Immunologische laboratoriumtechnieken

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is de functie van auto-antistoffen in het immuunsysteem?

  • Ze versterken de immuunrespons tegen bacteriën.
  • Ze zijn betrokken bij de afweer tegen eigen lichaamsweefsel. (correct)
  • Ze zorgen voor de productie van immunoglobulinen.
  • Ze helpen bij de afbraak van virussen.

Welke van de volgende aandoeningen is een voorbeeld van een niet-orgaan specifieke auto-immuunziekte?

  • Hashimoto-thyreoïditis
  • Multiple sclerose
  • Diabetes type 1
  • Systemische lupus erythematosus (correct)

Wat kan een symptoom zijn van systemische lupus erythematosus?

  • Verhoogde insulineproductie
  • Hoge bloeddruk
  • Overgevoeligheid voor licht (correct)
  • Verlies van eetlust

Welke rol spelen auto-antistoffen bij de follow-up van auto-immuunziekten?

<p>Ze helpen bij het monitoren van de ziekteprogressie. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende symptomen is niet geassocieerd met systemische lupus erythematosus?

<p>Hoofdpijn (B)</p> Signup and view all the answers

Welke fase van de celcyclus omvat de DNA-synthese?

<p>S-fase (D)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er in de metafase tijdens de mitose?

<p>Chromatine condenseert en rangschikt zich in het midden (B)</p> Signup and view all the answers

Welke organellen zijn betrokken bij de synthese van eiwitten in de cel?

<p>Ribosomen en het endoplasmatisch reticulum (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het primaire doel van het opsporen van ANA's bij patiënten?

<p>Om lupus te diagnosticeren (C)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er bij de cytokinese?

<p>De deling van de moedercel in twee dochtercellen (A)</p> Signup and view all the answers

Welke techniek wordt gebruikt om ANA's op te sporen?

<p>Immunofluorescentie (IIF) (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van de profase tijdens de mitose?

<p>Chromatine verspreidt zich over de celkern (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van HEB2 cellen in het opsporingsproces van ANA's?

<p>Ze brengen antigenen tot expressie in de kern. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt gezien als een belangrijk teken voor het identificeren van antinucleaire antilichamen (ANA's)?

<p>Fluorescentie in de celkern en cytoplasma (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kritische variabele die de resultaten van het ANA-onderzoek beïnvloedt?

<p>De hoeveelheid antistoffen in het patiëntenserum (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een van de kenmerken van golgi-apparaat in een cel?

<p>Het is aan een kant van de celkern gelegen (C)</p> Signup and view all the answers

Waarom is het belangrijk om de incubatietijden te respecteren tijdens de procedure?

<p>Om aspecifieke reacties te vermijden (D)</p> Signup and view all the answers

Wat zijn twee belangrijke groeifasen in de interfase?

<p>G1 en G2 (C)</p> Signup and view all the answers

Wat moet vermeden worden om carry-over van antigenen te voorkomen?

<p>Het wassen van verschillende glaasjes in dezelfde bak (B)</p> Signup and view all the answers

Welke antilichamen worden als monogen beschouwd?

<p>IgG (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een gevolg van het laten uitdrogen van de glaasjes tijdens de incubatie?

<p>Moeilijkheid bij het aflezen (A)</p> Signup and view all the answers

Wat kenmerkt een homogeen patroon in cellen tijdens interfase?

<p>Een uniforme diffusie van de hele celkern (A)</p> Signup and view all the answers

Welke antilichamen zijn typisch voor het dens fijn gespikkeld patroon?

<p>Antistoffen tegen DFS-70 (A)</p> Signup and view all the answers

Wat wordt geassocieerd met nucleaire dots?

<p>Auto-immuun leverziekten (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk kenmerk van een grof gespikkeld patroon?

<p>Gespikkelde fluorescentie van de kern (D)</p> Signup and view all the answers

Welk patroon ontstaat meestal door antistoffen tegen centriolen/centrosomen?

<p>Mitotisch patroon (C)</p> Signup and view all the answers

Welke anomalie is kenmerkend voor antilichamen tegen Scl-70?

<p>Negatieve chromatine in mitotische cellen (A)</p> Signup and view all the answers

Welk cytoplasmatisch patroon wordt gekenmerkt door mitochondriën die een netwerk vormen?

<p>Reticulair/AMA patroon (A)</p> Signup and view all the answers

Welke antilichamen zijn vaak geassocieerd met systemische lupus erythematosus?

<p>Antistoffen tegen dsDNA (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de betekenis van pANCA in de context van antilichamen?

<p>Antistoffen tegen elastase (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een typerend kenmerk van het cytoplasmatische fibrillaire patroon?

<p>Draadjes die vimentine-achtig zijn (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de belangrijkste oorzaak van hypoproteïnemie?

<p>Leverpathologie (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van nefrotisch syndroom?

<p>Verlies van eiwitten via urin (A)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met het haptoglobine niveau bij hemolyse?

<p>Het niveau daalt (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een karakteristiek van hypergammaglobulinemie?

<p>Polyklonaal beeld, gemiddeld gelijkmatig verhoogd (B)</p> Signup and view all the answers

Wat duidt een monoklonale piek in de gammafractie aan?

<p>1 zelfde immunoglobuline wordt geproduceerd (C)</p> Signup and view all the answers

Welk eiwit is typisch verhoogd bij inflammatie?

<p>Alfa2-macroglobuline (C)</p> Signup and view all the answers

Waarom is de alfa2 fractie verhoogd bij nefrotisch syndroom?

<p>Om de oncotische druk in stand te houden (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een mogelijke oorzaak van hypalbuminemie?

<p>Leverbeschadiging (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is het effect van jodiumhoudend contrast op de beta2 fractie?

<p>Interferentie die extra piek veroorzaakt (D)</p> Signup and view all the answers

Waarom kan een afname van de albumine fractie worden waargenomen?

<p>Bij leverinsufficiëntie (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van atypische ANCA?

<p>Ze kunnen ontstaan door AL tegen celkernen. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met eiwitten in ethanol fixatie?

<p>Kationen migreren weg van de celkern. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het doel van rapporteren volgens het consensus statement?

<p>Een uniforme classificatie van ANCA. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat biedt de sandwich ELISA aan voordelen?

<p>Betere specificiteit voor het detecteren van antigenen. (B)</p> Signup and view all the answers

Bij welke ELISA-vorm is kruisreactiviteit van secundaire antistoffen geen probleem?

<p>Directe ELISA. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is een nadeel van de indirecte ELISA detectie?

<p>Hogere kosten door meer antistoffen. (D)</p> Signup and view all the answers

Welke detectiemethode wordt het meest gebruikt in ELISA?

<p>Chromogene substraten. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het hoofddoel van een competitieve ELISA?

<p>Concurreren tussen gelabelde en ongelabelde antigenen. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is een functie van het gebruik van Hep2-cellen in de context van ANCA?

<p>Ze helpen bij het bevestigen van ANAs aanwezigheid. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van directe ELISA?

<p>Alleen een specifieke primaire antistof nodig. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van de enzyme gekoppeld aan primaire antistoffen in directe ELISA?

<p>Het zal het substraat omzetten in een kleurproduct. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat beschrijft het fenomeen van migratie van geladen deeltjes in een elektrisch veld?

<p>Electroforese. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met eiwitten bij formaline fixatie?

<p>Granules worden intact en eiwitten zijn verspreid in het cytoplasma. (B)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Indirecte immunofluorescentie

Een methode om auto-antistoffen op te sporen.

Auto-immuunziekten (orgaanspecifiek)

Immuunziekten waar één orgaan of weefsel wordt aangetast.

Auto-immuunziekten (systemisch)

Immuunziekten die het hele lichaam aantasten, zoals lupus.

Auto-antistoffen (Auto-AL)

Antilichamen die tegen eigen lichaamseigen cellen en weefsels worden gericht.

Signup and view all the flashcards

Systemische lupus erythematosus (SLE)

Een systemische auto-immuunziekte met verspreide aantasting van het lichaam, kenmerkend aan rode huiduitslag in een vlinderpatroon.

Signup and view all the flashcards

ANA's

Anti-nucleaire antilichamen. Ze spelen een belangrijke rol bij de diagnose van Lupus.

Signup and view all the flashcards

IIF

Indirecte immunofluorescentie. Een techniek om ANA's op te sporen.

Signup and view all the flashcards

HEB2 cellen

Een cellijn van humane epitheelcel tumor. Ze worden gebruikt in IIF-testen.

Signup and view all the flashcards

Substraat

Een stof die op een microscopieglas wordt gecoat om specifieke antigenen te binden.

Signup and view all the flashcards

Conjugaat

Een antilichaam dat aan een fluorescerende stof is gebonden en specifiek reageert met humane antilichamen.

Signup and view all the flashcards

Microscoop fluorescentie

Een microscoop die fluorescerende stoffen kan detecteren.

Signup and view all the flashcards

Juiste verdunning

Belangrijk om het juiste resultaat te krijgen in IIF-testen.

Signup and view all the flashcards

Incubatietijd

De tijd die nodig is voor de reactie tussen de antigenen en antilichamen.

Signup and view all the flashcards

Fixatiemateriaal

Materialen die gebruikt worden om cellen te fixeren voor microscopisch onderzoek. Zo worden de cellen in een stabiele toestand gebracht en behouden ze hun oorspronkelijke structuur.

Signup and view all the flashcards

Celkern

De kern van een cel die het genetisch materiaal (DNA) bevat.

Signup and view all the flashcards

Cytoplasma

De vloeistof binnen een cel die organellen bevat.

Signup and view all the flashcards

Interfase

De periode in de celcyclus waar de cel niet in deling is. Tijdens deze periode groeit de cel en maakt het DNA klaar voor deling.

Signup and view all the flashcards

Mitose

De celdelingsproces waarbij een cel in twee identieke dochtercellen wordt verdeeld.

Signup and view all the flashcards

ANA-patronen

Patronen van fluorescentie die zichtbaar worden bij het gebruik van indirecte immunofluorescentie om auto-antistoffen te detecteren.

Signup and view all the flashcards

Nucleoli

Kleine structuren in de kern van een cel die verantwoordelijk zijn voor de productie van ribosomen.

Signup and view all the flashcards

Homogene kern fluorescentie

Een gelijkmatig verlicht patroon in de hele celkern, met weinig structuur. Duidt op antistoffen tegen dsDNA.

Signup and view all the flashcards

Dens fijn gespikkeld

Een kernpatroon met kleine, onregelmatig verdeelde spikkels van fluorescentie. Duidt op antilichamen tegen DFS-70, typisch bij auto-immuunziekten met een goede prognose.

Signup and view all the flashcards

Centromeer fluorescentie

Een fluorescentie patroon dat lijkt op een rits, in de celkern. Geeft aan dat er antilichamen zijn tegen kinetochoor, wat kan duiden op systemische sclerosis of CREST.

Signup and view all the flashcards

Fijn gespikkeld (SS-A/SS-B)

Een kernpatroon met fijne, gelijkmatig verdeelde spikkels. Duidt op antilichamen tegen SS-A en SS-B, typisch bij het Sjögren syndroom.

Signup and view all the flashcards

Grof gespikkeld (RNP)

Een kernpatroon met grove, duidelijk zichtbare spikkels. Dit patroon kan wijzen op auto-immuunziekten zoals SLE, Sjögren syndroom of MCTD.

Signup and view all the flashcards

Nucleaire dots

Kleine, heldere vlekken in de celkern die duiden op auto-immuunziekten, vaak met leverbetrokkenheid.

Signup and view all the flashcards

Nucleolair fluorescentie

Een fluorescentie patroon dat zich beperkt tot de kernlichaampjes in de celkern. Duidt op antilichamen tegen Scl-70 en kan wijzen op polymoyositis.

Signup and view all the flashcards

Kernmembraan fluorescentie

Een fluorescentie patroon dat zich concentreert rond de kernmembraan, met een negatieve fluorescentie van het chromatine.

Signup and view all the flashcards

Fibrillair cytoplasmatisch patroon

Een cytoplasmatisch patroon met lange, draadvormige structuren. Kan duiden op antilichamen tegen GSC, wat typisch is voor auto-immuun hepatitis.

Signup and view all the flashcards

Gespikkeld cytoplasmatisch patroon

Een cytoplasmatisch patroon met kleine spikkels. Kan duiden op antilichamen tegen lysosomen of Jo-1 antistoffen.

Signup and view all the flashcards

Hypoproteïnemie

Een verlaagd eiwitgehalte in het bloed.

Signup and view all the flashcards

Hypoalbuminemie

Een verlaagd albuminegehalte in het bloed.

Signup and view all the flashcards

Oorzaken van hypoproteïnemie

Leverpathologie, ondervoeding (malnutritie) en nierziekten kunnen leiden tot een verlaagd eiwitgehalte in het bloed.

Signup and view all the flashcards

Alfa1-antitrypsine

Een eiwit dat in de alfa1-fractie van de eiwit-elektroforese zit. Het is een enzymremmer.

Signup and view all the flashcards

Alfa2-macroglobuline

Een eiwit dat in de alfa2-fractie van de eiwit-elektroforese zit. Het is betrokken bij de ontstekingsreactie.

Signup and view all the flashcards

Haptoglobine

Een eiwit dat in de alfa2-fractie van de eiwit-elektroforese zit. Het vervoert hemoglobine.

Signup and view all the flashcards

Transferrine

Een eiwit dat in de bèta1-fractie van de eiwit-elektroforese zit. Het vervoert ijzer.

Signup and view all the flashcards

Hypergammaglobulinemie

Een verhoogd gammaglobulinegehalte in het bloed.

Signup and view all the flashcards

Monoklonale piek

Een piek in de gammafractie van de eiwit-elektroforese die veroorzaakt wordt door de productie van één specifiek antilichaam.

Signup and view all the flashcards

aANCA

Anti-neutrofiele cytoplasmatische antistoffen die niet gericht zijn tegen MPO of PR3.

Signup and view all the flashcards

Formalinefixatie

Een techniek die gebruikt wordt om cellen te preserveren voor onderzoek. Het zorgt ervoor dat de granules van neutrofielen intact blijven, waardoor de antistoffen in het cytoplasma verspreid blijven.

Signup and view all the flashcards

Ethanolfixatie

Een techniek die gebruikt wordt om cellen te preserveren voor onderzoek. Het zorgt ervoor dat antigenen migreren, afhankelijk van hun lading.

Signup and view all the flashcards

MPO antigen

Een sterke kation die in ethanolfixatie naar de celkern migreert.

Signup and view all the flashcards

PR3 antigen

Een zwakke kation die in ethanolfixatie weg van de celkern migreert.

Signup and view all the flashcards

cANCA

Cytoplasmatische ANCA, die in ethanolfixatie een cytoplasmatisch fluorescentiepatroon geeft.

Signup and view all the flashcards

pANCA

perinucleaire ANCA, die in ethanolfixatie een perinucleaire fluorescentiepatroon geeft.

Signup and view all the flashcards

cANCA atypical

Een type ANCA die een cytoplasmatisch fluorescentiepatroon geeft, maar niet voldoet aan de criteria voor een cANCA.

Signup and view all the flashcards

Atypische ANCA

Een ANCA die geen duidelijk cANCA of pANCA patroon vertoont.

Signup and view all the flashcards

Granulaire fluorescentie

Een fluorescentiepatroon dat zichtbaar is in de granules van neutrofielen.

Signup and view all the flashcards

Perinucleaire fluorescentie

Fluorescentie in de buurt van de celkern.

Signup and view all the flashcards

ELISA

Een plaat gebaseerde techniek voor het detecteren en kwantificeren van stoffen.

Signup and view all the flashcards

Coating

Een stap in ELISA waarbij een antigeen of antilichaam aan de plaat wordt gebonden.

Signup and view all the flashcards

Plate blocking

Een stap in ELISA waarbij alle vrije bindingsplaatsen op de plaat worden geblokkeerd.

Signup and view all the flashcards

Direct ELISA

Een ELISA techniek waarbij het primaire antilichaam een label draagt.

Signup and view all the flashcards

Indirect ELISA

Een ELISA techniek waarbij het primaire antilichaam niet gelabeld is, maar door een gelabeld secundair antilichaam wordt gedetecteerd.

Signup and view all the flashcards

Sandwich ELISA

Een ELISA techniek die gebruikt wordt om specifiekere resultaten te krijgen.

Signup and view all the flashcards

Competitief ELISA

Een ELISA techniek waarbij het Ag uit het patiëntenstaal competeert met een gelabeld Ag.

Signup and view all the flashcards

Chromogene substraten

Substraten die door het enzym worden omgezet in een gekleurd product wat dan met een spectrophotomer te detecteren is.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Immunologische laboratoriumtechnieken

  • Indirecte immunofluorescentie: Used to detect auto-antibodies.
  • Auto-immuunziekten: Immune system attacks own body tissues. Can affect single organs or the whole body.
  • Systemische lupus erythematosus (SLE): Systemic autoimmune disease, affecting the entire body, with symptoms including red skin rash in a butterfly shape around the face.
  • Diagnose: Helps determine the extent and severity of the disease.
  • Behandeling: Course of action to manage the disease.
  • Follow-up: Ongoing monitoring to assess disease progression and effectiveness of treatment.
  • Prognostische waarde: The predictive value of the diagnostic results.

Microscopie

  • Microscopieslides: Prepared slides for microscopic analysis, often pre-coated for specific antibody binding.
  • Substraat: A substance used to coat the slide.
  • Incuberen: Process of exposing the slides to solutions containing antibodies or antigens.
  • Wassen: Steps to remove unbound material.
  • Conjugaat: Material which includes the antibody or antigen.
  • Coverslip: A protective layer placed over the sample on the slide, enabling better viewing under a microscope.
  • Fluorescentiemicroscoop: A microscope specifically designed to detect fluorescent signals, which are emitted by labeled substances to identify and image sample components.

Tegenwoordig veel geautomatiseerd

  • Factoren: Accurate results require consideration of factors such as correct reagent volumes, incubation times, and storage conditions.
  • Bewaren: Proper storage of reagents in the dark.
  • Was glaasjes goed: Necessary to remove any unbound reagents.
  • Voorkom carry-over: Avoiding contamination among samples on the plates .
  • Vermijd luchtbellen: To prevent image distortion.
  • Bewaren glaasjes in het donker: Maintaining correct storage.

Anti Nucleaire Antibodies (ANA's)

  • ANA's: Important markers in lupus diagnosis; antibodies that target proteins within the nucleus.
  • IIF (Indirect immunofluorescence): A method to detect ANA's.
  • Oude techniek: A method previously used, now largely replaced with more advanced techniques.

Fixatiemateriaal, Hep2-cellen

  • Fixatiemateriaal: Materials to preserve samples, enabling better viewing.
  • Hep2-cellen: A cell specimen line with human epithelial characteristics for use in diagnostic tests.
  • Niveaus: Multiple stages in the testing process, each examining different aspects of the sample.

Chromatine verspreid over celkern

  • Microscopie: The use of microscopes to visualize and analyze cell components.
  • Metafase: A stage in the cell cycle where chromosomes condense into highly visible structures.
  • Anafase: A stage of mitosis where sister chromatids have separated.
  • Telofase: A stage of cell division where newly formed nuclei are surrounded by their own membranes.
  • Cytokinese: The final stage of cell division where the cytoplasm of a single cell divides into two separate cells.
  • Rustende cellen: Cells that are not actively dividing, a crucial element in understanding cellular activity and processes.

ANA patroon (ook oranje vakjes identificeren in labo)

  • Visueel identificatie: Observing specific patterns.

Agglutinatie, negatief, positief

  • Negatief: No visible reaction is observed.
  • Positief: Clear reaction is seen.

Homogeen, fijn gespikkeld

  • Typen: Different patterns observed in microscope analysis for ANA testing.

Centromeer, Rits

  • Patroon: Specific patterns associated with certain diseases, which are important in the identification of specific cases or diseases.

Grof gespikkeld/Nucleolair

  • Homogeen, Gestippeld, Fibrilaire: Different types of pattern that appear in the image analysis when looking for ANA.
  • Nucleolair: Patterns located in the nucleoli.

Cytologische patronen

  • Patronen: Different types of patterns observed in microscope analysis related to cellular components in cells.

ANAC's, antilichamen tegen nucleaire antigene

  • Verspreiding: Spread across the cells or tissue sample.
  • Systemische auto-immuunziekten: Systemic autoimmune disorders:
  • Meest bekende antistoffen: Important antibodies in diagnosis; homogeen patroon (evenly stained).
  • ANCA: Tests for antibodies against neutrophil cytoplasmic antigens.
  • Granulocyten: Granular white blood cells.

Formaline fixatie of ethanol fixatie

  • Formaline: Chemical to preserve specimens for tissue and slides.
  • Ethanol: A type of alcohol, that can be used for preserving specimens for tissue and slide preparation.
  • Ag migreren: Antigens migrating to different locations on slides.
  • ANCA's: Specific to neutrophils and associated with vasculitis.
  • cANCA en pANCA: Different types of ANCA reacting with the cytoplasm or nucleus of neutrophils.

ELISA

  • Enzyme linked immunosorbent assay (ELISA): A plate-based method for detecting specific proteins, antibodies, and hormones.
  • Coating/capturing: A part of the test to bind antibodies in the test.
  • Plate blocking: Blocking non-reactive sites to avoid reaction with unnecessary elements.
  • Probing/detection: Measures a signal if there are antibodies present.

Directe binding Ag

  • A reaction where the antigen directly binds to the antibody..
  • Secondary AL (in conjunction with primary): An enhanced method of detection, increasing sensitivity.

Verschil directe en indirecte ELISA

  • Directe ELISA: A reaction between the primary and secondary antibodies.
  • Indirecte ELISA: A more sensitive reaction since multiple secondary antibodies interact with the primary antibody.

Competitieve ELISA

  • Competitie: Based on test samples binding to the plate and then to the target antibody.

Detectiemethoden

  • Chromogene substraten: Substrates changing colour in the presence of enzymes, enabling visual detection.
  • Fluorescerende substraten: Substrates emitting light, detected with fluorometers.

Elektroforese

  • Elektroforese: Separating charged molecules, like proteins, in an electric field.

Capillaire zone elektroforese

  • Capillaire zone electroforese (CZE): A method for separating different charged molecules in very thin capillary tubes.

Oorsprong van EW:

  • Synthese: Creating the substance (e.g., of proteins).
  • Lever/Lymfoïde organen: Locations where proteins are synthesised.

Fracties (eiwitten)

  • Totaal eiwit: A general measurement.
  • Hyperproteïnemie: A higher protein level in the blood than normal.
  • Hypoproteïnemie: A lower protein level than normal.

Rol van gammafractie

  • Inflammatie: Increased levels are associated with inflammatory processes.

Monoklonale pieken

  • Identificatie: Identifying unique peaks related to a certain antibody type.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Immunofluorescentie Les 3 PDF

More Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Browser