Tics and Tourette Syndrome - M. Danckaerts, UPC KU Leuven

Study Notes

Tic is een plots, snel, herhaald, ongewenst, niet-ritmisch, motorische beweging of vocalisatie.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen eenvoudig en complex tic, afhankelijk van hoeveel spiergroepen zijn betrokken en of het lijkt doelgericht.
Tics ontstaan meestal tussen de leeftijd van 4 en 11 jaar, met een mediaan leerlingenleeftijd van 7 jaar.
Tics variëren in intensiteit en kunnen waxen (vergroten) en wannen (verminderen).
Tourette-syndroom is een multipele motorische en/of vocale tic die gedurende meer dan een jaar aanwezig is en niet secundair is.
Stress is een modulator voor tics, meer stress leidt meestal tot meer tics.
Er zijn drie vormen van Tourette-syndroom volgens DSM-5, afhankelijk van de aanwezigheid van meerdere motorische tics en/of vocale tics in een episode.
Tics kunnen grote beperkingen in het normale leven veroorzaken, in spreken, eten, bewegen etc.
Comorbiditeiten van Tourette-syndroom omvatten ADHD, OCD, angst- en stemmingsproblemen, en autisme-spectrumstoornissen.
Co-fenomenen van Tourette-syndroom omvatten echofenomenen en coprofenomenen, waaronder zelfverwonding door sterke tics.
De etiologie van Tourette-syndroom kan primair of secundair zijn.
Primair Tourette-syndroom is genetisch, terwijl secundair Tourette-syndroom vermoedelijk een andere primaire pathofysiologie is.
Bij Tourette-syndroom bij autisme: bepaalde gewoontes gaan snel en heftig uitgevoerd, waardoor het tics lijken.
Eerstegraadsverwanten van Tourette-syndroom hebben een risicocoefficiënt x 10-1.

Description

Summary of the phenomenology of tics and Tourette syndrome according to M. Danckaerts, UPC KU Leuven. The content includes the classification of tics, age of onset, waxing and waning nature, and the DSM-5 criteria for Tourette syndrome.