Vergelijking Historische Periodes

De overgang van een landbouweconomie naar een industriële economie, met focus op fabrieken en massaproductie.

De overgang van een industriële economie naar een economie die gericht is op diensten, informatie en technologie.

De vroegste vorm van samenlevingen, waar mensen nomadisch leven en jagen en verzamelen voor voedsel.

Een samenleving gebaseerd op landbouw, waar mensen permanent wonen en gewassen verbouwen.

Een samenleving gebaseerd op industrie, massaproductie en fabrieken.

Een samenleving die wordt gekenmerkt door de dominante rol van de dienstensector, technologie en informatie.

De manier waarop mensen samenleven en met elkaar omgaan in een specifieke groep of gemeenschap.

Het geheel van kunst, religie, technologie, wetenschap en leefgewoonten die een cultuur bepalen.

De grondwet van 1831 in België introduceerde verschillende standpunten, waaronder godsdienstvrijheid en onderwijsvrijheid voor de katholieken, en politieke vrijheid en persvrijheid voor de liberalen.

De grondwet van 1831 in België definieerde het kiesrecht, waarbij enkel burgers met een bepaalde sociale status of inkomen mochten stemmen.

De grondwet van 1831 introduceerde een belangrijk principe: de scheiding der machten. Dit verdeelt de macht over drie takken: de wetgevende macht (wetten maken), de uitvoerende macht (wetten toepassen) en de rechterlijke macht (wetsovertredingen bestraffen).

De grondwet van 1831 creëerde een constitutionele parlementaire monarchie, een systeem dat de macht van de koning beperkt en tegelijkertijd de rol van het parlement versterkt.

Het marxisme, het socialisme en de christendemocratie delen de bezorgdheid rond sociale ongelijkheid, maar ze verschillen in hun aanpak. Het marxisme benadrukt een wetenschappelijke analyse en kritiek op het kapitalisme, terwijl het socialisme zich richt op het oplossen van armoede. De christendemocratie verzet zich tegen zowel het socialisme als het kapitalisme en pleit voor maatschappelijke hervormingen.

Een periode van snelle technologische vooruitgang, vooral in Engeland, vanaf 1760, gekenmerkt door de introductie van stoommachines, spinmachines en stoomtreinen. Deze innovaties leidden tot massaproductie en de opkomst van fabrieken.

Een periode van snelle technologische vooruitgang, gekenmerkt door de introductie van elektriciteit, staal en de verbrandingsmotor. Deze innovaties leidden tot verdere mechanisering, groei van steden en de opkomst van nieuwe industrieën.

Het proces van het overschakelen van handarbeid naar machineproductie in fabrieken, wat leidde tot massaproductie en de groei van steden.

Een belangrijk kenmerk van de 1ste Industriële Revolutie, waarbij steenkool de vervanging van houtskool als energiebron werd. Steenkool werd gebruikt voor stoommachines en in hoogovens.

Een belangrijke innovatie in de 1ste Industriële Revolutie, waarbij ijzer een nieuw constructiemateriaal in machines en gebouwen werd.

Een sociale klasse van mensen zonder eigendommen die afhankelijk zijn van hun loon om te overleven. Ze worden gekenmerkt door kwetsbaarheid voor armoede en zijn gedwongen om te werken voor anderen.

De wetten die vanaf de 19e eeuw werden ingevoerd om kinderarbeid te reguleren, beschermen kinderen en stellen limieten voor werkuren en arbeidsomstandigheden.

De praktijk van het inzetten van kinderen in fabrieken tijdens de Industriële Revolutie, gekenmerkt door lange werkuren, gevaarlijke omstandigheden en laag loon.

De Belgische opstand van 1830 die leidde tot de onafhankelijkheid van België van Nederland. Dit was een belangrijke gebeurtenis in de geschiedenis van België.

De politieke beweging die de eenheid van België bepleitte en de opstand tegen Nederland in 1830 leidde. Deze beweging bestond uit liberalen en katholieken.

Het streven van een land om zijn macht en invloed uit te breiden naar andere gebieden, vaak door kolonisatie en het uitbuiten van de bevolking en middelen van die gebieden.

De voordelen van imperialisme voor de kolonisator, zoals het vergroten van de eigen macht, het exploiteren van goedkope grondstoffen en het creëren van nieuwe afzetmarkten.

De nadelen van imperialisme voor de kolonisator, zoals hoge investeringen, militaire inspanningen en politieke conflicten met de gekoloniseerde gebieden.

De voordelen van imperialisme voor de gekoloniseerde gebieden, zoals bescherming tegen slavernij, verbeterde gezondheidszorg en toegang tot westerse technologie.

De nadelen van imperialisme voor de gekoloniseerde gebieden, zoals gebrek aan politieke inspraak, economische uitbuiting en het verdwijnen van de traditionele manier van leven.

Een internationale conferentie in 1885 waar Europese mogendheden de verdeling van Afrika onder elkaar afspraken, zonder rekening te houden met de Afrikaanse bevolking.

De kolonisatie van Congo door België, die werd geleid door Koning Leopold II en resulteerde in extreme uitbuiting en wreedheden tegenover de Congolese bevolking.

De rol van Koning Leopold II in de kolonisatie van Congo, waarbij hij beweerde dat hij Congo om humanitaire redenen wilde overnemen, maar in de praktijk de bevolking wreed uitbuitte.

De gevolgen van de kolonisatie van Congo door Leopold II, die resulteerden in de dood van miljoenen Congolezen door geweld, honger en overwerk.

De aanleiding voor de Eerste Wereldoorlog, die begon met de moord op de Oostenrijkse aartshertog in Sarajevo en het ultimatum van Oostenrijk-Hongarije aan Servië.

De oorzaken van de Eerste Wereldoorlog, waaronder de Frans-Pruisische oorlog, de Boerenoorlog, de Balkanoorlogen, de economische rivaliteit en de militaire opmars van Duitsland.

Belangrijke gebeurtenissen tijdens de Eerste Wereldoorlog, zoals de Slag aan de Marne, de Eerste Slag aan de Ijzer, de Tweede Slag aan de Ieper, de Slag om Verdun en de duikbotenoorlog.

De kenmerken van de Eerste Wereldoorlog, waaronder de militaire, politieke, economische en sociale aspecten, zoals de ontwikkeling van nieuwe wapens, de deelname van grote mogendheden, de invloed op de economie en de propaganda.

De gevolgen van de Eerste Wereldoorlog, die resulteerden in miljoenen slachtoffers, economische schade, politieke instabiliteit en de opkomst van nieuwe ideologieën.

Een wereldorde met 2 polen, 2 volledig tegengestelde ideologieën.

De periode na WO II tot 1991, gekenmerkt door spanningen tussen het communistische oosten en het liberale westen.

Een wedloop tussen de VS en de SU om zoveel mogelijk wapens te bezitten.

Een economisch systeem waarin de staat alle goederen en diensten controleert.

Een metaforische grens tussen het communistische oosten en het liberale westen.

Een economisch systeem gebaseerd op winst maken door investeringen.

Amerikaanse strategie om landen te beschermen tegen communistische bedreigingen.

Een defensieverbond van westerse landen tegen het communisme.

Sovjetstrategie om socialistische landen te beschermen tegen kapitalistische invloeden.

Defensiegemeenschap van communistische landen tegen het westen.

De eerste confrontatie tijdens de Koude Oorlog, waarbij de SU Berlijn afsloot.

De opdeling van Duitsland in de communistische DDR en de liberale BRD.

Een muur gebouwd in 1961 om de vlucht uit Oost-Berlijn te stoppen.

Hervormingspolitiek van Gorbatsjov gericht op meer openheid en democratische hervormingen.

Hervormingspolitiek van Gorbatsjov gericht op economische hervormingen.

Het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991.

De Jodenraad was een raadsvergadering samengesteld door de nazi's, bestaande uit Joodse leiders, en die werd gepresenteerd als een manier voor de Joodse gemeenschap om mee te werken met de nazi's. De nazi's bedrogen echter de Jodenraad om hun macht en invloed te versterken en de Joden te onderdrukken. De Jodenraad had geen echte macht maar werd gebruikt om bevelen door te geven aan zijn eigen volk.

Na de oprichting van de Jodenraad werden alle Joden verplicht om een gele davidster te dragen. Dit was een vorm van stigmatisering waardoor ze gemakkelijk te herkennen waren voor de nazi's.

Joodse gemeenschappen werden fysiek gescheiden van de rest van de bevolking en ingesloten in getto's, overbevolkte en afgesloten gebieden met beperkte toevoer van voedsel en medische hulp.

De nazi's maakten valse beloften aan Joden die naar het oosten zouden worden gedeporteerd, beloven dat zij daar werk zouden vinden en betere leefomstandigheden zouden krijgen. Dit was slechts een verkapte manier om hen te misleiden en te transporteren naar concentratiekampen.

Bij aankomst in de concentratiekampen werden Joden onderworpen aan selectie door nazi's. Op basis van hun kracht en gezondheid, werden Joden gescheiden. Degenen die geschikt werden geacht voor onmiddellijke arbeid werden gespaard, terwijl de anderen werden teruggestuurd naar de gaskamers.

De Volkenbond was een eerdere organisatie voor wereldvrede die gefaald had. De VN werd in 1945 opgericht, na de Tweede Wereldoorlog, als een nieuwe poging om vredesbewaking en internationale samenwerking te bevorderen.

De VN heeft als doel duurzamen vrede tussen staten te bevorderen, en de samenwerking tussen landen te stimuleren op verschillende gebieden zoals mensenrechten, economie en onderwijs.

De Algemene Vergadering is een belangrijk orgaan van de VN waar alle landen de kans krijgen om voorstellen te bespreken en te stemmen over belangrijke kwesties. De Algemene Vergadering heeft echter geen bindende macht. De Veiligheidsraad heeft de macht om bindende besluiten te nemen.

De Veiligheidsraad van de VN is verantwoordelijk voor het handhaven van de internationale vrede en veiligheid. De Veiligheidsraad kan besluiten nemen die bindend zijn voor alle VN-leden. Deze besluiten kunnen sancties of militaire interventies omvatten.

Het Secretariaat van de VN verantwoordelijk voor de dagelijkse administratieve taken van de organisatie, zoals het organiseren van internationale conferenties en het vertalen van documenten.

Het Internationaal Gerechtshof is het belangrijkste juridische orgaan van de VN. Het beslist geschillen tussen staten en geeft advies aan andere VN-organen.

In 2016 heeft de VN 17 doelen voor duurzame ontwikkeling vastgelegd. Deze doelen hebben betrekking op verschillende gebieden zoals armoedebestrijding, onderwijs, milieubescherming en gelijke kansen.

Het Vetorecht is een recht van sommige landen in de Veiligheidsraad van de VN om een besluit te blokkeren, zelfs als de meerderheid van de landen ervoor stemt. De vijf permanente leden, de VS, Rusland, China, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, hebben dit veto recht.

De EU is een politieke en economische unie van landen in Europa, met als doel vrede en welvaart te promoten en samenwerkingsverbanden te bevorderen.

De Europese Raad bepaalt de algemene politieke koers van de EU en legt de strategische doelen vast.

Het Europees Parlement wordt gekozen door de burgers van de EU-landen en is verantwoordelijk voor het opstellen en goedkeuren van wetten, het controleren van de Europese Commissie en het bevorderen van de belangen van de burgers.