Sociale Structuur, Posities en Rollen

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson
Download our mobile app to listen on the go
Get App

Questions and Answers

Wat is de meest accurate definitie van 'sociale structuur'?

  • Een willekeurige verzameling van individuen in een gemeenschap.
  • De economische status van een bepaalde bevolkingsgroep.
  • De individuele kenmerken van een persoon binnen een samenleving.
  • De vorm waarin het samenleven georganiseerd is. (correct)

Een 'positieset' verwijst naar één enkele sociale positie die een persoon inneemt.

False (B)

Geef een voorbeeld van een 'rolpartner' in de context van een sociale rol.

Leerling-leerkracht

____________ is de strijd waarbij een bepaald rolpatroon wordt doorbroken en nieuwe rechten worden verworven.

<p>Emancipatie</p> Signup and view all the answers

Match de volgende typen rolconflicten met hun beschrijving:

<p>Intern rolconflict = Conflict binnen één sociale positie door tegenstrijdige verwachtingen. Extern rolconflict = Conflict dat ontstaat wanneer iemand tegenstrijdige verwachtingen ervaart vanuit twee verschillende sociale posities.</p> Signup and view all the answers

Wat is 'rolverwarring'?

<p>Een situatie waarin iemand niet weet welk gedrag passend is in een bepaalde situatie. (C)</p> Signup and view all the answers

'Sociaal aanzien' is hetzelfde als 'sociale status'.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Noem een factor die bijdraagt aan sociale stratificatie.

<p>Leeftijd, geslacht, migratiegeschiedenis, gezondheid, burgerlijke staat, socio-economische status (SES)</p> Signup and view all the answers

In een ____________ zijn de groepen die deel uitmaken van de sociale structuur ongelijk verdeeld.

<p>gelaagde samenleving</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende kenmerken is typerend voor een standenmaatschappij?

<p>Indeling op basis van geboorte en afkomst. (D)</p> Signup and view all the answers

In een klassenmaatschappij wordt iemands positie uitsluitend bepaald door geboorte.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van 'sociale zekerheid' in een samenleving?

<p>Sociale ongelijkheid tegengaan</p> Signup and view all the answers

Een ____________ is een maatschappij waarin sociale mobiliteit mogelijk is op basis van eigen verdiensten.

<p>meritocratische samenleving</p> Signup and view all the answers

Wat wordt verstaan onder 'sociale mobiliteit'?

<p>Een verandering van sociale positie, soms ook van sociale laag. (C)</p> Signup and view all the answers

Horizontale mobiliteit houdt altijd een verandering van sociale laag in.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het verschil tussen intergenerationele en intragenerationele mobiliteit?

<p>Intergenerationele mobiliteit is de verandering ten opzichte van de vorige generatie, terwijl intragenerationele mobiliteit de verandering binnen de eigen generatie is.</p> Signup and view all the answers

In een ____________ samenleving is sociale mobiliteit beperkt en staat je sociale positie vast vanaf je geboorte.

<p>gesloten</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende is een voorbeeld van verticale mobiliteit?

<p>Een arbeider die promoveert tot manager. (B)</p> Signup and view all the answers

In een open samenleving is sociale mobiliteit onmogelijk.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Noem een voorbeeld van een factor die kansarmoede kan beïnvloeden.

<p>Afkomst</p> Signup and view all the answers

Signup and view all the answers

Flashcards

Sociale structuur

Vorm van georganiseerd samenleven.

Positieset

Alle sociale posities die iemand op een bepaald moment inneemt.

Sociale rol

Verwachtingen over hoe iemand een positie moet vervullen.

Rolgedrag

Gedrag gebaseerd op positie en rol in de maatschappij.

Signup and view all the flashcards

Sociale controle

Toezicht op iemands gedrag volgens sociale rol.

Signup and view all the flashcards

Rolmodellen

Personen met een voorbeeldfunctie.

Signup and view all the flashcards

Rolpatronen

Vaste gedragingen behorend bij een sociale rol.

Signup and view all the flashcards

Emancipatie

Strijd om rolpatronen te doorbreken en rechten te verwerven.

Signup and view all the flashcards

Intern rolconflict

Conflict binnen één sociale positie door tegenstrijdige verwachtingen.

Signup and view all the flashcards

Extern rolconflict

Conflict tussen verschillende sociale posities die iemand tegelijk uitoefent.

Signup and view all the flashcards

Sociale status

Waardering van anderen voor iemands sociale positie.

Signup and view all the flashcards

Sociaal aanzien

Erkenning voor het vervullen van een sociale rol.

Signup and view all the flashcards

Sociale Stratificatie

Indeling van de samenleving in sociale lagen.

Signup and view all the flashcards

Gelaagde samenleving

Samenleving waarin sociale groepen ongelijk zijn verdeeld.

Signup and view all the flashcards

Standenmaatschappij

Indeling op basis van geboorte en afkomst.

Signup and view all the flashcards

Klassenmaatschappij

Indeling op basis van bezit en economische status.

Signup and view all the flashcards

Sociale Zekerheid

Systeem dat sociale ongelijkheid tegengaat door onderwijs en uitkeringen.

Signup and view all the flashcards

Meritocratische samenleving

Maatschappij waarin sociale mobiliteit mogelijk is op basis van eigen verdiensten.

Signup and view all the flashcards

Sociale Mobiliteit

Verandering van sociale positie en soms ook sociale laag.

Signup and view all the flashcards

Horizontale mobiliteit

Verandering van sociale positie binnen dezelfde sociale laag.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Sociale Structuur

  • De sociale structuur is de wijze waarop samenlevingen georganiseerd zijn.

Sociale Positie

  • Sociale positie verwijst naar iemands plaats binnen een groep of samenleving.
  • Een positieset omvat alle sociale posities die iemand tegelijkertijd inneemt.
  • Voorbeelden van posities: dochter, leerling, lid van een jeugdbeweging, kleindochter.

Sociale Rol en Rolgedrag

  • Sociale rollen zijn de verwachtingen van anderen over hoe iemand zich in een bepaalde positie moet gedragen.
  • Rolpartners zijn de personen met wie je in een rol verbonden bent, zoals een leerling en een leerkracht.
  • Rolgedrag is het feitelijke gedrag dat iemand laat zien op basis van diens positie en rol.
  • Sociale controle is de overeenstemming tussen iemands rolgedrag en de sociale rol, formeel of informeel.
  • Rolmodellen dienen als voorbeeldfunctie voor anderen, en kunnen persoonlijk of onpersoonlijk, positief of negatief zijn.
  • Rolpatronen zijn vaste gedragingen die bij een sociale rol horen.
  • Emancipatie is de strijd om traditionele rolpatronen te doorbreken en gelijke rechten te verwerven, zoals vrouwenstemrecht.

Rolspanning en Rolconflict

  • Intern rolconflict ontstaat als er tegenstrijdige verwachtingen zijn binnen één sociale positie (bijvoorbeeld studeren voor wiskunde).
  • Extern rolconflict ontstaat wanneer iemand tegenstrijdige rolverwachtingen ervaart tussen twee sociale posities (bijvoorbeeld vader die agent is en zoon een boete geeft).

Rolverwarring

  • Rolverwarring is de onzekerheid over hoe men zich in een bepaalde situatie moet gedragen.
  • Dit kan leiden tot onduidelijkheid, zoals het niet weten of men de leiding moet nemen of op de achtergrond moet blijven.

Sociale Status en Sociaal Aanzien

  • Sociale status is de waardering die men krijgt voor de sociale positie die men bekleedt.
  • Sociaal aanzien is de erkenning die men krijgt voor het vervullen van een sociale rol.

Sociale Stratificatie

  • Sociale stratificatie is de indeling van de bevolking in groepen of lagen.
  • Een gelaagde samenleving is een samenleving waarin sociale groepen ongelijk zijn verdeeld.
  • Factoren die bijdragen aan sociale stratificatie zijn leeftijd, geslacht, migratiegeschiedenis, gezondheid, burgerlijke staat en sociaal-economische status (SES).

Soorten Maatschappijen

  • Traditionele landbouwmaatschappijen zijn vaak standenmaatschappijen.
  • Industriële samenlevingen zijn vaak klassenmaatschappijen.

Standenmaatschappij

  • De eerste stand bestond uit geestelijken (10% van de bevolking) met veel macht door religie.
  • De tweede stand bestond uit edelen met veel macht en privileges.
  • De derde stand bestond uit boeren, handelaren en ambachtslieden (90% van de bevolking) met weinig rechten.

Klassenmaatschappij

  • Kapitalisten/bourgeoisie bezitten productiemiddelen zoals land, machines, grondstoffen en geld.
  • De bourgeoisie verwerft status door opleiding en vermogen.
  • Proletariërs/arbeiders verkopen hun arbeid zonder bezit van productiemiddelen.
  • Sociale opklimming is voor hen zelden mogelijk.
  • Ongelijkheid blijft bestaan ondanks idealen over gelijkheid.
  • Sociale zekerheid is bedoeld om mensen uit lagere klassen te helpen opklimmen.
  • Dit biedt tegenwicht, solidariteit, onderwijs en uitkeringen (pensioen, ziekte, werkloosheid).

Huidige Maatschappij

  • De hogere klasse is de rijkste en meest invloedrijke groep.
  • De middenklasse heeft een gemiddelde welvaart.
  • De arbeidersklasse heeft een lager inkomen en minder bezit.
  • Een meritocratische samenleving biedt mogelijkheid tot mobiliteit door eigen verdienste.
  • Kansarmoede is een situatie waarin afkomst een bepalende rol speelt bij kansen.

Sociale Mobiliteit

  • Sociale mobiliteit is de verandering van sociale positie en soms van sociale laag.
  • Horizontale mobiliteit is de verandering van sociale positie binnen dezelfde sociale laag.
  • Verticale mobiliteit is de verandering van sociale positie met een verandering van sociale laag.
  • Intergenerationele mobiliteit is de verandering van sociale positie ten opzichte van de vorige of volgende generatie.
  • Intragenerationele mobiliteit is de verandering van sociale positie binnen de eigen generatie.
  • Een gesloten samenleving heeft beperkte sociale mobiliteit (zoals standen- of klassenmaatschappijen).
  • Een open samenleving biedt mogelijkheden tot sociale mobiliteit (zoals in het Westen).

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

More Like This

Social Structure and Hierarchy
14 questions

Social Structure and Hierarchy

UnderstandableCouplet avatar
UnderstandableCouplet
Social Structure and Laws
14 questions

Social Structure and Laws

ExceptionalNaïveArt avatar
ExceptionalNaïveArt
Social Structure Theories Flashcards
22 questions
Elements of Social Structure
23 questions

Elements of Social Structure

CleanlyErudition5710 avatar
CleanlyErudition5710
Use Quizgecko on...
Browser
Browser