Menselijk Skelet en Spierweefsel Quiz

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Hoeveel botten bevat het menselijk skelet?

  • 206 (correct)
  • 201
  • 205
  • 214

Welke van de volgende spieren is geen onderdeel van het skeletspierweefsel?

  • Triceps brachii
  • Biceps brachii
  • Hartspier (correct)
  • Quadriceps femoris

Wat is de functie van de origo van een spier?

  • De aanhechting aan de bewegende botten
  • De spier te verlengen
  • De aanhechting aan het onbewegende bot (correct)
  • De spier te stabiliseren

Welke van de volgende weefsels is glad spierweefsel?

<p>Spieren van de darmen (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een correcter begrip om de delen van het skelet aan te duiden?

<p>Beenderen (D)</p> Signup and view all the answers

Welke spier is betrokken bij het strekken van de arm?

<p>Triceps brachii (A)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt doorgaans niet behandeld in een basisles over het beenderstelsel?

<p>Spiercontractie (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de beweging genaamd waarbij de handpalm naar achteren wordt gedraaid vanuit de anatomische houding?

<p>Pronatie (B)</p> Signup and view all the answers

Welke term beschrijft de draaiende beweging van de voet waarbij de voetzool naar binnen wordt gedraaid?

<p>Inversie (D)</p> Signup and view all the answers

Welke beweging treedt op wanneer iemand zijn mond opent?

<p>Depressie (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende bewegingen beschrijft het omhoog bewegen van een lichaamsdeel?

<p>Elevatie (A)</p> Signup and view all the answers

Welke term verwijst naar de terugkerende beweging van de duim in zijn normale stand?

<p>Repositie (A)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn de kenmerken van multipolaire neuronen?

<p>Ze hebben meerdere dendrieten en één axon. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de naam van de beweging waarbij de handpalm naar voren wordt gedraaid?

<p>Supinatie (C)</p> Signup and view all the answers

Welke type neuron begint de actiepotentiaal bij het uiteinde van de dendrieten?

<p>Unipolair neuron (C)</p> Signup and view all the answers

Welke beweging beschrijft het naar opzij buigen van de wervelkolom?

<p>Laterale flexie (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van sensibele neuronen?

<p>Ze geven informatie door naar het centrale zenuwstelsel. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat betekent de term protractie?

<p>Bewegen naar voren (D)</p> Signup and view all the answers

Welke beweging houdt in dat de hiel omhoog wordt gebracht zoals bij het staan op de tippen van je voet?

<p>Plantaire flexie (D)</p> Signup and view all the answers

Waar komen bipolaire neuronen voornamelijk voor?

<p>In speciale zintuigen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er bij de beweging van retractie?

<p>Een lichaamsdeel beweegt naar achteren (C)</p> Signup and view all the answers

Wat registreren somatische receptoren?

<p>Informatie vanuit het externe milieu. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de hoofdfunctie van het lymfestelsel?

<p>Het zorgt voor de terugkeer van weefselvocht naar de bloedsomloop. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke functie heeft het ademhalingsstelsel?

<p>Het transporteert lucht naar de longblaasjes voor gaswisseling. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat doet het spijsverteringsstelsel?

<p>Het neemt voedingsstoffen op en verwijdert afvalstoffen. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke bewering over het urinaire stelsel is waar?

<p>Het reguleert het volume van geproduceerde urine. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk kenmerk van anatomische terminologie?

<p>Het maakt gebruik van specifieke Latijnse benamingen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat beschrijft de anatomische positie?

<p>De handen zijn naast het lichaam met de palmen naar voren. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat vertegenwoordigt de term 'brachium'?

<p>De arm. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke structuur is een bijbehorende term voor het voortplantingsstelsel?

<p>Geslachtscellen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een functie van het menselijk lichaam volgens de anatomische structuur?

<p>Transporteren van zuurstof naar de spieren. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt verstaan onder homeostatische regulering?

<p>De aanpassing van fysiologische systemen om de homeostase te handhaven. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van de receptor in het proces van homeostatische regulering?

<p>Het detecteren van veranderingen in de omgeving. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een voorbeeld van negatieve terugkoppeling?

<p>Het inschakelen van de airconditioning bij een te hoge temperatuur. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat doet het besturingscentrum in homeostatische regulering?

<p>Het verwerkt informatie van de receptor en geeft instructies aan de effector. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen over positieve terugkoppeling is juist?

<p>Het heeft een versterkend effect t.o.v. de oorspronkelijke prikkel. (B)</p> Signup and view all the answers

Waaruit bestaat het centrale zenuwstelsel?

<p>Hersenen en ruggenmerg. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke functie heeft het centrale zenuwstelsel?

<p>Verwerken van sensorische informatie en doorgeven van impulsen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de taak van de thermometer in het airconditioningsysteem?

<p>Het registreren van de temperatuur in de ruimte. (D)</p> Signup and view all the answers

Welk effect heeft de airconditioning wanneer de temperatuur boven de ingestelde waarde stijgt?

<p>De thermostaat schakelt de airconditioning in, waardoor de temperatuur daalt. (C)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Complexe reflex

Een complexe reflex omvat meerdere neuronen en synapsen, waardoor het signaal via verschillende paden kan reizen en complexer kan worden.

206 botten

De 206 botten van het menselijk lichaam vormen het skelet, een belangrijk onderdeel van de anatomie.

Beenderstelsel

Het beenderstelsel, bestaande uit 206 botten, geeft het lichaam structuur, beschermt organen en maakt beweging mogelijk.

Anatomische vlakken

De anatomische vlakken en assen zijn referentiepunten die gebruikt worden om delen van het lichaam te beschrijven.

Signup and view all the flashcards

Anatomische begrippen

De kennis van anatomische begrippen is essentieel om de structuur en functie van organen en weefsels te begrijpen.

Signup and view all the flashcards

Spieren

De spieren, die verbonden zijn met de botten, maken beweging mogelijk door samen te trekken.

Signup and view all the flashcards

Organen

De organen zijn de functionele eenheden van het lichaam, elk met een specifieke functie.

Signup and view all the flashcards

Lymfestelsel

Het lymfestelsel zorgt ervoor dat weefselvocht terugkeert naar de bloedsomloop.

Signup and view all the flashcards

Ademhalingsstelsel

Het ademhalingsstelsel vervoert zuurstof naar de longen en zorgt voor de afvoer van koolstofdioxide.

Signup and view all the flashcards

Spijsverteringsstelsel

Het spijsverteringsstelsel verteert voedsel en neemt voedingsstoffen op.

Signup and view all the flashcards

Urinaire stelsel

Het urinaire stelsel verwijdert afvalproducten uit het bloed en reguleert de waterbalans.

Signup and view all the flashcards

Voortplantingsstelsel

Het voortplantingsstelsel produceert geslachtscellen en hormonen. Bij vrouwen ondersteunt het de embryonale en foetale ontwikkeling.

Signup and view all the flashcards

Anatomische positie

Anatomische positie beschrijft de standaard positie van het lichaam: rechtop staand, armen langs het lichaam, handpalmen naar voren, voeten bij elkaar.

Signup and view all the flashcards

Anatomische termen

Anatomische termen zijn specifieke woorden die gebruikt worden om de lichaamsdelen te beschrijven.

Signup and view all the flashcards

Oriëntatiepunten

Oriëntatiepunten zijn belangrijke structuren in het lichaam die als referentiepunt dienen om de locatie van andere structuren te beschrijven.

Signup and view all the flashcards

Anatomische richtingen

Anatomische richtingen worden gebruikt om de relatieve positie van structuren ten opzichte van elkaar te beschrijven.

Signup and view all the flashcards

Multipolaire neuron

Neuronen met twee of meer dendrieten en één axon. De meest voorkomende neuron in het CZS.

Signup and view all the flashcards

Unipolaire neuron

Neuronen met één dendriet en één axon die samenkomen, het cellichaam ligt aan één zijde. De meeste sensibele neuronen in het perifere zenuwstelsel.

Signup and view all the flashcards

Bipolaire neuron

Neuronen met één dendriet en één axon, het cellichaam ligt daartussen. Zeldzaam, in speciale zintuigen.

Signup and view all the flashcards

Sensibele neuronen

Neuronen die informatie van zintuigen naar het centrale zenuwstelsel sturen.

Signup and view all the flashcards

Motorische neuronen

Neuronen die signalen van het centrale zenuwstelsel naar spieren en klieren sturen.

Signup and view all the flashcards

Pronatie

De beweging waarbij de handpalm naar achteren wordt gedraaid, vertrek vanuit de anatomische houding.

Signup and view all the flashcards

Supinatie

De tegenovergestelde beweging van pronatie, waarbij de handpalm naar voren wordt gedraaid.

Signup and view all the flashcards

Inversie

Een draaiende beweging van de voet waarbij de voetzool naar binnen wordt gedraaid, de mediale rand van de voet komt omhoog.

Signup and view all the flashcards

Eversie

Een draaiende beweging van de voet waarbij de voetzool naar buiten wordt gedraaid, de laterale rand van de voet komt omhoog.

Signup and view all the flashcards

Dorsiflexie

Buiging van het enkelgewricht, waarbij de voet omhoog wordt bewogen, zoals bij het neerzetten van je voet tijdens het wandelen.

Signup and view all the flashcards

Plantaire flexie

Extensie (strekken) van het enkelgewricht, waarbij de hiel omhoog wordt gebracht, zoals bij het staan op de tippen van je voet.

Signup and view all the flashcards

Oppositie

Een beweging van de duim in de richting van de vingertoppen of handpalm.

Signup and view all the flashcards

Repositie

De terugkerende beweging van de duim in zijn normale stand, vanuit de oppositie.

Signup and view all the flashcards

Protractie

Het naar voren bewegen van een deel van het lichaam in het horizontale vlak.

Signup and view all the flashcards

Retractie

Het naar achteren bewegen van een deel van het lichaam in het horizontale vlak.

Signup and view all the flashcards

Homeostatische regulering

De aanpassingen van fysiologische systemen om de homeostase in stand te houden.

Signup and view all the flashcards

Receptor (in homeostatische regulering)

Een sensor die gevoelig is voor veranderingen in de omgeving, bijvoorbeeld temperatuur of bloedsuikerspiegel.

Signup and view all the flashcards

Besturingscentrum (in homeostatische regulering)

Een onderdeel van het lichaam dat de signalen van de receptor ontvangt en verwerkt. Het geeft instructies af om de verandering te corrigeren.

Signup and view all the flashcards

Effector (in homeostatische regulering)

Een cel of orgaan dat reageert op de instructies van het besturingscentrum. Het kan de verandering tegengaan of versterken.

Signup and view all the flashcards

Negatieve terugkoppeling

Een mechanisme waarbij de effector een tegengesteld effect heeft op de oorspronkelijke prikkel, waardoor de verstoring wordt gecorrigeerd. Bijvoorbeeld: als je lichaam te warm is, zal het zweet produceren om af te koelen.

Signup and view all the flashcards

Positieve terugkoppeling

Een mechanisme waarbij de effector de oorspronkelijke prikkel versterkt, waardoor de verstoring wordt versterkt. Bijvoorbeeld: bij de bevalling stimuleert de aanwezigheid van oxytocine meer oxytocine productie, wat leidt tot meer weeën.

Signup and view all the flashcards

Centrale zenuwstelsel (CZS)

De hersenen en het ruggenmerg samen. Dit is het centrale verwerkingssysteem van het lichaam.

Signup and view all the flashcards

Perifere zenuwstelsel

Het deel van het zenuwstelsel dat de sensoren met de hersenen verbindt en de hersenen met de spieren en organen. Het stuurt signalen door het lichaam.

Signup and view all the flashcards

Sensorische informatie

Informatie van zintuigen die door het lichaam wordt ontvangen. Deze informatie wordt verwerkt door de hersenen.

Signup and view all the flashcards

Impulsen

Signalen die door het zenuwstelsel worden verzonden om spieren te laten bewegen of organen te controleren.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Anatomie en Fysiologie

  • Het menselijk lichaam bestaat uit 11 orgaanstelsels
  • Er worden anatomische oriëntatiepunten, richtingen en vlakken gebruikt
  • Er is een indeling skelet, met botmarkeringen
  • Botmarkeringen zijn uitwendige kenmerken van de botten
  • Het skelet bestaat uit het axiale skelet (80 botten) en het skelet van de ledematen (126 botten)
  • De wervelkolom bestaat uit 26 wervels, het heiligbeen en het staartbeen

Het Zenuwstelsel

  • Het zenuwstelsel coördineert de activiteiten van alle orgaanstelsels
  • Het zenuwstelsel reageert snel op prikkels
  • Het hormoonstelsel reageert langzamer, maar langer

Het Spier- en Beenderstelsel

  • Het spierstelsel heeft drie typen spierweefsel
  • Het skeletspierweefsel zorgt voor beweging
  • Het zenuwstelsel maakt onmiddellijke aanpassing mogelijk
  • Botmarkeringen zijn belangrijke structuren
  • Elke beweging komt door een specifieke zenuw

Functies van de orgaanstelsels

  • Huid: bescherming, temperatuurregulering, zintuiglijke informatie
  • Beenderstelsel: ondersteuning, bescherming, mineraalopslag, bloedcellenvorming
  • Spierstelsel: beweging, bescherming, warmteproductie
  • Zenuwstelsel: snelle aanpassing op prikkels, verwerking van informatie, controle van andere orgaanstelsels

Neuronen

  • Neuronen zijn de functionele eenheden van het zenuwstelsel
  • Neuronen communiceren met elkaar via synapsen
  • Neuronen communiceren ook met andere celtypen
  • Verschillende typen neuronen in het CZS en PZS: multipolair, unipolair en bipolair
  • Actiepotentialen: Snel, verspreiden zich langs axon, veroorzaken depolarisatie, repolarisatie en hyperpolarisatie.

Reflexbogen

  • Reflex: Snelle, onbewuste reactie op een prikkel
  • Een reflexboog bestaat uit een receptor, sensibel neuron, schakelcel, motorisch neuron en een effector
  • Een monosynaptische reflex heeft een korte vertraging
  • Een polysynaptische reflex heeft een langere vertraging en meerdere schakelcellen, waardoor verschillende spiergroepen kunnen reageren.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Leerstof examen december PDF

More Like This

ヒトと動物の骨格と筋肉
10 questions
Anatomie du Squelette Humain
40 questions

Anatomie du Squelette Humain

RighteousStarlitSky avatar
RighteousStarlitSky
Use Quizgecko on...
Browser
Browser