Hogere cerebrale functies: Stoornissen (moeilijk)
48 Questions
3 Views

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Welke van de volgende uitspraken beschrijft het meest nauwkeurig de relatie tussen hersenbeschadigingen en hogere cerebrale functies?

  • Hersenbeschadigingen leiden zelden tot stoornissen in hogere cerebrale functies.
  • Hersenbeschadigingen gaan vaak gepaard met stoornissen in een of meer hogere cerebrale functies. (correct)
  • Hersenbeschadigingen hebben uitsluitend invloed op cognitieve functies.
  • Hersenbeschadigingen beïnvloeden alleen affectieve functies.

Een patiënt heeft moeite met het plannen en organiseren van taken. Welk deel van de hersenen is waarschijnlijk het meestDirect betrokken bij deze functiestoornis?

  • Pariëtale cortex
  • Frontale cortex (correct)
  • Occipitale cortex
  • Temporale cortex

Welke subcorticale structuren spelen een cruciale rol bij het reguleren van hogere cerebrale functies, zoals het starten, stoppen en omschakelen tussen taken?

  • Basale kernen en thalamus (correct)
  • Cerebellum en pons
  • Hersenstam en hypothalamus
  • Hippocampus en amygdala

Een patiënt kan objecten wel zien, maar heeft moeite met het herkennen van de kleur. Welk gebied van de hersenen is waarschijnlijk aangedaan?

<p>Een gespecialiseerd onderdeel van de occipitale cortex. (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is het primaire verschil tussen cognitieve en conatieve functies binnen de context van hogere cerebrale functies?

<p>Cognitieve functies hebben betrekking op 'kennen', terwijl conatieve functies betrekking hebben op 'willen'. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende voorbeelden illustreert het beste een stoornis in een affectieve functie?

<p>Aanhoudende gevoelens van verdriet en hopeloosheid. (C)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt kan een banaan zien en weet dat het een banaan is, maar heeft moeite om zijn hand correct uit te strekken om hem op te pakken. Welke deelfunctie van het ‘zien’ is waarschijnlijk gestoord?

<p>Locatie in de ruimte (D)</p> Signup and view all the answers

Waarom is het concept van 'deelfuncties' belangrijk bij het begrijpen van hogere cerebrale functies?

<p>Omdat het laat zien hoe verschillende aspecten van een functie selectief aangetast kunnen worden door schade aan specifieke hersengebieden. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende structuren is het minst direct betrokken bij het anterograde episodische geheugen?

<p>Corpus striatum (C)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt heeft moeite met het initiëren en reguleren van complexe bewegingen. Welk hersengebied is waarschijnlijk het meest aangedaan?

<p>Prefrontale cortex (A)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt met een laesie in een specifiek hersengebied vertoont problemen met het interpreteren van ruimtelijke relaties en het navigeren in een bekende omgeving. Welk gebied is het meest waarschijnlijk beschadigd?

<p>Pariëtale cortex van de niet-dominante hemisfeer (C)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt heeft een selectief geheugenverlies voor feitelijke informatie, zoals de hoofdsteden van landen en historische gebeurtenissen, maar zijn persoonlijke herinneringen zijn intact. Welk type geheugen is waarschijnlijk aangetast?

<p>Semantisch geheugen (D)</p> Signup and view all the answers

Welke combinatie van hersengebieden is essentieel voor het richten van de aandacht en het filteren van irrelevante prikkels, naast de algemene alertheid van de cerebrale cortex?

<p>Lobulus parietalis inferior en voorste deel van de gyrus cinguli (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het meest nauwkeurige onderscheid tussen aandacht en concentratie in de context van cognitieve functies?

<p>Aandacht is de algemene staat van alertheid, terwijl concentratie het vermogen is om de aandacht langdurig op een taak te richten. (C)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt kan geen complexe handelingen uitvoeren op verzoek, hoewel hij de handeling wel begrijpt en de benodigde spierkracht heeft. Dit wijst op:

<p>Ideomotorische apraxie (B)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt met een hersenbeschadiging negeert stimuli aan één kant van zijn lichaam en de ruimte. Dit staat bekend als verwaarlozing. Welk hersengebied is het meest waarschijnlijk beschadigd?

<p>Rechter pariëtale cortex (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende opdrachten is het meest geschikt om taalbegrip te testen bij een patiënt?

<p>De patiënt vragen: 'Wat is zwaarder, een kilo veren of een kilo stenen?' (C)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt heeft moeite met het uitvoeren van de handeling 'doe alsof u uw haren kamt' op commando, hoewel de patiënt geen motorische beperkingen heeft. Welke cognitieve functie is waarschijnlijk aangetast?

<p>Ideomotorische apraxie (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de primaire functie van corticocorticale verbindingen naarmate de tijd vordert, met betrekking tot het oproepen van gebeurtenissen?

<p>Het onafhankelijk maken van het oproepen van gebeurtenissen van de hippocampus, via verbindingen tussen cortexgebieden. (D)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt kan de overeenkomst tussen een 'schilderij' en een 'foto' niet uitleggen. Welke cognitieve functie wordt hier primair mee getest?

<p>Abstract denken (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende mechanismen ligt primair ten grondslag aan de inprentingsstoornis bij een delier?

<p>Stoornissen in aandacht en concentratie, waardoor het werkgeheugen tekortschiet. (B)</p> Signup and view all the answers

Tijdens een cognitieve screening wordt een patiënt gevraagd een klok te tekenen met een specifieke tijd. Als de patiënt de cijfers aan één kant van de klok negeert, welke aandoening kan dit mogelijk indiceren?

<p>Neglect (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het typische gevolg van een herstellende anterograde geheugenstoornis, zoals gezien bij een delier of contusio cerebri, met betrekking tot het geheugen?

<p>Een blijvend 'gat' in het geheugen voor de periode waarin de anterograde stoornis aanwezig was. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende taken zou het meest geschikt zijn om constructieve apraxie te beoordelen?

<p>Een kubus natekenen. (C)</p> Signup and view all the answers

In welk stadium van de ziekte van Alzheimer ontstaan retrograde geheugenstoornissen, en waardoor worden ze veroorzaakt?

<p>Pas in latere stadia, door uitbreiding van het ziekteproces naar de temporopariëtale cortex. (C)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt heeft moeite met het herkennen van objecten door ze te voelen, ondanks intacte tastzin. Hoe wordt deze stoornis genoemd?

<p>Stereognosie (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het primaire doel van het afnemen van een cognitief screeningsinstrument zoals de MMSE in de spreekkamer?

<p>Het verkrijgen van een globaal beeld van de algemene cognitieve functies van de patiënt. (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk kenmerk van geheugenstoornissen bij frontale of subcorticale pathologieën, zoals de ziekte van Parkinson?

<p>Traagheid of onvermogen in het ophalen van informatie. (B)</p> Signup and view all the answers

Een patiënt heeft moeite met het correct aankleden. Welke vorm van apraxie is hier het meest waarschijnlijk de oorzaak van?

<p>Kledingapraxie (D)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen beschrijft correct het lange termijn gevolg van de inprentingsstoornis veroorzaakt door de ziekte van Alzheimer?

<p>Het 'gat' in het geheugen wordt steeds groter naarmate de anterograde stoornis voortduurt. (A)</p> Signup and view all the answers

Hoe verschilt de oorzaak van retrograde amnesie bij de ziekte van Alzheimer van die bij een contusio cerebri?

<p>Bij Alzheimer is het te wijten aan corticale schade, terwijl het bij een contusio cerebri komt door tijdelijke verstoring van de hersenfunctie. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het voornaamste verschil in de aard van geheugenstoornissen tussen corticale dementieën (zoals de ziekte van Alzheimer) en dementieën geassocieerd met frontale of subcorticale pathologie?

<p>Corticale dementieën kenmerken zich door verlies van opgeslagen informatie, terwijl bij frontale/subcorticale pathologieën het terughalen van informatie problematisch is. (D)</p> Signup and view all the answers

Waarom is het interpreteren van een totaalscore van een test zoals de MMSE (Mini Mental State Examination) potentieel misleidend?

<p>Omdat de totaalscore geen rekening houdt met de specifieke sterktes en zwaktes van een individu op verschillende cognitieve domeinen. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belangrijkste verschil tussen een gedragsneurologisch onderzoek en een neuropsychologisch onderzoek?

<p>Neuropsychologisch onderzoek maakt gebruik van tests met vastgestelde validiteit en betrouwbaarheid, terwijl gedragsneurologisch onderzoek minder gestandaardiseerd is. (B)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende aspecten wordt niet typisch geëvalueerd tijdens een uitgebreid neuropsychologisch onderzoek?

<p>Sociaal-economische status (A)</p> Signup and view all the answers

Waarom is het belangrijk dat neuropsychologische tests genormeerd zijn voor leeftijd en opleidingsniveau?

<p>Om de invloed van leeftijd en opleiding op de testresultaten te minimaliseren en een eerlijkere beoordeling te krijgen. (C)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen beschrijft het meest nauwkeurig hoe complexe functies in de hersenen georganiseerd zijn?

<p>Complexe functies zijn afhankelijk van de samenwerking tussen verschillende cortexgebieden, die verspreid liggen over een of beide hemisferen. (A)</p> Signup and view all the answers

Stel, een patiënt vertoont tijdens een neuropsychologisch onderzoek een trage uitvoering van taken, moeite met het initiëren van activiteiten en een gebrek aan flexibiliteit in zijn denken. Welke conclusie kan niet direct worden getrokken?

<p>De patiënt manipuleert mogelijk de testresultaten. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de meest waarschijnlijke verklaring voor het symptoom alexie zonder agrafie na een afsluiting van de linker a. cerebri posterior?

<p>De afsluiting onderbreekt de verbinding tussen de visuele cortex en de taalgebieden, waardoor visuele informatie niet meer beschikbaar is voor het lezen, terwijl de mogelijkheid tot schrijven intact blijft. (C)</p> Signup and view all the answers

Wat is de primaire cognitieve vaardigheid die wordt getest met de Stroop Kleur-Woord Test?

<p>Selectieve Aandacht (C)</p> Signup and view all the answers

Waarom wordt een uitgebreid neuropsychologisch onderzoek soms over meerdere sessies verdeeld?

<p>Om rekening te houden met de mogelijkheid van snelle vermoeidheid bij de patiënt. (B)</p> Signup and view all the answers

Waarom kan een patiënt met alexie zonder agrafie nog wel schrijven, ondanks het feit dat hij/zij niet kan lezen?

<p>Omdat de verbindingen tussen de taalgebieden, de motorische gebieden en de rechter visuele cortex intact zijn, waardoor de visuomotorische coördinatie voor het schrijven behouden blijft. (B)</p> Signup and view all the answers

In de context van de Stroop-test, wat betekent het als een patiënt significant trager is op de derde kaart (kleur benoemen van de gedrukte woorden) dan op de eerste twee kaarten (kleuren oplezen en blokjes benoemen)?

<p>De patiënt heeft moeite met het onderdrukken van automatische leesresponsen en ervaart interferentie. (A)</p> Signup and view all the answers

Welke rol speelt de rechter pariëtale cortex in de ruimtelijke verwerking en hoe kan schade aan dit gebied zich manifesteren?

<p>De rechter pariëtale cortex coördineert ruimtelijke informatie binnen verschillende sensorische en motorische netwerken en schade kan leiden tot stoornissen in meerdere cognitieve domeinen. (D)</p> Signup and view all the answers

Hoe beïnvloedt een laesie in de linker occipitale cortex en het achterste deel van het corpus callosum specifiek de leesvaardigheid, in de context van alexie zonder agrafie?

<p>Het blokkeert de toegang van visuele informatie tot de taalgebieden, waardoor het lezen onmogelijk wordt, terwijl andere taalvaardigheden intact blijven. (D)</p> Signup and view all the answers

Waarom is de term 'distributie van deelfuncties' relevant bij het beschrijven van de organisatie van complexe functies in de hersenen?

<p>Omdat het benadrukt dat verschillende onderdelen van een complexe functie verspreid zijn over meerdere hersengebieden, die samenwerken om de functie te realiseren. (A)</p> Signup and view all the answers

Stel, een patiënt vertoont stoornissen in zowel de ruimtelijke lokalisatie van geluiden als in de planning van handbewegingen. Welke hersenbeschadiging is hiervoor het meest waarschijnlijk verantwoordelijk?

<p>Een laesie in de rechter pariëtale cortex (D)</p> Signup and view all the answers

Wat is de consequentie van het feit dat de rechter pariëtale cortex deel uitmaakt van meerdere sensorische en motorische netwerken?

<p>Schade aan de rechter pariëtale cortex kan leiden tot een breed scala aan cognitieve en motorische stoornissen. (D)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Hogere cerebrale functies

Functies zoals waarnemen, herinneren, redeneren, plannen en emoties.

Cognitieve functies

Functies gerelateerd aan kennen, zoals waarnemen en geheugen.

Conatieve functies

Functies gerelateerd aan willen, zoals motivatie en initiatief.

Affectieve functies

Functies gerelateerd aan voelen, zoals stemmingen en emoties.

Signup and view all the flashcards

Hersengebieden voor cognitie

Temporale, pariëtale en occipitale cortex.

Signup and view all the flashcards

Hersengebied voor conatieve functies

Frontale cortex.

Signup and view all the flashcards

Hersengebied voor emoties

Limbische systeem.

Signup and view all the flashcards

Regulerende structuren van cerebrale functies

De basale kernen en de thalamus.

Signup and view all the flashcards

Aandacht

Houdt je gericht bezig met een waarneming of taak, terwijl irrelevante prikkels worden genegeerd.

Signup and view all the flashcards

Concentratie

Het vermogen om de aandacht voor een taak lang vol te houden.

Signup and view all the flashcards

'Ascending arousal system'

Systeem in de hersenstam dat alertheid bevordert.

Signup and view all the flashcards

Lobulus parietalis inferior (rechts)

Speelt een rol bij het richten van de aandacht.

Signup and view all the flashcards

Voorste deel van de gyrus cinguli

Speelt een rol bij het richten van de aandacht.

Signup and view all the flashcards

Anterograad episodisch geheugen

Opslag voor recente gebeurtenissen.

Signup and view all the flashcards

Retrograad episodisch geheugen

Opslag voor lange termijn gebeurtenissen.

Signup and view all the flashcards

Pariëtale cortex (dominante hemisfeer)

Schade hieraan veroorzaakt ideatorische apraxie.

Signup and view all the flashcards

Alexie zonder agrafie

Verlies van het vermogen om te lezen, maar wel in staat zijn om te schrijven.

Signup and view all the flashcards

Oorzaak Alexie zonder Agrafie

Afsluiting van de linker a. cerebri posterior, waardoor de linker occipitale cortex en het corpus callosum beschadigd raken.

Signup and view all the flashcards

Distributie van deelfuncties

De cortexgebieden die betrokken zijn bij een complexe functie zijn verspreid over grote delen van de hersenen.

Signup and view all the flashcards

Oorzaken Uitval Deelfuncties

Beschadiging van een onderdeel van het systeem of een disconnectie tussen deelgebieden.

Signup and view all the flashcards

Locatie sensorische netwerken

Sensorische netwerken (somatosensibel, visueel, auditief) bevinden zich hoofdzakelijk in temporale, pariëtale en occipitale gebieden.

Signup and view all the flashcards

Locatie motorische netwerken

Motorische netwerken (oogmotoriek, handbewegingen) bevinden zich vooral in frontale gebieden.

Signup and view all the flashcards

Functie Rechter Pariëtale Cortex

Houdt coördinaten bij voor ruimtelijke lokalisatie van prikkels en oriëntatie voor gerichte bewegingen.

Signup and view all the flashcards

Gevolgen rechts pariëtale laesies

Stoornissen in meerdere cognitieve en motorische domeinen.

Signup and view all the flashcards

Corticocorticale verbindingen

Na verloop van tijd worden hippocampusverbindingen vervangen door verbindingen tussen hersenschorsgebieden.

Signup and view all the flashcards

Inprentingsstoornis bij delier

Problemen met aandacht en concentratie verstoren het werkgeheugen.

Signup and view all the flashcards

Inprentingsstoornis oorzaak

Ontstaat door schade aan beide zijden van de hippocampus.

Signup and view all the flashcards

Gestoorde consolidatie

Het niet kunnen vasthouden en opslaan van nieuwe informatie.

Signup and view all the flashcards

Geheugengat

Een 'gat' in het geheugen voor de periode van de stoornis.

Signup and view all the flashcards

Retrograde geheugenstoornis

Het verlies van herinneringen van voor het begin van de ziekte.

Signup and view all the flashcards

Semantische geheugenstoornissen

Stoornissen in het ophalen van opgeslagen kennis.

Signup and view all the flashcards

Geheugenstoornis bij frontale pathologie

Problemen met de snelheid of het vermogen om informatie op te halen.

Signup and view all the flashcards

Nazeggen (Taal)

Patiënt woorden en zinnen laten herhalen om spraak te beoordelen.

Signup and view all the flashcards

Benoemen (Taal)

Patiënt objecten (in de kamer/plaatjes) benoemen om taalvaardigheid te testen.

Signup and view all the flashcards

Taalbegrip testen

Eenvoudige vragen stellen of opdrachten geven om te testen of de patiënt de taal begrijpt.

Signup and view all the flashcards

Lezen testen

Patiënt een tekst laten voorlezen of een schriftelijke opdracht uitvoeren.

Signup and view all the flashcards

Schrijven testen

Gedicteerde woorden/zinnen laten opschrijven om te kijken naar inhoudelijke verschrijvingen.

Signup and view all the flashcards

Apraxie testen

Complexe handeling laten uitvoeren, zoals een brief vouwen en versturen.

Signup and view all the flashcards

Abstract denken testen

Patiënt spreekwoorden laten uitleggen of overeenkomsten/verschillen noemen.

Signup and view all the flashcards

Cognitieve screening

Kort onderzoek om snel een indruk te krijgen van de cognitieve functies.

Signup and view all the flashcards

Mini Mental State Examination (MMSE)

Een eenvoudige test om cognitieve functies te beoordelen, resulterend in een score van 0-30.

Signup and view all the flashcards

Neuropsychologisch onderzoek

Uitgebreid en systematisch onderzoek van cognitieve functies m.b.v. specifieke tests en vragenlijsten.

Signup and view all the flashcards

Gedragsneurologisch onderzoek

Onderzoek van hersenfuncties door observatie van gedrag, vaak inclusief de MMSE.

Signup and view all the flashcards

Neuropsychologische tests

Geeft kwantitatieve informatie over cognitieve functies, rekening houdend met leeftijd en opleidingsniveau.

Signup and view all the flashcards

Onderzochte functies

Aandacht, geheugen, taal, ruimtelijk inzicht, visuele perceptie en praxis.

Signup and view all the flashcards

Aspecten uitvoering

Initiëren, planmatig verloop, tempo en flexibiliteit.

Signup and view all the flashcards

Emotionele stoornissen

Depressie en veranderingen in karakter of persoonlijkheid.

Signup and view all the flashcards

Kleur-Woord Test van Stroop

Test waarbij de reactietijd op het benoemen van kleuren wordt gemeten om selectieve aandacht te beoordelen.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Hogere Cerebrale Functies: Overzicht

  • 'Hogere cerebrale functies' omvatten waarnemen, herinneren, redeneren, plannen en emoties.
  • Er wordt onderscheid gemaakt tussen cognitieve (kennen), conatieve (willen) en affectieve (voelen) functies.
  • Cognitieve functies omvatten waarnemen, geheugen en redeneren.
  • Conatieve functies omvatten motivatie, aandrift, initiatief en wilsbesluiten.
  • Affectieve functies omvatten stemmingen en emoties

Inleiding tot Hogere Cerebrale Functies

  • De term benadrukt de samenhang met de hersenwerking.
  • Hersenbeschadigingen leiden vaak tot stoornissen in deze functies.
  • Cognitieve functies hangen samen met de temporale, pariëtale en occipitale cortex.
  • Conatieve functies hangen samen met de frontale cortex.
  • Emoties en stemming hangen samen met het limbische systeem.
  • Basale kernen en de thalamus spelen een rol bij het reguleren van deze functies.
  • Niet alleen de cerebrale cortex, maar ook subcorticale structuren zijn betrokken.

Functionele Neuroanatomie: Functies en Deelfuncties

  • Functies zoals zien, lezen, geheugen en spraak bestaan uit verschillende deelfuncties.
  • Bij 'zien' is onderscheid mogelijk tussen vorm, kleur, beweging en locatie.
  • Deelfuncties kunnen afzonderlijk gestoord zijn door gespecialiseerde cortexonderdelen.
  • Een patiënt kan een banaan herkennen, maar niet in grijstinten zien.
  • Het is mogelijk om de vorm te herkennen maar niet dat het een banaan is.
  • Het lokaaliseren van de banaan kan ook gestoord zijn.

Distributie van Deelfuncties

  • De cortexgebieden zijn vaak verspreid over een hemisfeer of beide.
  • Uitval van functies kan komen door beschadiging of disconnectie gebieden.
  • Een voorbeeld is alexie zonder agrafie: niet kunnen lezen, wel schrijven.
  • Dit komt voor bij een afsluiting van de linker a. cerebri posterior.
  • Hierdoor is er geen visuele informatie beschikbaar voor de taalgebieden.
  • Lezen is onmogelijk, maar schrijven is nog wel mogelijk.

Gespecialiseerde Cortexgebieden en Netwerken

  • Gespecialiseerde cortexgebieden maken deel uit van neuronale netwerken voor complexe functies.
  • De rechter pariëtale cortex is gespecialiseerd in ruimtelijke lokalisatie.
  • Sensorische netwerken hebben vooral temporale, pariëtale en occipitale lokalisaties.
  • Motorische netwerken hebben vooral frontale lokalisaties.
  • De rechter pariëtale cortex houdt coördinaten bij voor ruimtelijke lokalisatie en oriëntatie.
  • Rechts pariëtale laesies kunnen leiden tot stoornissen in cognitieve en motorische domeinen.
  • Patiënten hebben moeite met klokkijken, tafel dekken, aankleden en de weg vinden.

Instrumentele en Uitvoerende Functies

  • Cognitieve functies zoals visuele perceptie, geheugen en taal worden instrumentele functies genoemd.
  • Algemene functies zoals beginnen, stoppen, aandacht richten en aanpassen zijn belangrijk.
  • Dit worden uitvoerende (of executieve) functies genoemd.
  • Instrumentele functies kunnen bij kleine laesies geïsoleerd gestoord zijn.
  • Een stoornis in de uitvoerende functies uit allen cognitieve domeinen.
  • Er ontstaan verschijnselen als apathie, initiatiefloosheid en inflexibiliteit.
  • Uitvoerende functies kunnen gestoord zijn bij prefrontale laesies of pathologie basale kernen.
  • Onderzoek hangt dus af van stoornissen in de uitvoerende functies.

Specialisatie van Hemisferen (Lateralisatie)

  • Cortexgebieden zijn niet altijd symmetrisch verdeeld over de hemisferen.
  • De hemisfeer waarin de taalfuncties liggen, wordt de dominante genoemd.
  • Dit is bij meer dan 90% van de mensen de linkerhemisfeer.
  • De rechterhemisfeer is verantwoordelijk voor de melodie en intonatie van spraak.
  • Een laesie van de linkerhemisfeer veroorzaakt een taalstoornis (afasie).
  • Bij een laesie in de rechterhemisfeer is de spraak inhoudelijk correct, maar vlak (aprosodie).
  • De rechterhemisfeer is gespecialiseerd in ruimtelijke oriëntatie.

Aandacht, Concentratie, Oriëntatie en Verwaarlozing

  • Aandacht is het vermogen om gericht bezig te zijn met een taak en irrelevante prikkels te negeren.
  • Concentratie is het vermogen om de aandacht lang vol te houden.
  • Een goede aandacht vereist gecoördineerde activiteit van de hele cerebrale cortex.
  • De pariëtale cortex (vooral rechts) en het voorste deel van de gyrus cinguli spelen een rol.
  • Bij stoornissen in de aandacht kan een patiënt zich niet concentreren.
  • Een patiënt is snel afgeleid, kan juist niet snel genoeg wisselen en vervalt in herhalingen.
  • Een gestoorde aandacht leidt tot desoriëntatie in tijd en plaats.
  • Aandachtsstoornissen komen het meest voor bij (sub)acute diffuse aandoeningen.
  • Een bijzondere soort aandachtsstoornis is verwaarlozing (neglect) van een helft van de omgeving.
  • De patiënt merkt voorwerpen of mensen niet op in de linkerhelft van het gezicht.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Description

Test je kennis van de hogere cerebrale functies en de gevolgen van laesies in de hersenen. Leer over cognitieve, conatieve en affectieve functies, evenals de betrokken hersengebieden.

More Like This

Cognitive Psych (4)
19 questions

Cognitive Psych (4)

SnazzyClarity avatar
SnazzyClarity
Neuro 11:1 Cognitive Disorders Overview
96 questions
Use Quizgecko on...
Browser
Browser