Feedback en Johari-matrix

Feedback

• Feedback is een boodschap over het handelen of gedrag van een ander.
• Positieve feedback: feedback over iets effectief, nuttig of prettig.
• Negatieve feedback: feedback over iets ineffectief, ongewenst of onprettig.
• Feedback op inhoudsniveau: gaat over de inhoud van de boodschap.
• Feedback op betrekkingsniveau: gaat over de relatie tussen de feedbackgever en ontvanger.

Feedbackregels (4 G's)

• Gedrag: Beschrijf wat je ziet.
• Gevoel: Beschrijf hoe je je voelt bij het gedrag.
• Gevolg: Benoem het gevolg van het gedrag.
• Gewenst: Benoem het gewenste gedrag.

Johari-matrix

• De Johari-matrix heeft 4 kwadranten.
• Open ruimte: informatie bekend bij jezelf en anderen.
• Blinde vlek: informatie die jij niet weet over jezelf, maar anderen wel.
• Verborgen gebied: informatie die je bewust bent, maar anderen niet.
• Onbekend gebied: informatie die noch bij jezelf, noch bij anderen bekend is.

Overleggen

• Formeel overleg: officieel, volgens regels, om doelstellingen te bereiken, participatie te verbeteren en ideeën te verzamelen.
  • Brainstorm overleg: Ideeën verzamelen en nadenken over een project/doelstelling.
  • Informatief overleg: informatie delen over een bepaald onderwerp.
  • Voortgangsoverleg: bespreken van voortgang en bijsturing.

Andere belangrijke punten

• Werkoverleg: inhoud en uitvoering van werk bespreken.

• Bespreking van individuele situaties: voortgang en bijzonderheden.

• Teambespreking: praktische zaken (agenda, roosters, onderhoud gemeenschappelijke ruimtes).

• Managementoverleg: directie en leiding bespreken beleid, doelen, belangrijke veranderingen.

• Multidisciplinair overleg (MDO): professionals uit verschillende disciplines stemmen ondersteuning af.

• Intervisie: vakgenoten bespreken oplossingen voor problemen.

• Informeel overleg: ongedwongen gesprek over werkzaken zonder agenda.

• Delegatie: bevoegdheden toekennen aan een persoon om beslissingen te nemen.

• Unanimiteit: iedereen is het volledig eens met een voorstel.

• Consensus: overeenstemming, niemand is er volledig tegen.

• Vetorecht: recht om een besluit te blokkeren.

• Beeldvorming, beoordeling, besluitvorming: BOB-fasen.

• Burgerrechten: rechten ter bescherming van persoonlijke vrijheden.

• Sociale rechten: rechten om basisbehoeften te vervullen.

• Politieke rechten: vrijheid van meningsuiting, vereniging, actief en passief kiesrecht.

• Economische rechten: rechten voor economische ontwikkeling en bescherming (levensstandaard, werk).

• Sociale rechten: rechten voor basissenbehoeften (voedsel, inkomen, sociale zekerheid, onderwijs).

• Culturele rechten, vrijheid.

• Maatschappelijk bewustzijn: begrip van de samenleving en problemen.

• Sociologie: studie van de samenleving en hoe mensen samenleven.

• Sociale mobiliteit: verandering in positie op de maatschappelijke ladder.

• Sociale stijging: positie op de maatschappelijke ladder wordt verbeterd.

• Sociale stratificatie: hoog naar laag (of andersom) rangschikking van posities.

• Meritocratie: klasseloze samenleving, iedereen kan bereiken wat hij wil.

• Polarisatie: wij-zij gedachtegang versterkt tussen groepen.

• Signaleren: opletten en herkennen van gebeurtenissen.

• Agenderen: kwesties bekendmaken en aandacht vragen ernaar.

• Vermaatschappelijking van de zorg: zorg en ondersteuning meer in de samenleving plaatsvinden dan in instellingen.

• Individualisering: mensen kiezen steeds meer hun eigen weg.

• Maatschappelijke participatie: positief bijdragen aan je omgeving en mensen om je heen.

• Actief burgerschap: manier hoe inwoners meedoen aan de maatschappij.

• Burgerinitiatief: burgers nemen het initiatief om iets te verbeteren.

• Jongerenparticipatie: kinderen en jongeren meedoen, meepraten en beslissingen nemen.

• Participatiewiel: leidraad om mensen te ondersteunen bij het meedoen in de samenleving.

• Collectieve sociale voorzieningen: voorzieningen die voor iedereen bestemd zijn en door de overheid worden mogelijk gemaakt.

Algemene regels voor het geven van feedback

• Feiten benoemen.
• Geen waardeoordeel geven.
• Op gedrag focussen, niet op de persoon.
• Voorbeelden: ik-vorm gebruiken.

Vier kwadranten

• Open ruimte: info bekend bij jezelf en anderen.
• Blinde vlek: info die je zelf niet kent, maar anderen wel.
• Verborgen gebied: info die je kent, maar aan anderen verborgen houdt.
• Onbekende gebied: info niet bekend bij jezelf of bij anderen.

Ontdek de basisprincipes van feedback en de Johari-matrix. Dit quiz behandelt positieve en negatieve feedback, evenals de vier kwadranten van de Johari-matrix die inzicht geven in zelfbewustzijn. Test je kennis over feedbackregels en effectieve communicatie.