Podcast
Questions and Answers
Wat is een kenmerkend symptoom van neglect, waarbij een patiënt zich niet bewust is van een lichaamshelft?
Wat is een kenmerkend symptoom van neglect, waarbij een patiënt zich niet bewust is van een lichaamshelft?
- Het ervaren van plotselinge en onverklaarbare stemmingswisselingen.
- Het vertonen van herhaalde bewegingen of handelingen zonder duidelijk doel.
- Het negeren van objecten of personen in een specifieke helft van het gezichtsveld. (correct)
- Het consequent gebruiken van slechts één hand, ongeacht de aanwezigheid van parese.
Welke van de volgende gedragingen kan duiden op neglect met betrekking tot de persoonlijke verzorging?
Welke van de volgende gedragingen kan duiden op neglect met betrekking tot de persoonlijke verzorging?
- Het ongemerkt weglaten van een brillenpoot bij het opzetten van een bril. (correct)
- Het correct scheren van slechts één helft van het gezicht.
- Het moeiteloos aankleden zonder enige hulp.
- Het consequent vermijden van spiegels tijdens het aankleden.
Een patiënt met neglect krijgt een tekenopdracht. Wat is een kenmerkende observatie bij het uitvoeren van deze opdracht?
Een patiënt met neglect krijgt een tekenopdracht. Wat is een kenmerkende observatie bij het uitvoeren van deze opdracht?
- De patiënt gebruikt voornamelijk één kleur bij het tekenen.
- De patiënt tekent de objecten groter dan ze in werkelijkheid zijn.
- De patiënt tekent uitsluitend objecten die zich in de rechterhelft bevinden
- De patiënt negeert systematisch één helft van het papier. (correct)
Wat is anosognosie, zoals het voorkomt bij sommige patiënten met neglect na een hersenbeschadiging?
Wat is anosognosie, zoals het voorkomt bij sommige patiënten met neglect na een hersenbeschadiging?
Welke uitspraak beschrijft het beste het verschil tussen een hemianopsie en neglect?
Welke uitspraak beschrijft het beste het verschil tussen een hemianopsie en neglect?
Welke bewering over aandachtsstoornissen is correct?
Welke bewering over aandachtsstoornissen is correct?
Wat wordt bedoeld met perseveratie in de context van aandacht en gedrag?
Wat wordt bedoeld met perseveratie in de context van aandacht en gedrag?
Een patiënt met een infarct in de rechter pariëtale kwab vertoont linkszijdige neglect. Bij een test waarbij hij een landkaart moet natekenen, wat is de meest waarschijnlijke fout die hij zal maken?
Een patiënt met een infarct in de rechter pariëtale kwab vertoont linkszijdige neglect. Bij een test waarbij hij een landkaart moet natekenen, wat is de meest waarschijnlijke fout die hij zal maken?
Een patiënt met vasculaire dementie vertoont plotselinge uitbarstingen van lachen en huilen zonder duidelijke aanleiding. Welke neurologische aandoening draagt hier waarschijnlijk aan bij?
Een patiënt met vasculaire dementie vertoont plotselinge uitbarstingen van lachen en huilen zonder duidelijke aanleiding. Welke neurologische aandoening draagt hier waarschijnlijk aan bij?
Welke van de volgende structuren spelen een belangrijke rol bij het reguleren van hogere cerebrale functies, zoals het starten, stoppen en omschakelen?
Welke van de volgende structuren spelen een belangrijke rol bij het reguleren van hogere cerebrale functies, zoals het starten, stoppen en omschakelen?
Een patiënt met hersenletsel vertoont apathie en traagheid, wat de indruk van een depressie wekt. Welk symptoom zou niet typisch zijn voor een 'echte' depressie, maar wel passen bij de apathie veroorzaakt door hersenletsel?
Een patiënt met hersenletsel vertoont apathie en traagheid, wat de indruk van een depressie wekt. Welk symptoom zou niet typisch zijn voor een 'echte' depressie, maar wel passen bij de apathie veroorzaakt door hersenletsel?
Een patiënt met een laesie in de rechterhemisfeer maakt een emotioneel vlakke indruk tijdens gesprekken. Welke stoornis kan dit het beste verklaren?
Een patiënt met een laesie in de rechterhemisfeer maakt een emotioneel vlakke indruk tijdens gesprekken. Welke stoornis kan dit het beste verklaren?
Wat wordt bedoeld met de term 'conatieve functies' binnen de hogere cerebrale functies?
Wat wordt bedoeld met de term 'conatieve functies' binnen de hogere cerebrale functies?
Waarom is het onderzoek van hogere cerebrale functies van groot belang bij de diagnose van dementie, vooral in de vroege stadia?
Waarom is het onderzoek van hogere cerebrale functies van groot belang bij de diagnose van dementie, vooral in de vroege stadia?
Welk van de volgende voorbeelden illustreert een verstoring in een deelfunctie van het 'zien', waarbij de persoon wel de vorm herkent, maar niet de kleur?
Welk van de volgende voorbeelden illustreert een verstoring in een deelfunctie van het 'zien', waarbij de persoon wel de vorm herkent, maar niet de kleur?
Met welke hersengebieden hangen cognitieve functies voornamelijk samen?
Met welke hersengebieden hangen cognitieve functies voornamelijk samen?
Welke overweging is het belangrijkst bij de interpretatie van tests voor hogere cerebrale functies?
Welke overweging is het belangrijkst bij de interpretatie van tests voor hogere cerebrale functies?
Een arts vraagt aan een patiënt: 'Wat voor dag is het vandaag?' en 'Weet u wie onze vorige minister-president was?'. Wat is de belangrijkste reden om deze vragen te stellen, zelfs als de patiënt geen ernstige stoornissen lijkt te hebben?
Een arts vraagt aan een patiënt: 'Wat voor dag is het vandaag?' en 'Weet u wie onze vorige minister-president was?'. Wat is de belangrijkste reden om deze vragen te stellen, zelfs als de patiënt geen ernstige stoornissen lijkt te hebben?
Welke van de volgende symptomen komen het meest voor bij frontale laesies, zoals beschreven in de tekst?
Welke van de volgende symptomen komen het meest voor bij frontale laesies, zoals beschreven in de tekst?
Wat is de meest accurate beschrijving van hoe deelfuncties binnen een functie zoals 'zien' zijn georganiseerd in de hersenen?
Wat is de meest accurate beschrijving van hoe deelfuncties binnen een functie zoals 'zien' zijn georganiseerd in de hersenen?
Een patiënt heeft moeite met het ophalen van gebeurtenissen uit het recente verleden, zoals wat hij gisteren heeft gegeten of wie er op bezoek is geweest. Welk type geheugen is hier waarschijnlijk aangetast?
Een patiënt heeft moeite met het ophalen van gebeurtenissen uit het recente verleden, zoals wat hij gisteren heeft gegeten of wie er op bezoek is geweest. Welk type geheugen is hier waarschijnlijk aangetast?
Tijdens een eerste consultatie merk je op dat een patiënt snel geïrriteerd raakt en onvoorspelbaar reageert op vragen. Welke van de volgende stemmingsstoornissen is hier het meest waarschijnlijk?
Tijdens een eerste consultatie merk je op dat een patiënt snel geïrriteerd raakt en onvoorspelbaar reageert op vragen. Welke van de volgende stemmingsstoornissen is hier het meest waarschijnlijk?
Welke van de volgende beweringen beschrijft het meest nauwkeurig de relatie tussen hersenbeschadiging en hogere cerebrale functies?
Welke van de volgende beweringen beschrijft het meest nauwkeurig de relatie tussen hersenbeschadiging en hogere cerebrale functies?
Hoe kan aprosodie bij een patiënt met een laesie in de rechterhemisfeer de beoordeling van zijn/haar emotionele toestand bemoeilijken?
Hoe kan aprosodie bij een patiënt met een laesie in de rechterhemisfeer de beoordeling van zijn/haar emotionele toestand bemoeilijken?
Wat is het primaire verschil tussen cognitieve en affectieve functies binnen de context van hogere cerebrale functies?
Wat is het primaire verschil tussen cognitieve en affectieve functies binnen de context van hogere cerebrale functies?
Welke van de volgende beweringen beschrijft correct het verschil tussen een ophaalstoornis en een inprentingsstoornis bij patiënten?
Welke van de volgende beweringen beschrijft correct het verschil tussen een ophaalstoornis en een inprentingsstoornis bij patiënten?
Waarom is het belangrijk om expliciet naar een sombere stemming te vragen bij patiënten met neurologische aandoeningen die gepaard gaan met vertraagde motoriek en denken?
Waarom is het belangrijk om expliciet naar een sombere stemming te vragen bij patiënten met neurologische aandoeningen die gepaard gaan met vertraagde motoriek en denken?
Stel, een patiënt kan objecten wel zien en beschrijven, maar heeft moeite met het herkennen van de functie of het gebruik van deze objecten. Welk van de volgende problemen met deelfuncties van het zien zou dit het beste beschrijven?
Stel, een patiënt kan objecten wel zien en beschrijven, maar heeft moeite met het herkennen van de functie of het gebruik van deze objecten. Welk van de volgende problemen met deelfuncties van het zien zou dit het beste beschrijven?
Waarom is de term 'spraakstoornis' geen accurate omschrijving van afasie?
Waarom is de term 'spraakstoornis' geen accurate omschrijving van afasie?
Welke van de volgende tests beoordeelt primair het werkgeheugen van een patiënt?
Welke van de volgende tests beoordeelt primair het werkgeheugen van een patiënt?
Een patiënt kan zich de woorden niet herinneren die 5 minuten eerder zijn opgenoemd, ondanks dat hij ze direct na het opnoemen correct kon nazeggen. Welke vorm van geheugen is waarschijnlijk het meest aangetast?
Een patiënt kan zich de woorden niet herinneren die 5 minuten eerder zijn opgenoemd, ondanks dat hij ze direct na het opnoemen correct kon nazeggen. Welke vorm van geheugen is waarschijnlijk het meest aangetast?
Wat is de functie van het centrum van Broca in de hersenen?
Wat is de functie van het centrum van Broca in de hersenen?
Welke van de volgende beweringen is correct met betrekking tot de lokalisatie van taalgebieden in de hersenen?
Welke van de volgende beweringen is correct met betrekking tot de lokalisatie van taalgebieden in de hersenen?
Een patiënt heeft moeite met het uitleggen wat een 'schilderij' of een 'appel' is. Welk type geheugen is hier waarschijnlijk aangedaan?
Een patiënt heeft moeite met het uitleggen wat een 'schilderij' of een 'appel' is. Welk type geheugen is hier waarschijnlijk aangedaan?
Welke van de volgende vragen is het meest geschikt om de oriëntatie in plaats te beoordelen?
Welke van de volgende vragen is het meest geschikt om de oriëntatie in plaats te beoordelen?
Wat zou je verwachten bij een patiënt met een laesie in het centrum van Wernicke?
Wat zou je verwachten bij een patiënt met een laesie in het centrum van Wernicke?
Op welke manier verschilt de spraak van een patiënt met een laesie in het centrum van Broca van die van een patiënt met een laesie in het centrum van Wernicke?
Op welke manier verschilt de spraak van een patiënt met een laesie in het centrum van Broca van die van een patiënt met een laesie in het centrum van Wernicke?
Wat wordt bedoeld met 'persevereren' in de context van neurologisch onderzoek?
Wat wordt bedoeld met 'persevereren' in de context van neurologisch onderzoek?
Wat wordt bedoeld met 'mutisme' en waardoor kan het veroorzaakt worden?
Wat wordt bedoeld met 'mutisme' en waardoor kan het veroorzaakt worden?
Welke rol spelen de temporale en pariëtale cortexgebieden in relatie tot de centra van Broca en Wernicke?
Welke rol spelen de temporale en pariëtale cortexgebieden in relatie tot de centra van Broca en Wernicke?
Welke van de volgende opdrachten is het meest geschikt om het taalbegrip van een patiënt te beoordelen?
Welke van de volgende opdrachten is het meest geschikt om het taalbegrip van een patiënt te beoordelen?
Een patiënt heeft moeite met het correct uitvoeren van een complexe handeling zoals het vouwen en versturen van een brief. Welke term beschrijft deze moeilijkheid het best?
Een patiënt heeft moeite met het correct uitvoeren van een complexe handeling zoals het vouwen en versturen van een brief. Welke term beschrijft deze moeilijkheid het best?
Welke van de volgende tests evalueert het ruimtelijk inzicht van een patiënt het meest direct?
Welke van de volgende tests evalueert het ruimtelijk inzicht van een patiënt het meest direct?
Een patiënt kan objecten met zijn ogen dicht correct identificeren door ze te betasten. Welke sensorische functie is hier in het bijzonder getest?
Een patiënt kan objecten met zijn ogen dicht correct identificeren door ze te betasten. Welke sensorische functie is hier in het bijzonder getest?
Welke van de volgende taken is het meest geschikt om het abstracte denkvermogen van een patiënt te beoordelen?
Welke van de volgende taken is het meest geschikt om het abstracte denkvermogen van een patiënt te beoordelen?
Bij het beoordelen van de visuele waarneming van een patiënt, welke observatie zou het meest suggestief zijn voor 'verwaarlozing van links'?
Bij het beoordelen van de visuele waarneming van een patiënt, welke observatie zou het meest suggestief zijn voor 'verwaarlozing van links'?
Een arts gebruikt de Mini Mental State Examination (MMSE) om een patiënt te screenen. Welk van de volgende cognitieve domeinen wordt niet direct beoordeeld met de MMSE?
Een arts gebruikt de Mini Mental State Examination (MMSE) om een patiënt te screenen. Welk van de volgende cognitieve domeinen wordt niet direct beoordeeld met de MMSE?
Een patiënt wordt gevraagd om een handeling na te bootsen, zoals het tandenpoetsen, zonder een daadwerkelijke tandenborstel te gebruiken. Welke vorm van apraxie wordt hiermee getest?
Een patiënt wordt gevraagd om een handeling na te bootsen, zoals het tandenpoetsen, zonder een daadwerkelijke tandenborstel te gebruiken. Welke vorm van apraxie wordt hiermee getest?
Flashcards
Hogere cerebrale functies
Hogere cerebrale functies
Functies zoals waarnemen, herinneren, redeneren, en emoties.
Cognitieve functies
Cognitieve functies
Kennende functies zoals waarnemen, geheugen en redeneren.
Conatieve functies
Conatieve functies
Functies gerelateerd aan wil, motivatie en initiatief.
Affectieve functies
Affectieve functies
Signup and view all the flashcards
Functies en deelfuncties
Functies en deelfuncties
Signup and view all the flashcards
Functionele neuroanatomie
Functionele neuroanatomie
Signup and view all the flashcards
Basale kernen
Basale kernen
Signup and view all the flashcards
Limbisch systeem
Limbisch systeem
Signup and view all the flashcards
Frontale laesies
Frontale laesies
Signup and view all the flashcards
Aandacht en concentratie
Aandacht en concentratie
Signup and view all the flashcards
Geheugen
Geheugen
Signup and view all the flashcards
Echolalie
Echolalie
Signup and view all the flashcards
Persevereren
Persevereren
Signup and view all the flashcards
Anterograad episodisch geheugen
Anterograad episodisch geheugen
Signup and view all the flashcards
Retrograad episodisch geheugen
Retrograad episodisch geheugen
Signup and view all the flashcards
Semantisch geheugen
Semantisch geheugen
Signup and view all the flashcards
Pseudobulbaire ontremming
Pseudobulbaire ontremming
Signup and view all the flashcards
Aprosodie
Aprosodie
Signup and view all the flashcards
Depressieve indruk
Depressieve indruk
Signup and view all the flashcards
Stemmingstoornissen
Stemmingstoornissen
Signup and view all the flashcards
Educatie in beoordeling
Educatie in beoordeling
Signup and view all the flashcards
Vasculaire dementie
Vasculaire dementie
Signup and view all the flashcards
Neurologisch onderzoek
Neurologisch onderzoek
Signup and view all the flashcards
Ziektegeschiedenis
Ziektegeschiedenis
Signup and view all the flashcards
Herhaalwoorden
Herhaalwoorden
Signup and view all the flashcards
Benoemen van voorwerpen
Benoemen van voorwerpen
Signup and view all the flashcards
Taalbegrip
Taalbegrip
Signup and view all the flashcards
Lezen
Lezen
Signup and view all the flashcards
Apraxie
Apraxie
Signup and view all the flashcards
Ruimtelijk inzicht
Ruimtelijk inzicht
Signup and view all the flashcards
Somatosensibel waarnemen
Somatosensibel waarnemen
Signup and view all the flashcards
MMSE
MMSE
Signup and view all the flashcards
Ophaalstoornis
Ophaalstoornis
Signup and view all the flashcards
Afasie
Afasie
Signup and view all the flashcards
Broca centrum
Broca centrum
Signup and view all the flashcards
Wernicke centrum
Wernicke centrum
Signup and view all the flashcards
Mutisme
Mutisme
Signup and view all the flashcards
Alexie
Alexie
Signup and view all the flashcards
Fasciculus arcuatus
Fasciculus arcuatus
Signup and view all the flashcards
Perseveratie
Perseveratie
Signup and view all the flashcards
Aandachtsstoornissen
Aandachtsstoornissen
Signup and view all the flashcards
Verwaarlozing
Verwaarlozing
Signup and view all the flashcards
Hemianopsie
Hemianopsie
Signup and view all the flashcards
Lichaamsschema
Lichaamsschema
Signup and view all the flashcards
Anosognosie
Anosognosie
Signup and view all the flashcards
Kledingapraxie
Kledingapraxie
Signup and view all the flashcards
Kloktekeningen
Kloktekeningen
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Hogere cerebrale functies
- Hogere cerebrale functies omvatten functies zoals waarnemen, herinneren, redeneren, plannen en emoties
- Cognitieve functies ("kennen") omvatten kennis en intellectuele functies zoals waarneming, geheugen en redeneren
- Conatieve functies ("willen") zijn functies zoals motivatie, drijfveren, initiatief en beslissingen
- Affectieve functies ("voelen") omvatten stemmingen en emoties
- Hogere cerebrale functies tonen een sterke verbinding met hersenfuncties
- Hersenbeschadigingen kunnen leiden tot verstoringen van deze functies
- Cognitieve functies zijn verbonden met de temporale, pariëtale en occipitale cortex.
- Conatieve functies zijn gekoppeld aan de frontale cortex
- Emoties en stemmingen worden voornamelijk gereguleerd door het limbische systeem
- De basale kernen en de thalamus spelen key-rollen bij het reguleren van deze functies
- Subcorticale structuren zijn even essentieel als de cerebrale cortex bij hogere cerebrale functies
Functies, Deelfuncties en Distributie
- Complexe functies bestaan uit meerdere deelfuncties
- Bijvoorbeeld, "zien" bevat de deelfuncties van vorm, kleur en beweging
- Deelfuncties zijn gekoppeld aan specifieke delen van de cortex, zoals de occipitale, pariëtale en temporale cortex
- Deelfuncties kunnen afzonderlijk worden aangetast door schade aan een specifiek onderdeel
- De cortexdelen die verbonden zijn met complexe functies zijn vaak verspreid over een of beide hemisferen
- Beschadiging kan zowel afzonderlijke deelfuncties als ook de connectie tussen deze deelfuncties aantasten.
- Voorbeeld Alexie zonder Agrafie: geen lezen maar wel schrijven
- Resultaat aantasting linker occipitale cortex en een deel van het corpus callosum
Distributie van deelfuncties
- Uitvalsverschijnselen kunnen optreden in de distributie van deelfuncties
- Dit kan een gevolg zijn van laesies in de verschillende componenten van een systeem dat verantwoordelijk is voor een functie.
- Dit kan leiden tot problemen met verschillende cognitieve domeinen.
Aandacht, concentratie, oriëntatie en verwaarlozing
- Aandacht houdt in dat irrelevante prikkels min of meer worden genegeerd
- Concentratie is de mate waarin de aandacht gedurende een langere tijd op een taak kan worden gericht
- Oriëntatie in tijd, plaats en persoon, omvat vragen over de datum, locatie en identiteit
- Verwaarlozing (neglect)- focale laesie in de hersenen, kunnen specifieke gewaarwordingen van de linker helft van de wereld verhinderen
Geheugen
-
Geheugen houdt in informatie opnemen, opslaan en ophalen.
-
Impliciet geheugen: aangeleerde automatische handelingen en reflexen (bv. fietsen)
-
Expliciet geheugen: inhoud die bewust tevoorschijn kan worden gehaald
-
Werkgeheugen: informatie korte tijd vast houden
-
Episodisch geheugen: persoonlijke gebeurtenissen met een specifieke tijd en context
-
Semantisch geheugen: algemene kennis en begrippen
-
Retrograde geheugen: herinneren aan gebeurtenissen uit het verleden
-
Anterograde geheugen; onthouden van nieuwe informatie
Emoties
- Emotionele labiliteit: snel in tranen zijn
- Emoties kunnen snel wisselen, en minder diep zijn bij patiënten met dementie
- Pseudobulbare ontregeling kan bijdragen tot emoties als lachen en huilen
- Apathie, gebrek aan initiatief en mentale traagheid kunnen als depressie worden miskend
Taal
- Basisstoornissen in taal worden afasie genoemd
- Functies van Broca en Wernicke centra zijn essentieel voor spraak en schrift
- Problemen met zowel spreken als begrijpen van gesproken en geschreven taal
- Afasietypes kunnen variëren op basis van de exacte locatie van de hersenlesies
- Problemen met woordvindbaarheid zijn veel voorkomend bij patiënten met de ziekte van Alzheimer
Handelen
- Initiatie en regulering van acties en hun uitvoering
- Patiënten met frontale laesies kunnen apathisch en initiatiefloos zijn, met mentale en motorische traagheid
- Andere patiënten kunnen ontremd zijn en vertonen seksueel of agressief gedrag.
Ruimtelijk inzicht
- Problemen met het vinden van weg, en/of ruimtelijke verrichtingen begrijpen
- Hier zijn vaak frontale, soms pariëtale, aandoeningen betrokken
- Aandoeningen kunnen leiden tot de verwaarlozing van eenzijdige delen van de omgeving
Waarnemen
- Problemen met het waarnemen kunnen in verschillende zintuiglijke systemen optreden
- Bijvoorbeeld blindheid, onaangename geuren of het veronachtzamen van eenzijdige delen van de ruimte
- Andere waarnemingsstoornissen kunnen optreden, bijvoorbeeld agnosie of visuele hallucinaties
Abstract denken
- Problemen met abstract denken kan komen bij globale cognitieve achteruitgang
- Het testen van abstract denken omvat het verklaren van spreekwoorden, vinden van overeenkomsten en verschillen tussen concepten, en het voltooien van logica reeksen
Neurologisch onderzoek
- Onderzoek van diverse aspecten, zoals stemming, gedrag, aandacht, geheugen, taal, handelingen en ruimtelijk inzicht.
- Vragen aan patiënt over het dagelijkse leven
- Screening testen zoals MMSE zijn ontworpen om een globale cognitieve status te evalueren
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.