Neuropsychologie Definities en Geschiedenis
49 Questions
3 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat gebeurt er met de cijfers die het laatst worden getoond op het korte-termijngeheugen?

  • Ze verdwijnen snel door de interferentie.
  • Ze worden beter onthouden door het herhalen.
  • Ze worden beter onthouden door het recency effect. (correct)
  • Ze hebben geen invloed op het korte-termijngeheugen.
  • Wat is een voorbeeld van chunking?

  • Afzonderlijke letters combineren tot een woord. (correct)
  • De cijfers één voor één opschrijven.
  • Een nummer in zijn geheel onthouden.
  • Een telefoonnumer herhalen als een woord.
  • Wat is de maximale capaciteit van het korte-termijngeheugen voor het onthouden van items?

  • 9 items (correct)
  • 6 items
  • 12 items
  • 4 items
  • Wat is de rol van de fonologische lus volgens Baddely & Hitch?

    <p>Het bijhouden en herhalen van verbale informatie. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een gevolg van het combineren van taken op het korte-termijngeheugen?

    <p>Er is interferentie tussen beide taken. (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er met informatie in het korte-termijngeheugen na 20 seconden?

    <p>Bijna alle informatie is verdwenen. (A)</p> Signup and view all the answers

    Welke functie heeft het visuospatiaal blad?

    <p>Bijhouden van visuele en ruimtelijke informatie. (A)</p> Signup and view all the answers

    Welk proces verbetert het onthouden van informatie in het korte-termijngeheugen?

    <p>Herhaling (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de functie van de hippocampus in het geheugen?

    <p>Het onthouden van reeksen woorden. (C)</p> Signup and view all the answers

    Welk effect heeft het memoriseren van straten op de hippocampus van Londense taxichauffeurs?

    <p>Hun hippocampus is groter dan die van buschauffeurs. (B)</p> Signup and view all the answers

    Hoe worden herinneringen steeds onafhankelijker van de hippocampus?

    <p>Door connecties met de neocortex te vormen. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijk aspect van de lange termijn consolidatie?

    <p>Herinneringen worden sterker door slaap. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat kan een gevolg zijn van herhaling van herinneringen?

    <p>Het versterkt de connecties in de neocortex. (A)</p> Signup and view all the answers

    Waarom is slaap belangrijk voor het geheugen?

    <p>Slaap helpt bij de consolidatie van herinneringen. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat kan er gezegd worden over het onafhankelijk worden van herinneringen van de hippocampus?

    <p>Herinneringen worden nooit volledig onafhankelijk. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat speelt een rol bij het oproepen van herinneringen?

    <p>De neocortex maakt connecties tussen herinneringsonderdelen. (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke hersenstructuur is het eerst aangetast bij de ziekte van Alzheimer?

    <p>Hippocampus (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat kenmerkt het Korsakoff syndroom?

    <p>Normale spraak en redenering (A), Chronisch alcoholisme dat leidt tot vitamine B1 tekort (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat gebeurt er met de hippocampus bij intensieve fitness in tegenstelling tot stretch oefeningen?

    <p>Volume hippocampus stijgt in de fitnessgroep (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende symptomen is kenmerkend voor anterograde amnesie?

    <p>Moeite met het leren van nieuwe informatie (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat beschrijft het Ribot gradiënt?

    <p>Recente herinneringen zijn het meest kwetsbaar (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een gevolg van kleine hersenbloedingen?

    <p>Taalproblemen (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke vaardigheid wordt vooral aangetast bij patiënten met de ziekte van Parkinson?

    <p>Procedureel geheugen (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een veelvoorkomend kenmerk van het geheugen van iemand met het Korsakoff syndroom?

    <p>Zij hebben moeite met het onthouden van gelezen teksten (C)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende principes beschrijft het effect van nabijheid in visuele waarneming?

    <p>Proximity (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is motion parallax?

    <p>Diepteperceptie die ontstaat wanneer je zelf beweegt en achtergrondobjecten apparenter in beweging lijken. (A)</p> Signup and view all the answers

    Welke techniek helpt om het onderscheid te maken tussen bovenzijde en onderzijde in driedimensionaal tekenen?

    <p>Licht en schaduw (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat houdt het gestaltprincipe van eenvoud in?

    <p>Het herleiden van complexe figuren naar eenvoudiger vormen. (A)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende beschrijvingen past het beste bij het concept van optische flow?

    <p>Het fenomeen waarbij objecten lijken te bewegen afhankelijk van je positie. (A)</p> Signup and view all the answers

    Welke uitspraak is waar over de detectie van eigenschappen in objectwaarneming?

    <p>Het identificeren van aparte eigenschappen helpt bij het herkennen van objecten. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat impliceert consistentie in visuele kenmerken?

    <p>Objecten worden herkend op basis van constante eigenschappen zoals kleur en vorm. (A)</p> Signup and view all the answers

    Waarom is het moeilijk voor AI om eenvoudige vormen te herkennen?

    <p>Het herkennen van eenvoudige vormen vereist complexe cognitie. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is cognitieve controle?

    <p>De mogelijkheid om gedachten en acties te coördineren op basis van interne doelen. (A)</p> Signup and view all the answers

    Welke hersengebieden zijn betrokken bij cognitieve controle?

    <p>DLPFC en ACC. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wanneer is cognitieve controle met name nodig?

    <p>Bij het nemen van beslissingen en het plannen. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de functie van de VLPFC in cognitieve controle?

    <p>Inschatten van waarden en context om routinematig gedrag te voorkomen. (A)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende beschrijvingen is waar voor de PreSMA?

    <p>Het past acties aan en detecteert responsconflicten. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat wordt bedoeld met 'responsinhibitie' binnen cognitieve controle?

    <p>Het overwinnen van instinctieve reacties en gewoontes. (C)</p> Signup and view all the answers

    Wat gaat aan de ontwikkeling van cognitieve controle vooraf volgens de geschiedenis?

    <p>Cognitieve controle werd gezien als een enkele functie toegeschreven aan modules. (A)</p> Signup and view all the answers

    Welke functie heeft de ACC in de context van cognitieve controle?

    <p>Monitoring van alertheid en foutdetectie. (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat houdt de term 'central executive' in volgens het concept van cognitieve controle?

    <p>Een algemene executieve functie die cognitieve controle omvat. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is de functie van de inhibitie zoals beschreven in de marshmallow test?

    <p>Het vermogen om een beloning uit te stellen voor een grotere beloning later. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat betekent het fenomeen 'perseveratie' in het context van de Wisconsin kaart test?

    <p>Het proberen om een oude regel opnieuw toe te passen. (B)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende uitspraken over de 'Stop signal reaction time' (SSRT) is juist?

    <p>SSRT is de tijd die nodig is om een actie in te houden na het zien van een stopsignaal. (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke bewering is correct over het 'set shifting paradigma'?

    <p>Het test de flexibiliteit van een persoon om van regel te wisselen. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat houdt 'reward learning' in het leerproces?

    <p>Het versterken van associaties door positieve feedback. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een voorbeeld van context-specifieke cognitieve controle?

    <p>Studeren in de bibliotheek in plaats van thuis aan de keukentafel. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat kan een gevolg zijn van een laesie in de rechter inferior frontale cortex?

    <p>Moeite met stoppen van reacties op een signaal. (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke eigenschap is niet een onderdeel van het leerperspectief?

    <p>Verandering van emoties tijdens het leren. (B)</p> Signup and view all the answers

    Flashcards

    Motion Parallax

    Dieptewaarneming door beweging. Naarmate een object dichterbij is, lijkt het sneller te bewegen tijdens je eigen beweging.

    Optische Flow

    De manier waarop punten in beweging lijken te zijn, wat de indruk geeft dat je je in een ruimte beweegt.

    Gestaltprincipes

    De principes die aangeven hoe we delen tot een geheel groeperen. Het geheel is meer dan de som der delen.

    Eenvoud (simplicity)

    Het principe om iets complex terug te brengen tot eenvoudiger vormen.

    Signup and view all the flashcards

    Nabijheid (proximity)

    Objecten die dicht bij elkaar staan, worden vaak als groep waargenomen.

    Signup and view all the flashcards

    Visuele consistentie

    Objecten herkennen als hetzelfde in verschillende posities of bewegingen gebaseerd op consistente visuele kenmerken (bv. kleur, vorm, structuur).

    Signup and view all the flashcards

    Object perceptie

    Het proces van het waarnemen van eigenschappen van een vorm om te bepalen welk object het is.

    Signup and view all the flashcards

    Eigenschappen detecteren

    Losse eigenschappen (features) van een object waarnemen (vorm, kleur, hoek).

    Signup and view all the flashcards

    Recency effect

    Het beter onthouden van de laatst gepresenteerde items in een reeks.

    Signup and view all the flashcards

    Chunking

    Het groeperen van individuele items (letters, cijfers) om een grotere eenheid te vormen en zo beter te onthouden.

    Signup and view all the flashcards

    KTG (Korte-termijn geheugen)

    Het geheugen systeem dat informatie kort vast houdt, afhankelijk van activiteit en herhaling.

    Signup and view all the flashcards

    Fonologische lus (KTG)

    Het systeem in het KTG dat verbale informatie verwerkt en herhaalt.

    Signup and view all the flashcards

    Visuospatiaal blad (KTG)

    Het deel van het KTG dat visuele en ruimtelijke informatie verwerkt.

    Signup and view all the flashcards

    Chunking (KTG & LTG interactie)

    Het vormen van betekenisvolle eenheden (chicks) uit kleinere items uit het KTG voor opslag in het LTG

    Signup and view all the flashcards

    Intervel

    Pauze tussen herinneringsactiviteit en onthoudingstaken.

    Signup and view all the flashcards

    Vertraagde opnoemen effect KTG

    Het recency effect verdwijnt als er een interval is tussen items in een serie die je moet opnoemen.

    Signup and view all the flashcards

    Hippocampus

    Een hersengebied dat een belangrijke rol speelt bij het vormen en opslaan van nieuwe herinneringen, vooral episodische herinneringen.

    Signup and view all the flashcards

    Consolidatie (geheugen)

    Het proces waarbij korte termijn herinneringen worden omgezet naar lange termijn herinneringen.

    Signup and view all the flashcards

    Spatiaal geheugen

    Het vermogen om je te oriënteren in ruimte en de locatie van objecten te onthouden.

    Signup and view all the flashcards

    Taxichauffeurs en hippocampus

    Taxichauffeurs in Londen hebben een grotere hippocampus dan buschauffeurs, omdat ze veel straten moeten onthouden.

    Signup and view all the flashcards

    Lange termijn consolidatie

    Herinneringen worden steeds minder afhankelijk van de hippocampus en meer verbonden met andere hersengebieden.

    Signup and view all the flashcards

    Slaap en consolidatie

    Slaap is cruciaal voor het consolideren van nieuwe herinneringen.

    Signup and view all the flashcards

    Herinnering onderdelen

    Een herinnering bestaat uit verschillende onderdelen, zoals datum, geur en emoties, die in de neocortex worden gecodeerd.

    Signup and view all the flashcards

    Hippocampus als centrale knoop

    De hippocampus verbindt de verschillende onderdelen van een herinnering in de neocortex.

    Signup and view all the flashcards

    Ribot gradiënt

    Bij normaal vergeten gaan oude herinneringen eerst verloren. Bij amnesie zijn het daarentegen voornamelijk recente herinneringen die aangetast zijn.

    Signup and view all the flashcards

    Korsakoff syndroom

    Een neurologische aandoening veroorzaakt door chronisch alcoholisme, wat leidt tot een tekort aan vitamine B1 en hersenschade. Symptomen zijn onder meer geheugenverlies, verwardheid en problemen met het vinden van woorden.

    Signup and view all the flashcards

    Anterograde amnesie

    Onvermogen om nieuwe herinneringen te vormen na een breinletsel of ziekte. Mensen met anterograde amnesie kunnen zich wel herinneren wat er voor het incident gebeurde, maar niet wat erna gebeurde.

    Signup and view all the flashcards

    Neocortex

    De buitenste laag van de hersenschors die verantwoordelijk is voor hogere cognitieve functies, waaronder taal, redeneren en plannen. In latere stadia van Alzheimer degenereren ook neuronen in de neocortex, wat leidt tot het verlies van oude herinneringen.

    Signup and view all the flashcards

    Procedureel geheugen

    Het geheugen dat verantwoordelijk is voor vaardigheden en gewoonten, zoals fietsen of piano spelen. Bij de ziekte van Parkinson wordt dit geheugen aangetast, waardoor het moeilijk wordt om nieuwe vaardigheden aan te leren.

    Signup and view all the flashcards

    Prefrontale cortex

    Het voorste deel van de hersenschors, dat een belangrijke rol speelt in het plannen, beslissen en het reguleren van emoties. Bij schade aan de prefrontale cortex kunnen problemen met impulscontrole ontstaan.

    Signup and view all the flashcards

    Sport en geheugen

    Regelmatige fysieke activiteit kan het volume van de hippocampus verhogen en de cognitieve functie, inclusief het geheugen, verbeteren.

    Signup and view all the flashcards

    Cognitieve controle

    Het vermogen om gedachten en acties te regelen in overeenstemming met interne doelen.

    Signup and view all the flashcards

    Motor controle

    Het aansturen van commando's en het bijsturen van motorische bewegingen.

    Signup and view all the flashcards

    Wanneer is cognitieve controle nodig?

    Cognitieve controle is belangrijk voor het plannen, beslissen, problemen oplossen, nieuwe acties uitvoeren en het overwinnen van routinematig gedrag.

    Signup and view all the flashcards

    Dorsolaterale Prefrontale Cortex (DLPFC)

    Hersengebied betrokken bij werkgeheugen, planning, taakrepresentaties en corrigerend gedrag.

    Signup and view all the flashcards

    Ventrolaterale Prefrontale Cortex (VLPFC)

    Hersengebied betrokken bij het inschatten van waarden, de bredere context en het voorkomen van routinematig gedrag.

    Signup and view all the flashcards

    PreSMA

    Hersengebied betrokken bij het aanpassen van acties, conflictdetectie en motorische plannen.

    Signup and view all the flashcards

    Anterior Cingulate Cortex (ACC)

    Hersengebied betrokken bij alertheid, verrassing, foutenverwerking en conflictdetectie.

    Signup and view all the flashcards

    Ventro-mediale Prefrontale Cortex / Orbitofrontale Cortex

    Hersengebied betrokken bij het inschatten van de waarde van beslissingen en het rekening houden met de bredere context.

    Signup and view all the flashcards

    'Central Executive' (Baddeley, 1986)

    Een 'algemene executieve functie' die werd gezien als de basis voor cognitieve controle.

    Signup and view all the flashcards

    'Supervisory Attentional System' (Norman & Shallice, 1986)

    Een ander model dat cognitieve controle voorstelde als een 'supervisie-systeem' voor aandacht.

    Signup and view all the flashcards

    Executieve Controle

    Het vermogen om mentale processen te sturen en te reguleren, zoals planning, aandacht, besluitvorming en inhibitie.

    Signup and view all the flashcards

    Preparatie-Gerelateerde Controle

    Een aspect van executieve controle waarbij we ons voorbereiden op een taak, door te anticiperen op eventuele vereisten.

    Signup and view all the flashcards

    Executie-Gerelateerde Controle

    Een onderdeel van executieve controle dat focust op het uitvoeren van de taak zelf, inclusief aanpassingen tijdens het proces.

    Signup and view all the flashcards

    Set Shifting

    Het vermogen om snel te schakelen tussen verschillende taken, regels of strategieën wanneer de omstandigheden veranderen.

    Signup and view all the flashcards

    Perseveratie

    Een probleem met set shifting, waarbij iemand blijft vasthouden aan een oude regel, zelfs wanneer deze niet meer relevant is.

    Signup and view all the flashcards

    Inhibitie

    Het vermogen om impulsen te onderdrukken en niet te reageren op irrelevante stimuli.

    Signup and view all the flashcards

    Stop Signaal Reactietijd (SSRT)

    De tijd die iemand nodig heeft om een actie te stoppen nadat er een stopsignaal is gegeven.

    Signup and view all the flashcards

    VLPFC (Ventro laterale prefrontale cortex) en SSRT

    Een gebied in de hersenen dat betrokken is bij impulscontrole. Schade aan deze regio kan leiden tot een vertraagde SSRT.

    Signup and view all the flashcards

    Study Notes

    Neuropsychologie Definities

    • Cognitieve neurowetenschappen integreren neurowetenschappen en cognitieve psychologie
    • Cognitie is het vermogen tot kennisverwerking, verwerken van zintuiglijke informatie door 'denken'.
    • Cognitie is afhankelijk van voorstellingsvermogen, geheugen, rede, ervaring, gewaarwording, en hypothesetoetsing van ideeën.
    • De sterkte van cognitie varieert per persoon.
    • Cognitieve psychologie verklaart gedrag door cognitieve processen te bestuderen.

    Neuropsychologie Geschiedenis

    • Galen: Romeinse arts die de effecten van hersen- en ruggenmergschade bestudeerde en hersenen dissecteerde. Hij beschreef, als eerste, de rol van de hemisferen.
    • Andreas Vesalius: Renaissance-anatoom die medische illustraties maakte, met nadruk op de hersenen.
    • 1700-1750: Eerste wetenschappelijke dissecties begonnen.
    • 1751: Ben Franklin's onderzoek naar elektriciteit leidde tot nieuwe hulpmiddelen, en tot de ontdekking dat elektriciteit informatie doorvoert.
    • 1800: Frenologie was een idee dat de vorm van de schedel informatie gaf over hersenen. Het was niet wetenschappelijk.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Description

    Test je kennis over neuropsychologie met deze quiz. Leer over de basisdefinities van cognitieve neurowetenschappen en ontdek belangrijke historische figuren die een impact hebben gehad op dit fascinerende vakgebied. Perfect voor studenten en geïnteresseerden in de relatie tussen gedrag en cognitieve processen.

    More Like This

    Neuropsychology Overview Quiz
    12 questions

    Neuropsychology Overview Quiz

    ImpartialPraseodymium avatar
    ImpartialPraseodymium
    Neuropsychology Overview Quiz
    48 questions

    Neuropsychology Overview Quiz

    StreamlinedSplendor2902 avatar
    StreamlinedSplendor2902
    Neuropsicología y Neurociencias
    45 questions
    Declarative and Non-Declarative Memory Quiz
    10 questions
    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser