Podcast
Questions and Answers
Wat zijn de voorwaarden voor het leren van nieuw gedrag via modellen?
Wat zijn de voorwaarden voor het leren van nieuw gedrag via modellen?
- De modellen zijn altijd autoritair.
- De modellen moeten altijd dezelfde ervaringen hebben gehad.
- De modellen moeten competent, prestigieus en powerful zijn. (correct)
- De modellen moeten alleen positief gedrag vertonen.
Welke componenten zijn essentieel voor zelfregulatie?
Welke componenten zijn essentieel voor zelfregulatie?
- Emotie, motivatie en planning.
- Intelligentie, ervaring en zelfreflectie.
- Aandacht, geheugen en evaluatie.
- Cognitie, motivatie en metacognitie. (correct)
Hoe beïnvloedt self-efficacy de acties van kinderen?
Hoe beïnvloedt self-efficacy de acties van kinderen?
- Kinderen met hoge self-efficacy vermijden uitdagende taken.
- Kinderen met hoge self-efficacy zijn minder gemotiveerd.
- Kinderen met veel self-efficacy hebben geen bevestiging nodig.
- Kinderen met hoge self-efficacy kiezen uitdagendere activiteiten. (correct)
Welke stap komt NA overt self-guidance in het zelfregulatieproces?
Welke stap komt NA overt self-guidance in het zelfregulatieproces?
Wat is de rol van modelling in de Social Cognitive Theory (SCT)?
Wat is de rol van modelling in de Social Cognitive Theory (SCT)?
Wat houdt een 'incremental view of intelligence' in?
Wat houdt een 'incremental view of intelligence' in?
Welke factor heeft invloed op self-efficacy belief?
Welke factor heeft invloed op self-efficacy belief?
Welk aspect is GEEN voorwaarde voor het leren via modelling?
Welk aspect is GEEN voorwaarde voor het leren via modelling?
Wat begrijpen kinderen dankzij het waarnemen van statistische patronen in hun omgeving?
Wat begrijpen kinderen dankzij het waarnemen van statistische patronen in hun omgeving?
Wat is een fase die kinderen doormaken wanneer ze hun theorieën aanpassen?
Wat is een fase die kinderen doormaken wanneer ze hun theorieën aanpassen?
Welke van de volgende opties beschrijft een gevolg van misvattingen bij leerlingen?
Welke van de volgende opties beschrijft een gevolg van misvattingen bij leerlingen?
Wat is een kenmerk van verbaliseren in het leerproces?
Wat is een kenmerk van verbaliseren in het leerproces?
Wat is een voorbeeld van encoding specificity?
Wat is een voorbeeld van encoding specificity?
Wat zijn de eerste stappen voor effectieve instructie volgens de implementaties voor onderwijs?
Wat zijn de eerste stappen voor effectieve instructie volgens de implementaties voor onderwijs?
Wat geeft de beste kans op leren volgens de informatie over het aanleren van procedures?
Wat geeft de beste kans op leren volgens de informatie over het aanleren van procedures?
Wat wordt bedoeld met 'concept' in de context van leren?
Wat wordt bedoeld met 'concept' in de context van leren?
Wat is het belangrijkste kenmerk van positieve transfer?
Wat is het belangrijkste kenmerk van positieve transfer?
Welke van de volgende is een voorbeeld van verticale transfer?
Welke van de volgende is een voorbeeld van verticale transfer?
Wat beschrijft de term 'identical elements' volgens Thorndike het beste?
Wat beschrijft de term 'identical elements' volgens Thorndike het beste?
Welke strategie helpt het meest bij het oplossen van nieuwe problemen?
Welke strategie helpt het meest bij het oplossen van nieuwe problemen?
Wat beïnvloedt de effectiviteit van probleemoplossend gedrag het meest?
Wat beïnvloedt de effectiviteit van probleemoplossend gedrag het meest?
Wat zou de eerste stap zijn bij het oplossen van een probleem?
Wat zou de eerste stap zijn bij het oplossen van een probleem?
Wat beschrijft 'near transfer' het beste?
Wat beschrijft 'near transfer' het beste?
Wat is één gevolg van de overschatting van transfer zoals beschreven in de doctrine of formal discipline?
Wat is één gevolg van de overschatting van transfer zoals beschreven in de doctrine of formal discipline?
Wat is het belangrijkste kenmerk van approach goals?
Wat is het belangrijkste kenmerk van approach goals?
Wat beschrijft het beste het verschil tussen process goals en product goals?
Wat beschrijft het beste het verschil tussen process goals en product goals?
Wat is een kenmerk van een fixed mindset?
Wat is een kenmerk van een fixed mindset?
Hoe verschilt state anxiety van trait anxiety?
Hoe verschilt state anxiety van trait anxiety?
Wat zijn de drie dimensies van attributions waar mensen mee omgaan?
Wat zijn de drie dimensies van attributions waar mensen mee omgaan?
Wat is een belangrijk effect van de locus of control?
Wat is een belangrijk effect van de locus of control?
Wat is de primaire reden voor failure avoidance?
Wat is de primaire reden voor failure avoidance?
Wat is een gevolg van het ontwikkelen van een growth mindset bij kinderen?
Wat is een gevolg van het ontwikkelen van een growth mindset bij kinderen?
Welke term verwijst naar het vermogen om informatie te organiseren in kleinere, beheersbare eenheden?
Welke term verwijst naar het vermogen om informatie te organiseren in kleinere, beheersbare eenheden?
Wat beschrijft de term 'intrinsieke motivatie' het beste?
Wat beschrijft de term 'intrinsieke motivatie' het beste?
Wat is de functie van 'scaffolding' in het leerproces?
Wat is de functie van 'scaffolding' in het leerproces?
Welke van de volgende begrippen beschrijft een type geheugen dat op gebeurtenissen en ervaringen is gebaseerd?
Welke van de volgende begrippen beschrijft een type geheugen dat op gebeurtenissen en ervaringen is gebaseerd?
Wat is een kenmerk van het concept 'cognitieve belasting'?
Wat is een kenmerk van het concept 'cognitieve belasting'?
Wat wordt het beste beschreven door de term 'vicarious reinforcement'?
Wat wordt het beste beschreven door de term 'vicarious reinforcement'?
Wat is de belangrijkste functie van 'retrieval cues' in het leerproces?
Wat is de belangrijkste functie van 'retrieval cues' in het leerproces?
Wat beoogt het 'staircase model' in de diagnostiek?
Wat beoogt het 'staircase model' in de diagnostiek?
Welk fenomeen wordt gekarakteriseerd door een sterke herinnering aan gedetailleerde gebeurtenissen?
Welk fenomeen wordt gekarakteriseerd door een sterke herinnering aan gedetailleerde gebeurtenissen?
Wat wordt bedoeld met 'meaningful learning'?
Wat wordt bedoeld met 'meaningful learning'?
Study Notes
Sociaal-cognitieve theorie (SCT)
-
Modeling: Leren van nieuw gedrag door observatie van een model (identiek of vergelijkbaar met de waarnemer), of facilitering/inhibitie van bestaand gedrag
- Vier voorwaarden:
- Aandacht
- Geheugen
- Motor Reproduction
- Motivatie
- Goede modellen zijn: competent, prestigieus, powerful en het gedrag is relevant voor de waarnemer.
- Vier voorwaarden:
-
Zelf-efficiëntie: Zelf-efficiëntie geloof: vertrouwen in prestatie in een specifieke situatie. Ability belief: overtuiging over eigen prestatie in het algemeen.
- Invloed:
- Wat je al bereikt hebt
- Wat anderen in deze situatie bereikt hebben
- Bevestiging van leraren/ouders
- Fysiologische staat (zenuwen)
- Kinderen met hoge self-efficacy: kiezen uitdagende activiteiten en laten meer doorzettingsvermogen zien.
- Invloed:
-
Zelfregulatie: Ideeeën over welk gedrag nuttig is (en niet) en zelfcontrole uitoefenen.
- Drie essentiële componenten: Cognitie, motivatie, metacognitie
- Vijf stappen:
- Cognitieve modellering
- Openbare, externe begeleiding
- Openbare zelfbegeleiding
- Vage, openbare zelfbegeleiding
- Kinderen zien statistische patronen in de omgeving
- Kinderen gebruiken deze patronen om theorieën te ontwikkelen over mensen en dingen
- Ontwikkeling van theorieën bij kinderen is een langzaam proces dat de volgende fases heeft:
- Nieuw bewijs
- Ontkenningsfase
- Post-hoc verklaring
- Verandering theorie
Misvattingen
- Leren: Nieuwe informatie wordt ingepast in bestaande kennis.
- Soms strookt bestaande kennis niet met nieuwe kennis
- Kinderen blijven hardnekkig vasthouden aan naïeve opvattingen, vooral als het gaat om abstracte of niet-observeerbare concepten
- Docenten weten vaak niet dat leerlingen misvattingen hebben
- Misvattingen beïnvloeden experimenten en begrip
- Docenten hebben soms zelf misvattingen
- Soms strookt bestaande kennis niet met nieuwe kennis
Conceptuele ontwikkeling
- Concept = Mentale groepering van objecten/situaties die op een manier lijken
- Concrete concepten zijn makkelijk te herkennen via uiterlijk.
Overdracht van vaardigheden (transfer)
- Types:
- Positief vs negatief
- Near vs far
- Verticaal vs lateraal
- Specifiek vs algemeen
- Transfer van vaardigheden:
- Doctrine of formal discipline (overschatting van transfer)
- Identical elements (Thorndike) (onderschatting van transfer)
- Betekenisvol leren, decontextualisatie, conditionele kennis, metacognitie (huidige standpunt)
Probleemoplossen
- Probleemoplossen vindt plaats als je een doel wilt bereiken en moet beslissen hoe je dit aanpakt.
- Nieuwe situaties vereisen transfer
- Strategieën/heuristieken helpen bij het vinden van een oplossing (tactiek)
- Algoritmes leiden altijd tot hetzelfde antwoord (specifieke stappen)
- Probleemoplosgedrag wordt beïnvloed door:
- Inhoud van het probleem
- Bekendheid met het probleem
- Duidelijkheid van het probleem (wel-defined vs ill-defined)
- Benodigde achtergrondkennis
- Mogelijke stappen voor probleemoplossen:
- Probleem herkennen
- Strategie verkennen
- Monitoren en evalueren
- Performance avoid goals (approach goals vs avoid goals)
- Mastery process goals vs mastery product goals
- Academic goals vs social goals
Overtuigingen
- Competentie: behoefte om competent te voelen
- Frustratie/gevoel van incompetentie:
- Beschermen van zelfwaarde
- Failure avoidance (vermijden van situaties)
- Zelf-handicapping (verzinnen excuses voor falen)
- Fixed mindset: talent bepaalt succes
- Growth mindset: inzet bepaalt succes
- Effect op gedrag
- Interventies die fixed mindset veranderen naar growth mindset zorgen voor verbetering
Emoties
- Angst: overtuiging dat je iets niet kunt en het belang dat je daaraan hecht
- State anxiety
- Trait anxiety
Toeschrijven van resultaten (attributions)
- Mensen verschillen in de mate van controle die ze ervaren over hun gedrag.
- Locus of control: intern vs extern
- Stability: stabiel vs niet stabiel
- Controllability: beïnvloedbaar vs niet beïnvloedbaar
- Effecten van attributie op zelfbewuste reacties op gebeurtenissen.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Related Documents
Description
Test je kennis over de sociaal-cognitieve theorie. Deze quiz behandelt belangrijke concepten zoals modeling, zelf-efficiëntie en zelfregulatie. Leer hoe deze theorieën ons gedrag en leren beïnvloeden en ontdek de voorwaarden voor succesvol leren van nieuw gedrag.