Podcast
Questions and Answers
Welke functie vervullen enzymen in biochemische processen?
Welke functie vervullen enzymen in biochemische processen?
Wat is een gevolg van de blokkade van enzymactiviteit door geneesmiddelen?
Wat is een gevolg van de blokkade van enzymactiviteit door geneesmiddelen?
Wat is de rol van transport-eiwitten in celmembranen?
Wat is de rol van transport-eiwitten in celmembranen?
Welk van de volgende geneesmiddelen remt protonpompen in de maagwand?
Welk van de volgende geneesmiddelen remt protonpompen in de maagwand?
Signup and view all the answers
Hoe beïnvloeden SSRI's de serotonine-activiteit in de hersenen?
Hoe beïnvloeden SSRI's de serotonine-activiteit in de hersenen?
Signup and view all the answers
Wat beschrijft farmacodynamiek?
Wat beschrijft farmacodynamiek?
Signup and view all the answers
Welke van de volgende geneesmiddelen werkt voornamelijk op hartcellen?
Welke van de volgende geneesmiddelen werkt voornamelijk op hartcellen?
Signup and view all the answers
Wat is het sleutel-slot-principe in de context van receptoren?
Wat is het sleutel-slot-principe in de context van receptoren?
Signup and view all the answers
Welke soort geneesmiddelen blokkeert de binding van lichaamseigen stoffen aan receptoren?
Welke soort geneesmiddelen blokkeert de binding van lichaamseigen stoffen aan receptoren?
Signup and view all the answers
Wat is een functie van ionkanalen in celmembranen?
Wat is een functie van ionkanalen in celmembranen?
Signup and view all the answers
Welke stof helpt de opening van calciumkanalen in het hart te remmen?
Welke stof helpt de opening van calciumkanalen in het hart te remmen?
Signup and view all the answers
Wat is een gevolg van het blokkeren van natriumkanalen door geneesmiddelen zoals lidocaïne?
Wat is een gevolg van het blokkeren van natriumkanalen door geneesmiddelen zoals lidocaïne?
Signup and view all the answers
Wat is een belangrijk kenmerk van eiwitten als aangrijpingspunten voor actieve stoffen?
Wat is een belangrijk kenmerk van eiwitten als aangrijpingspunten voor actieve stoffen?
Signup and view all the answers
Study Notes
Farmacodynamiek: Effecten van Geneesmiddelen op het Lichaam
- Farmacodynamiek bestudeert hoe geneesmiddelen (GM) effect hebben op het lichaam.
- De effecten ontstaan door moleculaire interacties tussen de werkzame stof (WS) en aangrijpingspunten in het lichaam.
- Belangrijkste aangrijpingspunten zijn eiwitten zoals enzymen, transporteiwitten, ionkanalen en receptoren.
- Deze interacties op celniveau leiden tot effecten op organen en systemen.
Aangrijpingspunten en hun rol
- Eiwitten zijn cruciaal als aangrijpingspunten voor werkzame stoffen.
- De vele verschillende eiwitten zorgen voor veel mogelijke interacties.
- Eiwitten zijn essentieel voor fysiologische processen (ademhaling, bloedsomloop, zenuwstelsel) en kunnen positief of negatief beïnvloed worden.
- Verschillende weefsels produceren hun eigen unieke eiwitten, waardoor een geneesmiddel specifiek effect kan hebben op een bepaald weefsel.
- Voorbeelden van GM en hun aangrijpingspunten:
- Bètablokkers: hartcellen
- Analgetica: immuuncellen
- Statines: levercellen
- Antidepressiva: zenuwcellen
- Lokale anesthetica: zenuwcellen
Receptoren
- Receptoren zijn eiwitten op celmembranen of in cellen.
- Zij binden endogene liganden (hormonen, neurotransmitters, mediatoren).
- Binding leidt tot intracellulaire veranderingen (bv. spiercontractie, glucoseproductie).
- De specificiteit van receptoren (sleutel-slot principe) zorgt voor specifieke effecten op het lichaam.
- Agonisten: GM die lichaamseigen stoffen nabootsen. Hoe specifieker een agonist, hoe groter de kans op binding en gewenste effecten.
- Antagonisten: GM die receptoren blokkeren, zodat lichaamseigen stof er niet kan aan binden (zoals bètablokkers doen).
Ionkanalen
- Ionkanalen zijn eiwitten in celmembranen die ionen doorlaten.
- Ze kunnen spanningsafhankelijk (openen door spanningsverandering) of receptor-afhankelijk zijn (openen bij binding van een ligand).
- Sommige GM blokkeren ionkanalen om ionendiffusie te voorkomen (bv. lidocaïne en natriumkanalen).
- Andere GM moduleren ionkanalen (bv. verapamil en calciumkanalen). Verapamil vertraagt de calciumstroom in hartcellen, waardoor de hartslag vertraagt en een regelmatiger ritme herstelt.
Enzymen
- Enzymen zijn eiwitten die biochemische reacties katalyseren.
- Sommige GM remmen enzymactiviteit waardoor bepaalde reacties niet plaatsvinden (vb. NSAID's, ACE-remmers, statines).
- Sommige GM zijn prodrugs: ze worden eerst door enzymen omgezet in hun actieve vorm (vb. codeïne).
Transporteiwitten
- Transporteiwitten in celmembranen bewegen ionen en moleculen tegen hun concentratiegradiënt in, met behulp van ATP.
- Sommige GM blokkeren deze eiwitten, waardoor bepaalde stoffen niet meer de cel kunnen binnenkomen of verlaten (vb. omeprazol en protonpompen in de maagwand; SSRIs en serotonine-transport).
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Description
Deze quiz onderzoekt de principes van farmacodynamiek, waarbij de effecten van geneesmiddelen op het lichaam worden bestudeerd. Leer hoe werkzame stoffen interageren met eiwitten en andere aangrijpingspunten in het lichaam en welke gevolgen deze interacties hebben op fysiologische processen. Test je kennis over de rol en werking van verschillende geneesmiddelen en hun toepassingen.