Podcast
Questions and Answers
Wat wordt bedoeld met interne attributie in het covariatiemodel van attributies?
Wat wordt bedoeld met interne attributie in het covariatiemodel van attributies?
- Het gedrag wordt toegeschreven aan de omgeving.
- De oorzaak ligt bij sociale normen.
- Men kijkt naar de gebeurtenissen in de buitenwereld.
- De oorzaak van gedrag wordt gezocht bij de persoon zelf. (correct)
Wat beschrijft het covariatieprincipe?
Wat beschrijft het covariatieprincipe?
- We leggen de focus op interne persoonlijke eigenschappen.
- We analyseren welke factor aanwezig is bij het gedrag en welke afwezig is. (correct)
- We gaan uit van de consensus tussen mensen.
- We verklaren gedrag door te kijken naar de sociale omgeving.
Wat is de fundamentele attributiefout?
Wat is de fundamentele attributiefout?
- Succes wordt te vaak aan de persoon toegeschreven.
- Het negeren van omgevingsinvloeden bij attributie.
- Succes van anderen wordt vaak toegeschreven aan externe factoren. (correct)
- Mislukkingen worden te vaak aan externe factoren toegeschreven.
Wat is een attitude?
Wat is een attitude?
Hoe ontstaat een attitude volgens de theorie?
Hoe ontstaat een attitude volgens de theorie?
Wat houdt evaluatieve conditionering in?
Wat houdt evaluatieve conditionering in?
Welke van de volgende attributies valt onder externe attributie?
Welke van de volgende attributies valt onder externe attributie?
Wat is een kenmerk van persoonsattributie?
Wat is een kenmerk van persoonsattributie?
Wat is de centrale overredingsroute?
Wat is de centrale overredingsroute?
Welke emotie wordt vaak gebruikt in boodschappen om te overtuigen?
Welke emotie wordt vaak gebruikt in boodschappen om te overtuigen?
Welke factor is niet relevant voor de geloofwaardigheid van een zender?
Welke factor is niet relevant voor de geloofwaardigheid van een zender?
Wie is doorgaans het meest vatbaar voor overtuiging?
Wie is doorgaans het meest vatbaar voor overtuiging?
Wat is de invloed van leeftijd op attitudeverandering?
Wat is de invloed van leeftijd op attitudeverandering?
Wat houdt de behoefte aan afsluiting in?
Wat houdt de behoefte aan afsluiting in?
Wat typeert mensen met een lage zelfwaardering in context van beïnvloeding?
Wat typeert mensen met een lage zelfwaardering in context van beïnvloeding?
Wat is het 'good mood effect' in de context van overtuigen?
Wat is het 'good mood effect' in de context van overtuigen?
Wat is een voorbeeld van operante conditionering in reclame?
Wat is een voorbeeld van operante conditionering in reclame?
Welke theorie legt nadruk op het leren van gedrag door het observeren van anderen?
Welke theorie legt nadruk op het leren van gedrag door het observeren van anderen?
Welke van de volgende vergelijkingstendensen heeft waarschijnlijk een negatief effect op het zelfbeeld?
Welke van de volgende vergelijkingstendensen heeft waarschijnlijk een negatief effect op het zelfbeeld?
Wat beschrijft de mere exposure effect?
Wat beschrijft de mere exposure effect?
Wat is een kenmerk van Systeem 1 denken volgens Kahneman?
Wat is een kenmerk van Systeem 1 denken volgens Kahneman?
Welke route van beïnvloeding is actief en vereist bewuste inzet?
Welke route van beïnvloeding is actief en vereist bewuste inzet?
Wat is een voorbeeld van externe attributie?
Wat is een voorbeeld van externe attributie?
Wat is het effect van voldoende herhaling zonder bewijs in de perifere overredingsroute?
Wat is het effect van voldoende herhaling zonder bewijs in de perifere overredingsroute?
Welke factor heeft niet direct invloed op de intentie om gedrag uit te voeren volgens de theorie van gepland gedrag?
Welke factor heeft niet direct invloed op de intentie om gedrag uit te voeren volgens de theorie van gepland gedrag?
Wat gebeurt er volgens de cognitieve dissonantietheorie als er een onevenwicht ontstaat tussen attitudes en gedrag?
Wat gebeurt er volgens de cognitieve dissonantietheorie als er een onevenwicht ontstaat tussen attitudes en gedrag?
Wat is een voorbeeld van selectieve blootstelling?
Wat is een voorbeeld van selectieve blootstelling?
Volgens de redeneringsaanpak, welke achtergrondfactor heeft invloed op overtuigingen?
Volgens de redeneringsaanpak, welke achtergrondfactor heeft invloed op overtuigingen?
Hoe kunnen mensen bewust omgaan met cognitieve dissonantie?
Hoe kunnen mensen bewust omgaan met cognitieve dissonantie?
Welke van de volgende uitspraken is waar over attitudes volgens de theorie van gepland gedrag?
Welke van de volgende uitspraken is waar over attitudes volgens de theorie van gepland gedrag?
Wat is het doel van het streven naar cognitieve consonantie?
Wat is het doel van het streven naar cognitieve consonantie?
Wat is een belangrijke invloed op de waargenomen gedragscontrole?
Wat is een belangrijke invloed op de waargenomen gedragscontrole?
Wat is een voorbeeld van dissonantiereductie na het maken van een keuze?
Wat is een voorbeeld van dissonantiereductie na het maken van een keuze?
Welke strategie is niet effectief om iemand's attitude te veranderen?
Welke strategie is niet effectief om iemand's attitude te veranderen?
Wat kan leiden tot een herwaardering van een activiteit?
Wat kan leiden tot een herwaardering van een activiteit?
Wat is een voorbeeld van mentale herschikking?
Wat is een voorbeeld van mentale herschikking?
Wat vermindert vaak de impact van tegenstrijdige informatie?
Wat vermindert vaak de impact van tegenstrijdige informatie?
Wat kan een voorbeeld zijn van cognitieve dissonantie in de reclame?
Wat kan een voorbeeld zijn van cognitieve dissonantie in de reclame?
Wat is een van de gevolgen van dissonantiereductie na inspanning?
Wat is een van de gevolgen van dissonantiereductie na inspanning?
Wat geldt voor mensen die kiezen om minder vlees te eten?
Wat geldt voor mensen die kiezen om minder vlees te eten?
Flashcards
Sociale cognitie
Sociale cognitie
De studie van mentale processen die sociaal gedrag bepalen.
Attributie
Attributie
Het proces van het zoeken naar verklaringen voor geobserveerd gedrag.
Interne attributie
Interne attributie
Oorzaak van gedrag zoeken we bij de eigenschappen van de persoon zelf.
Externe attributie
Externe attributie
Signup and view all the flashcards
Fundamentele attributiefout
Fundamentele attributiefout
Signup and view all the flashcards
Attitude
Attitude
Signup and view all the flashcards
Evaluatieve conditionering
Evaluatieve conditionering
Signup and view all the flashcards
Covariatieprincipe
Covariatieprincipe
Signup and view all the flashcards
Operante conditionering
Operante conditionering
Signup and view all the flashcards
Sociale leertheorie (Bandura)
Sociale leertheorie (Bandura)
Signup and view all the flashcards
Sociale vergelijkingstheorie (Festinger)
Sociale vergelijkingstheorie (Festinger)
Signup and view all the flashcards
Mere exposure effect (Zajonc)
Mere exposure effect (Zajonc)
Signup and view all the flashcards
Centrale overredingsroute
Centrale overredingsroute
Signup and view all the flashcards
Perifere overredingsroute
Perifere overredingsroute
Signup and view all the flashcards
Elaboration Likelihood Model
Elaboration Likelihood Model
Signup and view all the flashcards
Geloofwaardigheid van de zender
Geloofwaardigheid van de zender
Signup and view all the flashcards
Aantrekkelijkheid van de zender
Aantrekkelijkheid van de zender
Signup and view all the flashcards
Angst als emotie
Angst als emotie
Signup and view all the flashcards
Good mood effect
Good mood effect
Signup and view all the flashcards
Behoefte aan afsluiting
Behoefte aan afsluiting
Signup and view all the flashcards
Cognitieve behoefte
Cognitieve behoefte
Signup and view all the flashcards
Theorie van gepland gedrag
Theorie van gepland gedrag
Signup and view all the flashcards
Subjectieve normen
Subjectieve normen
Signup and view all the flashcards
Waargenomen gedragscontrole
Waargenomen gedragscontrole
Signup and view all the flashcards
Cognitieve dissonantie
Cognitieve dissonantie
Signup and view all the flashcards
Dissonantiereductie
Dissonantiereductie
Signup and view all the flashcards
Minimale belang
Minimale belang
Signup and view all the flashcards
Attitude bijsturen
Attitude bijsturen
Signup and view all the flashcards
Perceptie van gedrag bijsturen
Perceptie van gedrag bijsturen
Signup and view all the flashcards
Dissonantiereductie na keuze
Dissonantiereductie na keuze
Signup and view all the flashcards
Dissonantiereductie na inspanning
Dissonantiereductie na inspanning
Signup and view all the flashcards
Reclame en dissonantie
Reclame en dissonantie
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Sociale beïnvloeding en cognities
- Studie van mentale processen die sociaal gedrag bepalen. Cognitieve psychologie bestudeert mentale functies zoals aandacht, geheugen, bewustzijn, taal en actiecontrole.
- Covariatiemodel van attributies (Fritz Heider): Causale attributies zijn denkprocessen waarbij we verklaringen zoeken voor gedrag.
- Interne attributie: Oorzaak wordt gezocht in de persoon zelf.
- Externe attributie: Oorzaak wordt gezocht in de omgeving of situatie.
- Fundamentele attributiefout: Neiging om succes van anderen toe te schrijven aan externe factoren en mislukkingen aan interne factoren.
- Covariatieprincipe: Gedrag wordt verklaard door te kijken welke factor aanwezig is als het gebeurt en welke afwezig is. Drie factoren die hierbij betrokken zijn: kenmerkendheid, consistentie en consensus.
- Persoonsattributie (intern): Oorzaak vaak gezocht bij de persoon die het gedrag vertoont.
- Stimulusattributie (extern): Oorzaak gezocht bij de stimulus of het gegeven.
- Omstandigheidsattributie (extern): Oorzaak gezocht in de situatie.
- Kenmerken van attributies:
- Kenmerkendheid: Gedraagt de persoon zich enkel zo in deze situatie of ook in andere situaties?
- Consistentie: Gedraagt de persoon zich enkel op dit moment zo of ook op andere momenten?
- Consensus: Gedraagt de persoon zich zo of doen anderen het ook?
Ontstaan van attitudes
- Attitude = algemene houding tegenover objecten (personen, voorwerpen, ideeën).
- Evaluatieve conditionering: Positieve/negatieve prikkels worden tegelijkertijd aangeboden met een andere prikkel, waardoor de attitude over de andere prikkel beïnvloed wordt.
- Operante conditionering: Gedrag wordt gevormd door de consequenties ervan (positieve of negatieve gevolgen).
- Sociale leertheorie (Bandura): Attitudes en gedrag worden aangeleerd door modellen te observeren en te imiteren.
- Sociale vergelijkingstheorie (Festinger): Attitudes en gedrag worden vergeleken met die van anderen om na te gaan of zij "goed bezig" zijn. Sociale vergelijking gebeurt met personen die "gelijk" aan onszelf zijn.
- Attitude bijsturen: Attitudes kunnen veranderen door toevoeging van extra overtuigingen.
Strategieën om attitudes te beïnvloeden
- Daniel Kahneman: Systeem 1 (snel en intuïtief denken) en Systeem 2 (langzaam en bewust denken).
- Perifere overredingsroute: Informatie wordt snel en oppervlakkig verwerkt (vb. herhaling, uiterlijk zender).
- Centrale overredingsroute: Actieve en bewuste verwerking van informatie (vb. kwaliteit argumenten).
Theory of planned behavior
- Attitudes leiden niet direct tot gedrag, maar via intentie.
- Attitudes, sociale normen en waargenomen gedragscontrole beïnvloeden de intentie om gedrag te stellen.
- Achtergrondfactoren: Sociaal milieu, ervaringen, persoonlijke kenmerken.
- Extra overtuigingen: Attitude, subjectieve normen, gedragscontrole worden hierdoor beïnvloed.
- Feedback van gedrag: Verandering in gedrag gevolgd door aanpassing in overtuigingen.
Cognitieve dissonantietheorie
- Cognitieve consonantie: Streef naar evenwicht tussen attitudes, overtuigingen en gedrag.
- Cognitieve dissonantie: Onevenwicht tussen attitudes en gedrag.
- Negatieve dissonantie kan leiden tot wijziging van attitudes of gedrag.
- Dissonantie kan verminderd worden door attitudes/gedrag aan te passen.
Toepassing in de reclame
- Cognitieve dissonantie: reclame benut hier de gevoelens van mensen over gedrag.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Related Documents
Description
Deze quiz onderzoekt de mentale processen die sociaal gedrag beïnvloeden, zoals attributies en de rol van interne en externe factoren. Je zult meer leren over het covariatiemodel van Fritz Heider en andere concepten binnen de cognitieve psychologie. Test je kennis over hoe we gedrag verklaren en begrijpen in sociale situaties.