Micro-organismen onder de loep 4 BT Biologie
24 Questions
2 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is een kenmerk dat prokaryoten en eukaryoten scheidt?

  • Prokaryoten hebben een celkern.
  • Eukaryoten zijn altijd meercellig.
  • Eukaryoten zijn altijd autotroof.
  • Prokaryoten hebben geen celkern. (correct)
  • Welke van de volgende organellen zijn kenmerkend voor eukaryoten?

  • Ribosomen
  • Mitochondriën (correct)
  • Plasmide
  • Celwand
  • Welke eigenschap is specifiek voor archaea in vergelijking met bacteriën?

  • Hun celwand verschilt van die van bacteriën. (correct)
  • Ze zijn groter dan bacteriën.
  • Ze komen alleen voor in hete omgevingen.
  • Ze hebben een celkern.
  • Wat zijn de afmetingen van archaea doorgaans?

    <p>0,1 tot enkele μm (D)</p> Signup and view all the answers

    Welk proces kunnen sommige archaea uitvoeren en is ook een kenmerk van autotrofe organismen?

    <p>Fotosynthese (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat verbindt prokaryoten zoals archaea en bacteriën?

    <p>Zij hebben geen celkern. (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een typisch kenmerk van organismen in het domein van eukaryoten?

    <p>Ze hebben een celkern. (D)</p> Signup and view all the answers

    Waar komen archaea typerend voor het eerst voor?

    <p>In zure heetwaterbronnen (A)</p> Signup and view all the answers

    Welke organismen zijn altijd meercellig?

    <p>Eukaryoten (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een kenmerk dat uniek is voor Archaea in vergelijking met Bacteriën?

    <p>Thermoacidofiele eigenschappen (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is waar over de celwand van Eukaryoten?

    <p>Eukaryoten hebben soms een celwand, afhankelijk van het type organisme. (A)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende functies is niet typisch voor celorganellen in Eukaryoten?

    <p>Genetische informatie opslaan in het cytoplasma (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijke eigenschap van alle Prokaryoten?

    <p>Ze hebben een celwand. (D)</p> Signup and view all the answers

    Welke organismen zijn altijd prokaryoot?

    <p>Bacteriën (D)</p> Signup and view all the answers

    Welk type voeding komt voor bij Archaea?

    <p>Sommige Archaea zijn autotroof, andere zijn heterotroof. (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een typische grootte voor prokaryote cellen?

    <p>1-10 micrometer (B)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende beweringen over prokaryoten is correct?

    <p>Prokaryoten zijn vrijwel altijd eencellig. (A)</p> Signup and view all the answers

    Wat is een belangrijk kenmerk dat archaea onderscheidt van eukaryoten?

    <p>Ze vertonen extreme tolerantie voor ongunstige omgevingen. (B)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende processen kan niet plaatsvinden in prokaryotische cellen?

    <p>Mitose (B)</p> Signup and view all the answers

    Wat zijn eukaryoten doorgaans niet in staat om te doen in vergelijking met prokaryoten?

    <p>Een celwand hebben. (A)</p> Signup and view all the answers

    Welk van de volgende organellen vind je niet in prokaryote cellen?

    <p>Mitochondriën (C)</p> Signup and view all the answers

    Welke van de volgende organismen behoort tot de eukaryoten?

    <p>Pantoffeldiertje (B)</p> Signup and view all the answers

    Welke functie heeft de celkern in eukaryote cellen?

    <p>Slaat het erfelijk materiaal op. (D)</p> Signup and view all the answers

    Wat is niet een type organisatie dat wordt onderscheiden in de 'three of life'?

    <p>Protozoa (B)</p> Signup and view all the answers

    Flashcards

    Prokaryotische cellen

    Cellen zonder celkern en interne membraangebonden compartimenten, bijvoorbeeld bacteriën en archaea.

    Bacteriën (domein)

    Eencellige organismen zonder celkern, met een celwand, en diverse energiebronnen (autotroof of heterotroof).

    Archaea (domein)

    Eencellige organismen zonder celkern, met een celwand die verschilt van die van bacteriën, en gedijen in extreme omgevingen.

    Eukaryoten (domein)

    Organismen met cellen die wel een celkern bevatten, bijvoorbeeld dieren, planten, schimmels en protisten.

    Signup and view all the flashcards

    Autotroof

    Organismen die hun eigen voedsel kunnen maken, bijvoorbeeld door fotosynthese.

    Signup and view all the flashcards

    Heterotroof

    Organismen die andere organismen nodig hebben voor voedsel en energie.

    Signup and view all the flashcards

    Celkern (nucleus)

    De centrale controlekamer van een cel, die het DNA bevat.

    Signup and view all the flashcards

    Celwand

    Een stevig buitenlaagje om de cel, die de cel ondersteunt en beschermt. Gevonden in bacteriën en plantencellen.

    Signup and view all the flashcards

    Celkern aanwezig?

    Bacteriën hebben geen celkern, Archaea hebben geen celkern en Eukaryoten wel een celkern.

    Signup and view all the flashcards

    Celmembranering

    Alle drie de groepen (bacteriën, archaea, eukaryoten) hebben een celmembraan.

    Signup and view all the flashcards

    Eencellig of meercellig (bacteriën)?

    Bacteriën zijn meestal eencellig.

    Signup and view all the flashcards

    Eencellig of meercellig (eukaryoten)?

    Eukaryoten kunnen zowel eencellig als meercellig zijn.

    Signup and view all the flashcards

    Autotroof of heterotroof (bacteriën)?

    Bacteriën kunnen autotroof of heterotroof zijn.

    Signup and view all the flashcards

    Autotroof of heterotroof (eukaryoten)?

    Eukaryoten kunnen autotroof of heterotroof zijn.

    Signup and view all the flashcards

    Celwand aanwezig? (bacteriën)

    Bacteriën hebben meestal een celwand.

    Signup and view all the flashcards

    Celwand aanwezig? (Archaea)?

    Archaea kunnen een celwand hebben, maar soms wel soms niet.

    Signup and view all the flashcards

    Soort

    Een groep organismen die vergelijkbare kenmerken delen en vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.

    Signup and view all the flashcards

    Geslacht

    Een groep organismen die verwant zijn en vergelijkbare kenmerken delen, maar waarvan de soorten niet altijd vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.

    Signup and view all the flashcards

    Wetenschappelijke naam

    Een unieke naam die gebruikt wordt om een organisme te benoemen volgens de systematiek, bestaande uit twee delen: het geslacht en de soort.

    Signup and view all the flashcards

    Bacteriën

    Eencellige organismen zonder celkern, met een celwand en diverse energiebronnen, zoals fotosynthese of het eten van andere organismen.

    Signup and view all the flashcards

    Archaea

    Eencellige organismen zonder celkern, met een unieke celwand, die overleven in extreme omgevingen, zoals vulkanen en zoutmeren.

    Signup and view all the flashcards

    Eukaryoten

    Organismen met cellen die wel een celkern bevatten, zoals dieren, planten, schimmels en protisten.

    Signup and view all the flashcards

    Domein

    Een van de drie grote groepen waarin alle levende organismen worden ingedeeld: bacteriën, archaea en eukaryoten.

    Signup and view all the flashcards

    Three of life

    Een evolutionaire boomstructuur die de verwantschap tussen alle levende organismen voorstelt, vanuit één oercel.

    Signup and view all the flashcards

    Study Notes

    Schooljaar 2024-2025

    • Thema: micro-organismen onder de loep
    • Niveau: 4 BT Biologie

    Verscheidenheid aan organismen

    • Ongeveer 3,5 miljard jaar geleden ontstond het eerste leven op aarde.
    • De verscheidenheid aan organismen (biodiversiteit) is nog steeds onzeker.
    • In 2018 schatte biologen het aantal soorten op ongeveer 2,1 miljoen.
    • Een organisme is een levend wezen.

    Artikel - Hoeveel soorten zijn er op aarde?

    • Buitenaardse wezens zouden stellen hoeveel verschillende levensvormen er op aarde leven.
    • De Britse bioloog Robert May stelde deze vraag in vakblad SCIENCE.
    • Volgens May werken biologen niet efficiënt:
      • Een derde van de taxonomen focust op gewervelde dieren (ongeveer 1%).
      • Een derde focust op planten (ongeveer 10%).
      • Een derde focust op ongewervelden (ongeveer 90%).
    • Het aantal bekende soorten is onbekend, vanwege een gebrek aan overzichtelijke collecties.
    • Een schatting van het totale aantal soorten is ongeveer 5 miljoen, met een foutenmarge van 3 miljoen.

    Doden en tellen

    • Hoe begin je met het in kaart brengen van de biodiversiteit?
    • Sommige wetenschappers baseren zich op het aantal soorten in gematigde streken om een idee te krijgen van het aantal soorten in de tropen.
    • Andere wetenschappers extrapoleren de bekende soorten naar grotere gebieden.
    • Een entomoloog (Terry Erwin) schatte in de jaren 1980 het aantal soorten insecten op 100 miljoen.
    • In 2011 schatte een internationaal wetenschappersteam het totale aantal soorten op 8,7 miljoen.

    Organismen indelen in groepen

    • Een soort is een groep organismen die zich in hun natuurlijke omgeving kunnen voortplanten en vruchtbare nakomelingen hebben.
    • Individuen binnen een soort kunnen echter verschillend zijn qua uiterlijk.
    • Een groep organismen van dezelfde soort die samen voorkomt wordt een populatie genoemd.
    • Verschillen binnen een soort worden variatie genoemd en zijn vaak erfelijk bepaald.
    • Verschillen door omgevingsinvloeden worden modificaties genoemd.
    • Hondenrassen zijn een voorbeeld van variatie binnen een soort (hond).
    • Organismen binnen een soort worden gegroepeerd in geslachten.

    Domeinen

    • Organismen op aarde zijn verdeeld in drie domeinen:
      • Eukaryoten: Leven opgebouwd uit cellen met een celkern. (dieren, planten, schimmels en protisten)
      • Bacteriën: Eencellige organismen zonder celkern.
      • Archaea: Eencellige organismen, zoals sommigen die in extreem omgevingen leven.

    Micro-organismen

    • Micro-organismen zijn organismen die niet met het blote oog te zien zijn.
    • Ze behoren tot domeinen bacteriën, archaea en eukaryoten.
    • Ze leven op bijna elke plaats op aarde.
    • Sommige micro-organismen zijn nuttig (bijv. in voedselproductie), en sommigen zijn schadelijk (bijv. ziekteverwekkers).

    Bacteriën

    • Bacteriën zijn eencellige prokaryoten (zonder celkern).
    • Ze zijn autotroof of heterotroof.
    • Ze delen via binaire splitsing.
    • De duur van een generatie is afhankelijk van factoren zoals temperatuur, pH, voeding en zuurstof.
    • Ze hebben verschillende vormen (coccen, bacillen, spirillen, vibra en spirocheten).
    • Kleuren (Gram+ en Gram-) verschillen in een celluwand structuur.
    • Ze hebben factoren zoals flagellen en fimbriae.

    Voortplanting van bacteriën

    • De bacteriën maken een identieke kopie van hun genetisch materiaal, dit genetische materiaal dupliceert.
    • Genetische materialen worden gescheiden.
    • De cel wordt steeds groter en groeit.
    • De cel deelt zichzelf in twee delen, waardoor je twee identieke cellen krijgt.

    Besmetting

    • Besmetting is de aanwezigheid van een bacterie in een organisme, maar niet altijd met een infectie (ziektesymptom).
    • Een infectie is wanneer de bacteriën zich vermenigvuldigen in het organisme en symptomen veroorzaken.
    • Verschillende routes kunnen leiden tot besmetting: via eten, drinken, lucht, seksueel contact en open wonden.

    Bestrijden van infecties

    • Het immuunsysteem werkt om infecties te bestrijden.
    • Antibiotica zijn medicijnen die bacteriële infecties bestrijden.
    • Antibiotica werken door de groei van bacteriën af te remmen of bacteriën te doden, door zich aan de celwand, DNA, of metabolisme van bacteriën te binden.
    • Antibioticaresistentie zorgt ervoor dat een specifieke antibiotica niet werkzaam is tegen een bepaalde bacterie.
    • Bacteriën kunnen resistentie ontwikkelen door mutaties of door het opnemen van resistentiegen.
    • Antibioticaresistentie is een groot probleem in de moderne gezondheidszorg.

    Nuttige bacteriën

    • Bacteriën beïnvloeden processen zoals voedselvertering en stikstofkringloop.
    • Bacteriën spelen een essentiële rol in de voedselketen en voedselindustrie.
    • Bacteriën zijn nuttig in de afbraak van afvalstoffen.
    • Bacteriën helpen planten bij het opnemen van stikstof.

    Studying That Suits You

    Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

    Quiz Team

    Related Documents

    Description

    Test je kennis over de verscheidenheid aan micro-organismen en biodiversiteit. Ontdek hoe het leven op aarde zich heeft ontwikkeld en wat biologen zeggen over het aantal soorten. Dit quiz zal je leren over de verschillende groepen organismen en de uitdagingen binnen de taxonomie.

    More Like This

    Fungi in Biodiversity
    15 questions

    Fungi in Biodiversity

    AdventuresomeImagery avatar
    AdventuresomeImagery
    Microbiology exam part 1
    20 questions
    Microorganisms and Their Growth Conditions
    42 questions
    Use Quizgecko on...
    Browser
    Browser