Psychologie Hoofdstuk Over Slaap en Gedrag

Gedrag en ervaring bewerkbaar door ‘leren’

Informatie in hersenen opgeslagen en geactiveerd door de hersenen. Gedachten, overtuigingen en herinneringen. Bewuste en onbewuste informatie.

Anderen als ‘model’

Verandering door leeftijd, inclusief lichamelijke rijping, genetische tendensen en ervaringen

Studie van de basisvaardigheden om te zien, horen, voelen, proeven en ruiken.

Studie van hoe mensen en dieren begrijpen en interpreteren wat ze via zintuigen ontvangen.

Verschillen in denken, voelen en gedragen. Persoonlijkheidskenmerken.

Bezorgd over variaties in psychologische eigenschappen die voldoende extreem en storend zijn voor iemands leven. Mentale stoornissen

Elk gedrag is een automatische reactie, vergelijkbaar met een reflex.

Deze stroming ontkent het bestaan van mentale processen niet, maar vindt ze te complex om wetenschappelijk te onderzoeken. Ze focussen op direct observeerbaar gedrag.

Een eenvoudige, automatische reactie op een prikkel, gebaseerd op een keten van zenuwcellen.

Het proces waarbij een stimulus die eerst geen reactie uitlokte, na herhaald gepaard te zijn gegaan met een stimulus die wel een reactie uitlokt, zelf een reactie gaat uitlokken.

De afname van de reactie op een herhaalde stimulus.

Het proces waarbij gedrag verandert onder de invloed van ervaring of leerprocessen.

Gedrag dat je hebt aangeleerd onder bepaalde omstandigheden.

Het tegelijkertijd of na elkaar aanbieden van twee stimuli om een associatie te creëren.

Tijdens deze slaapfase lijken mensen wakker te zijn, maar zijn ze in principe helemaal ontspannen. Dromen komen het meest voor in deze fase. De hersenen zijn actief, spieren zijn ontspannen en er zijn rapide oogbewegingen.

Deze theorie beweert dat we slapen om ons lichaam te herstellen. Spieren ontspannen tijdens slaap en er wordt meer groeihormoon aangemaakt. Deze theorie verklaart echter niet waarom sommige dieren minder slapen dan andere, of verschillen in slaapschema's gedurende de dag.

De Suprachiasmatische nucleus (SCN) is een klok in onze hersenen die ons circadiaans ritme regelt. Dit ritme is niet altijd precies 24 uur en wordt beïnvloed door licht. Zenuwbanen sturen informatie over licht naar de SCN en beïnvloeden zo ons slaap-waakcyclus.

Melatonine wordt in de avond in onze bloedbaan uitgescheiden. Dit hormoon is nauw verbonden met onze circadiaanse klok en draagt bij aan het regelen van onze slaap-waakcyclus.

Voldoende slaap is belangrijk voor cognitie, waaronder concentratie, geheugen en besluitvaardigheid. Een tekort aan slaap leidt tot verminderde aandacht, geheugenproblemen en slechte besluitvorming.

Ouders die veel waarde hechten aan de mening van hun kind en hun kind stimuleren om zelf na te denken over wat goed en slecht is.

Ouders die weinig grenzen stellen en hun kind veel vrijheid geven.

Ouders die weinig betrokken zijn bij hun kind en weinig aandacht besteden aan zijn of haar ontwikkeling.

Een spelvorm waarbij kinderen hun fantasie gebruiken om verhalen te bedenken en te spelen.

Het idee dat ongeluk en ziekte alleen anderen overkomen.

Een periode in de adolescentie waarin jongeren meer risico's nemen en zoeken naar sensatie.

De ontwikkeling van de vaardigheid om te redeneren over morele kwesties.

De ontwikkeling van de vaardigheid om te redeneren over morele kwesties door middel van hypothetische dilemma's.

De studie van hoe onze relaties met anderen veranderen in de loop van ons leven, beïnvloed door cultuur, geslacht, etc.

Evolutie heeft ons een brein gegeven dat ons helpt te communiceren met anderen, wat onze overlevingskansen verhoogd

Erikson's theorie die de psychosociale ontwikkeling van de mens beschrijft, van baby tot oudere leeftijd

Volgens Erikson zijn er 8 psychosociale fases in ons leven, elk met een unieke uitdaging die we moeten overwinnen.

De eerste fase van Erikson waar een kind leert vertrouwen op anderen voor zorg en veiligheid

De tweede fase van Erikson waar een kind leert om onafhankelijk te zijn en een eigen identiteit te ontwikkelen

De derde fase van Erikson waar een kind leert om initiatief te nemen en te exploreren

De vierde fase van Erikson waar een kind leert om bekwaam te zijn en een gevoel van eigenwaarde te ontwikkelen

Een theorie die stelt dat gezichtsuitdrukkingen feedback geven aan het lichaam, wat emoties beïnvloedt.

Een hersengebied dat een belangrijke rol speelt bij het verwerken van emoties, vooral angst en waarschuwingen.

Het centrale deel van het brein dat emoties reguleert en belangrijke functies als geheugen en leren ondersteunt.

Een hersengebied in de voorhoofdskwab dat belangrijk is voor bewuste emoties, plannen en gedragsregulatie.

Een chirurgische ingreep waarbij een deel van de prefrontale cortex wordt verwijderd, wat emotionele veranderingen en gedragsstoornissen kan veroorzaken.

Het vermogen om mentale gebeurtenissen te ervaren en te beschrijven.

Het gerichte gebruik van je mentale energie op een specifiek moment.

De opslag en het ophalen van informatie in het brein.

Een vereenvoudigde voorstelling van de realiteit, vaak gebruikt in onderzoeksmodellen.

Een verzameling aannames over hoe het werkgeheugen opereert.