Klimaatverandering en zijn Effecten
55 Questions
0 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Koppel de volgende termen aan hun beschrijvingen:

Energietransitie = Verandering naar duurzame energiebronnen Vrije markt = Energieprijzen afhankelijk van vraag en aanbod Hernieuwbare energiebronnen = Bronnen met lage productiekosten Emissiehandelssysteem (ETS) = Systeem om CO2-uitstoot te reguleren

Koppel de volgende concepten aan hun functies:

Digitale energiemeters = Ondersteunen nieuwe bedrijfsmodellen Kapitaalkosten = Bepalen elektriciteitstarieven Facturen op capaciteit = Basis voor tariefverlening Europese richtlijnen = Stellen doelen voor efficiëntie en decarbonisatie

Koppel de volgende processen aan hun kenmerken:

Vraag en aanbod = Bepalen energietarieven Koolstofbelasting = Wordt doorberekend in productprijzen Nieuwe elektricitietstarieven = Afhankelijk van investeringen Energiebeleid = Vereist coördinatie tussen beleidsmakers

Koppel de volgende termen aan hun implicaties:

<p>Energietransitie = Economische veranderingen in de energie sector Hernieuwbare energie = Weinig impact op marktprijs door lage kosten Digitale energiemeters = Uitdagingen in databeheer Emissiehandelssystemen = Duidelijke doelen voor CO2-reductie</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende energiemarktconcepten aan hun gevolgen:

<p>Vraagverandering = Beïnvloedt energieprijzen Beslissingen van beleidsmakers = Vormen de basis van de energiemarkten Lage productiekosten = Verhogen de concurrentie Energieprijsbepaling = Afhankelijk van investeringskosten</p> Signup and view all the answers

Koppel de RCP-niveaus aan hun bijbehorende temperatuurdoelstellingen:

<p>RCP 1.9 = Doelstelling van Parijs behaald RCP 2.6 = Goede kans om doelstelling te behalen RCP 4.5 = Akkoord van Parijs niet behaald RCP 8.5 = Akkoord van Parijs niet behaald</p> Signup and view all the answers

Koppel de gebieden aan hun verwachte verandering in neerslag:

<p>Tropische gebieden = Neerslag neemt toe Poolgebieden = Neerslag neemt toe Subtropische gebieden = Neerslag neemt af Gematigde gebieden = Neerslag blijft gelijk</p> Signup and view all the answers

Koppel de oorzaken aan hun effecten op de zeespiegelstijging:

<p>Thermische uitzetting = Volume van oceanen neemt toe Smelten van gletsjers = Bijdrage aan zeespiegelverhoging Verlies van ijskap = Verhoogt zeeniveau Afbraak van permafrost = Bijdrage aan methaanuitstoot</p> Signup and view all the answers

Koppel de intensiteit van de opwarming aan hun beschrijvingen:

<p>Landverwarming = Warmt sneller op dan wereldgemiddelde Oceaanverwarming = Duurzamer door hoge warmtecapaciteit Glacier melting = Bijdrage aan zeespiegelstijging Luchtvervuiling = Versterkt de broeikasgaswerking</p> Signup and view all the answers

Koppel de termen aan hun beschrijving in het toekomstwiel:

<p>Directe gevolgen = Directe veranderingen door ontwikkeling Indirecte gevolgen = Gevolgen van de directe gevolgen Verandering in neerslag = Effect van klimaatverandering Impact regionalen = Verschilt afhankelijk van gebied</p> Signup and view all the answers

Koppel de extreme weersomstandigheden aan hun gedetailleerde effecten:

<p>Extreme neerslag = Zal bijna overal toenemen Hittegolven = Zullen frequentere verschijningen zijn Overstromingen = Gevolg van stijgend zeeniveau Droogte = Zal toenemen in subtropische gebieden</p> Signup and view all the answers

Koppel de soorten veranderingen aan hun gevolgen voor de omgeving:

<p>Verandering in oceanische temperaturen = Invloed op mariene ecosystemen Verandering in landtemperaturen = Effect op terrestrische biodiversiteit Toename van CO2-niveaus = Versterkt broeikaseffect Afname van biodiversiteit = Verlies van ecosysteemdiensten</p> Signup and view all the answers

Koppel de gevolgen van neerslagverandering aan hun beschreven effecten:

<p>Toename van tropische neerslag = Risk of flooding events Afname van neerslag in subtropen = Verhoogd risico op droogte Veranderende neerslagpatronen = Invloed op landbouwproductiviteit Extreme weersomstandigheden = Verhoogde kwetsbaarheid van gemeenschappen</p> Signup and view all the answers

Koppel de opwarming van de aarde veroorzakende factoren aan hun beschrijvingen:

<p>Hoge CO2 waarden = Belangrijkste oorzaak van opwarming sinds industrialisatie Verbranding van brandstoffen = Stoot meer CO2 uit dan landgebruik veranderingen Oceaan en land = Vangen het grootste deel van de uitstoot op Cementindustrie = Bron van aanzienlijke CO2-uitstoot</p> Signup and view all the answers

Koppel de isotopen aan hun kenmerken:

<p>C12 = Normale koolstofatoom in de atmosfeer C13 = Zwaarder koolstofatoom met een neutron extra Lichtere isotopen = Hebben voorkeur bij planten Fossiele brandstoffen = Bevatten gelijkaardige verhouding als planten</p> Signup and view all the answers

Koppel de periodes aan hun CO2-concentratie:

<p>Glaciale periodes = Lage CO2 concentratie Interglaciale periodes = Hoge CO2 concentratie 300.000 jaar geleden = Concentratie tussen 180-280 volumedelen Vandaag = Gemiddelde concentratie rond 400 volumedelen</p> Signup and view all the answers

Koppel de fysieke mechanismen van opwarming aan hun beschrijvingen:

<p>Zon = Zend straling uit die gedeeltelijk wordt teruggekaatst Aarde en atmosfeer = Zenden infrarode straling uit Gassen in de atmosfeer = Absorberen straling en zenden deze weer uit Infrarode straling = Kan niet ontsnappen naar de ruimte</p> Signup and view all the answers

Koppel de terminologie aan hun definities:

<p>Klimaatmodellen = Weergeven klimatologische veranderingen met geïsoleerde factoren Albedo = Veranderingen in landgebruik Opslagtanks voor koolstof = Land en oceaan die CO2 opslaan Koolstofatomen = Bevatten C12 en C13 isotopen</p> Signup and view all the answers

Koppel de broeikasgassen aan hun bronnen:

<p>Kooldioxide = Uitgestoten door verbranding van fossiele brandstoffen Methaan = Geproduceerd door landbouw en afvalbeheer Stikstofoxiden = Uitgestoten door verbrandingsprocessen Waterdamp = Natuurlijk broeikasgas aanwezig in de atmosfeer</p> Signup and view all the answers

Koppel de tijdsperiode aan de temperatuurveranderingen:

<p>1850 = Begin van de metingen van mondiale temperatuurveranderingen Industrializatie = Periode van verhoogde CO2-uitstoot Hedendaags = Gemiddelde temperatuurstijging geregistreerd Glaciaal = Periode van lagere temperaturen</p> Signup and view all the answers

Koppel de impact van de menselijke activiteit aan de gevolgen:

<p>Verbranding van fossiele brandstoffen = Verhoogde CO2-concentraties Ontbossing = Verlies van koolstofopslagcapaciteit Stedelijke uitbreiding = Verandering in albedo Oceaanverzuring = Verlies van mariene ecosystemen</p> Signup and view all the answers

Koppel de termen aan hun effecten op het klimaat:

<p>Broeikaseffect = Invloed op opwarming door gassen Koolstofcyclus = Beweging van CO2 door verschillende reservoirs Global warming = Verhoging van de gemiddelde temperatuur Climate feedback loops = Versterking van klimaatveranderingseffecten</p> Signup and view all the answers

Koppel de verschillende fases van de klimaatverandering aan hun kenmerken:

<p>Klimaatverandering = Langdurige veranderingen in temperatuur Thermohaline circulatie = Beïnvloedt globale warmteverdeling Extreem weer = Frequente klimaateffecten door stijgende temperaturen Verlies van biodiversiteit = Gevolg van habitatverlies en klimaatverandering</p> Signup and view all the answers

Match de ecosystemen met hun bijbehorende doelen:

<p>Behoud in situ = CWR's behouden in hun natuurlijke habitat Behoud ex situ = CWR's bewaren buiten hun natuurlijke habitat Bestuiving = Overbrengen van stuifmeelkorrels Invloed van stikstofvervuiling = Negatieve effecten op plantensoorten</p> Signup and view all the answers

Match de bedreigingen voor biodiversiteit met hun beschrijvingen:

<p>Overexploitatie = Oogstniveau hoger dan natuurlijke groei Klimaatverandering = Verschuivingen in klimatologisch geschikte gebieden Invasieve soorten = Uitheemse soorten die economische schade veroorzaken Vervuiling = Schade toebravend stoffen in de natuurlijke omgeving</p> Signup and view all the answers

Match de soorten schaarste met hun beschrijving:

<p>Absolute schaarste = Beschikbare grondstoffen voldoen slechts aan de vraag voor een korte periode. Economische schaarste = Regional conflicts kunnen de wereldwijde prijs beïnvloeden. Structurele schaarste = Aanbod volgt niet bij stijgende vraag. Materiële schaarste = Grondstoffen zijn niet gelijkmatig verdeeld in de aardkorst.</p> Signup and view all the answers

Match de krachten van het kwade kwintet met hun voorbeelden:

<p>Habitatverlies = Transformatie van natuurlijke habitat naar landbouwgebruik Overexploitatie = Geen mogelijkheid tot natuurlijk herstel Vervuiling = Stikstofvervuiling en zijn effecten Klimaatverandering = Migratie van mobiele soorten</p> Signup and view all the answers

Match de chemische elementen met hun aanwezigheid in de aardkorst:

<p>Silicium = Ongeveer 33% van de aardkorst. Aluminium = 8% van de aardkorst. Goud = Zeer zeldzaam. Koper = Vroeger 3% in erts, nu 0,3%.</p> Signup and view all the answers

Match de voorbeelden van invasieve soorten met hun kenmerken:

<p>Tijgermug = Drager van schadelijke virussen Buxusmot = Voedt zich met Buxus soorten Ballastwater = Veelgebruikte route voor mariene soorten Sierplanten = Opzettelijke introductie in nieuwe gebieden</p> Signup and view all the answers

Match de gevolgen van biodiversiteitsverlies met hun effecten:

<p>Predatie = Uitheemse soort verdringt inheemse soort Introductie van ziekten = Uitheemse soorten brengen ziekten mee Concurrentie = Uitheemse soorten beroven inheemse soorten van voedingsstoffen Allergene eigenschappen = Nieuwe allergieën door uitheemse planten</p> Signup and view all the answers

Match de verschillende schaarste soorten met hun kenmerken:

<p>Relatieve schaarste = Nieuwe bronnen en extractiemethoden worden ontdekt. Absolute schaarste = Vraag overtreft het aanbod binnen een paar jaar. Structurele schaarste = Exotische elementen kunnen niet zelf worden gedolven. Economische schaarste = Restricties gebaseerd op geografische en politieke factoren.</p> Signup and view all the answers

Match de scenario's met hun uitkomsten:

<p>Sustainable Development Scenario (SDS) = Voldoen aan wereldwijde klimaatdoelen. Actueel beleid = Reflecteert huidige energieplannen wereldwijd. Zeldzame metalen = nieuwste bronnen zijn beperkt. Technologische vooruitgang = Exploiteren van erts met laag materiaalgehalte.</p> Signup and view all the answers

Match de ecosysteemdiensten met hun typen:

<p>Voorzieningsdienst = Geleverd door biodiversiteit Regulerende dienst = Bestuiving en zijn invloed op gewassen Culturele dienst = Tweejarige bloemen in de natuur Ondersteunende dienst = Voedselwebben en hun interacties</p> Signup and view all the answers

Match de elementen met hun schaarste gevolg:

<p>Lithium = Toekomstige schaarste door beperkte beschikbaarheid. Koper = Verlies van kwaliteit in erts. Zeldzame aarde elementen = Beschikbaar als bijproduct van andere ertsen. Exotische metalen = Bijproduct van draagmetalen, slecht voorspelbare levering.</p> Signup and view all the answers

Match de soorten van CWR met hun kenmerken:

<p>Genetische diversiteit = Verminderd door menselijke selectie Klimaatadaptatie = Eigenschappen ontwikkelen in het wild Nieuwe gewassen creëren = Kruisen van CWR's met gecultiveerde soorten Bedreiging van habitat = Landbouwuitbreiding beïnvloedt CWR's</p> Signup and view all the answers

Match de gevolgen van stikstofvervuiling met hun effecten:

<p>Beperkende voedingsstof = Concurrentie tussen plantensoorten Verzuring van de bodem = Giftig voor veel plantensoorten Biodiversiteit verliezen = Negatief effect op plantensoorten Oogstvermindering = Minder voedsel beschikbaar voor gewassen</p> Signup and view all the answers

Match de beleidscategorieën met hun type acties:

<p>Klimaatverandering = Beleidsmaatregelen om uitstoot te verminderen. Energie toegang = Universele toegang tot energie realiseren. Luchtvervuiling = Verminderen van vervuilingsniveaus. Grondstoffen beheer = Verbeteren van recyclingtechnieken.</p> Signup and view all the answers

Match de term met de juiste methode om schaarste aan te pakken:

<p>Nieuw erts zoeken = Reactie op absolute schaarste. Technologisch onderzoek = Aanpakken van materialen met laag percentage. Politieke stabiliteit = Beheersen van economische schaarste. Hernieuwbare energie = Vermijden van afhankelijkheid van fossiele brandstoffen.</p> Signup and view all the answers

Match de impact van klimaatverandering met hun resultaten:

<p>Migratie = Soorten verplaatsen zich naar nieuwe gebieden Habitatverlies = Transformatie van ecosystemen Seizoensverandering = Voedselwebben niet meer afgestemd Biodiversiteitverlies = Verlies van soorten in natuurlijke habitats</p> Signup and view all the answers

Match de methoden van behoud met hun beschrijvingen:

<p>In situ = Behoud in de natuurlijke omgeving Ex situ = Behoud in zaadbanken of botanische tuinen Svalbard global seed vault = Dublikat zaden opslag Natuurlijke habitat = Minimaal ingrijpen in het ecosysteem</p> Signup and view all the answers

Match de energiebeleid richtlijnen met hun doelstellingen:

<p>Klimaatdoelstellingen = Behalen van netto nul beloften. Energie efficiëntie = Verbeteren van energieverbruik. Innovatieve technologieën = Ontwikkelen van nieuwe extractor methoden. Internationale samenwerking = Bevorderen van mondiale energiegelijkheid.</p> Signup and view all the answers

Match de kenmerken van bestuiving met hun effecten:

<p>Optimalisatie = Elke soort bestuiver heeft ideale omstandigheden Soortenrijkdom = Hogere diversiteit verbetert opbrengst Biodiversiteit = Afhankelijk van insecten voor gewassen Natuurlijke vegetatie = Verbetering van gewasopbrengsten</p> Signup and view all the answers

Match de termen met hun beschrijvingen:

<p>Aerosolen = Reflecteren zonnestraling en zorgen voor afkoeling Broeikasgassen = Verhogen de temperatuur door stralingsforcering Albedo = De reflectiviteit van een oppervlak Vulkanen = Verzorgen negatieve stralingsforcering op korte termijn</p> Signup and view all the answers

Match de broeikasgassen met hun bijdrage aan stralingsforcering:

<p>CO2 = Positieve stralingsforcering Methaan = Verhoogt stralingsforcering Ozon = Bijdrage aan opwarming Lachgas = Versterkt de broeikaseffect</p> Signup and view all the answers

Match de internationale overeenkomsten met hun doelen:

<p>Akkoord van Parijs = Beperk opwarming tot max. 1,5 °C IPCC = Beleidsbeslissingen op basis van wetenschappelijk onderzoek Koolstofbudget = Beperk uitstoot voor temperatuurdoelstelling Burning ember diagrammen = Risico's door temperatuurstijging weergeven</p> Signup and view all the answers

Match de bronnen van stralingsforcering met hun effecten:

<p>Condenssporen = Grote negatieve stralingsforcering Sneeuwvervuiling = Kleine positieve stralingsforcering Aerosolen = Negatieve stralingsforcering door verbranding Albedo = Kleine negatieve stralingsforcering op lange termijn</p> Signup and view all the answers

Match de thermale stralingen met hun eigenschappen:

<p>Infrarode straling = Uitgezonden door het aardsysteem Zonnestraling = Uitgezonden door de zon Geabsorbeerd door de atmosfeer = Veranderde temperatuur van de aarde Gereflecteerd door wolken = Beïnvloed de energiebalans</p> Signup and view all the answers

Match de gevolgen van klimaatverandering met hun beschrijving:

<p>Extreme weersomstandigheden = Hittegolven en droogtes Wereldwijde monetaire schade = Verlies van ecosystemen Gevolgen voor groepen = Impact op ontwikkelingslanden Biodiversiteitsverlies = Afbouw van systemen wereldwijd</p> Signup and view all the answers

Match de effecten van stralingsforcering met hun type:

<p>Positieve stralingsforcering = Toename van CO2 in de atmosfeer Negatieve stralingsforcering = Reflectie van zonnestraling door aerosolen Korte termijn = Vulkanen veroorzaken grote afkoeling Lange termijn = Sneeuwvervuiling draagt bij aan opwarming</p> Signup and view all the answers

Match de termen met hun kenmerken:

<p>Koolstofbudget = Totaal toegestane uitstoot voor opwarming Resterend koolstofbudget = Nog vrij te maken hoeveelheid CO2 Evenwicht van het systeem = Geabsorbeerde en uitgezonden straling zijn in balans Stralingsforcering = Balans wordt verstoord door verhoogde CO2</p> Signup and view all the answers

Match de systemen met de risico's van klimaatverandering:

<p>Koraalriffen = Beperkt geografisch bereik risico Hittegolven = Extreme weersomstandigheden risico Arme bevolkingsgroepen = Ongelijke impact van klimaatverandering Ecosystemen = Wereldwijde schade door verlies</p> Signup and view all the answers

Match de verschillende soorten broeikasgassen met hun oorsprong:

<p>Methaan = Voedselproductie en veeteelt CO2 = Verbranding van fossiele brandstoffen Lachgas = Landbouw en mestgebruik Ozon = Chemische reacties in de atmosfeer</p> Signup and view all the answers

Match de termen met het concept van stralingsforcering:

<p>Positieve stralingsforcering = Meer straling komt binnen dan naar buiten Negatieve stralingsforcering = Gereflekte zonnestraling door aerosolen Verdubbeling van CO2 = Toename in opwarming van de aarde Evenwicht van het systeem = Geabsorbeerde zonnestraling gelijk aan infrarode straling</p> Signup and view all the answers

Match de topica met hun relevante beschrijvingen:

<p>Klimaatdoelen = Beperk de opwarming onder 1,5 °C Stralingsforcering = Afwijkingen in de energiebalans Aarde's temperatuurverandering = Lineaire relatie met koolstofuitstoot Internationale samenwerkingen = Beleidsvorming op klimaschaal</p> Signup and view all the answers

Match de soorten negatieve effecten van klimaatverandering:

<p>Verlies van biodiversiteit = Afbouw van ecosystemen Extreme weersomstandigheden = Toename in natuurrampen Sociaal-economische impact = Ongelijkheid verergeren Milieuvervuiling = Challenges voor ecosysteemdiensten</p> Signup and view all the answers

Study Notes

### Introductie

  • Duurzame ontwikkeling: ontwikkeling die voorziet in de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen.
  • Het Brundtland-rapport (1987): rapport dat benadrukt het belang van onderlinge verbanden tussen de 3 dimensies van duurzame ontwikkeling: sociale rechtvaardigheid, economische groei en milieuproblemen.
  • 3P-model (1994): model dat duurzame ontwikkeling bereikt als er rekening wordt gehouden met People, Planet en Profit.
  • Donutmodel (2012): model met twee concentrische ringen: sociaal fundament (levensbehoeften) en ecologisch plafond (planetaire grenzen). Tussen deze twee cirkels is de veilige en rechtvaardige ruimte voor de mensheid.
  • Duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG's): agenda voor duurzame ontwikkeling ondertekend door alle lidstaten van de VN.

### Klimaat

  • Het Holoceen: geologisch tijdvak van 9000 jaar voor Christus tot heden, gekenmerkt door een stabiel klimaat.
  • Industriële Revolutie: overgang naar machinaal vergaarde goederen m.b.v. fossiele brandstoffen, zorgde voor opwarming.
  • Opwarming: stijging van de temperatuur op aarde, intussen met 1,2 °C.
  • Straling: aardsysteem wisselt energie uit met de ruimte via straling (infrarode straling).
  • CO2-niveaus: de concentratie CO2 in de atmosfeer is de afgelopen jaren sterk gestegen.
  • Stralingsforcering: door de menselijke activiteiten is de balans verstoord, meer straling komt binnen dan dat eruit gaat → opwarming.
  • Klimaatmitigatie: verandering van het klimaat stoppen door broeikasgassen te verminderen.
  • Klimaatadaptatie: aanpassing aan een veranderend klimaat.
  • Klimaatmodellen: modellen die klimatologische veranderingen weergeven.
  • Isotopenverhouding: onderscheid tussen lichtere en zwaardere koolstofisotopen, belangrijk voor het bepalen van de bron van CO2-uitstoot.
  • Klimaatmodellen: modellen die klimatologische veranderingen weergeven.
  • Internationaal beleid: bijvoorbeeld het Akkoord van Parijs over klimaatverandering.

### Biodiversiteit

  • Biodiversiteit: variabiliteit onder levende organismen (terrestrische, mariene en aquatische ecosystemen).
  • Diversiteit binnen soorten, tussen soorten en ecosystemen.
  • Oorsprong van biodiversiteit: door soortvorming, een langdurig evolutionair proces.
  • Invloed van de mens: de overkill-hypothese beschrijft de menselijke oorzaken van het uitsterven van megafauna.
  • Moderne bedreigingen voor biodiversiteit: landgebruik veranderingen, overexploitatie, klimaatverandering, vervuiling, invasieve soorten.
  • Soortvorming: evolutionair proces waarbij verschillende populaties van dezelfde soort evolueren tot verschillende soorten.
  • Recent verlies aan biodiversiteit: afname van gemiddelde populatiegrootte van 21.000 dierenpopulaties over de wereld.

### Demografie

  • Bevolkingsgroei: de wereldbevolking is de laatste tijd sterk gestegen.
  • Sterftegeschiedenis: sterke daling van de sterfte sinds de 18e eeuw als gevolg van betere hygiëne, voeding en gezondheidszorg.
  • Exponentiële groei: De bevolking groeit elk jaar met een vast percentage.
  • Relatieve levensduur en sterftecijfers: vermindering van de sterftecijfers leidt tot een toename van de gemiddelde levensduur.
  • Vruchtbaarheidsdaling: het aantal kinderen per vrouw is gedaald als gevolg van vooruitgang in ontwikkeling en onderwijs.
  • Factoren die de vruchtbaarheidsdaling beïnvloeden: voedselzekerheid, welzijn en toegang tot informatie (zoals anticonceptie).

### Energie

  • Energie: het vermogen om verandering te veroorzaken in de natuurkundige zin, uitgedrukt in Joules.
  • Vermogen: hoeveelheid energie per tijdseenheid, uitgedrukt in Watt.
  • Energievectoren: verschillende vormen van energie omzetten.
  • Thermodynamica: wetten die energieomzettingen beschrijven: 1e wet (energie kan niet worden geschapen of vernietigd), 2e wet (energieomzettingen hebben altijd een verlies aan nuttige energie).
  • Energiebronnen: primaire bronnen (zoals zonlicht, wind, water), secundaire bronnen (elektriciteit, waterstof).
  • Thermische energiebronnen zijn energiebronnen die in een stabiele vorm voorkomen in de natuur, zoals olie en steenkool.
  • Hernieuwbare energiebronnen: energiebronnen die altijd beschikbaar zijn in een min of meer constante stroom.
  • Energieopslag: de opvang van energie voor later gebruik; essentieel voor hernieuwbare energieomzettingen.
  • Energiebeleid: richtlijnen en wetten voor de gebruik en ontwikkeling van energie.
  • Energiemarkten: wereldwijde markten voor de handel in energie.

### Grondstoffen en Circulaire Economie

  • Grondstoffen: stoffen of natuurlijke hulpbronnen die verwerkt worden tot nuttige producten.
  • Herkomst: uit de lithosfeer (aardkorst), de biosfeer (natuur) en de technosfeer (economie).
  • Hernieuwbare en niet-hernieuwbare grondstoffen: die niet uitgeput kunnen raken vs de die wel uitgeput kunnen raken.
  • Winstgroei: wereldwijde vraag naar grondstoffen stijgt snel in de afgelopen 20 jaar.
  • Materiële schaarste, afname van kwaliteit: er is niet genoeg kwaliteit van grondstoffen beschikbaar op lange termijn.
  • Afvalproductie: landen met een hoog inkomen produceren meer afval dan landen met een laag inkomen.
  • Afvalbeheer: een probleem dat geminimaliseerd moet worden op wereldwijd niveau.
  • Levenscyclusanalyse: analyse van de invloed van materialen gedurende hun hele levenscyclus.
  • Circulaire economie: strategie om de waarde van materialen te maximaliseren en de afvalproductie te minimaliseren.
  • Ontkoppeling: een strategie waarbij het gebruik van hulpbronnen en welzijn niet de groei van de economie volgt.

### Voedselzekerheid

  • Voedselzekerheid: voldoende, veilig en voedzaam voedsel voor iedereen, op elk moment.
  • Bevolkingsgroei en voedselproductie.
  • Geschiedenis van voedseltekorten en hongersnood.
  • Drijvende krachten achter voedseltekorten: conflicten, klimaatverandering, ongelijkheid, ongezonde voedselconsumptie.
  • Voedselverspilling: verloren voedsel in de voedselvoorzieningsketen.
  • Landkloof: de kloof tussen het aantal hectare landbouwgrond dat nodig is en de hoeveelheid landbouwgrond die beschikbaar is.
  • Opbrengstkloof: de kloof tussen de potentiële bereikbare en huidige opbrengsten.
  • Duurzame voedselproductie: zoeken naar manieren om voldoende voedsel te produceren op een duurzame manier.

### Mobiliteit

  • Groeiende vraag naar mobiliteit, bijvoorbeeld door e-commerce.
  • Milieukosten van transport: milieuvervuiling door bijvoorbeeld auto's.
  • Initiatieven voor duurzame mobiliteit: bijvoorbeeld de 15-minutenstad, het openbaar vervoer, slimme technologie.

### Bouwen

  • Hitte-eiland effect: de temperatuur in steden is hoger dan in niet-stedelijke gebieden.
  • Energieverbruik/uitstoot van broeikasgassen in de bouwsector.
  • Nieuwe gebouwen moeten bijna energieneutraal zijn (BEN-gebouwen).
  • Behoefte aan dringende renovatie van bestaande gebouwen.

### Menselijk gedrag

  • Conditioneren vs. motiveren: systeem 1 en systeem 2 denken; automatische vs. doordachte beslissingen.
  • Sociaal dilemma's: situaties waarin individuele kosten groter dan het gemeenschappelijk voordeel zijn.
  • Vooroordelen: mentale snelkoppelingen tijdens informatieverwerking; bijvoorbeeld een sunk cost fallacy of verliesaversie.
  • Interindividuele verschillen: verschillen in attitudes en gedragingen die door verschillende factoren worden verklaard.

### Mondiaal Bestuur

  • Jurisdictie: het gebied over welk een persoon, land, of instelling autoriteit heeft, bijvoorbeeld nationale wetgeving vs internationale verdragen.
  • Risicobeoordeling en risicobeheer: het afwegen van kosten en baten van maatregelen zoals in het geval van klimaatverandering.
  • Multilaterale onderhandelingen: uitdagingen bij onderhandelingen tussen meerdere partijen, bijvoorbeeld het grote aantal betrokkenen en verschillende belangen.
  • Rechtvaardigheid: distributieve rechtvaardigheid (verdeling van kosten en baten) en procedurele rechtvaardigheid (manier van besluitvorming).

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

GU Samenvatting PDF

Description

Test je kennis over de verschillende aspecten van klimaatverandering en de gevolgen ervan. Dit quizje omvat het koppelen van termen aan hun beschrijvingen en het begrijpen van de mechanismen die leiden tot veranderingen in het milieu. Deze vragen bieden inzicht in de complexe relaties binnen het klimaatdiscours.

More Like This

The Historical Impact of Climate Change
10 questions
Código: 3707 0612 en menti.com
18 questions
Reglamento SEIA y Modificaciones 2024
10 questions
Use Quizgecko on...
Browser
Browser