Psychologie Hoofdstuk 7: Onthouden & Vergeten
41 Questions
3 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is de definitie van proactieve interferentie?

  • Het effect van herhaaldelijk studeren op het onthouden van informatie.
  • De impact van toetsingen op de geheugenprestaties.
  • Moeilijkheden om een gebeurtenis op te roepen door eerdere activiteiten. (correct)
  • Moeilijkheden om een gebeurtenis op te roepen door activiteiten die na de gebeurtenis hebben plaatsgevonden.

Wat blijkt uit de studies van Roediger & Karpicke betreffend het toets effect?

  • Toetsen trainen het oproepen van ideeën beter dan alleen studeren. (correct)
  • Studeren zonder toetsen is effectiever dan studeren mét toetsen.
  • Toetsen verminderen de noodzaak voor herhaalde studie.
  • Het maken van toetsen heeft geen effect op het leren.

Wat is één van de voordelen van gedistribueerd leren volgens de studies?

  • Het verhoogt de leerwinst tot wel 64%. (correct)
  • Het helpt bij het onthouden van irrelevant materiaal.
  • Het is effectiever dan elk ander leerstrategie.
  • Het vermindert de totale studie tijd aanzienlijk.

Wat wordt bedoeld met 'herinnering is reconstructie'?

<p>Herinneringen worden gevormd door het opnieuw organiseren van informatie. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat illustreert de resultaten van het experiment van Bartlett over organisatieschema’s?

<p>Herinneringen binnen een schema kunnen sterk afwijken van de werkelijke gebeurtenissen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt bedoeld met het 'secundaire geheugen' in het geheugenmodel?

<p>Geheugen voor vroege gebeurtenissen en ervaringen. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke uitspraak over de vergeetcurve van Ebbinghaus is juist?

<p>Na 20 minuten is 60% van de kennis vergeten. (B), Men vergeet nooit volledig, ook niet na lange tijd. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van niet-declaratief geheugen?

<p>De vaardigheid om te fietsen. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat kenmerkt het semantisch geheugen?

<p>Het bevat feiten en kennis over de wereld. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat beschrijft de term 'objectagnosie' het beste?

<p>Het verlies van kennis over de omgeving en objecten. (C)</p> Signup and view all the answers

Welk type geheugen is voorbeeld van episodisch geheugen?

<p>Weten waar je je eerste kus hebt gehad. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een implicatie van Meeter et al. (2005) over het onthouden van nieuwsfeitjes?

<p>Mensen vergeten snel na korte tijd nieuwsitems. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende kenmerken is GEEN onderdeel van geheugensteuntjes?

<p>Onbewuste verwerving (C)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt bedoeld met het concreetheidseffect in het geheugen?

<p>Het gebruik van voorbeelden met zintuiglijke ervaringen (B)</p> Signup and view all the answers

Welke methode valt onder de categorie 'methode der loci'?

<p>Plaatsen associëren met informatie (C)</p> Signup and view all the answers

In het verwerkingsniveau-theorie, wat is een bijproduct van perceptie?

<p>Geheugen (B)</p> Signup and view all the answers

Wat suggereert het genereereffect met betrekking tot studeren?

<p>Actief vragen stellen voorkomt vergeet vergeten (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende stellingen is waar over de tweevoudige codering theorie van Paivio?

<p>Hogere effectiviteit door het aanspreken van meerdere coderingsmethoden (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van een verwerkingsniveau dat niet aan de tekst gekoppeld is?

<p>Persoonlijke ervaringen delen (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is het effect van enactment op geheugen?

<p>Versterkt de motorische codering (A)</p> Signup and view all the answers

Welke techniek wordt gekenmerkt door de toepassing van akroniemen?

<p>Kapstokwoorden (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het doel van de OSLORO methode?

<p>Informatie actief leren en onthouden (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste kenmerk van de Brown-Peterson taak?

<p>Articulatorische suppressie wordt toegepast na de presentatie. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat beschrijft het primacy effect in de seriële positiecurve?

<p>Men herinnert de eerste elementen beter door herhaling. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk verschil tussen kortetermijngeheugen (KTG) en langetermijngeheugen (LTG)?

<p>LTG verval kan uren of dagen duren, KTG slechts enkele seconden. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van de centrale verwerker in het werkgeheugen model van Baddeley & Hitch?

<p>Het coördineert verschillende deelprocessen. (C)</p> Signup and view all the answers

In wat voor soort taken is de dubbeltaakmethodiek nuttig volgens Baddeley & Hitch?

<p>Het omvat het oplossen van sommen met en zonder articulatorische suppressie. (A)</p> Signup and view all the answers

Volgens het onderzoek van Glancer & Cunitz, wat beïnvloedt de seriële positiecurve?

<p>Het aantal woorden dat wordt gepresenteerd. (C)</p> Signup and view all the answers

Waarom is articulatorische suppressie belangrijk in geheugenexperimenten?

<p>Het onderdrukt verbale informatie en test het visuele geheugen. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat leidt tot de omzetting van kortetermijngeheugen naar langetermijngeheugen?

<p>Herhaling en connectie tussen neuronen. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat beschrijft de recentheidseffect volgens de seriële positiecurve?

<p>Het effect waarbij laatste items beter worden herinnerd omdat ze recent zijn herhaald. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van de hippocampus in het geheugenproces?

<p>Het integreren van kenmerken in een persoonsknoop. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke bewering over inhibitorische en excitatorische verbindingen is juist?

<p>Inhibitorische verbindingen zorgen voor een vertraging in de informatieoverdracht. (A)</p> Signup and view all the answers

Hoe beïnvloeden unieke aanwijzingen de effectiviteit van herinneringen?

<p>Unieke aanwijzingen verhogen de kans op het terugvinden van informatie. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er tijdens een Tip of the Tongue ervaring?

<p>Alle informatie in het netwerk is geactiveerd. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat illustreert het experiment van Tulving met oproepaanwijzingen het best?

<p>De rol van categorienamen bij het verbeteren van herinneringen. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende situaties beschrijft een Déjà-Vu ervaring het beste?

<p>Het ervaren van eerdere situaties met gelijke indicaties. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de verbinding tussen verwerving, bewaren en oproepen van herinneringen?

<p>Ze zijn met elkaar verbonden en beïnvloeden elkaar. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de effectiviteit van oproepaanwijzingen bij het onthouden van teksten?

<p>Ze verbeteren de herinnering door context te bieden. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er als je probeert informatie op te roepen zonder aanwijzingen?

<p>De kans om vergeten informatie te vinden is geminimaliseerd. (D)</p> Signup and view all the answers

Waarom zijn geheugensteuntjes belangrijk volgens de inhoudsgebaseerde organisatie?

<p>Ze verhogen de kans om informatie terug te vinden. (D)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Vergeetcurve

Het geheugenverlies dat optreedt na een bepaalde tijd. Hoe meer tijd verstrijkt, hoe minder je je herinnert. Dit is een natuurlijk proces.

Primair geheugen (KTG & WG)

Het geheugen dat informatie kort vasthoudt, zoals gedachten en ervaringen. Dit is de stroom van bewustzijn.

Secundair geheugen (LTG)

Het geheugen dat langdurige herinneringen bevat, zoals je kindertijd of bekende feiten.

Niet-declaratief geheugen (impliciet)

Het geheugen dat werkt zonder bewustzijn. Het omvat vaardigheden zoals fietsen of typen.

Signup and view all the flashcards

Declaratief geheugen (expliciet)

Het deel van het geheugen dat bewuste herinneringen bevat, zoals feiten en gebeurtenissen.

Signup and view all the flashcards

Episodisch geheugen

Het geheugen dat autobiografische herinneringen bevat, zoals ervaringen en gebeurtenissen die je zelf hebt meegemaakt.

Signup and view all the flashcards

Semantisch geheugen

Het geheugen dat algemene kennis bevat, zoals feiten over de wereld.

Signup and view all the flashcards

Capaciteit KTG

De maximale hoeveelheid informatie die we kunnen vasthouden in ons kortetermijngeheugen, is beperkt tot 7 items (plusminus 2). Dit is vergelijkbaar met het experiment van Ebbinghaus.

Signup and view all the flashcards

Verval in KTG

De informatie die we in ons KTG bewaren, is kwetsbaar en vervaagt snel. We kunnen dit vergelijken met een fragiele code die na verloop van tijd vervlakt.

Signup and view all the flashcards

Brown-Peterson taak

Een experiment waarbij proefpersonen 3 woorden te zien krijgen voor 3 seconden, waarna ze een articulatorische suppressie-taak moeten uitvoeren (achterwaarts tellen). Na 12 seconden is er bijna volledige verval van de woorden.

Signup and view all the flashcards

Capaciteit LTG

Het Langetermijngeheugen heeft een onbeperkte capaciteit en informatie blijft er veel langer bewaard dan in het KTG.

Signup and view all the flashcards

Overdracht KTG → LTG

Informatie uit het KTG kan worden overgebracht naar het LTG door middel van herhaling. Dit proces verhoogt de verbindingen tussen neuronen en versterkt de opslag.

Signup and view all the flashcards

Seriële positiecurve (Glanzer & Cunitz)

Een experiment waarbij proefpersonen 15 lettergrepen herhalen. Het resultaat toont aan dat we ons de eerste en laatste lettergrepen het best herinneren.

Signup and view all the flashcards

Voorrangseffect (primacy)

Een effectieve manier om de informatie in LTG te activeren, is herhaling. Doordat we voortdurend herhalen om de informatie in ons KTG te behouden, wordt de informatie al deels overgebracht naar LTG.

Signup and view all the flashcards

Recentheidseffect (recency)

Wanneer we informatie recent hebben herhaald, is de kans groter dat we ons die informatie nog herinneren.

Signup and view all the flashcards

Proactieve interferentie

Het moeilijker onthouden van een gebeurtenis wanneer je ervoor veel andere dingen hebt gedaan.

Signup and view all the flashcards

Retroactieve interferentie

Het moeilijker onthouden van een gebeurtenis wanneer je erna veel andere dingen hebt gedaan.

Signup and view all the flashcards

Kracht van toetsen

Een test verbeteren kan het ophalen van informatie bevorderen, omdat je tijdens het testen actief kennis moet ophalen, wat de herinnering verbetert.

Signup and view all the flashcards

Reconstructie van herinneringen

Het geheugen werkt niet als een video-opname, maar als een reconstructie die beïnvloed wordt door onze ervaringen, kennis en schema's.

Signup and view all the flashcards

Organisatieschema's

Gestructureerde voorstellingen over hoe de wereld in elkaar steekt, zoals verwachtingen over mensen, gebeurtenissen en acties.

Signup and view all the flashcards

Motorische code

Het onbewust leren van vaardigheden, bijvoorbeeld fietsen of piano spelen.

Signup and view all the flashcards

Beeldcode

Het leren van informatie door middel van visuele voorstellingen, zoals foto's, afbeeldingen of mentale beelden.

Signup and view all the flashcards

Tweevoudige codering (dual coding theory)

De theorie die stelt dat het combineren van verschillende codes (beeld, motorisch en verbaal) tot betere geheugenprestaties leidt.

Signup and view all the flashcards

Concreetheidseffect

Het effect waarbij concrete woorden (die je je makkelijk kunt voorstellen) beter onthouden worden dan abstracte woorden.

Signup and view all the flashcards

Enactment effect

Het effect waarbij het uitvoeren van een handeling de herinnering aan die handeling verbetert.

Signup and view all the flashcards

Theorie van de verwerkingsniveaus

Theorie die stelt dat het niveau waarop je informatie verwerkt, invloed heeft op hoe goed je die info zult onthouden. Hoe dieper de verwerking, hoe beter de herinnering.

Signup and view all the flashcards

Generereffect

Het effect dat optreedt wanneer je actief informatie genereert, zoals het stellen van vragen of het maken van een samenvatting. Dit leidt tot betere herinnering.

Signup and view all the flashcards

Geheugensteuntjes

Technieken die helpen om geheugen sporen te versterken en informatie effectiever op te halen.

Signup and view all the flashcards

Methode der loci

Een techniek waarbij je mentale beelden koppelt aan specifieke plaatsen in een ruimte, bijvoorbeeld je huis.

Signup and view all the flashcards

Kapstokwoorden

Een techniek waarbij je woorden koppelt aan een reeks 'kapstokwoorden', bijvoorbeeld 'een' - steen, 'twee' - zee, etc.

Signup and view all the flashcards

Centrale persoonsknoop

Een centrale knoop in het geheugennetwerk die verschillende kenmerken van een persoon of concept integreert.

Signup and view all the flashcards

Hippocampus als centrale persoonsknoop

Het proces waarbij de hippocampus de rol van een centrale persoonsknoop op zich neemt.

Signup and view all the flashcards

Inhibitorische verbindingen

Verbindingen die de activiteit in een ander neuron onderdrukken. Ze zorgen zo voor het blokkeren van irrelevante informatie.

Signup and view all the flashcards

Excitatorische verbindingen

Verbindingen die de activiteit in een ander neuron stimuleren. Ze zorgen zo voor het versterken van relevante informatie.

Signup and view all the flashcards

Inhoudsgebaseerde organisatie

Een model van het geheugen dat ervan uitgaat dat informatie wordt georganiseerd in een netwerk van knopen (neuronen) die met elkaar verbonden zijn via associaties.

Signup and view all the flashcards

Kans terugvinden informatie

De kans dat je informatie terugvindt in het geheugen is groter wanneer er veel aanwijzingen naar die informatie leiden.

Signup and view all the flashcards

Kans activeren informatieknoop

De kans dat een knoop in het geheugen wordt geactiveerd is groter wanneer er veel aanwijzingen worden geactiveerd die met die knoop geassocieerd zijn.

Signup and view all the flashcards

Effectiviteit aanwijzing

De effectiviteit van een hint is groter wanneer deze uniek is en duidelijk verwijst naar specifieke informatie.

Signup and view all the flashcards

Herinnering = associatieve zoektocht

Herinnering is een associatief zoekproces waarbij verschillende (deels) geactiveerde knopen met elkaar concurreren.

Signup and view all the flashcards

Tip of the Tongue

De situatie waarbij je een woord of naam op het puntje van je tong hebt, maar je het niet helemaal kunt herinneren.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Hoofdstuk 7: Onthouden & Vergeten

  • Reminiscentiebult: Periode van 10-30 jaar met veel herinneringen. Meer actieve herinneringen tussen 10 en 30 jaar dan tussen 30 en 60.
  • Experiment Rubin & Schulkind (1997): Onderzoek met 73-jarigen. Groep 1 moest vroege herinneringen ophalen, groep 2 recente. De reminiscentiebult lag vroeger en hoger bij groep 1. Dit suggereert dat het ophalen van een herinnering niet per definitie betekent dat de herinnering zelf niet opgeslagen staat.
  • Resultaten: Geen herinneringen voor 3 jaar.
  • Conclusie: Het ophalen van een herinnering hangt af van de verstreken tijd en de aanwijzing voor het ophalen.
  • Bevindingen van Ebbinghaus (1855): Geheugen = ervaringen opgeslagen in hersenen, beïnvloeden gedrag. Kernvragen: hoeveel en hoe snel vergeet men? Betekent vergeten compleet verlies? Onderzoek met zinloze lettergrepen.

Ebbinghaus: Vergeetcurve

  • Vergeetcurve toont dat de herinnering van zinloze lettergrepen snel afneemt in de tijd.

Het Geheugen

  • Verschillende geheugensystemen bestaan:
    • Primair (KTG & WG): Tijdelijke opslag van info.
    • Secundair (LTG): Langdurige opslag van info.
    • Niet-declaratief (impliciet): Onbewuste vaardigheden (procedures, motorisch).
    • Declaratief (expliciet): Bewuste herinneringen.

Filmpje: Episodisch vs. Semantisch Geheugen

  • Semantisch: Kennis over de wereld. Verlies kan leiden tot onmogelijkheid tot onderscheiden van kennis.
  • Episodisch: Persoonlijke herinneringen. Verlies kan leiden tot problemen met het onthouden van feiten.
  • Metaforen: Geheugen wordt vergeleken met een bibliotheek.

Het Geheugenmodel van Atkinson & Shiffrin

  • Sensorisch geheugen: Elk zintuig heeft een apart geheugen. Korte opslag van informatie.
  • Zicht-iconisch geheugen: Visuele informatie (~3-4 letters) wordt ~50ms opgeslagen.
  • Gehoor-echoïsche geheugen: Auditieve informatie wordt iets langer (~3-4 sec) opgeslagen.
  • Kortetermijngeheugen (KTG): Korte opslag van informatie ter verwerking.
  • Langetermijngeheugen (LTG): Langdurige opslag van informatie.

KTG en capaciteit

  • Beperkte capaciteit, ongeveer 7 +/- 2 chunks.
  • Chunking: Groepering van info in betekenisvolle units (chunks) voor betere opslag in KTG.

KTG en LTG interacties

  • Interactie tussen KTG en LTG is complex.

Realistische kijk op info-overdracht tussen KTG-LTG

  • Meerdere mechanismes spelen een rol bij het overbrengen van informatie naar LTG.
  • Hersenen: Neurale netwerken van knopen en connecties. Herinnering = gewichten tussen knopen.
  • Organische amnesie: Hersenschade waardoor geheugenverlies ontstaat.

Inhoudsgebaseerde vs. Adresgebaseerde organisatie

  • Adresgebaseerde organisatie: Informatie opgeslagen op vaste plaatsen.
  • Inhoudsgebaseerde organisatie: Informatie wordt opgeslagen op basis van betekenis en relevante kenmerken.

Informatie verwerving

  • Drie stappen van geheugen proces
    • Verwerving/codering
    • Bewaren
    • Oproepen
  • Hercoderen.
  • Organiseer de info om reconstructie mogelijk te maken met kennis LTG.

Verwerkingsniveau's

  • Herinneringen zijn afhankelijk van het niveau van verwerking van de informatie. Diepere verwerking zorgt meestal voor een betere herinnering.

Geheugensteuntjes

  • Goede codeertechnieken (vb. loci methode).
  • Efficiënte oproepsaanwijzingen (vb. mnemotechnische hulpmiddelen).

Interferentie op oproepen

  • Proactieve interferentie: Problemen met oproepen van nieuwe informatie door eerdere verworven informatie.
  • Retroactieve interferentie: Problemen met oproepen van oude herinneringen door recente activiteiten.
  • Effect van context: Herinnering is context-afhankelijk (vb. duikers leren beter onder water).

Reconstructie van herinneringen

  • Herinneringen zijn niet exacte weergave, maar reconstructies door hersenen.
  • Schema's: Hersenen gebruiken schema's om gebeurtenissen te organiseren. Hersenen gebruiken deze schema's bij het reconstrueren van herinneringen.
  • Valse herinneringen zijn mogelijk. Suggesties kunnen herinneringen beïnvloeden.

Amnesie

  • Anterograde amnesie: Problemen met het ophalen van nieuwe informatie.
  • Retrograde amnesie: Problemen met ophalen van oude informatie.
  • Functionele amnesie: Tekortkomingen die geen verband houden met hersenschade.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Description

Dit quizmateriaal behandelt de concepten van onthouden en vergeten, met een focus op de reminiscentiebult en de vergeetcurve. Het omvat belangrijke experimenten van Rubin en Schulkind en de bevindingen van Ebbinghaus. Ontdek hoe tijd en aanwijzingen van invloed zijn op het ophalen van herinneringen.

More Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Browser