Microscopie en Weefselfixatie Quiz
48 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is de belangrijkste functie van de condensor in een lichtmicroscoop?

  • De condensor reguleert de elektronische signalen naar de camera.
  • De condensor bundelt het invallende licht op het preparaat. (correct)
  • De condensor projecteert het beeld op het netvlies.
  • De condensor vergroot het beeld van het objectief.

Welke factor beïnvloedt het oplossend vermogen van een microscoop het meest?

  • De lichtbron.
  • Het objectief. (correct)
  • Het oculair.
  • De condensor.

Wat is de uiteindelijke vergroting van een lichtmicroscoop?

  • De vergroting van het preparaat ondersteuning door de condensor.
  • De som van de vergrotingen van de condensor en het oculair.
  • De vergroting van het objectief vermenigvuldigd met die van het oculair. (correct)
  • De gemiddelde vergroting van alle lenssystemen.

Hoeveel bedraagt de maximale vergroting van een lichtmicroscoop?

<p>1.000 X. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat definieert de resolutie van een microscoop?

<p>De kleinste afstand tussen twee punten die nog als gescheiden kunnen worden waargenomen. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke techniek maakt gebruik van chemische en fysische analysemethoden voor het identificeren van cellulaire bestanddelen?

<p>Cytochemie. (A)</p> Signup and view all the answers

Hoe wordt een elektronmicroscoop verschillend van een lichtmicroscoop?

<p>Het gebruikt een elektronenbundel in plaats van zichtbaar licht. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk aspect dat de beeldkwaliteit van een microscoop beïnvloedt?

<p>De kwaliteit van de lenzen. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste doel van fixatie van weefsel?

<p>De oorspronkelijke structuren van het weefsel bewaren (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende uitspraken over fixators is correct?

<p>Fixators kunnen bacteriën doden (C)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn fixatie-artefacten?

<p>Structuren die ontstaan die normaal niet in levende weefsels voorkomen (B)</p> Signup and view all the answers

Welk voorbeeld van een enkelvoudige fixator is correct?

<p>Formaldehyde (A)</p> Signup and view all the answers

Welke factor beïnvloedt de snelheid waarmee een fixator doordringt in het weefsel?

<p>De temperatuur en het type weefsel (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de aanbevolen fixatieduur voor weefsel van enkele millimeters dik?

<p>24 uur (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk aspect bij het fixeren van weefsel?

<p>De verhouding tussen volume weefsel en fixatief moet gerespecteerd worden (B)</p> Signup and view all the answers

Waarom is het belangrijk dat weefsel volledig ondergedompeld is in de fixator?

<p>Om te zorgen dat het weefsel langs alle zijden begint te fixeren (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk voordeel van interferentiecontrast ten opzichte van fasecontrast?

<p>Het kan afbeeldingen met meer details bieden. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende technieken maakt gebruik van excitatielicht en emissielicht?

<p>Fluorescentiemicroscopie (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van het excitatiefilter in een fluorescentiemicroscoop?

<p>Het laat alleen licht van een bepaalde golflengte door. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke eigenschap van fluorescentiemicroscopie stelt wetenschappers in staat om eiwitten te lokaliseren?

<p>Het toepassen van fluorescerende probes. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een gevolg van 'photo bleaching' in fluorescentiemicroscopie?

<p>Een deel van de fluorescentie gaat verloren. (D)</p> Signup and view all the answers

Waarom kan het nuttig zijn om beide methoden, fasecontrast en interferentiecontrast, te vergelijken?

<p>Om verschillende beelden en details zichtbaar te maken. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen is correct over fluorescentiemicroscopie?

<p>Het visualiseert fluorescerende stoffen tegen een donkere achtergrond. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat kan men doen om het beeld in fluorescentiemicroscopie te versterken bij minimale hoeveelheden licht?

<p>Digitale camera met beeldversterker gebruiken. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van de 'pinhole' in een confocale microscoop?

<p>Het laat alleen licht van het focusvlak door. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke techniek wordt het meest gebruikt voor de histologische studie van weefsels?

<p>Paraffine-techniek (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van astrocyten in het zenuwstelsel?

<p>Ze ondersteunen en beschermen neuronen. (D)</p> Signup and view all the answers

Waarom is het belangrijk om weefsels zo min mogelijk veranderingen te laten ondergaan?

<p>Om nauwkeurige informatie te verkrijgen over de levende toestand. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de betekenis van neurotransmitters in synapsen?

<p>Ze spelen een rol bij de communicatie tussen neuronen. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke cellen zijn verantwoordelijk voor de productie van myeline in het centrale zenuwstelsel?

<p>Oligodendrocyten. (A)</p> Signup and view all the answers

Hoe wordt het fluorescentielicht in een confocale microscoop uiteindelijk weergegeven?

<p>Door een computer die het signaal digitaliseert. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van de duramater in de hersenvliezen?

<p>Het is de dikste en stevigste laag. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het gevolg van het scannen van het beeld in een confocale microscoop?

<p>Een drie-dimensionale reconstructie van het preparaat. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke methode wordt doorgaans niet gebruikt voor het fixeren van weefsels?

<p>Stomen boven heet water. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van microgliacellen in het zenuwstelsel?

<p>Ze verwijderen afvalstoffen en dode cellen. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de eerste stap bij het voorbereiden van een weefsel voor microscopisch onderzoek?

<p>Nemen van het weefsel (biopt). (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van de bloed-hersen-barrière?

<p>Het voorkomt schadelijke stoffen in de hersenen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met het licht dat van boven of onder het focusvlak komt in een confocale microscoop?

<p>Het wordt niet doorgelaten door de pinhole. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat beschrijft het beste de functie van Schwanncellen?

<p>Ze zijn verantwoordelijk voor de myelinisatie van perifere zenuwen. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende cellen zijn niet-gemyeliniseerde zenuwvezels?

<p>Schwanncellen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van het periost?

<p>Het bevat zenuwen en bloedvaten. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat beschrijft het proces van remodellatie het best?

<p>De afbraak en opbouw van botweefsel. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van intercalaires schijven in hartspierweefsel?

<p>Ze helpen bij de elektrische geleiding tussen de hartspiervezels. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke functie hebben spierspoelen?

<p>Ze beïnvloeden de spierspanning en reflexen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een functie van glad spierweefsel?

<p>Beweging van interne organen. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van de lengtegroei van een lang been?

<p>Het omvat proliferatie van chondrocyten in de epifysaire schijf. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een functie van myocardiale spiervezels?

<p>Ze zijn betrokken bij de ritmische samentrekking van het hart. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende hormonen heeft de grootste invloed op de groei van botweefsel?

<p>Groei Hormoon. (A)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Resolutie (oplossend vermogen)

De kleinste afstand tussen twee punten die nog net gescheiden kunnen worden waargenomen.

Eindvergroting

De vergroting van het objectief vermenigvuldigd met de vergroting van het oculair.

Histologie

Het onderzoek van de bouw en de bijzondere functies (specialisaties) van weefsels.

Condensor

Een bundel van licht wordt gericht op het preparaat.

Signup and view all the flashcards

Weefsel

Een groepje cellen met dezelfde functie of die samen een orgaan vormen.

Signup and view all the flashcards

Objectief

Vormt een tussenbeeld dat door het oculair wordt vergroot.

Signup and view all the flashcards

Oculair

Vergroot het tussenbeeld en projecteert het op het oog.

Signup and view all the flashcards

Orgaan

Een welbepaalde schikking van een aantal soorten weefsels.

Signup and view all the flashcards

Kern

De celkern; het controle centrum van de cel.

Signup and view all the flashcards

Cytoplasma

De vloeistof in de cel behalve de kern.

Signup and view all the flashcards

Axonen

Uitlopers van zenuwcellen, die signalen van de cel afvoeren.

Signup and view all the flashcards

Dendrieten

Uitlopers van zenuwcellen, die signalen naar de cel toebrengen.

Signup and view all the flashcards

Synaps

De plek waar een zenuwcel communiceert met een andere cel.

Signup and view all the flashcards

Neuroglia

Speciale cellen die zenuwcellen ondersteunen en beschermen.

Signup and view all the flashcards

Myeline

Gemyeliniseerde zenuwvezels worden geïsoleerd met een laag myeline, wat snellere signaaloverdracht mogelijk maakt.

Signup and view all the flashcards

Bodem microscopie

Een microscopietechniek waarbij men door de dunne bodem van een kweekvat kijkt naar cellen op de bodem. Dit voorkomt het openen van een steriele petrischaal en het besmetten van de preparaten.

Signup and view all the flashcards

Interferentiecontrast

Een microscopietechniek die gebruik maakt van de fasevertragingen die optreden wanneer licht door transparante objecten met verschillende brekingsindices gaat. Het differentieel interferentiecontrast (Nomarski) creëert een beeld met een pseudoreliëf.

Signup and view all the flashcards

Fluorescentiemicroscopie

Een microscopietechniek waar fluorescerende stoffen licht van een kortere golflengte omzetten in licht van een langere golflengte. Daardoor lichten fluorescerende delen van het preparaat op tegen een donkere achtergrond.

Signup and view all the flashcards

Fluorescerende stoffen

Stoffen die licht van een kortere golflengte opnemen en vervolgens licht van een langere golflengte uitzenden.

Signup and view all the flashcards

Photobleaching

In fluorescentiemicroscopie, het proces waarbij een fluorescerende stof een deel van zijn fluorescentie verliest tijdens de aanstraling met een excitatiebundel.

Signup and view all the flashcards

Beeldversterker

Een apparaat dat zwak licht versterkt om beelden te maken. Handig voor fluorescentiemicroscopie om photobleaching te verminderen.

Signup and view all the flashcards

Immunohistochemie

Het lokaliseren en visualiseren van specifieke eiwitten in cellen of weefsels met behulp van fluorescerende antilichamen.

Signup and view all the flashcards

In situ hybridisatie

Het lokaliseren en visualiseren van specifieke nucleinezuren in cellen of weefsels met behulp van fluorescerende probes.

Signup and view all the flashcards

Weefselfixatie

Het proces van het stoppen van alle biologische en chemische processen in een weefsel om de originele structuur zo goed mogelijk te behouden.

Signup and view all the flashcards

Waarom is fixatie belangrijk?

Het proces van het stoppen van enzymatische processen in cellen om autolyse (zelfvertering) te voorkomen.

Signup and view all the flashcards

Fixator

Een chemische stof die gebruikt wordt om weefsel te fixeren, waardoor de cellen en structuren in hun originele toestand worden bewaard.

Signup and view all the flashcards

Enkelvoudige fixator

Formaldehyde, aceton en ethanol zijn voorbeelden van deze fixatoren.

Signup and view all the flashcards

Samengestelde fixator

Bouin is een voorbeeld van een fixator die verschillende chemische stoffen combineert.

Signup and view all the flashcards

Fixatie-artefacten

Veranderingen die in het weefsel optreden tijdens de fixatie, die niet aanwezig waren in het levende weefsel.

Signup and view all the flashcards

Fixatieduur

De tijd die nodig is om een weefsel volledig te fixeren, hangt af van de grootte van het weefsel en het type fixator.

Signup and view all the flashcards

Verhouding weefsel en fixatief

De hoeveelheid fixatief moet voldoende zijn om het weefsel volledig te bedekken.

Signup and view all the flashcards

Wat is een osteon?

Een osteon is de basiseenheid van compact botweefsel. Het bestaat uit een centraal kanaal (kanaal van Havers) met bloedvaten en zenuwen, omgeven door concentriche lamellen van botmatrix met daarin osteocyten in lacunes.

Signup and view all the flashcards

Hoe ontstaat een osteon?

Osteonen worden gevormd door een proces van afbraak en opbouw van botweefsel, waarbij osteoblasten nieuwe botmatrix afzetten en osteoclasten ouder botweefsel afbreken. Dit proces heet remodelleringscyclus.

Signup and view all the flashcards

Wat is het periost?

Het periost is een stevig bindweefselvlies dat het bot omhult en zorgt voor de aanhechting van spieren, pezen en ligamenten aan het bot.

Signup and view all the flashcards

Wat is het endost?

Het endost is een dun bindweefselvlies dat het binnenste oppervlak van het bot bedekt en zorgt voor de aanhechting van osteoblasten en osteoclasten.

Signup and view all the flashcards

Wat is beenmerg?

Beenmerg is een sponsachtig weefsel dat zich in de holtes van botten bevindt. Het produceert bloedcellen en zorgt voor energieopslag.

Signup and view all the flashcards

Hoe ontstaat plat bot?

De vorming van beenweefsel begint met het ontstaan van een kraakbeenmodel. Dit kraakbeen wordt vervolgens geleidelijk vervangen door botweefsel door de werking van osteoblasten. Dit heet 'endochondrale ossificatie'.

Signup and view all the flashcards

Hoe groeit plat bot?

Plat bot groeit door appositionele groei, waarbij osteoblasten nieuwe botmatrix afzetten aan de oppervlakte van het bot. Dit zorgt voor een toename van de dikte van het bot.

Signup and view all the flashcards

Hoe ontstaat een lang been?

Een lang been ontstaat vanuit een kraakbeenmodel, waarbij het kraakbeen geleidelijk wordt vervangen door botweefsel. Dit proces heet 'endochondrale ossificatie'.

Signup and view all the flashcards

Confocale microscopie

Een microscooptechniek waarbij een scherpe laserbundel wordt gebruikt om fluorescerende objecten in een preparaat te belichten. De laserbundel scant het preparaat lijn voor lijn, waardoor een scherp beeld van een specifiek vlak (de confocale coupe) wordt verkregen.

Signup and view all the flashcards

Doorvallend licht

Licht dat door een object heen gaat en door een detector wordt opgevangen. Dit licht wordt gebruikt om een beeld van het object te creëren.

Signup and view all the flashcards

Confocale coupe

Een specifiek snijvlak van een preparaat dat wordt belicht door een laserbundel in een confocale microscoop.

Signup and view all the flashcards

Snap Freezing

Een procedure waarbij een weefselmonster snel wordt ingevroren, meestal met vloeibare stikstof, om de structuur van het weefsel te behouden.

Signup and view all the flashcards

Paraffine-techniek

Een methode voor het voorbereiden van weefsel voor onderzoek onder de lichtmicroscoop waarbij het weefsel in paraffine wordt ingebed, gesneden (coupes) en met kleurstoffen wordt gekleurd.

Signup and view all the flashcards

Biopt

Een klein stukje weefsel dat wordt gebruikt voor onderzoek.

Signup and view all the flashcards

Biopsie

Het proces van het nemen van een biopt voor onderzoek.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Inleiding

  • Deze cursus is een leidraad voor het vak Histologie.
  • In de cursus worden de meest voorkomende celtypen van het menselijk lichaam besproken en hoe deze georganiseerd zijn in weefsels.
  • De cursus maakt gebruik van vroegere cursussen, en werkt samen met prof. dr. Jan Baert, prof. dr. Thomas Tousseyn en prof. dr. Raf Sciot.
  • Het begrijpen van de structuur van weefsels vormt de basis voor het bestuderen van de opbouw en functie van organen en de werking van het menselijk lichaam.

Hoofdstuk 1: Methoden en technieken voor microscopie

  • Inleiding: Introductie van de microscopische studie van cellen, of cytologie.
  • Lichtmicroscopie: Bouw, resolutie, numerieke apertuur, fasecontrastmicroscopie, interferentiecontrastmicroscopie en fluorescentiemicroscopie.
  • Technieken voor lichtmicroscopie: Weefselvoorbereiding, fixatie, coupes (paraffine en vriescoupes), kleuren van coupes (H&E, PAS, Trichroom Masson) en lokalisatie van enzymen.
  • Immunohistochemie: Monoclonale vs polyclonale aanlichamen, directe vs indirecte immunohistochemie.
  • Hybrido-histochemie.
  • Monterende preparaten: Transmissie-elektronenmicroscopie (TEM) en scanning-elektronenmicroscopie (SEM).

Hoofdstuk 2: De Cel

  • Inleiding: Inleiding over de cel als fundamentele eenheid van het lichaam.
  • Celmembraan: Samenstelling (fosfolipiden, cholesterol en proteïnen), microscopische structuur, endocytose, exocytose en transcytose.
  • Celkern: Kernomhulsel, kernmatrix, chromatine, nucleolus, etc.
  • Cytoplasma: Organellen (ER, ribosomen, Golgi-apparaat, lysosomen, mitochondriën, peroxisomen) en Inclusies (glycogeenpartikels, vetdruppels).
  • Cytoskelet: Microtubuli (structuur en functies, centriolen, trilharen en flagellen), microfilamenten (structuur en functies), intermediaire filamenten (structuur en functies).

Hoofdstuk 3: Celadhesie

  • Inleiding: Introductie van celadhesie.
  • Celjuncties: Zonula occludens ("tight juntions"), zonula adhaerens, macula adherens ("desmosoom"), Nexus ("gap junction") en hemidesmosoom.
  • Basale membraan: Structuur en functies.

Hoofdstuk 4: Epitheelweefsel

  • Inleiding: Kenmerken, oorsprong, terminologie.
  • Differentiaties en functies: Functies van epitheelcellen, apicale differentiaties (microvilli, trilharen).
  • Indeling van epitheel: Eénlagige en meerlagige epithelen, verschillende soorten epithelen (plaveisel, kubisch, cilindrisch).
  • Regeneratie: Regeneratiemechanisme.
  • Metaplasie: Definitie en voorbeelden.

Hoofdstuk 5: Klierweefsel

  • Inleiding: Definitie's en Terminologie.
  • Secretiecyclus: Processen van opname, synthese en afgifte.
  • Exocrien klierweefsel: Ontstaan, structuur, exocriene kliercellen (sereus, mucoceus).
  • Afvoerkanalen: Functie.
  • Endocrien klierweefsel: Ontstaan, kliercellen, hormonen, associaties, secretiemechanismen.

Hoofdstuk 6: Bindweefsels

  • Inleiding: Definitie's en Terminologie.
  • Samenstellende elementen: Cellen (fibroblasten en anderen), grondsubstantie (extracellulaire vloeistof), vezels (collagene, elastische, reticulaire).
  • Gewone bindweefsels: Losmazig bindweefsel, dens bindweefsel.
  • Speciale bindweefsels: Muceus bindweefsel, vetweefsel.

Hoofdstuk 7: Beenweefsel

  • Inleiding: Definitie, algemene histologie.
  • Types beenweefsel: Fibreus en lamellair.
  • Structuur van een osteon: Lamellen, kanalen van Havers en Volkmann.
  • Ontstaan/groei van een been: Primaire/secundaire ossificatie.
  • Beenmerg: Rood/geel.

Hoofdstuk 8: Spierweefsel

  • Inleiding: Types spierweefsel (skeletspierweefsel, glad spierweefsel, hartspiertweefsel).
  • Skeletspierweefsel: Histologie van gestreepte spiervezel, elektronenmicroscopie van gestreepte spiervezel, contractiemechanisme.
  • Glad spierweefsel: Histologie van gladde spiervezel en elektronenmicroscopie van gladde spiervezels.
  • Hartspierweefsel: Histologie van de hartspiervezel, elektronenmicroscopie van hartspiervezel.
  • Embryogenese, groei, adaptatie en regeneratie: Spieren van mesodermale oorsprong, verschillende types tijdens ontwikkeling.
  • Spanningsreceptoren: Spierspoelen en peesspoelen, hun structuur, functie.
  • Motorische bezenuwing: Motorische eenheid, motorische eindplaat.

Hoofdstuk 9: Zenuwweefsel

  • Inleiding: Inleiding over zenuwcellen.
  • Neuronen: Cellichaam (kern, cytoplasma), neurieten (dendrieten, axon), synaptische verbinding.
  • Neuroglia: Microglia, macroglia (schwanncellen, kapselcellen, astrocyten, oligodendrocyten, ependym en choroidplexus).
  • Synapsen: Neuro-neuronale en neuro-musculaire synapsen.

Hoofdstuk 10: Methoden en technieken voor microscopie (vervolg)

  • Confocale microscopie: Principes en technieken.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Description

Test je kennis over de werking van lichtmicroscopen, het doel van weefselfixatie en de verschillende technieken die gebruikt worden in microscopie. Beantwoord vragen over de condensor, vergroting en resolutie, en ontdek de belangrijke aspecten van fixatie en fixators. Ideaal voor studenten in biologie of geneeskunde.

More Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Browser