwe syntaxis (CS) worden zinnen naar de conceptueel-intentionele (CI) en sensorisch-motorische (SM) systemen geleid.
- De these van de generatieve grammatica is dat zinnen worden gegenereerd door een onderbewuste reeks procedures, zoals computerprogramma's.
- Syntactische theorie is bedoeld om deze procedures te modelleren en te begrijpen wat men onderbewust weet van de syntaxis van een taal.
- Universele Grammatica (UG) wordt beschouwd als L0, wat inhoudt dat kinderen al bij de geboorte prosodie kunnen waarnemen en een taalvoorkeur hebben.
- Kinderen kunnen linguïstische signalen filteren en herkennen.
- Taalsprekers hebben intuïties over de syntaxis van hun moedertaal.
- Het doel van syntaxis is het creëren van een model dat deze competentie beschrijft.
- Syntaxis is een theorie van intuïties of van grammatica.
- Taalsprekers van nature weten welke combinaties wel en niet grammaticaal correct zijn en hebben duidelijke intuïties hierover
- De hoeveelheid en het type taalinvoer zijn van cruciaal belang bij het leren van een taal en structurele berekeningen..
- Kinderen kunnen structuren produceren die ze nog nooit eerder hebben gehoord.
- De kenmerken van generatieve grammatica omvatten een toewijding aan de wetenschappelijke methode en de studie van onbewuste kennis.
- Taal is de "software" die het mogelijk maakt om talen in de hersenen te laten werken als besturingssystemen.
- Syntaxis is de blauwdruk die nodig is om de structuur van de onderliggende taalprocessen te begrijpen.
- De neurolinguïstiek observeert taal vanuit het oogpunt van de hersenen.
- Taal is de optimale oplossing voor de interface-eisen.
- De taalstructuur (syntaxismodule) interageert met klanken en betekenis.
- Optimaal betekent niet perfect werken, maar de best mogelijke optie.
- Biolinguïstiek en psycholinguïstiek onderzoeken de interactie van syntaxis met andere communicatiesystemen in de hersenen.
- Het theta-criterium stelt dat elk argument slechts één theta-rol draagt en elke theta-rol wordt toegewezen aan slechts één argument.
- Een voorbeeld van een argument is "Rick (subject, θ agent) eet een appel (object, θ thema)".
- De zin "*Alex eet een appel een peer" is ongrammaticaal omdat deze twee thema's heeft.
- Datief verwijst naar zelfstandige naamwoorden en voornaamwoorden in grammaticale overeenstemming, en duidt het indirecte object of de ontvanger aan.
- Een voorbeeld is: "Hij gaf haar het boek".
Morphosyntaxis Seminar Week 1
- In het Turks kunnen morfologisch complexe woorden worden gevormd door achtervoegsels toe te voegen aan een stamwoord in plaats van extra woorden.
- Een voorbeeld hiervan is -gel (komen), geliyor (hij/zij komt), geliyorum (ik kom).
- Belangrijke data zijn onder andere 25 november 10:00 om het gekozen onderwerp en de talen door te geven.
- Ook 11 december 17:00 voor de deadline van de eerste versie en 24 januari 17:00 voor de deadline van de definitieve versie.
- Er moet een beschrijvend en vergelijkend essay worden geschreven over twee verschillende talen met een soortgelijk fenomeen.
- Het essay zal ongeveer 3-4 pagina's lang zijn en biedt gegevens, maar geen formele analyse.
- Het essay begint met een inleiding, gevolgd door een beschrijving van het fenomeen in taal X en in de moedertaal.
- Kijk Snipsels na.
- Enkel gespatieerd
- Kies eender welke stijl en dien in als PDF.
- De volgorde is inleiding-uitleg-vergelijkingen-conclusies en geen grammaticacontrole.
- Taal A is de moedertaal.
- Taal B kan elke taal zijn, zolang je deze niet kent, de moedertaal van je partner of elke taal waarvoor je een Langsci Press-grammatica kunt vinden.
- Mogelijke onderwerpen zijn DP, TP en CP-gerelateerde onderwerpen, case, unaccusatieve constructies, morfosyntactische alignment en reflexieven.
- Een predikaat met één plaats is bijvoorbeeld "They left".
- Een voorbeeld van "they greeted them" is een predikaat met twee plaatsen.
- Het essay vereist een bijlage met een reflectie over feedback en de redenen om deze te accepteren of te verwerpen.
- Glossen zijn vereist voor voorbeelden met woord-voor-woord vertaling en grammaticale informatie.
- Lijn de glossen uit en deel de woorden op in morfemen door middel van afbreekstreepjes.
- Gebruik voetnoten of een alinea aan het einde van het essay met glossen.
- Je kunt hierin het formaat voor vreemde talen vinden met taal, vertaling, glossen enz.
- De volgende afkortingen zijn vermeld Exist = existential, FF = full form, FP = feminine plural; FS =feminine singular, IF = indeterminate form; NEG = negation; RFL = reflexive en 3 = 3rd person.
Barrie hoofdstuk 4
- Bezitter is de entiteit die iets anders bezit en wordt meestal voorgesteld als een naamwoordgroep (NP) binnen een grotere zinsnede (DP).
- Het is meestal de DP: John's boek.
- De functie ervan is als onderwerp van zelfstandige naamwoorden.
- Voornaamwoorden vervangen volledige nominale frasen, dit zijn DPS.
- Ze worden voorgesteld als de D-head.
- Het neemt de specificatiepositie van de zin in.
- TP (Tense Phrase) is het hoofd van een zin.
- Dit wordt gevolgd door T (tense head): syntactisch hoofd dat tijd en overeenkomst uitdrukt en de relatie tussen onderwerp en predikaat bemiddelt.
- Tijd wordt soms afzonderlijk gecodeerd van VP.
- Om het eenvoudige verleden weer te geven: voeg PST toe aan T.
- Er is ook affix-hopping of T-to-V-beweging.
- Het achtervoegsel van de verleden tijd op het werkwoord zetten (-ed in T voor gewassen).
- De inflectionele functie (bijv. tijd/overeenstemming wordt gerealiseerd op V).
- Een Complementiser Phrase (CP) is een syntactische structuur die clausules regeert en wordt geleid door een complementizer (C) zoals that, if of whether.
- Het introduceert bijzinnen in de volgende: "I think [that she left]."
- Het verwerkt vragen in de volgende:
- Ja/Nee: "I wonder [if she will come]."
- Wh-vragen: "I wonder [who will come]."
- Het verschijnt in relatieve bijzinnen in de volgende: "The book [that I read] was interesting."
- Het definieert clausules: Declaratief, vragend, uitroepend, aansporend.
- Het host infinitief clausules in de volgende: "I want [to leave]."
- Illuminatoire kracht: of clausule een bewering of vraag is.
Week 2
- Een transitief werkwoord vereist een subject en een object, 2 theta-rollen/argumenten.
- Extern argument = subject (Mary at de appel)
- Intern argument = object (De appel werd gegeten)
- Bestaande tests:
- Een element dat een syntactische eenheid vormt
- Alle zinsdelen zijn opgebouwd, maar niet alle zinsdelen zijn zinsdelen
- Als minstens 1 test werkt, is het een zinsdeel
- Om te weten of iets een zinsdeel is (een groep woorden of morfemen die functioneren als een enkele eenheid binnen een zin):
- Substitutie (pro-form)
- Beweging: splijten (het is), pseudo-splijten (wat ... is)
- Vraag: als een groep woorden een vraag over de zin kan beantwoorden, is het hoogstwaarschijnlijk een zinsdeel
- Stand-alone
- Coördinatie (zinsdelen kunnen vaak worden verbonden door en/of)
- Dislocatie: passivisering, topicalisering, scrambling
- Juiste beweging van de knoop
- C-command: een knooppunt b c-commandt een knooppunt c, als elke vertakkingsknoop die b domineert ook c domineert, en b c niet domineert
- Antecedent moet het voornaamwoord c-command within de syntactische structuur
- C-command: alles op hetzelfde niveau (zus) en eronder
- Head geeft de categorie aan, in zijn essentie het hoofd van de zin: je kunt niet zonder
- Een knooppunt (A) c-commandt een ander knooppunt (B) als:
- A en B zijn als broers en zussen of "in dezelfde familie".
- A is niet begraven binnen B, en B is niet begraven binnen A.
- Je kunt een pad omhoog volgen vanuit A naar een gemeenschappelijk vertakkingspunt en vervolgens naar beneden naar B.
Seminar Week 2
-
DP, TP, CP
-
Een adjunct is een woord, een zinsdeel of een clausule die aanvullende informatie geeft.
-
Vaak modifiers die tijd, manier, plaats, reden of andere details beschrijven
-
Je begint altijd met V (werkwoord)
-
I = inflectioneel head
-
CP = adjunct
-
TP = specificator (subject)
-
Subject beweegt omhoog door subject-werkwoordovereenkomst
-
EPP: elke clausule moet een subject hebben in de specificatorpositie van TP
-
Heads zijn altijd bestanddelen
-
Complementaire distributie: linguïstische elementen die nooit in dezelfde context of omgeving voorkomen
-
Bezitter staat in de specificator en 's in de hoofdpositie
Notities Week 3
-
Lichte werkwoorden: aangeduid met v, hebben weinig betekenis en verschijnen met alle triadische en dyadische werkwoorden (werkwoorden die 2-3 argumenten aannemen, bijvoorbeeld object, subject, indirect object).
-
Lexicaal werkwoord komt altijd omhoog tot v in actieve stem: het gaat van V naar v
-
Openlijke lichte werkwoorden (verbaliseerders): A. Ize: verbaliseren, prioriteren B. -ify: objectiveren, verafschuwen C. -ate: formuleren, activeren
-
Subject ontvangt geen 0-rol van werkwoord en deze is afgesneden van het werkwoord: v wijst de externe theta-rol (extern argument) en accusatief toe aan DO
-
Wanneer een beweging plaatsvindt, laat je een trace (t) achter in de oorspronkelijke positie van het verplaatste object. De trace en het verplaatste object worden gelabeld met «i». en extra traces worden gelabeld met j, k, l, etc.
-
Als een extern argument (subject) wordt geïntroduceerd in de specificator van vP, moet het omhoog gaan naar TP en ook traces bevatten
-
Extern argument kan omhoog gaan van SpecVP naar SpecTP
-
Zwevende kwantificator: een kwantificator (bijv. all, both, each) dat afzonderlijk en verplaatst van de zelfstandige naamwoorden lijkt te verschijnen in plaats van het voorgaande
- Alle kinderen hebben de chocolade geproefd.
- De kinderen hebben allemaal de chocolade geproefd.
-
Wanneer er geen onderwerp beschikbaar is, verschijnt er een expletief in de TP-specificator.
-
Expletief = woord of zin dat een grammaticale functie dient, maar niet bijdraagt aan de betekenis in een zin (het regent, er is een probleem)
-
Uitgebreid projectieprincipe (EPP): XP vereist elementen in hun specificator; zinnen vereisen onderwerpen
-
EPP (Extended Projection Principle)
- Als een hoofd, X, EPP heeft, moet de specificator van XP worden ingevuld.
- In het Engels heeft T de EPP-eigenschap.
-
Het werkwoord en het object grenzen aan elkaar: John eet vaak appels
-
In het Frans: het werkwoord komt omhoog naar T zonder aux aanwezig
-
Engels ondergaat affix hopping of affix lowering vanwege de behoefte aan morfeem om aan een woord te hechten
-
Engels heeft T-naar-C-beweging: C is focus van illocutionaire kracht (onacht of bewering een vraag of bewering is)
-
In ja/nee-vragen trekt C de T-head aan.
-
T-head leeg? -> do-insertion
-
De positie van het gespannen werkwoord met betrekking tot bijwoorden van frequentie is een manier om onderscheid te maken tussen talen met V-naar-T-beweging (bijvoorbeeld Frans en Engels)
Syntaxis
- De post-nominale relatieve bijzinnen zijn SVO.
- De pre-nominale relatieve bijzinnen zijn SOV.
- De kopiness parameter/Head-Directionality Parameter: head van XP kan zich aan de linkerkant of aan de rechterkant van het compliment bevinden
- Engels en Frans: linkshandig
- De pro-drop parameter bepaalt of een taal open onderwerpen vereist of niet (expliciet vermeld)
- Werkwoord-initiële talen bevatten veel voorkomende eigenschappen:
- Post-nominale bijvoeglijke naamwoorden
- Gebogen voorzetsels
- Preverbale partikels die tijd, stemming, aspect markeren
- VSO talen: ingesloten clausules zijn werkwoord-initieel dat ingaat tegen analyse waarbij VSO is afgeleid door V-to-C beweging
- Werkwoord tweede (V2): gespannen werkwoord van een matrix/hoofd clausule verschijnt als tweede element in een zin. Gevonden in alle Germaanse talen behalve Engels
- Als hulp aanwezig is, verschijnt het in V2 en het hoofdwerkwoord aan het einde
- V2 is het resultaat van verhoogd werkwoord naar C-head en EPP op C, maar het kan worden geblokkeerd door een ander element in de clausule, zoals een complementizer
- Engels heeft conditionele inversie: if complementizer ontbreekt, het hulpwerkwoord brengt op naar C en beweegt naar links van het subject
Seminar Notities 3.2
- Geef V-naar-V-beweging aan:
- Werkwoord verschijnt voor bijwoorden
- Werkwoord kan bewegen voor ontkenning
- Werkwoord combineert rechtstreeks met tijd- of aspectmarkers
- V-to-T leidt tot werkwoordsverbuiging
- Spiegelprincipe: morfologische afleidingen volgen syntactische afleidingen (van onder naar boven van de boom, achterwaarts).
- Werkwoord (V) krijgt iets van elke beweging, zoals V, T en AgrS elementen: het vereist affixen door door heads te bewegen
- Head-initiële talen: V staat links
- Zinswoordvolgorde: zes mogelijke volgordes
- SVO (head-initieel) SOV (head-finaal) VSO (head-initieel)
- VOS (head-initieel) OVS (head-finaal) OSV (head-finaal)
- Head heeft altijd een complement nodig
- Head-final talen: vraagteken aan het einde
Week 4
-
Case toont de grammaticale rollen aan van zelfstandige naamwoorden (argumenten) in een zin
-
Nominatieve case: toegewezen aan subject
-
Accusatieve case: toegewezen aan object
-
Case met kleine letter 'c': verschillende morfologische markeringen in het Latijn, Koreaans, Russisch, Fins en andere talen met duidelijke case-morfologie
-
Case met hoofdletter 'C': identificeert structurele positie van het zelfstandig naamwoord; of het zelfstandig naamwoord zich in subjectpositie of in objectpositie bevindt
-
Nominatieve case wordt toegewezen door gespannen T
-
head aan vP specificator die beweegt naar DP
-
Accusatieve case wordt toegewezen door de lichte werkwoords hoofd v naar direct object
-
Expletief (het regent): het is er voor T om nominatieve case toe te wijzen
-
Case-toewijzend hoofd (T of v) kijkt naar beneden en kent Case toe aan de eerste DP die het aantreft
-
Voorzetsels kennen Case toe aan hun complementen
- a. Jan bakte een cake for me (for kent een accusatieve case toe aan het persoonlijk voornaamwoord)
- b. *Jan bakte een cake for I
-
In het Engels: object van voorzetsel is gebogen met accusatieve case
-
Case Filter: Alle DP's moeten slechts eenmaal en één keer case toegewezen krijgen
-
Passivisering: object van een actieve zin is subject van de passieve zin, gevormd door be + verleden deelwoord (Mary at de mango -> de mango werd gegeten)
-
- Extern argument ontbreekt of is gedegradeerd tot een bij-zin
-
- Geen accusatieve case toegewezen
-
-
Grammaticaal subject: entiteit in specificator TP met nominatieve case. Het activeert subject-overeenstemming op werkwoord of hoogste hulpwerwoord
-
Thematisch subject: draagt externe 0-rol (agent of ervaarer)
-
Grammaticaal object: zusterelement aan V en draagt accusatieve case. In sommige talen activeert object werkwoorvervoeging anders dan dat van het subject (ontbrekend in passief)
-
Thematisch object: draagt interne 0-rol (thema, patiënt, doel)
-
Getpassief: om onbedoelde of onverwachte gebeurtenis (statief) uit te drukken Ondersteuning van "do" is noodzakelijk om polariteitsvragen te stellen, daarom verschijnt het hulpwerkwoord "get" niet onder T
-
Mediumstemconstructie: DP met 0-rol object verschijnt als subject
-
Mediumstem impliceert een algemene staat en vereist bijwoord of ontkenning
- a. Peter waste de kasjmiertrui
- b. Kasjmiertruien wassen niet makkelijk
-
Inherente naamval: case rechtstreeks toegekend door een lexicaal element (meestal een werkwoord), gebaseerd op semantische rol en woord blijft hetzelfde
-
Onpersoonlijk passief
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.