Podcast
Questions and Answers
Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van de toegenomen symptomen na initiële verbetering bij een man met influenza A pneumonie?
Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van de toegenomen symptomen na initiële verbetering bij een man met influenza A pneumonie?
- Influenza is teruggekeerd
- Een secundaire bacteriële infectie (correct)
- Virusmutatie
- Een secundaire schimmel infectie
Welke complicatie is geassocieerd met het bofvirus?
Welke complicatie is geassocieerd met het bofvirus?
- Doofheid (correct)
- Bacteriële meningitis
- Hartfalen
- Pneumonie
Welke van de volgende virussen wordt het meest verspreid door druppelinfectie?
Welke van de volgende virussen wordt het meest verspreid door druppelinfectie?
- Mazelenvirus (correct)
- RSV virus
- Bofvirus
- Parainfluenzavirus
Wat is de incubatietijd voor het bofvirus?
Wat is de incubatietijd voor het bofvirus?
Welke van de volgende symptomen is een eerste klacht bij mazelen?
Welke van de volgende symptomen is een eerste klacht bij mazelen?
Wat is de belangrijkste preventie voor infecties met bof, mazelen en RSV?
Wat is de belangrijkste preventie voor infecties met bof, mazelen en RSV?
Welke aandoening kan ernstige luchtwegklachten bij jonge kinderen veroorzaken?
Welke aandoening kan ernstige luchtwegklachten bij jonge kinderen veroorzaken?
Wat is een potentiële complicatie van een parainfluenzavirusinfectie?
Wat is een potentiële complicatie van een parainfluenzavirusinfectie?
Wat veroorzaakt influenza bij mensen en zoogdieren?
Wat veroorzaakt influenza bij mensen en zoogdieren?
Welke van de volgende types influenza virussen kan pandemieën veroorzaken?
Welke van de volgende types influenza virussen kan pandemieën veroorzaken?
Wat is de rol van neuraminidase in het influenza virus?
Wat is de rol van neuraminidase in het influenza virus?
Wat vindt er plaats tijdens antigenische drift?
Wat vindt er plaats tijdens antigenische drift?
Wat onderscheidt antigenische shift van antigenische drift?
Wat onderscheidt antigenische shift van antigenische drift?
Welke oppervlakte-eiwitten zijn betrokken bij het influenza virus?
Welke oppervlakte-eiwitten zijn betrokken bij het influenza virus?
Wat is een mogelijke gevolg van antigenische drift voor vaccinaties?
Wat is een mogelijke gevolg van antigenische drift voor vaccinaties?
Welke virussen vallen onder de paraorthomyxovirussen?
Welke virussen vallen onder de paraorthomyxovirussen?
Wat is antigenic shift?
Wat is antigenic shift?
Welke subtype van influenza is verantwoordelijk voor antigenic shift?
Welke subtype van influenza is verantwoordelijk voor antigenic shift?
Wat gebeurt er als iemand gelijktijdig met twee virustypen geïnfecteerd raakt?
Wat gebeurt er als iemand gelijktijdig met twee virustypen geïnfecteerd raakt?
Wat is een kenmerk van de virusnamen voor influenza A?
Wat is een kenmerk van de virusnamen voor influenza A?
Welke van de volgende virussen is een voorbeeld van een variant virus?
Welke van de volgende virussen is een voorbeeld van een variant virus?
Wat is de aanbevolen behandelingsmethode voor influenza als deze binnen 48 uur wordt gestart?
Wat is de aanbevolen behandelingsmethode voor influenza als deze binnen 48 uur wordt gestart?
Wat is een mogelijke complicatie van influenza bij ouderen en immuungecompromitteerden?
Wat is een mogelijke complicatie van influenza bij ouderen en immuungecompromitteerden?
Waarom is jaarlijkse vaccinatie tegen influenza belangrijk?
Waarom is jaarlijkse vaccinatie tegen influenza belangrijk?
Flashcards
Orthomyxovirussen
Orthomyxovirussen
Een familie van RNA-virussen die verantwoordelijk zijn voor de ziekte influenza (griep).
Influenza C
Influenza C
Een soort orthomyxovirus dat infecties bij mensen, varkens en honden veroorzaakt.
Antigenische shift
Antigenische shift
Een plotselinge, grote verandering in het genetisch materiaal van een virus, waardoor een nieuw subtype ontstaat met nieuwe antigenen.
Antigenische drift
Antigenische drift
Een geleidelijk proces van kleine genetische veranderingen in een virus, waardoor het zich aanpast en het immuunsysteem moeilijker kan herkennen.
Signup and view all the flashcards
Haemagglutinine (H)
Haemagglutinine (H)
Een oppervlakte-eiwit van het influenza-virus dat verantwoordelijk is voor het binden aan cellen in de keel en longen.
Signup and view all the flashcards
Neuraminidase (N)
Neuraminidase (N)
Een oppervlakte-eiwit van het influenza-virus dat betrokken is bij de afgifte van nieuwe virusdeeltjes.
Signup and view all the flashcards
Influenza A
Influenza A
Een type influenza dat pandemieën veroorzaakt. Het virus kan in verschillende dieren, waaronder mensen, leven.
Signup and view all the flashcards
Virusreplicatie
Virusreplicatie
Het proces waarbij een virus zich vermenigvuldigt en nieuwe virusdeeltjes creëert. Dit gebeurt in de gastheercel.
Signup and view all the flashcards
Antigene shift
Antigene shift
Een plotselinge en significante verandering in het genoom van influenza A virussen, wat resulteert in een nieuw virus subtype waarvoor geen immuniteit bestaat. Dit kan gebeuren wanneer iemand tegelijkertijd wordt geïnfecteerd met twee verschillende virustypen, waarvan één afkomstig is van vee of gevogelte.
Signup and view all the flashcards
Influenzavirus naamgeving
Influenzavirus naamgeving
Een classificatiesysteem voor influenza virussen, gebaseerd op het type, herkomst, stamnummer en jaar van verzameling.
Signup and view all the flashcards
Herkomst van influenza
Herkomst van influenza
Een variabele in de naamgeving van influenza virussen die verwijst naar de herkomst van het virus. Bijvoorbeeld "Avian" voor een virus dat afkomstig is van vogels.
Signup and view all the flashcards
Influenza pathologie
Influenza pathologie
Een infectie van de bovenste luchtwegen, soms met uitbreiding naar de onderste luchtwegen, die ernstige infecties kan veroorzaken bij ouderen en mensen met een zwak immuunsysteem.
Signup and view all the flashcards
Influenza vaccinatie
Influenza vaccinatie
Het jaarlijkse influenza vaccin is een belangrijke manier om te beschermen tegen de griep. De samenstelling van het vaccin wordt elk jaar aangepast om rekening te houden met de geanticipeerde circulerende influenza virussen.
Signup and view all the flashcards
Antivirale medicatie
Antivirale medicatie
Medicijnen die kunnen helpen bij de behandeling van influenza, maar alleen effectief zijn als ze vroegtijdig worden gestart, binnen 48 uur na de eerste symptomen.
Signup and view all the flashcards
Antigene drift
Antigene drift
Een belangrijke factor in het veranderen van influenza virussen, naast antigene shift. Het betreft kleine, geleidelijke veranderingen in het virusgenoom, die ertoe leiden dat het virus minder effectief wordt herkend door het immuunsysteem.
Signup and view all the flashcards
Wat is een secundaire bacteriële infectie?
Wat is een secundaire bacteriële infectie?
Een secundaire bacteriële infectie is een infectie die optreedt na een initiële infectie, zoals een griepinfectie. De bacteriën profiteren van het verzwakte immuunsysteem na de eerste infectie en kunnen ernstige complicaties veroorzaken.
Signup and view all the flashcards
Wat is een schimmel infectie na een griep?
Wat is een schimmel infectie na een griep?
Een schimmel infectie kan optreden na een primaire infectie, zoals een griepinfectie. Het verzwakte immuunsysteem is vatbaar voor schimmelgroei, met name in de longen. Invasieve pulmonale aspergillose is een ernstige schimmel infectie.
Signup and view all the flashcards
Wat is de bof?
Wat is de bof?
De bof, ook wel parotitis epidemica genoemd, is een besmettelijke ziekte veroorzaakt door het bofvirus. Het virus verspreidt zich via speeksel en lucht en veroorzaakt een pijnlijke zwelling van de speekselklieren.
Signup and view all the flashcards
Wat is mazelen?
Wat is mazelen?
Mazelen is een zeer besmettelijke ziekte veroorzaakt door het mazelenvirus. Het verspreidt zich door luchtwegen en direct contact. Typische symptomen zijn koorts, hoesten, loopneus, conjunctivitis en een uitslag die begint op het gelaat.
Signup and view all the flashcards
Wat zijn paramyxovirussen?
Wat zijn paramyxovirussen?
Paramyxovirussen zijn RNA-virussen die verschillende aandoeningen kunnen veroorzaken. RSV (Respiratoir Syncytieel Virus) veroorzaakt milde luchtwegklachten, maar kan ernstiger verlopen bij jonge kinderen. Parainfluenza veroorzaakt luchtwegklachten en croup.
Signup and view all the flashcards
Wat is croup?
Wat is croup?
Croup is een aandoening van de bovenste luchtwegen die vaak wordt veroorzaakt door het parainfluenza virus. Het veroorzaakt een kenmerkende blaffende hoest, heesheid en moeite met ademhalen.
Signup and view all the flashcards
Wat is de beste preventie tegen bof, mazelen en RSV?
Wat is de beste preventie tegen bof, mazelen en RSV?
Vaccinatie tegen bof en mazelen is belangrijk om deze besmettelijke ziekten te voorkomen. Er is ook een vaccin beschikbaar tegen RSV, wat de ernst van de ziekte kan verminderen.
Signup and view all the flashcardsStudy Notes
Virussen
- Verschillende virussen worden genoemd, waaronder Orthomyxovirussen, Paraorthomyxovirussen, Arbovirussen en Rabiës.
Orthomyxovirussen & Paraorthomyxovirussen
-
Orthomyxovirussen omvatten vooral het influenzavirus (A, B en C).
-
Influenza A kan pandemieën veroorzaken, beïnvloedt zoogdieren en vogels.
-
Influenza B vooral mensen en zeehonden.
-
Influenza C mensen, varkens en honden.
-
Influenza A is verantwoordelijk voor pandemieën en heeft een hoge virulentie.
-
Het RNA-genoom van Influenza A is gevoelig voor mutaties, wat aanleiding geeft tot antigene drift.
-
Onder Paraorthomyxovirussen vallen het bofvirus, parainfluenzavirussen en mazelenvirus.
-
Deze virussen veroorzaken vaak bovenste luchtweginfecties.
-
Soms zijn de infecties ernstiger bij ouderen en mensen met een verzwakt immuunsysteem.
-
Soms kunnen secundaire bacteriële infecties optreden.
Arbovirussen
- Arbovirussen worden niet verder uitgelegd in de tekst.
Rabiës
- Rabies wordt genoemd, maar er is geen extra informatie over dit virus.
Pathologie (Influenza)
- Over het algemeen leiden infecties tot bovenste luchtweginfecties, maar soms kunnen deze zich verspreiden naar de onderste luchtwegen.
- Ernstige infecties kunnen voorkomen bij ouderen en immuungecompromitteerden.
- Secundaire bacteriële infecties zijn mogelijk, zoals infecties door stafylokokken.
Preventie & Behandeling (Influenza)
- Vaccinatie is een belangrijke preventieve maatregel tegen influenza.
- Deze vaccinatie kan jaarlijks aangepast worden door de antigene drift en shift.
- Vaccinatie is aanbevolen voor kwetsbare groepen, zoals ouderen en gezondheidswerkers.
- Antivirale medicatie kan effectief zijn bij behandeling, mits tijdig gestart.
Casus
- Er wordt een casus besproken van een 65-jarige patiënt met verschillende medische voorgeschiedenissen die opgenomen is met een influenza A-pneumonie.
- Na beademing vertoont de patiënt herstel, maar later komen de klachten terug met koorts, meer sputum en een hogere zuurstofbehoefte.
Naamgeving
- De naamgeving van de virussen omvat de antigenen, herkomst (bijv. mens, varken, vogel), het stamnummer en het collectiedatum.
Voorbeelden
- Het 2009-pandemievirus had de naam A(H1N1)pdm09 gekregen.
- Variantvirussen zoals A(H3N2)v komen voor bij infecties van mensen met varkensvirussen.
Paramixoviren
- Onder deze groep varen RSV, Parainfluenza en het bofvirus.
- RSV leidt tot milde luchtweginfecties, maar bij jonge kinderen kan het verloop ernstiger zijn. Parainfluenza veroorzaakt luchtwegklachten en croup.
- De bof virus geeft vaak een pijnlijke zwelling in de speekselklieren.
Mazelenvirus
- De overdracht gebeurt via druppeltjes, contact is zeer besmettelijk.
- Symptomen beginnen 7-14 dagen na blootstelling, met koorts, hoesten, loopneus, en conjunctivitis.
- Koplik-vlekjes verschijnen na 2-3 dagen en een huiduitslag volgt na 3-5 dagen.
- Complicaties zoals pneumonie en encefalitis kunnen optreden.
Vragen
- Er wordt gevraagd naar mogelijke diagnostische mogelijkheden.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.