Podcast
Questions and Answers
Welke van de volgende uitspraken beschrijft het meest nauwkeurig de relatie tussen hersenbeschadigingen en hogere cerebrale functies?
Welke van de volgende uitspraken beschrijft het meest nauwkeurig de relatie tussen hersenbeschadigingen en hogere cerebrale functies?
- Hersenbeschadigingen leiden zelden tot stoornissen in hogere cerebrale functies.
- Hersenbeschadigingen gaan vaak gepaard met stoornissen in een of meer hogere cerebrale functies. (correct)
- Hersenbeschadigingen hebben uitsluitend invloed op cognitieve functies.
- Hersenbeschadigingen beïnvloeden alleen affectieve functies.
Een patiënt heeft moeite met het plannen en organiseren van taken. Welk deel van de hersenen is waarschijnlijk het meestDirect betrokken bij deze functiestoornis?
Een patiënt heeft moeite met het plannen en organiseren van taken. Welk deel van de hersenen is waarschijnlijk het meestDirect betrokken bij deze functiestoornis?
- Pariëtale cortex
- Frontale cortex (correct)
- Occipitale cortex
- Temporale cortex
Welke subcorticale structuren spelen een cruciale rol bij het reguleren van hogere cerebrale functies, zoals het starten, stoppen en omschakelen tussen taken?
Welke subcorticale structuren spelen een cruciale rol bij het reguleren van hogere cerebrale functies, zoals het starten, stoppen en omschakelen tussen taken?
- Basale kernen en thalamus (correct)
- Cerebellum en pons
- Hersenstam en hypothalamus
- Hippocampus en amygdala
Een patiënt kan objecten wel zien, maar heeft moeite met het herkennen van de kleur. Welk gebied van de hersenen is waarschijnlijk aangedaan?
Een patiënt kan objecten wel zien, maar heeft moeite met het herkennen van de kleur. Welk gebied van de hersenen is waarschijnlijk aangedaan?
Wat is het primaire verschil tussen cognitieve en conatieve functies binnen de context van hogere cerebrale functies?
Wat is het primaire verschil tussen cognitieve en conatieve functies binnen de context van hogere cerebrale functies?
Welke van de volgende voorbeelden illustreert het beste een stoornis in een affectieve functie?
Welke van de volgende voorbeelden illustreert het beste een stoornis in een affectieve functie?
Een patiënt kan een banaan zien en weet dat het een banaan is, maar heeft moeite om zijn hand correct uit te strekken om hem op te pakken. Welke deelfunctie van het ‘zien’ is waarschijnlijk gestoord?
Een patiënt kan een banaan zien en weet dat het een banaan is, maar heeft moeite om zijn hand correct uit te strekken om hem op te pakken. Welke deelfunctie van het ‘zien’ is waarschijnlijk gestoord?
Waarom is het concept van 'deelfuncties' belangrijk bij het begrijpen van hogere cerebrale functies?
Waarom is het concept van 'deelfuncties' belangrijk bij het begrijpen van hogere cerebrale functies?
Welke van de volgende structuren is het minst direct betrokken bij het anterograde episodische geheugen?
Welke van de volgende structuren is het minst direct betrokken bij het anterograde episodische geheugen?
Een patiënt heeft moeite met het initiëren en reguleren van complexe bewegingen. Welk hersengebied is waarschijnlijk het meest aangedaan?
Een patiënt heeft moeite met het initiëren en reguleren van complexe bewegingen. Welk hersengebied is waarschijnlijk het meest aangedaan?
Een patiënt met een laesie in een specifiek hersengebied vertoont problemen met het interpreteren van ruimtelijke relaties en het navigeren in een bekende omgeving. Welk gebied is het meest waarschijnlijk beschadigd?
Een patiënt met een laesie in een specifiek hersengebied vertoont problemen met het interpreteren van ruimtelijke relaties en het navigeren in een bekende omgeving. Welk gebied is het meest waarschijnlijk beschadigd?
Een patiënt heeft een selectief geheugenverlies voor feitelijke informatie, zoals de hoofdsteden van landen en historische gebeurtenissen, maar zijn persoonlijke herinneringen zijn intact. Welk type geheugen is waarschijnlijk aangetast?
Een patiënt heeft een selectief geheugenverlies voor feitelijke informatie, zoals de hoofdsteden van landen en historische gebeurtenissen, maar zijn persoonlijke herinneringen zijn intact. Welk type geheugen is waarschijnlijk aangetast?
Welke combinatie van hersengebieden is essentieel voor het richten van de aandacht en het filteren van irrelevante prikkels, naast de algemene alertheid van de cerebrale cortex?
Welke combinatie van hersengebieden is essentieel voor het richten van de aandacht en het filteren van irrelevante prikkels, naast de algemene alertheid van de cerebrale cortex?
Wat is het meest nauwkeurige onderscheid tussen aandacht en concentratie in de context van cognitieve functies?
Wat is het meest nauwkeurige onderscheid tussen aandacht en concentratie in de context van cognitieve functies?
Een patiënt kan geen complexe handelingen uitvoeren op verzoek, hoewel hij de handeling wel begrijpt en de benodigde spierkracht heeft. Dit wijst op:
Een patiënt kan geen complexe handelingen uitvoeren op verzoek, hoewel hij de handeling wel begrijpt en de benodigde spierkracht heeft. Dit wijst op:
Een patiënt met een hersenbeschadiging negeert stimuli aan één kant van zijn lichaam en de ruimte. Dit staat bekend als verwaarlozing. Welk hersengebied is het meest waarschijnlijk beschadigd?
Een patiënt met een hersenbeschadiging negeert stimuli aan één kant van zijn lichaam en de ruimte. Dit staat bekend als verwaarlozing. Welk hersengebied is het meest waarschijnlijk beschadigd?
Welke van de volgende opdrachten is het meest geschikt om taalbegrip te testen bij een patiënt?
Welke van de volgende opdrachten is het meest geschikt om taalbegrip te testen bij een patiënt?
Een patiënt heeft moeite met het uitvoeren van de handeling 'doe alsof u uw haren kamt' op commando, hoewel de patiënt geen motorische beperkingen heeft. Welke cognitieve functie is waarschijnlijk aangetast?
Een patiënt heeft moeite met het uitvoeren van de handeling 'doe alsof u uw haren kamt' op commando, hoewel de patiënt geen motorische beperkingen heeft. Welke cognitieve functie is waarschijnlijk aangetast?
Wat is de primaire functie van corticocorticale verbindingen naarmate de tijd vordert, met betrekking tot het oproepen van gebeurtenissen?
Wat is de primaire functie van corticocorticale verbindingen naarmate de tijd vordert, met betrekking tot het oproepen van gebeurtenissen?
Een patiënt kan de overeenkomst tussen een 'schilderij' en een 'foto' niet uitleggen. Welke cognitieve functie wordt hier primair mee getest?
Een patiënt kan de overeenkomst tussen een 'schilderij' en een 'foto' niet uitleggen. Welke cognitieve functie wordt hier primair mee getest?
Welke van de volgende mechanismen ligt primair ten grondslag aan de inprentingsstoornis bij een delier?
Welke van de volgende mechanismen ligt primair ten grondslag aan de inprentingsstoornis bij een delier?
Tijdens een cognitieve screening wordt een patiënt gevraagd een klok te tekenen met een specifieke tijd. Als de patiënt de cijfers aan één kant van de klok negeert, welke aandoening kan dit mogelijk indiceren?
Tijdens een cognitieve screening wordt een patiënt gevraagd een klok te tekenen met een specifieke tijd. Als de patiënt de cijfers aan één kant van de klok negeert, welke aandoening kan dit mogelijk indiceren?
Wat is het typische gevolg van een herstellende anterograde geheugenstoornis, zoals gezien bij een delier of contusio cerebri, met betrekking tot het geheugen?
Wat is het typische gevolg van een herstellende anterograde geheugenstoornis, zoals gezien bij een delier of contusio cerebri, met betrekking tot het geheugen?
Welke van de volgende taken zou het meest geschikt zijn om constructieve apraxie te beoordelen?
Welke van de volgende taken zou het meest geschikt zijn om constructieve apraxie te beoordelen?
In welk stadium van de ziekte van Alzheimer ontstaan retrograde geheugenstoornissen, en waardoor worden ze veroorzaakt?
In welk stadium van de ziekte van Alzheimer ontstaan retrograde geheugenstoornissen, en waardoor worden ze veroorzaakt?
Een patiënt heeft moeite met het herkennen van objecten door ze te voelen, ondanks intacte tastzin. Hoe wordt deze stoornis genoemd?
Een patiënt heeft moeite met het herkennen van objecten door ze te voelen, ondanks intacte tastzin. Hoe wordt deze stoornis genoemd?
Wat is het primaire doel van het afnemen van een cognitief screeningsinstrument zoals de MMSE in de spreekkamer?
Wat is het primaire doel van het afnemen van een cognitief screeningsinstrument zoals de MMSE in de spreekkamer?
Wat is een belangrijk kenmerk van geheugenstoornissen bij frontale of subcorticale pathologieën, zoals de ziekte van Parkinson?
Wat is een belangrijk kenmerk van geheugenstoornissen bij frontale of subcorticale pathologieën, zoals de ziekte van Parkinson?
Een patiënt heeft moeite met het correct aankleden. Welke vorm van apraxie is hier het meest waarschijnlijk de oorzaak van?
Een patiënt heeft moeite met het correct aankleden. Welke vorm van apraxie is hier het meest waarschijnlijk de oorzaak van?
Welke van de volgende beweringen beschrijft correct het lange termijn gevolg van de inprentingsstoornis veroorzaakt door de ziekte van Alzheimer?
Welke van de volgende beweringen beschrijft correct het lange termijn gevolg van de inprentingsstoornis veroorzaakt door de ziekte van Alzheimer?
Hoe verschilt de oorzaak van retrograde amnesie bij de ziekte van Alzheimer van die bij een contusio cerebri?
Hoe verschilt de oorzaak van retrograde amnesie bij de ziekte van Alzheimer van die bij een contusio cerebri?
Wat is het voornaamste verschil in de aard van geheugenstoornissen tussen corticale dementieën (zoals de ziekte van Alzheimer) en dementieën geassocieerd met frontale of subcorticale pathologie?
Wat is het voornaamste verschil in de aard van geheugenstoornissen tussen corticale dementieën (zoals de ziekte van Alzheimer) en dementieën geassocieerd met frontale of subcorticale pathologie?
Waarom is het interpreteren van een totaalscore van een test zoals de MMSE (Mini Mental State Examination) potentieel misleidend?
Waarom is het interpreteren van een totaalscore van een test zoals de MMSE (Mini Mental State Examination) potentieel misleidend?
Wat is het belangrijkste verschil tussen een gedragsneurologisch onderzoek en een neuropsychologisch onderzoek?
Wat is het belangrijkste verschil tussen een gedragsneurologisch onderzoek en een neuropsychologisch onderzoek?
Welke van de volgende aspecten wordt niet typisch geëvalueerd tijdens een uitgebreid neuropsychologisch onderzoek?
Welke van de volgende aspecten wordt niet typisch geëvalueerd tijdens een uitgebreid neuropsychologisch onderzoek?
Waarom is het belangrijk dat neuropsychologische tests genormeerd zijn voor leeftijd en opleidingsniveau?
Waarom is het belangrijk dat neuropsychologische tests genormeerd zijn voor leeftijd en opleidingsniveau?
Welke van de volgende beweringen beschrijft het meest nauwkeurig hoe complexe functies in de hersenen georganiseerd zijn?
Welke van de volgende beweringen beschrijft het meest nauwkeurig hoe complexe functies in de hersenen georganiseerd zijn?
Stel, een patiënt vertoont tijdens een neuropsychologisch onderzoek een trage uitvoering van taken, moeite met het initiëren van activiteiten en een gebrek aan flexibiliteit in zijn denken. Welke conclusie kan niet direct worden getrokken?
Stel, een patiënt vertoont tijdens een neuropsychologisch onderzoek een trage uitvoering van taken, moeite met het initiëren van activiteiten en een gebrek aan flexibiliteit in zijn denken. Welke conclusie kan niet direct worden getrokken?
Wat is de meest waarschijnlijke verklaring voor het symptoom alexie zonder agrafie na een afsluiting van de linker a. cerebri posterior?
Wat is de meest waarschijnlijke verklaring voor het symptoom alexie zonder agrafie na een afsluiting van de linker a. cerebri posterior?
Wat is de primaire cognitieve vaardigheid die wordt getest met de Stroop Kleur-Woord Test?
Wat is de primaire cognitieve vaardigheid die wordt getest met de Stroop Kleur-Woord Test?
Waarom wordt een uitgebreid neuropsychologisch onderzoek soms over meerdere sessies verdeeld?
Waarom wordt een uitgebreid neuropsychologisch onderzoek soms over meerdere sessies verdeeld?
Waarom kan een patiënt met alexie zonder agrafie nog wel schrijven, ondanks het feit dat hij/zij niet kan lezen?
Waarom kan een patiënt met alexie zonder agrafie nog wel schrijven, ondanks het feit dat hij/zij niet kan lezen?
In de context van de Stroop-test, wat betekent het als een patiënt significant trager is op de derde kaart (kleur benoemen van de gedrukte woorden) dan op de eerste twee kaarten (kleuren oplezen en blokjes benoemen)?
In de context van de Stroop-test, wat betekent het als een patiënt significant trager is op de derde kaart (kleur benoemen van de gedrukte woorden) dan op de eerste twee kaarten (kleuren oplezen en blokjes benoemen)?
Welke rol speelt de rechter pariëtale cortex in de ruimtelijke verwerking en hoe kan schade aan dit gebied zich manifesteren?
Welke rol speelt de rechter pariëtale cortex in de ruimtelijke verwerking en hoe kan schade aan dit gebied zich manifesteren?
Hoe beïnvloedt een laesie in de linker occipitale cortex en het achterste deel van het corpus callosum specifiek de leesvaardigheid, in de context van alexie zonder agrafie?
Hoe beïnvloedt een laesie in de linker occipitale cortex en het achterste deel van het corpus callosum specifiek de leesvaardigheid, in de context van alexie zonder agrafie?
Waarom is de term 'distributie van deelfuncties' relevant bij het beschrijven van de organisatie van complexe functies in de hersenen?
Waarom is de term 'distributie van deelfuncties' relevant bij het beschrijven van de organisatie van complexe functies in de hersenen?
Stel, een patiënt vertoont stoornissen in zowel de ruimtelijke lokalisatie van geluiden als in de planning van handbewegingen. Welke hersenbeschadiging is hiervoor het meest waarschijnlijk verantwoordelijk?
Stel, een patiënt vertoont stoornissen in zowel de ruimtelijke lokalisatie van geluiden als in de planning van handbewegingen. Welke hersenbeschadiging is hiervoor het meest waarschijnlijk verantwoordelijk?
Wat is de consequentie van het feit dat de rechter pariëtale cortex deel uitmaakt van meerdere sensorische en motorische netwerken?
Wat is de consequentie van het feit dat de rechter pariëtale cortex deel uitmaakt van meerdere sensorische en motorische netwerken?
Flashcards
Hogere cerebrale functies
Hogere cerebrale functies
Functies zoals waarnemen, herinneren, redeneren, plannen en emoties.
Cognitieve functies
Cognitieve functies
Functies gerelateerd aan kennen, zoals waarnemen en geheugen.
Conatieve functies
Conatieve functies
Functies gerelateerd aan willen, zoals motivatie en initiatief.
Affectieve functies
Affectieve functies
Signup and view all the flashcards
Hersengebieden voor cognitie
Hersengebieden voor cognitie
Signup and view all the flashcards
Hersengebied voor conatieve functies
Hersengebied voor conatieve functies
Signup and view all the flashcards
Hersengebied voor emoties
Hersengebied voor emoties
Signup and view all the flashcards
Regulerende structuren van cerebrale functies
Regulerende structuren van cerebrale functies
Signup and view all the flashcards
Aandacht
Aandacht
Signup and view all the flashcards
Concentratie
Concentratie
Signup and view all the flashcards
'Ascending arousal system'
'Ascending arousal system'
Signup and view all the flashcards
Lobulus parietalis inferior (rechts)
Lobulus parietalis inferior (rechts)
Signup and view all the flashcards
Voorste deel van de gyrus cinguli
Voorste deel van de gyrus cinguli
Signup and view all the flashcards
Anterograad episodisch geheugen
Anterograad episodisch geheugen
Signup and view all the flashcards
Retrograad episodisch geheugen
Retrograad episodisch geheugen
Signup and view all the flashcards
Pariëtale cortex (dominante hemisfeer)
Pariëtale cortex (dominante hemisfeer)
Signup and view all the flashcards
Alexie zonder agrafie
Alexie zonder agrafie
Signup and view all the flashcards
Oorzaak Alexie zonder Agrafie
Oorzaak Alexie zonder Agrafie
Signup and view all the flashcards
Distributie van deelfuncties
Distributie van deelfuncties
Signup and view all the flashcards
Oorzaken Uitval Deelfuncties
Oorzaken Uitval Deelfuncties
Signup and view all the flashcards
Locatie sensorische netwerken
Locatie sensorische netwerken
Signup and view all the flashcards
Locatie motorische netwerken
Locatie motorische netwerken
Signup and view all the flashcards
Functie Rechter Pariëtale Cortex
Functie Rechter Pariëtale Cortex
Signup and view all the flashcards
Gevolgen rechts pariëtale laesies
Gevolgen rechts pariëtale laesies
Signup and view all the flashcards
Corticocorticale verbindingen
Corticocorticale verbindingen
Signup and view all the flashcards
Inprentingsstoornis bij delier
Inprentingsstoornis bij delier
Signup and view all the flashcards
Inprentingsstoornis oorzaak
Inprentingsstoornis oorzaak
Signup and view all the flashcards
Gestoorde consolidatie
Gestoorde consolidatie
Signup and view all the flashcards
Geheugengat
Geheugengat
Signup and view all the flashcards
Retrograde geheugenstoornis
Retrograde geheugenstoornis
Signup and view all the flashcards
Semantische geheugenstoornissen
Semantische geheugenstoornissen
Signup and view all the flashcards
Geheugenstoornis bij frontale pathologie
Geheugenstoornis bij frontale pathologie
Signup and view all the flashcards
Nazeggen (Taal)
Nazeggen (Taal)
Signup and view all the flashcards
Benoemen (Taal)
Benoemen (Taal)
Signup and view all the flashcards
Taalbegrip testen
Taalbegrip testen
Signup and view all the flashcards
Lezen testen
Lezen testen
Signup and view all the flashcards
Schrijven testen
Schrijven testen
Signup and view all the flashcards
Apraxie testen
Apraxie testen
Signup and view all the flashcards
Abstract denken testen
Abstract denken testen
Signup and view all the flashcards
Cognitieve screening
Cognitieve screening
Signup and view all the flashcards
Mini Mental State Examination (MMSE)
Mini Mental State Examination (MMSE)
Signup and view all the flashcards
Neuropsychologisch onderzoek
Neuropsychologisch onderzoek
Signup and view all the flashcards
Gedragsneurologisch onderzoek
Gedragsneurologisch onderzoek
Signup and view all the flashcards
Neuropsychologische tests
Neuropsychologische tests
Signup and view all the flashcards
Onderzochte functies
Onderzochte functies
Signup and view all the flashcards
Aspecten uitvoering
Aspecten uitvoering
Signup and view all the flashcards
Emotionele stoornissen
Emotionele stoornissen
Signup and view all the flashcards
Kleur-Woord Test van Stroop
Kleur-Woord Test van Stroop
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Hogere Cerebrale Functies: Overzicht
- 'Hogere cerebrale functies' omvatten waarnemen, herinneren, redeneren, plannen en emoties.
- Er wordt onderscheid gemaakt tussen cognitieve (kennen), conatieve (willen) en affectieve (voelen) functies.
- Cognitieve functies omvatten waarnemen, geheugen en redeneren.
- Conatieve functies omvatten motivatie, aandrift, initiatief en wilsbesluiten.
- Affectieve functies omvatten stemmingen en emoties
Inleiding tot Hogere Cerebrale Functies
- De term benadrukt de samenhang met de hersenwerking.
- Hersenbeschadigingen leiden vaak tot stoornissen in deze functies.
- Cognitieve functies hangen samen met de temporale, pariëtale en occipitale cortex.
- Conatieve functies hangen samen met de frontale cortex.
- Emoties en stemming hangen samen met het limbische systeem.
- Basale kernen en de thalamus spelen een rol bij het reguleren van deze functies.
- Niet alleen de cerebrale cortex, maar ook subcorticale structuren zijn betrokken.
Functionele Neuroanatomie: Functies en Deelfuncties
- Functies zoals zien, lezen, geheugen en spraak bestaan uit verschillende deelfuncties.
- Bij 'zien' is onderscheid mogelijk tussen vorm, kleur, beweging en locatie.
- Deelfuncties kunnen afzonderlijk gestoord zijn door gespecialiseerde cortexonderdelen.
- Een patiënt kan een banaan herkennen, maar niet in grijstinten zien.
- Het is mogelijk om de vorm te herkennen maar niet dat het een banaan is.
- Het lokaaliseren van de banaan kan ook gestoord zijn.
Distributie van Deelfuncties
- De cortexgebieden zijn vaak verspreid over een hemisfeer of beide.
- Uitval van functies kan komen door beschadiging of disconnectie gebieden.
- Een voorbeeld is alexie zonder agrafie: niet kunnen lezen, wel schrijven.
- Dit komt voor bij een afsluiting van de linker a. cerebri posterior.
- Hierdoor is er geen visuele informatie beschikbaar voor de taalgebieden.
- Lezen is onmogelijk, maar schrijven is nog wel mogelijk.
Gespecialiseerde Cortexgebieden en Netwerken
- Gespecialiseerde cortexgebieden maken deel uit van neuronale netwerken voor complexe functies.
- De rechter pariëtale cortex is gespecialiseerd in ruimtelijke lokalisatie.
- Sensorische netwerken hebben vooral temporale, pariëtale en occipitale lokalisaties.
- Motorische netwerken hebben vooral frontale lokalisaties.
- De rechter pariëtale cortex houdt coördinaten bij voor ruimtelijke lokalisatie en oriëntatie.
- Rechts pariëtale laesies kunnen leiden tot stoornissen in cognitieve en motorische domeinen.
- Patiënten hebben moeite met klokkijken, tafel dekken, aankleden en de weg vinden.
Instrumentele en Uitvoerende Functies
- Cognitieve functies zoals visuele perceptie, geheugen en taal worden instrumentele functies genoemd.
- Algemene functies zoals beginnen, stoppen, aandacht richten en aanpassen zijn belangrijk.
- Dit worden uitvoerende (of executieve) functies genoemd.
- Instrumentele functies kunnen bij kleine laesies geïsoleerd gestoord zijn.
- Een stoornis in de uitvoerende functies uit allen cognitieve domeinen.
- Er ontstaan verschijnselen als apathie, initiatiefloosheid en inflexibiliteit.
- Uitvoerende functies kunnen gestoord zijn bij prefrontale laesies of pathologie basale kernen.
- Onderzoek hangt dus af van stoornissen in de uitvoerende functies.
Specialisatie van Hemisferen (Lateralisatie)
- Cortexgebieden zijn niet altijd symmetrisch verdeeld over de hemisferen.
- De hemisfeer waarin de taalfuncties liggen, wordt de dominante genoemd.
- Dit is bij meer dan 90% van de mensen de linkerhemisfeer.
- De rechterhemisfeer is verantwoordelijk voor de melodie en intonatie van spraak.
- Een laesie van de linkerhemisfeer veroorzaakt een taalstoornis (afasie).
- Bij een laesie in de rechterhemisfeer is de spraak inhoudelijk correct, maar vlak (aprosodie).
- De rechterhemisfeer is gespecialiseerd in ruimtelijke oriëntatie.
Aandacht, Concentratie, Oriëntatie en Verwaarlozing
- Aandacht is het vermogen om gericht bezig te zijn met een taak en irrelevante prikkels te negeren.
- Concentratie is het vermogen om de aandacht lang vol te houden.
- Een goede aandacht vereist gecoördineerde activiteit van de hele cerebrale cortex.
- De pariëtale cortex (vooral rechts) en het voorste deel van de gyrus cinguli spelen een rol.
- Bij stoornissen in de aandacht kan een patiënt zich niet concentreren.
- Een patiënt is snel afgeleid, kan juist niet snel genoeg wisselen en vervalt in herhalingen.
- Een gestoorde aandacht leidt tot desoriëntatie in tijd en plaats.
- Aandachtsstoornissen komen het meest voor bij (sub)acute diffuse aandoeningen.
- Een bijzondere soort aandachtsstoornis is verwaarlozing (neglect) van een helft van de omgeving.
- De patiënt merkt voorwerpen of mensen niet op in de linkerhelft van het gezicht.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Description
Test je kennis van de hogere cerebrale functies en de gevolgen van laesies in de hersenen. Leer over cognitieve, conatieve en affectieve functies, evenals de betrokken hersengebieden.