Virussen en hun replicatie
32 Questions
1 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is een kenmerk van virussen?

  • Ze kunnen zich zelfstandig vermenigvuldigen.
  • Ze kunnen enkel buiten een gastheer overleven.
  • Ze vermenigvuldigen zich alleen binnen een andere cel. (correct)
  • Ze hebben een celwand zoals schimmels.

Wat bevat een virus niet?

  • Enveloppe van vetten
  • DNA of RNA
  • Celwand (correct)
  • Eiwitmantel (capside)

Wat onderscheidt RNA-virussen van DNA-virussen?

  • RNA-virussen hebben een andere structuur voor genetisch materiaal. (correct)
  • RNA-virussen bevatten geen eiwitmantel.
  • RNA-virussen zijn altijd schadelijk voor de mens.
  • RNA-virussen vermenigvuldigen tot een hoger aantal dan DNA-virussen.

Welke van de volgende aandoeningen wordt veroorzaakt door een virus?

<p>Influenza (D)</p> Signup and view all the answers

Welk antiviraal middel is specifiek gericht op HIV?

<p>Zidovudine (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is meestal waar over virale infecties?

<p>Ze kunnen zich uitbreiden naar andere gastheertypes. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijke functie van vaccinatie?

<p>Het stimuleert het immuunsysteem om virussen te bestrijden. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is waar over Ebola?

<p>Ebola is een zeer besmettelijk virus. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste verschil in suikerstructuur tussen DNA en RNA?

<p>DNA bevat deoxyribose en RNA bevat ribose. (A)</p> Signup and view all the answers

Tijdens welke fase van de virale replicatie wordt het virus ontdaan van zijn eiwitmantel?

<p>Ontmanteling van het virus (B)</p> Signup and view all the answers

Welke bewering over de virale replicatiecyclus is waar?

<p>Virale eiwitten worden gesynthetiseerd tijdens de replicatiefase. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er in stap 1 van de virale replicatiecyclus?

<p>Het virus bindt aan de cel door receptorinteractie. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van de Thymine base in DNA?

<p>Het is een van de vier stikstofbasen die DNA samenstellen. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke methode wordt niet gebruikt voor de penetratie van het virus in de gastheercel?

<p>Celmitose (B)</p> Signup and view all the answers

Hoe wordt het virus vrijgegeven na de replicatiefase?

<p>Door lysing of budding. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van (+)ss RNA virussen?

<p>Ze kunnen direct als mRNA fungeren. (B)</p> Signup and view all the answers

Welk enzym is verantwoordelijk voor het teruglezen van RNA naar DNA in ss RNA RT virussen?

<p>Reverse transcriptase (C)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met het genoom RNA nadat het is overgeschreven in de nucleus?

<p>Het RNA wordt uitgescheiden in het cytoplasma. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke virussen zijn voorbeelden van ss RNA RT virussen?

<p>HIV en HTLV (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van integrase in reverse transcriptase virussen?

<p>Het incorporeert DNA in het gastheergenoom. (A)</p> Signup and view all the answers

Welk van de volgende virussen staat bekend als een oorzaak van hepatocellulair carcinoom?

<p>Hepatitis B (D)</p> Signup and view all the answers

Welke bewering over virussen is waar?

<p>Virussen gebruiken de organen van cellen om te repliceren. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is het doel van het enzym proteinase in ss RNA RT virussen?

<p>Het knippen van capside eiwitten in de juiste grootte. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een voordeel van virussen binnen ecosystemen?

<p>Ze helpen bij het voorkomen van overgroei door algen. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van aciclovir in de behandeling van herpes-infecties?

<p>Het is een nucleoside analoog dat ingebouwd wordt in het DNA van herpesvirussen. (D)</p> Signup and view all the answers

Welk antiviraal middel gaat competitieve remming aan met guanosine voor CMV DNA polymerase?

<p>Ganciclovir (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste werkingsmechanisme van interferon bij de behandeling van hepatitis B en C?

<p>Het remt RNA synthese en translatie. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijke reden voor combinatietherapie bij HIV-behandeling?

<p>Het helpt bij het voorkomen van therapie-geïnduceerde mutaties. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen over vaccinatie is juist?

<p>Vaccinatie stelt het immuunsysteem in staat om infecties te bestrijden voordat ze zich ontwikkelen. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat typeert het gebruik van gelaagd (verzwakt) vaccins?

<p>Ze bevatten levende, maar verzwakte vormen van ziekteverwekkers. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn de voordelen van mRNA-vaccins?

<p>Ze kunnen een specifieke immunogene eiwitrespons opwekken. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van reverse transcriptase inhibitors in de HIV-behandeling?

<p>Ze belemmeren de omzetting van RNA naar DNA. (B)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Functie van DNA en RNA

DNA codeert genetische informatie en RNA zet deze informatie om in eiwitten.

Suiker in backbone van DNA en RNA

DNA bevat deoxyribose en RNA bevat ribose.

Basen in DNA en RNA

DNA bevat thymine en RNA bevat uracil.

Structuur van DNA en RNA

DNA heeft een dubbele helix structuur en RNA heeft een enkele streng structuur.

Signup and view all the flashcards

Locatie van DNA en RNA

DNA bevindt zich in de kern van de cel en RNA bevindt zich in het cytoplasma.

Signup and view all the flashcards

Binding van een virus aan een cel?

Virussen binden aan het celoppervlak van de gastheercel door middel van eiwitten in het virale capside die specifiek aan een receptor binden. De receptor is specifiek voor bepaalde virale capside-eiwitten.

Signup and view all the flashcards

Penetratie van een virus in een cel

Na binding aan de cel dringt het virus de cel binnen via endocytose of membraanfusie.

Signup and view all the flashcards

Ontmanteling van een virus

De eiwitmantel van het virus wordt verwijderd door enzymen van het virus zelf of de gastheer, waardoor het virale genoom ‘naakt’ in het cytoplasma van de cel terecht komt.

Signup and view all the flashcards

Wat is een virus?

Een levenloos deeltje dat enkel kan overleven en zich kan vermenigvuldigen binnen een levend organisme zoals een bacterie, parasiet, plant, dier of mens.

Signup and view all the flashcards

Waaruit bestaat een virus?

Bevat een genetisch materiaal (DNA of RNA), een eiwitmantel (Capside) en soms een extra vettenjasje (enveloppe).

Signup and view all the flashcards

Wat is de replicatie cyclus van een virus?

De vermenigvuldiging van virussen vindt enkel plaats binnen een levend organisme. Het virus dringt de cel binnen, gebruikt de cel om nieuwe virussen te maken en verlaat de cel om zich te verspreiden.

Signup and view all the flashcards

Wat is een virale infectie?

Een infectie veroorzaakt door een virus, waarbij het virus zich in het lichaam vermenigvuldigt en ziektesymptomen veroorzaakt

Signup and view all the flashcards

Wat zijn antivirale middelen?

Medicijnen die specifiek ontworpen zijn om virale infecties te behandelen door de replicatie van het virus te stoppen.

Signup and view all the flashcards

Wat is een vaccin?

Een vaccin is een zwakke of gedode versie van een virus, waardoor het immuunsysteem antilichamen aanmaakt om bescherming te bieden tegen de infectie

Signup and view all the flashcards

Wat is het verschil tussen RNA en DNA?

RNA is een enkelstrengig molecuul, terwijl DNA een dubbele helix is. RNA bevat Uracil in plaats van Thymine.

Signup and view all the flashcards

Waarom is een virus niet levend?

Een virus is een levenloos deeltje dat niet zelfstandig kan overleven en zich vermenigvuldigen.

Signup and view all the flashcards

Celreceptor bindende antivirale middelen

Een soort antiviraal middel dat zich bindt aan de receptor van de gastheercel, waardoor het virus niet meer in de cel kan komen.

Signup and view all the flashcards

Proteaseremmers

Een groep antivirale middelen die de vorming van virale eiwitten blokkeren door de werking van virale proteasen te remmen.

Signup and view all the flashcards

Reverse transcriptase-remmers

Antivirale middelen die specifiek de omzetting van viraal RNA naar DNA blokkeren, een proces dat cruciaal is voor de replicatie van bepaalde virussen.

Signup and view all the flashcards

Levende vaccins

Een vorm van vaccin dat gebruik maakt van verzwakte, maar nog steeds levende, virussen of bacteriën om een immuunrespons te stimuleren.

Signup and view all the flashcards

Geinactiveerde vaccins

Een vorm van vaccinatie die gebruikmaakt van een inactief, gedood virus of bacterie om een immuunrespons te stimuleren.

Signup and view all the flashcards

mRNA vaccinatie

Een vaccinatiemethode waarbij mRNA wordt gebruikt om een immuunrespons te stimuleren.

Signup and view all the flashcards

Aciclovir

Een antiviraal middel dat wordt gebruikt voor de behandeling van herpesinfecties. Het werkt door zich te integreren in het virale DNA en zo verdere replicatie te stoppen.

Signup and view all the flashcards

Ganciclovir

Een antiviraal middel dat effectief is tegen cytomegalovirus (CMV). Het blokkeert de replicatie van CMV door competitie met guanosine voor CMV DNA polymerase.

Signup and view all the flashcards

Ss RNA RT virus

Een virus dat een ssRNA genoom bezit en een enzym genaamd 'reverse transcriptase' gebruikt om dit RNA terug te lezen naar DNA. Dit DNA wordt vervolgens in het humane genoom geïntegreerd, waardoor het virus zich kan vermenigvuldigen en nieuwe virale RNA en eiwitten kan produceren. Voorbeelden van ssRNA RT virussen zijn HIV en HTLV.

Signup and view all the flashcards

Reverse transcriptase

Een enzym dat aanwezig is in ssRNA RT virussen. 'Reverse transcriptase' leest RNA terug naar DNA, wat vervolgens in het humane genoom wordt geïntegreerd. Dit proces maakt het mogelijk voor het virus om zich te repliceren.

Signup and view all the flashcards

Integrase

Een enzym dat aanwezig is in ssRNA RT virussen. Integrase integreert viraal DNA in het humane genoom, waardoor de virusreplicatie kan plaatsvinden.

Signup and view all the flashcards

Ds DNA-RT virus

Een groep van virussen die een dsDNA genoom bevatten en een enzym genaamd 'reverse transcriptase' gebruiken om dit DNA terug te lezen naar RNA. Dit RNA wordt vervolgens gebruikt om nieuwe virale DNA te repliceren. Voorbeeld: Hepatitis B.

Signup and view all the flashcards

Hepatitis B virus

Een type dsDNA-RT virus dat een leverinfectie veroorzaakt en in sommige gevallen kan leiden tot leverkanker.

Signup and view all the flashcards

Virussen die kanker veroorzaken

Virussen die een rol spelen in het ontstaan van kanker. Voorbeelden: Hepatitis B en C, Epstein Barr virus, Humaan papillomavirus en HTLV.

Signup and view all the flashcards

Behandeling van virusinfecties

De behandeling van virusinfecties. Er zijn verschillende benaderingen, waaronder antivirale medicijnen die de replicatie van virussen remmen en immuuntherapieën die het lichaam helpen de infectie te bestrijden.

Signup and view all the flashcards

Beperkte behandelmogelijkheden voor virusinfecties

Virussen hebben geen eigen metabolisme en zijn afhankelijk van de cellen van de gastheer om te repliceren. Hoewel ze enzymen bezitten, is het moeilijk om virussen met systemische therapie te bestrijden. Er zijn wel virucide middelen, maar deze zijn vooral geschikt voor extern gebruik.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Virussen - Algemeen

  • Virussen zijn micro-organismen.
  • Ze overleven slechts korte tijd buiten een ander organisme.
  • Ze vermenigvuldigen zich alleen in andere organismen.
  • Virussen bestaan uit DNA/RNA, een eiwitmantel (capsid) en soms ook een vetlaag (enveloppe).

Virale Replicatie

  • Virtuele replicatie heeft 6 stappen.
  • Binding aan cel
  • Penetratie
  • Ontmanteling van het virus
  • Replicatie van het virale genoom
  • Assemblage van het virus
  • Release van het virus

Classificatie van virussen

  • DNA-virussen
  • RNA-virussen
    • Retrovirussen
      • Ze bevatten naast RNA 3 enzymen: reverse transcriptase, protease, integrase.
        • Reverse transcriptase leest RNA terug naar DNA
        • RNA wordt geïncorporeerd in het humane genoom (middels integrase).
        • Voorbeelden: HIV, HTLV-1 t/m 4
    • Ss RNA RT virussen
      • Genoom RNA wordt naar het cytoplasma verplaatst, en mRNA gaat vanuit de kern naar het cytoplasma.
      • Virus eiwitten worden gemaakt (capside, enzymen).
      • Virus assemblage vindt plaats in het cytoplasma.
      • Voorbeelden: HIV, HTLV
    • Andere RNA-virussen
  • ds DNA-RT virussen
    • Maakt eerst RNA, dat wordt teruggelezen naar DNA.
    • Voorbeeld: Hepatitis B

Soorten Vaccinaties

  • Levende (verzwakte) virussen (bv Gele Koorts)
  • Geïnactiveerde virussen (bv Polio, Hepatitis A, Rabies)
  • Gesynthetiseerde onderdelen van het pathogeen (bv recombinante DNA vaccinaties, bv Hepatitis B)
  • mRNA vaccins (bv COVID-19)

Resistentie

  • Spontane mutaties
  • Door therapie geïnduceerde mutaties
  • Preventie van mutaties door combinatietherapie

Antivirale middelen

  • Aciclovir/Valaciclovir (behandeling herpes infecties; nucleoside analoog)
  • Ganciclovir/Valganciclovir (behandeling CMV ; nucleoside analoog)
  • Interferon (stimuleert immuunsysteem)
  • Retrovirale middelen (behandeling HIV: reverse transcriptase remmers, nucleoside of non-nucleoside, protease remmers, integrase remmers)

Virale infecties

  • Sommige virussen leiden tot ernstige ziektes en maligniteiten.
  • Andere virussen veroorzaken mildere klachten

Andere belangrijke informatie

  • Schimmels hebben een celwand.
  • Dermatofyten gebruiken keratine als energiebron.
  • Amfotericine B werkt door binding aan ergosterol.
  • Histoplasmose kan ook bij gezonde mensen optreden
    • bij immuun-gecompromitteerden komt gedissemineerde histoplasmose voor.
    • Typische symptomen: koorts, gewichtsverlies, huidafwijkingen, longbeeld, leverenzymstoornissen en verhoogd LDH, pancytopenie
  • Als de buffy coat negatief is, is een gedissemineerde histoplasmose mogelijk uitgesloten.
  • Een Candida oesofagitis wordt bij voorkeur behandeld met fluconazol.
  • Een allergische bronchopulmonale aspergillose kan alleen voorkomen bij mensen met een pre-existente longziekte.
  • Aspergillose is niet resistent tegen fluconazol.
  • Bij een cryptococcen meningitis zie je vaak een heel lage openingsdruk bij de LP.
  • De mortaliteit van een cryptococcen meningitis is 30-70%.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Description

Ontdek de fascinerende wereld van virussen, inclusief hun structuur, replicatiestappen en classificatie. Dit quiz biedt inzicht in de eigenschappen van DNA- en RNA-virussen, evenals hun unieke kenmerken zoals reverse transcriptase in retrovirussen. Leer meer over hoe virussen zich ontwikkelen en verspreiden.

More Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Browser