🎧 New: AI-Generated Podcasts Turn your study notes into engaging audio conversations. Learn more

hoofdstuk urinevormend apparaat ziekteverschijnselen
20 Questions
1 Views

hoofdstuk urinevormend apparaat ziekteverschijnselen

Created by
@Luuk.nd

Podcast Beta

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat zijn de mogelijke gevolgen van chronisch nierfalen voor de vorm van de nieren?

  • De nieren worden groter en elastischer.
  • De nieren worden kleiner en onregelmatiger van vorm. (correct)
  • De nieren blijven onveranderd gedurende de ziekte.
  • De nieren worden helemaal vervangen door bindweefsel.
  • Wat is een typisch verschijnsel van polydipsie bij honden?

  • Het dier vermijdt water en is alleen geïnteresseerd in voedsel.
  • Het dier drinkt meer dan 100 ml/kg lichaamsgewicht per dag. (correct)
  • Het dier drinkt minder dan 50 ml/kg lichaamsgewicht per dag.
  • Het dier drinkt uitsluitend water uit de badkamer.
  • Wat is de meest voorkomende oorzaak van nierbekkenontsteking?

  • Bacteriële infecties (correct)
  • Virale infecties
  • Auto-immuunreacties
  • Chemische vergiftiging
  • Hoe beïnvloedt een verminderde glomerulaire filtratie de uitscheiding van afvalstoffen?

    <p>Afvalstoffen zoals ureum en creatinine hopen zich op in het bloed.</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende karakteristieken is kenmerkend voor acute nierbeschadiging?

    <p>Verschijnen van etterige ontsteking tussen filters van de nier</p> Signup and view all the answers

    Wat is de rol van ACE-remmers bij de behandeling van nierfalen?

    <p>Ze verlagen de bloeddruk van aanvoerende slagaders naar de nieren.</p> Signup and view all the answers

    Wat is een mogelijke oorzaak van iatrogeen acuut nierfalen?

    <p>Overmatig gebruik van NSAID's</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn de bloedwaardes die typisch verhoogd zijn bij nierfalen?

    <p>Verhoogde ureum- en creatinineconcentraties.</p> Signup and view all the answers

    Wat wordt vaak gezien in de diagnose van nierbekkenontsteking?

    <p>Hoog aantal witte bloedcellen in bloedonderzoek</p> Signup and view all the answers

    Wat is een typisch symptoom van chronische nierbekkenontsteking?

    <p>Bindweefselvorming in de nieren</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn de meest voorkomende typen niertumoren?

    <p>Adenocarcinomen, lipomen, fibromen en fibrosarcomen</p> Signup and view all the answers

    Welke symptomen duiden op een blaasontsteking bij honden?

    <p>Vaak kleine beetjes plassen en bloed in urine</p> Signup and view all the answers

    Wat is een veelvoorkomende oorzaak van struvietstenen?

    <p>Bacteriële blaasontsteking</p> Signup and view all the answers

    Wat is het kenmerk van een ectopische urineleider?

    <p>Urineleider monden niet uit in de blaas</p> Signup and view all the answers

    Wat is een mogelijke complicatie van blaasstenen bij honden?

    <p>Totale obstructie van de plasbuis</p> Signup and view all the answers

    Welke diagnosemethoden worden gebruikt voor het identificeren van een niertumor?

    <p>Bevoelen van de buik, echo en echogeleid biopt</p> Signup and view all the answers

    Wat is de belangrijkste therapeutische benadering voor blaasstenen die niet op dieet reageren?

    <p>Chirurgische verwijdering</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er meestal bij een volledige obstructie van de plasbuis?

    <p>Acute uremie kan optreden</p> Signup and view all the answers

    Wat kan een factor zijn die bijdraagt aan de ontwikkeling van een blaasontsteking?

    <p>Weerstandvermindering</p> Signup and view all the answers

    Wat is de oorzaak van het ontstaan van calciumoxalaatstenen?

    <p>Onbekende oorzaak</p> Signup and view all the answers

    Study Notes

    Urineonderzoek

    • Urineonderzoek kan helpen om verschillende aandoeningen aan de urinewegen te diagnosticeren.
    • Geprobeerd wordt urine zo schoon mogelijk op te vangen om een accurate beoordeling te kunnen maken.
    • Urineonderzoek bekijkt de aanwezigheid van afwijkende stoffen zoals eiwit, glucose, ketonlichamen of bloed.
    • De aanwezigheid van kristallen en ontstekingscellen en rode bloedcellen wordt ook onderzocht.
    • Soms is steriele urine nodig voor een bacteriologisch onderzoek (BO) en een antibiogram (ABG).
    • Dit om na te gaan welke antibiotica effectief zijn tegen de bacteriën in de urine.
    • Bij katten is blaaspunctie vrij eenvoudig, terwijl het bij honden lastiger is vanwege de minder goed te fixeren blaas.
    • Bij reu kan met een katheter urine uit de blaas worden gehaald en bij teef kan een punctie onder echo begeleiding worden uitgevoerd.

    Chronisch Nierfalen

    • Chronisch nierfalen is een veel voorkomende aandoening, ook wel CIN (chronische interstitiële nefritis) genoemd.
    • Deze aandoening komt voor op alle leeftijden, maar vaker bij oudere dieren, vooral oudere katten.
    • De nieren verbindweefselen en worden daardoor op den duur kleiner, onregelmatiger van vorm en harder (verschrompelnieren).
    • Ondanks de slechte prognose kunnen nierpatiënten met de juiste zorg voor een aantal maanden tot jaren een goede kwaliteit van leven hebben.
    • De glomerulaire filtratie vermindert (het proces waarbij uit bloed voorurine wordt geproduceerd) door een verminderd aantal functionele nefronen in de nieren.
    • De glomerulus is een groepje haarvaatjes met daar omheen een kapsel, gelegen in het nefron (functionele eenheid) van de nier.
    • De glomerulus filtert het bloed.

    Polydipsie en Polyurie

    • Polydipsie en polyurie (pu/pd) is een combinatie van overmatig drinken en overmatig plassen.
    • Dit is een van de symptomen die kunnen duiden op een nierinsufficiëntie.
    • Door de verminderde filtratie worden afvalstoffen zoals ureum en creatinine niet goed uitgescheiden.
    • De nier is ook minder capabel om vocht uit voorurine terug te resorpberen, waardoor de urine minder geconcentreerd wordt.
    • Het dier compenseert dit door meer te drinken (polydipsie).
    • Pu/pd kan ook voorkomen bij andere ziektes, zoals Cushing en diabetes.
    • Bij honden spreken we van polydipsie wanneer zij meer dan 100 ml/kg lichaamsgewicht drinken op een dag.
    • Sommige honden met polydipsie drinken minder, maar wel meer dan vroeger. Dit kan een indicatie zijn voor polydipsie.
    • Bij katten is er sprake van polydipsie wanneer ze meer drinken dan ze vroeger deden, aangezien katten van nature weinig drinken.

    Bepalen soortelijk gewicht

    • Het soortelijk gewicht van de urine bepaalt het concentrerend vermogen van de nier.
    • Als de nieren de urine niet goed kunnen concentreren, zal het soortelijk gewicht dalen.
    • Bij een dier dat te weinig drinkt, heeft de urine een hoog soortelijk gewicht.

    Verschijnselen nierfalen

    • Verschijnselen van nierfalen hangen af van het stadium.
    • Vaak ervaren dieren met nierfalen polydipsie, polyurie, minder eetlust en vermageren.
    • In ernstige gevallen kan braken, diarree, sloomheid, snelle vermoeidheid, een slechte vacht en een slechte adem optreden.
    • Bij ernstig nierfalen kunnen skeletafwijkingen ontstaan door botontkalking.

    Urineonderzoek bij nierfalen

    • Urineonderzoek bij nierfalen toont vaak een laag soortelijk gewicht door het onvermogen van de nieren om water terug te resorpberen.
    • De hoeveelheid eiwit in de urine is een indicatie voor de ernst van de nierschade.
    • Bij beschadiging van het filtratiemembraan van de glomerulus kunnen eiwitmoleculen in de urine terechtkomen.

    Bloedonderzoek bij nierfalen

    • Een verhoogde concentratie ureum en creatinine in het bloed (nierwaardes) duidt op een verminderde nierfunctie.
    • De nier kan dan deze afvalstoffen niet goed uitscheiden, waardoor ze zich opstapelen in het bloed.
    • Ureum wordt gevormd uit ammoniak en is een afvalproduct van de aminozuurstofwisseling.
    • Creatinine is een afvalproduct van de spierstofwisseling.
    • Een verhoogd creatininegehalte in het bloed zegt iets over de nierfunctie, maar niet over de oorzaak.
    • SDMA in het bloed is een test die nierinsufficiëntie in een vroeger stadium kan opsporen, omdat deze waarde eerder stijgt dan creatinine.

    Behandeling Nierfalen

    • De behandeling van nierfalen is gericht op het ondersteunen en sparen van het functionele nierweefsel.
    • De belasting van de nieren wordt beperkt door een speciaal dieet met een beperkte hoeveelheid eiwit en fosfaat.
    • Fosfaatbinders kunnen worden gegeven om het overschot aan fosfaat in het bloed te beperken.
    • ACE-remmers kunnen de bloeddruk van de aanvoerende slagaders in de nieren remmen, waardoor de goed werkende nefronen langer functioneel blijven.
    • ACE-remmers remmen ook het verlies van eiwit in de urine.
    • Smakelijke voeding kan worden gegeven om de eetlust te bevorderen.
    • Vocht toedienen (bijvoorbeeld intraveneus infuus) kan de vochtbalans op peil brengen en de overmaat aan ureum en creatinine uitspoelen.

    Acuut Nierfalen

    • Alle ziektes die gepaard gaan met circulerende antigeen-antilichaamcomplexen kunnen een acute ontsteking van de glomeruli van de nieren veroorzaken.
    • Deze antilichaam-antigeencomplexen worden gevormd door de hechting van antigenen (bijvoorbeeld aanwezig bij een bacteriële infectie) aan antilichamen die geproduceerd worden door het afweersysteem.
    • Voorbeelden van infecties die antigeen-antilichaamcomplexen kunnen veroorzaken zijn abcessen, baarmoederontstekingen, prostaatabcessen, bloedvergiftiging of ontsteking aan het hart.
    • Het antigeen kan ook viraal zijn of lichaamseigen.
    • Deze antigeen-antilichaamcomplexen kunnen vastlopen in de glomerulus en daar een ontsteking veroorzaken.
    • Meestal wordt er geen urine meer geproduceerd en zijn ureum en creatinine sterk verhoogd.
    • De therapie is gericht op het op gang brengen van de urineproductie, de prognose is afhankelijk van de oorzaak.

    Aangetaste nierbuisjes

    • Aangetaste nierbuisjes worden meestal veroorzaakt door een zuurstoftekort in de weefsels, shock, bloedvergiftiging door bacteriële giftige stoffen en vergiftiging met zware metalen of antivries.
    • Antivries is een veelvoorkomende oorzaak, omdat dieren het aantrekkelijk vinden en kunnen opnemen wanneer het openstaat of op de grond terechtkomt.

    Iatrogeen acuut nierfalen

    • Iatrogeen acuut nierfalen kan worden veroorzaakt door medicijnen die giftig zijn voor de nier.
    • NSAID's kunnen nierfalen veroorzaken bij dieren met achterliggende nierproblemen, uitdroging of een laag circulerend bloedvolume.

    Nierbekkenontsteking

    • Nierbekkenontsteking is meestal veroorzaakt door een bacteriële infectie, vaak veroorzaakt door E.coli-bacteriën.
    • De bacterie komt meestal uit de blaas.
    • In acute gevallen treedt weefselverval op van het epitheel van de nierbuisjes en is er een etterige ontsteking te zien in de ruimte tussen de filters van de nier.
    • Verschijnselen zijn algehele ziekte, koorts, geen eetlust, pu/pd en pijnlijke nierstreek.
    • In chronische gevallen treedt bindweefselvorming op en kan deze aandoening langer bestaan zonder dat verschijnselen van nierfalen zichtbaar zijn.
    • Diagnose is te stellen met bloedonderzoek (hoog aantal witte bloedcellen, hoog ureum en creatinine) en urineonderzoek (veel eiwitten, bloed, veel witte bloedcellen en nierepitheelcellen).
    • Een BO van urine is positief op bacteriën, een echo kan een verwijd nierbekken tonen.
    • Therapie bestaat uit intraveneus infuus om de urineproductie te verhogen en bacteriën sneller af te voeren en zo uremie te bestrijden.
    • Langdurig antibiotica wordt gegeven om de infectie te bestrijden.

    PKD (polycystic kidney disease)

    • PKD is een nierafwijking waarbij meerdere cysten (holtes gevuld met vocht) ontstaan.
    • Deze gaan het normale nierweefsel verdringen.
    • PKD komt voornamelijk bij katten voor (erfelijke ziekte bij de Perzische kat).
    • Bij fokken wordt altijd gescreend met een echo of een DNA onderzoek.
    • Meestal geen symptomen tot zoveel nierweefsel is verdrongen dat nierinsufficiëntie ontstaat.
    • Er is geen specifieke behandeling, alleen symptomatisch zoals bij chronisch nierfalen.

    Niertumoren

    • Niertumoren komen zelden voor.
    • Ze kunnen kwaadaardig (adenocarcinomen, fibrosarcomen) of goedaardig (lipomen, fibromen) zijn.
    • Kwaadaardige tumoren komen vaker voor.
    • Meestal betreft het één nier, soms beide.
    • Symptomen zijn bloed in de urine (door beschadiging van weefsel), uremie als er tumoren in beide nieren zijn.
    • Diagnose wordt gesteld door het bevoelen van de buik, een echo en een echogeleid biopt.
    • Als beide nieren zijn aangetast is de prognose ongunstig, vooral bij adenocarcinomen vanwege de kans op uitzaaiing.

    Ectopische urineleiders

    • Ectopische urineleiders zijn een aangeboren afwijking waarbij één of twee urineleiders niet in de blaas uitmonden, maar in de plasbuis.
    • Vaak is de urineleider verwijd omdat de urine moeilijker de plasbuis in kan dan de blaas en de plasbuis minder rek heeft.
    • Dit kan leiden tot hoge druk in de urineleider.
    • Deze aandoening komt vooral voor bij honden.
    • Symptomen zijn al vanaf puppy-leeftijd te zien: passieve incontinentie waarbij steeds kleine beetjes urine verliest, natte achterpoten en een sterke urinegeur.
    • Diagnose is te stellen op basis van klinisch beeld en echo of een blaaskoposcopie.
    • De behandeling bestaat uit een chirurgische ingreep waarbij de urineleider op de juiste plaats in de blaas wordt gebracht.

    Blaasontsteking bij de hond

    • Blaasontsteking wordt vaak veroorzaakt door een bacteriële infectie met E.coli-bacteriën en protausbacteriën.
    • De infectie is vaak opkruipend vanuit de plasbuis en soms afdalend vanuit een nierbekkenontsteking.
    • Ontstaat meestal door verminderde weerstand.
    • Belangrijke factor: het niet goed leegplassen van de blaas waardoor resturine achterblijft. Hierin kunnen de bacteriën zich vermeerderen.
    • Andere factoren zijn blaasstenen, incontinentie en glucose in de urine.
    • Door de bacteriële infectie raakt de blaaswand ontstoken.
    • Symptomen: vaak kleine beetjes plassen en bloed in de urine (urine is troebel, pussig of rood).
    • Diagnose: klinisch beeld en urineonderzoek.
    • De pH is meestal hoog door de bacteriële productie van ammoniak.
    • In het sediment (bezinksel urine) zijn rode en witte bloedcellen aanwezig.
    • In geval van blaasstenen of gruis kunnen kristallen aanwezig zijn.
    • Een BO van urine kan worden ingezet en een echo kan worden gemaakt om stenen uit te sluiten.
    • Therapie bestaat uit antibiotica, geleide op BO en ABG.

    Blaasstenen bij de hond

    • Blaasstenen zijn stenen in de blaas.
    • Fijn materiaal in de blaas wordt blaasgruis genoemd.
    • Blaasstenen bestaan uit kristallen in een matrix van afgestorven cellen.
    • Als de kristallen het grootste deel van de steen vormen, spreken we van blaasstenen.
    • Als de matrix overhand heeft, heet het een plug.
    • Een plug bestaat uit een mix van afgestorven cellen.
    • Gruis kan door zowel de teef als reu worden uitgeplast.
    • Stenen die te groot zijn, kunnen niet worden uitgeplast en blijven in de blaas liggen.
    • Een steen kan vastlopen in de plasbuis, meestal bij de reu.
    • Alle stenen veroorzaken plasklachten: bloed in de urine, pijn of ongemak bij het plassen en persen op urine bij afsluiting van de plasbuis.

    Struvietstenen

    • Struvietkristallen zijn magnesium-ammonium-fosfaatkristallen.
    • Ze kunnen worden gevonden door het bekijken van een urinesediment.
    • Struvietkristallen ontstaan in basische urine (hoge pH), meestal veroorzaakt door een bacteriële blaasontsteking.
    • Diagnose: urineonderzoek.
    • Kristallen kunnen zichtbaar worden in het sediment na het centrifugeren van de urine.
    • Soms is gruis zo groot dat het met het blote oog te zien is.
    • Grotere struvietstenen zijn zichtbaar op een röntgenfoto of echo.
    • Therapie: bestrijden van de bacteriële blaasontsteking met antibiotica en het oplossen van struvietkristallen met speciale diervoeders.
    • Deze voeders verlagen de pH van de urine en lossen daarmee kristallen (en sommige stenen) op.
    • Vochthuisvesting bevordert ook het oplossen van de stenen.

    Calciumoxalaatstenen

    • De oorzaak van vorming van calciumoxalaatstenen is onbekend.
    • Ze zijn meestal goed zichtbaar op een röntgenfoto of echo.
    • Soms zijn struvietkristallen tegelijkertijd in de urine te zien.
    • Calciumoxalaatstenen kunnen niet worden opgelost met dieetvoeding en moeten chirurgisch worden verwijderd.
    • Na een operatie moet de steen geanalyseerd worden om het type te bepalen en om preventief een oxalaatvoorkomend dieet te geven.
    • Dieren met calciumoxalaatstenen moeten meer drinken.

    Plasbuisobstructie

    • Een volledige plasbuisobstructie kan leiden tot acute uremie.
    • Een gedeeltelijke obstructie resulteert in moeizaam plassen en bloed in de urine.
    • Een obstructie van de plasbuis door een steen, gruis of plug moet worden teruggespoeld naar de blaas.
    • Na het terugspoelen in geval van een steen, moet de blaas worden geopend.

    Feline lower urinary tract disease (FLUTD)

    • FLUTD is een term voor alle aandoeningen van de lagere urinewegproblemen bij de kat, waarbij de oorzaken zowel obstructief als niet-obstructief kunnen zijn.

    Blaasstenen bij de kat

    • De meest voorkomende obstructieve oorzaak bij de kater zijn kristallen in de blaas.
    • De kleine blaas van de kat kan prikkeling van de blaaswand veroorzaken.
    • Dit kan leiden tot stress en aggresie.
    • Meestal worden struvietkristallen gevonden in de blaas.
    • Diagnose: urineonderzoek.
    • Therapie bij katten zonder obstructie: pijnstillers en oplossen van de kristallen met een verzurend dieet. Meer drinken is belangrijk om de blaas door te spoelen.
    • Bij de poes: - Obstructie is zeldzaam. - Klachten zijn moeizaam plassen, vaak kleine beetjes plassen en bloed in de urine. - Meestal plast de poes steeds op andere plekken in huis omdat de kattenbak is geassocieerd met pijn.
    • Bij de kater: - Obstructies komen vaak voor, omdat de plasbuis steeds nauwer wordt. - Vroege klachten: moeizaam plassen, vaak kleine beetjes plassen en bloed in de urine. - Uiteindelijk kan de kater helemaal niet meer plassen. - De kater wordt onrustig, likt aan de penis en kan grommen of agressief reageren. - De blaas is groot, hard en pijnlijk. - Dit is een spoedgeval. - De kater moet gekatheteriseerd worden om de obstructie te verheffen. - Na het verheffen van de obstructie moet de blaas via katheter gespoeld worden om kristallen of pluggen te verwijderen. - De urinekatheter blijft 24 uur in de plasbuis. - Een intraveneus infuus wordt gegeven om uremie te bestrijden. - Nazorg: pijnstillers, antibiotica en preventief een struvietdieet. - Een penisamputatie kan worden uitgevoerd als de kater vaker last heeft van plasbuisobstructies.

    Niet obstructieve oorzaken van FLUTD

    • Oorzaken van niet-obstructieve FLUTD zijn blaasontsteking, tumoren en idiopathische blaasontsteking.
    • Bacteriele blaasontsteking komt alleen in 10% van de gevallen van niet-obstructieve FLUTD voor.
    • Verschijnselen: moeizaam plassen, kleine beetjes vaak plassen en bloed in de urine.
    • Lichamelijk onderzoek: meestal geen afwijkingen.
    • Urineonderzoek: vaak bloed in de urine en geen kristallen.
    • Behandeling: pijnstillers en meer laten drinken.

    Stress

    • Katten en honden kunnen door stress in huis plassen.
    • Urineonderzoek laat in deze gevallen meestal geen afwijkingen zien.

    Blaasruptuur

    • Een blaasruptuur kan worden veroorzaakt door een trauma.
    • Diagnose: buikpunctie (onder echogeleiding) en/of röntgencontrastonderzoek met lucht of jodium in de blaas spuiten.
    • Behandeling: chirurgisch sluiten van de blaas. De prognose hangt af van de omvang en lokalisatie van de scheur.

    Incontinentie (ongewenst urineverlies)

    • Incontinentie wordt verdeeld in passieve en actieve incontinentie:
      • Actieve incontinentie: gecontroleerd urineverlies. Het dier weet dat het in huis plast.
        • Oorzaak: meestal in de blaas zelf, of pu/pd, of gedragsproblemen zoals dementie, sproeiende kater, gestreste kat.
        • Behandeling: onderliggende oorzaak behandelen.
      • Passieve incontinentie: ongecontroleerd urineverlies. Het dier weet niet dat het in huis plast.
        • Vaak voorkomend bij de hond, zelden bij de kat.
        • Oorzaken: onvoldoende werking van de sluitspier van de blaas, overloopblaas door blaasverwijding en oorzaken buiten de sluitspier van de blaas zoals ectopische urineleiders.
        • Ouderdom, gesteriliseerde teven en gecastreerde reuen.
        • Ook te zien bij pelvic bladder.
        • Behandeling: levenslang toedienen van medicijnen die de sluitspier van de blaas versterken.
        • Bij blaasverwijding kan de sluitspier tijdelijk te kort schieten, wat leidt tot overloopblaas.
        • De hond probeert te persen zonder urineverlies.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Description

    Test je kennis over nierfalen en de gevolgen daarvan. Deze quiz behandelt belangrijke symptomen, oorzaken en behandelingen van niergerelateerde aandoeningen bij honden en mensen. Diepgaande vragen over de diagnostiek en fysiologie van de nieren zullen je begrip verder verdiepen.

    More Quizzes Like This

    Renal Failure
    54 questions

    Renal Failure

    DelightfulPink avatar
    DelightfulPink
    Nephrology Quiz: Acute and Chronic Renal Failure
    10 questions
    Renal Failure: Types, Causes, and Consequences
    18 questions
    Acute Kidney Injury Overview
    5 questions

    Acute Kidney Injury Overview

    IncredibleParrot904 avatar
    IncredibleParrot904
    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser