Echinodermata Kenmerken Quiz

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson

Questions and Answers

Wat is een kenmerk van de volwassen Echinodermata?

  • Ze zijn bilateraal symmetrisch
  • Ze zijn pentaradiaal symmetrisch (correct)
  • Ze zijn gesegmenteerd
  • Ze hebben een externe skeletstructuur

Alle Echinodermata zijn zoetwaterdieren.

False (B)

Noem twee voorbeelden van Echinodermata.

Zeesterren en zeeëgels

De adulten Echinodermata hebben een endoskelet bestaande uit harde, _____ rijke mesodermale plaatjes.

<p>calcium</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende Echinodermata aan hun kenmerken:

<p>Zeester = Regeneratievermogen Zeeëgel = Mariene habitat Zeekomkommer = Zachte lichaamsstructuur Zeelelie = Vast aan de zeebodem</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van Echinodermata?

<p>Ze hebben een watervatenstelsel. (C)</p> Signup and view all the answers

Echinodermata hebben een excretiestelsel dat duidelijk aanwezig is.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Welke methode van voortplanting komt voor bij Echinodermata?

<p>Geslachtelijke en asexuele voortplanting</p> Signup and view all the answers

Echinodermata kunnen hun _____ regenereren dankzij hun sterk regeneratievermogen.

<p>ledematen</p> Signup and view all the answers

Koppel de onderstaande structuren aan hun functie:

<p>Madreporiet = Aanvoer van water Ampulla = Vullen van ambulacraalvoetjes Papulae = Ademhaling via diffusie Ringkanaal = Verbinding in het watervatenstelsel</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van de papulae bij Echinodermata?

<p>Ademhaling (B)</p> Signup and view all the answers

Echinodermata hebben altijd gescheiden geslachten.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van het watervatenstelsel bij Echinodermata?

<p>Voortbeweging, voeding, ademhaling, en excretie</p> Signup and view all the answers

Echinodermata zijn meestal _____ en hebben een sterke zuigkracht.

<p>predatoren</p> Signup and view all the answers

Wat melden we over het zenuwstelsel van Echinodermata?

<p>Het bestaat uit een zenuwring met radiale zenuwen. (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van Deuterostomia?

<p>Blastoporus wordt anus (A)</p> Signup and view all the answers

Echinodermata hebben een bilaterale lichaamssymmetrie.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Noem één voorbeeld van een subphyla binnen Chordata.

<p>Urochordata, Cephalochordata of Vertebrata</p> Signup and view all the answers

Deuterostomia heeft _____ drie kiembladen.

<p>triblastisch</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende kenmerken aan de juiste subphyla van Chordata:

<p>Urochordata = Zeewormen met een zenuwkoord Cephalochordata = Bifurcatie van de wervelkolom Vertebrata = Gespecialiseerde gewervelde dieren</p> Signup and view all the answers

Deuterostomia zijn coelomaten.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Wat gebeurt er met de embryonale cellen tijdens de niet-determinerende klieving?

<p>De cellen kunnen overleven en verschillende functies vervullen.</p> Signup and view all the answers

Wat is het primaire soort van symmetrie bij volwassen Echinodermata?

<p>Pentaradiaal symmetrisch (C)</p> Signup and view all the answers

Noem een voorbeeld van een type Echinodermata.

<p>Zeester</p> Signup and view all the answers

Echinodermata hebben een endoskelet dat bestaat uit harde, _____ mesodermale plaatjes.

<p>calciumrijke</p> Signup and view all the answers

Koppel de onderstaande Echinodermata aan hun kenmerken:

<p>Zeesterren = Pentaradiaal symmetrisch Zeeëgels = Ronde, harde schil Zeekomkommers = Zacht, langwerpig lichaam Zeelelies = Vastgemaakt aan de zeebodem met een stengel</p> Signup and view all the answers

Wat is een belangrijk kenmerk van Deuterostomia?

<p>Drie kiembladen (A)</p> Signup and view all the answers

Alle Echinodermata hebben gescheiden geslachten.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Noem de twee phyla binnen Deuterostomia.

<p>Echinodermata en Chordata</p> Signup and view all the answers

Bij Deuterostomia ontwikkelt de blastoporus tot de _____ en de mond ontwikkelt uit de tweede opening.

<p>anus</p> Signup and view all the answers

Koppel de volgende subphyla van Chordata aan hun kenmerken:

<p>Urochordata = Vormen een larvale fase met een dorsale zenuwstreng Cephalochordata = Bezitten een gesegmenteerd lichaam met chorda Vertebrata = Hebben een gewerveld skelet</p> Signup and view all the answers

Welke klieving heeft plaats bij Deuterostomia?

<p>Radiale klieving (D)</p> Signup and view all the answers

Deuterostomia hebben bilaterale lichaamssymmetrie.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van coelom bij Deuterostomia?

<p>Het biedt ruimte voor organen en een betere circulatie.</p> Signup and view all the answers

Wat is de functie van het madreporiet in het watervatenstelsel van Echinodermata?

<p>Aanvoer van water (C)</p> Signup and view all the answers

Echinodermata hebben een excretiesysteem dat goed ontwikkeld is.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Noem een methode van voortplanting die voorkomt bij Echinodermata.

<p>Geslachtelijke voortplanting</p> Signup and view all the answers

Echinodermata hebben een sterke _____ die hen in staat stelt schelpen te openen.

<p>zuigkracht</p> Signup and view all the answers

Koppel de onderdelen van het watervatenstelsel aan hun functie:

<p>Madreporiet = Aanvoer van water Ringkanaal = Verbinding van radiale kanalen Ampulla = Verstrekken van druk voor beweging Ambulacraalvoetjes = Voortbeweging en voeding</p> Signup and view all the answers

Welke uitspraak over het zenuwstelsel van Echinodermata is waar?

<p>Er is een zenuwring met radiale zenuwen. (A)</p> Signup and view all the answers

Echinodermata zijn altijd herbivoren.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Echinodermata hebben een kort verteringskanaal met _____ verteringsklieren.

<p>blinde</p> Signup and view all the answers

Wat is een kenmerk van het watervatenstelsel bij Echinodermata?

<p>Het ondersteunt zowel beweging als voeding. (D)</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Symmetrie van Echinodermata larven

Echinodermalarven zijn bilateraal symmetrisch, wat betekent dat ze een linker- en rechterhelft hebben die spiegelsymmetrisch zijn.

Symmetrie van volwassen Echinodermata

Volwassen stekelhuidigen (Echinodermata) hebben een vijfvoudige radiaal symmetrie.

Watervatenstelsel Echinodermata

Het coeloom van stekelhuidigen is vertakt in een watervatenstelsel die gebruikt wordt voor voortbeweging en voeding.

Skelet Echinodermata

Het skelet van stekelhuidigen bestaat uit calciumrijke plaatjes onder de huid.

Signup and view all the flashcards

Leefomgeving Echinodermata

Stekelhuidigen leven uitsluitend in de zee.

Signup and view all the flashcards

Watervatenstelsel van Echinodermata

Een hydraulisch systeem dat gebruikt wordt voor het aandrijven van ambulacraalvoetjes, voortbeweging, voeding, ademhaling en excretie.

Signup and view all the flashcards

Madreporiet

De aanvoer van water voor het watervatenstelsel.

Signup and view all the flashcards

Ambulacraalvoetjes

Kleine zuignappen die worden aangestuurd door het watervatenstelsel voor voortbeweging, voeding en ademhaling.

Signup and view all the flashcards

Ringkanaal

Een centraal kanaal in het watervatenstelsel, dat water naar de radiale kanalen transporteert.

Signup and view all the flashcards

Radiaal kanaal

Kanalen die vanuit het ringkanaal naar de verschillende delen van het lichaam lopen.

Signup and view all the flashcards

Hemael-systeem

Een systeem waarvan de functie nog onbekend is.

Signup and view all the flashcards

Asexuele voortplanting

Een voortplantingswijze waarbij een nieuw organisme ontstaat uit een deel van het ouderorganisme.

Signup and view all the flashcards

Regeneratie

Het vermogen van een organisme om verloren of beschadigde lichaamsdelen te herstellen.

Signup and view all the flashcards

Predatoren

Dieren die andere dieren eten.

Signup and view all the flashcards

Geslachtelijk voortplanting

Een voortplantingswijze waarbij er twee ouders betrokken zijn.

Signup and view all the flashcards

Deuterostomia

Een groep bilateraal symmetrische dieren met drie kiembladen en een coelom. De blastoporus wordt de anus, en de mond ontwikkelt zich uit een tweede opening.

Signup and view all the flashcards

Bilaterale symmetrie

Een lichaamssymmetrie waarbij het lichaam in twee spiegelhelften kan worden verdeeld.

Signup and view all the flashcards

Drie kiembladen

De vorming van drie lagen van cellen tijdens de embryonale ontwikkeling.

Signup and view all the flashcards

Coelom

De lichaamsholte bij dieren met een coelom.

Signup and view all the flashcards

Blastoporus

De opening die ontstaat tijdens de embryonale ontwikkeling.

Signup and view all the flashcards

Echinodermata

Een phyllum van deuterostomia, zoals zeesterren en zee-egels.

Signup and view all the flashcards

Chordata

Een phyllum van deuterostomia, inclusief gewervelde dieren.

Signup and view all the flashcards

Radiale klieving

Een manier van celdeling tijdens de embryonale ontwikkeling van Deuterostomia, waarbij de cellen zich in stralen rond de as van het embryo ontwikkelen.

Signup and view all the flashcards

Wat is het skelet van Echinodermata?

Het skelet van stekelhuidigen bestaat uit harde, calciumrijke mesodermale plaatjes die bedekt zijn door epidermis.

Signup and view all the flashcards

Wat is het watervatenstelsel?

Het watervatenstelsel is een vertakt systeem dat afkomstig is van het coeloom. Het wordt gebruikt voor voortbeweging, voeding, ademhaling en excretie.

Signup and view all the flashcards

Wat kenmerkt de larven van Echinodermata?

Larven van Echinodermata vertonen bilaterale symmetrie.

Signup and view all the flashcards

Wat is de symmetrie van volwassen Echinodermata?

Volwassen Echinodermata vertonen pentaradiale symmetrie.

Signup and view all the flashcards

Waar leven Echinodermata?

Echinodermata komen uitsluitend voor in de zee.

Signup and view all the flashcards

Deuterostomia: Wat is het?

Deuterostomia is een grote groep dieren die bilateraal symmetrisch zijn en een coelom hebben. Bij deze dieren vormt de blastoporus zich tot de anus en ontwikkelt de mond zich uit een tweede opening.

Signup and view all the flashcards

Kiembladen

Kiembladen zijn de drie basale cellagen (ectoderm, mesoderm en endoderm) die zich tijdens de embryonale ontwikkeling vormen. Ze vormen de basis voor alle weefsels en organen van het volwassen dier.

Signup and view all the flashcards

Welke groepen behoren tot Deuterostomia?

Deuterostomia omvat twee belangrijke phyla: Echinodermata (stekelhuidigen zoals zeesterren en zee-egels) en Chordata (dieren met een ruggengraat, inclusief mensen).

Signup and view all the flashcards

Verschil tussen Deuterostomia en Protostomia

Het belangrijkste verschil tussen Deuterostomia en Protostomia zit in de ontwikkeling van de mond en anus. Bij Deuterostomia ontwikkelt de anus zich uit de blastoporus en de mond uit een tweede opening, terwijl het bij Protostomia andersom is.

Signup and view all the flashcards

Wat is radiaal klieving?

Radiale klieving is een manier van celdeling tijdens de embryonale ontwikkeling van Deuterostomia, waarbij de cellen zich in stralen rond de as van het embryo ontwikkelen. De cellen zijn niet determinerende, wat betekent dat ze nog kunnen veranderen in verschillende celtypen.

Signup and view all the flashcards

Wat is determinerende klieving?

Determinerende klieving is een manier van celdeling tijdens de embryonale ontwikkeling van Protostomia. De cellen zijn vanaf de vorming geprogrammeerd en kunnen alleen nog maar in een bepaald celtype ontwikkelen.

Signup and view all the flashcards

Waarom is de blastoporus belangrijk?

De blastoporus is de opening die ontstaat tijdens de vroege embryonale ontwikkeling. Bij Protostomia wordt de blastoporus de mond, maar bij Deuterostomia wordt de blastoporus tot de anus. Deze volgorde (anus eerst, mond later) is cruciaal voor de classificatie van deze dieren.

Signup and view all the flashcards

Wat is de functie van de madreporiet?

De madreporiet is het toegangspunt voor water in het watervatenstelsel. Het fungeert als een filter en reguleert de watertoevoer.

Signup and view all the flashcards

Hoe zorgen ambulacraalvoetjes voor voortbeweging?

Ambulacraalvoetjes zijn kleine zuignappen die worden aangestuurd door drukveranderingen in het watervatenstelsel en zorgen voor een grip op de ondergrond.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn papulae?

Papulae zijn uitwendige uitstulpingen van het lichaamsholte die dienen voor gasuitwisseling.

Signup and view all the flashcards

Hoe verplaatsen stekelhuidigen zich?

Stekelhuidigen gebruiken hun ambulacraalvoetjes om te bewegen. De voetjes kunnen zich vasthechten aan oppervlakken en door drukveranderingen in het watervatenstelsel bewegen.

Signup and view all the flashcards

Hoe voeden stekelhuidigen zich?

Sommige stekelhuidigen zijn predatoren en gebruiken hun ambulacraalvoetjes om prooien te vangen. Anderen zijn grazers en eten algen.

Signup and view all the flashcards

Hoe vindt gasuitwisseling plaats?

Gasuitwisseling vindt plaats via papulae en ambulacraalvoetjes door diffusie.

Signup and view all the flashcards

Heeft een stekelhuidige een excretiestelsel?

Nee, stekelhuidigen hebben geen gespecialiseerd excretiestelsel. Excretieproducten worden via de papulae en ambulacraalvoetjes uitgescheiden.

Signup and view all the flashcards

Wat is een hemael systeem?

Het hemael systeem is een netwerk van kanalen bij stekelhuidigen waarvan de functie nog niet helemaal duidelijk is.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Deuterostomia - Overzicht

  • Deuterostomia is een groep van bilaterale dieren
  • Kenmerken: weefsels, organen, bilaterale lichaamssymmetrie (cefalisatie), drie kiembladen (triblastisch), lichaamsholte (coelomaten) en blastoporus wordt anus, mond ontwikkelt uit tweede opening.
  • Twee belangrijke phyla: Echinodermata en Chordata

Echinodermata kenmerken

  • Stekelhuidigen (Echinodermata)
  • Zeesterren, zeeëgels, zeekomkommers, zeelelies, slangsterren
  • Larven zijn bilateraal symmetrisch (Bilateria)
  • Enkel marien
  • Ongeveer 7.000 soorten
  • Adulten zijn pentaradiaal symmetrisch, niet gesegmenteerd
  • Endoskelet bestaande uit harde, calciumrijke mesodermale plaatjes bedekt door epidermis
  • Coeloom, vertakt in watervatenstelsel voor voortbeweging en voeding
  • Watervatenstelsel: evolutionaire vernieuwing, hydraulisch systeem voor ambulacraalvoetjes
  • Madreporiet: aanvoer van water
  • Water stroomt in ringkanaal en radiale kanalen
  • Water vult ambulacraalvoetjes
  • Voortbeweging
  • Voeding
  • Ademhaling (O2-transport)
  • Verwijderen excretieproducten
  • Meestal predatoren, soms grazers; kunnen maag naar buiten uitstulpen, enorme zuigkracht van vele voetjes, deze kunnen schelpen openen
  • Gescheiden geslachten; uitwendige bevruchting/asexuele voortplanting komt voor (via parthenogenese of accidentele splijting)
  • Sterk regeneratievermogen

Chordata kenmerken

  • Chordadieren (Chordata)
  • Ongeveer 75.000 soorten; vissen, amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren
  • Coeloom
  • Neurale buis
  • Chorda dorsalis
  • Kiewspleten (bij alle embryo's)
  • Postanale staart
  • Andere karakteristieken: spieren zijn aangelegd in gesegmenteerde eenheden (somieten); meeste chordaten hebben een endoskelet waaraan de spieren zijn gehecht
  • 3 subphyla van onderstammen: Urochordata, Cephalochordata, Vertebrata

Subphylum Urochordata

  • Tunicaten of manteldieren (ook wel zakpijpen)
  • Mariene organismen
  • Larven lijken op kikkervisjes
  • Neurale buis en chorda dorsalis
  • Vrijlevend
  • Voeden zich niet
  • Adulten verliezen hun staart en chorda dorsalis
  • Sessiele filtervoeders
  • Velen secreteren een mantel (van cellulose) rond het dier
  • Hermafrodiet

Subphylum Cephalochordata

  • Lancetvisjes
  • Chorda dorsalis is permanent aanwezig
  • Leef in de bodem, voedt zich met plankton

Subphylum Vertebrata

  • Vertebraten zijn chordaten met ruggenmerg
  • Onderscheiden zich van andere chordaten door:
    • Wervelkolom: rond de neurale buis, uit chorda dorsalis
    • Kop: duidelijk en goed ontwikkeld
    • Neurale kam: unieke groep van embryonale cellen
    • Interne organen: lever, nieren, hart, gesloten bloedvatenstelsel, endocriene klieren
    • Endoskelet van kraakbeen of been
  • Wervels ontwikkelen uit de chorda dorsalis (notochord)
  • Eerste vertebraten evolueerden 545 miljoen jaar geleden; vissen waren snel dominante levensvorm, Amfibieën koloniseerden het land, Reptielen vervingen de amfibieën als dominante landdieren, Vogels en zoogdieren werden dominant na de laatste massa-extinctie (65 miljoen jaar geleden/ laat-Krijt).

Vissen

  • Meest diverse vertebratengroep (30.000+ soorten)
  • Vertegenwoordigen helft van alle vertebraten
  • Evolutionaire basis voor kolonisatie van het land door amfibieën
  • Kenmerken:
    • Wervelkolom (sterk gereduceerd bij (slijm)prikken)
    • Kaken en gepaarde ledematen (behalve bij (slijm)prikken)
    • Inwendige kieuwen
    • Enkelvoudig bloedvatenstelsel (geen gescheiden omloop van zuurstofarm en zuurstofrijk bloed)
    • Essentiële nutriënten (vissen kunnen niet alle aminozuuren zelf aanmaken)
  • Eerste vissen hadden geen kaken: slijmprikken en prikken; kaken zijn geëvolueerd uit voorste kieuwbogen, ontstaan van kraakbeen- en beenvissen
  • Kraakbeenvissen: haaien en roggen, kraakbeenskelet verstevigd met calciumcarbonaat (licht en sterk), dominante predator (360-280 mjg), uitwendig zichtbare kieuwspleten, sterk ontwikkelde tanden, geëvolueerd uit schubben rond de mond, makkelijk verloren, maar continu vervangen, eerst met laterale lijn (sensorisch orgaan onder de huid dat drukveranderingen kan opvangen), electroreceptie (door ampullae op het hoofd), enkele vissen hebben inwendige bevruchting, meeste soorten zijn ovovivipaar, sommige leggen eieren, lange draagtijd en weinig nakomelingen, duur t lang om populatie te herstellen bij hoge sterfte
  • Beenvisen: Samen ontstaan met haaien, skelet van been i.p.v kraakbeen, meest soortenrijke clade van vertebraten (> 30.000 soorten), bevruchting meestal extern, ontstaan van kieuwdeksel (operculum), beweeglijke plaat die kieuwen bedekt en beschermt, water wordt langs kieuwdeksel naar buiten geperst, ontstaan van zwemblaas, zwemblaas: orgaan zak gevuld met gas om drijfvermogen te regelen, gassen worden opgenomen uit het bloed, gasklier secreteert gas in de zwemblaas, gassen worden verwijderd uit de zwemblaas via het ovaal lichaam, kwastvinnigen zijn de voorouders van de amfibieën.

Amfibieën

  • Eerste vertebrate landdieren, geëvolueerd uit vissen
  • Ca. 7000 soorten
  • Kenmerken: adaptaties voor leven op land
    • Vier poten
    • Uitwendige kieuwen enkel bij aquatische larven
    • Longen en huidademhaling bij adulten
    • Longaders: aparte lus in bloedvatenstelsel naar longen
    • Partieel opgedeeld hart: 2 atria, 1 ventrikel
    • Naakte, vochtige huid
  • Levenswijze: leven zowel op land als in zoet water, stevig skelet en spieren voor voortbeweging op land, ondergaan metamorfose
  • Kikkers en padden – uitwendige bevruchting, Salamanders – inwendige bevruchting, Wormsalamanders – inwendige bevruchting
    • Kenmerken van verdere aanpassingen aan land: Vier poten ontwikkelen verder om meer gewicht te dragen; Droge huid met schubben om waterverlies te voorkomen; Longademhaling en verbeterde bloedsomloop: zuurstof wordt efficiënter getransporteerd; Septum in hart om gedeeltelijke scheiding te bekomen; Krokodillen, vogels en zoogdieren hebben volledig gescheide bloedsomloop met hart met 4 kamers.

Reptielen

  • Kenmerken: verdere aanpassingen aan land:
    • Vier poten ontwikkelen verder om meer gewicht te dragen; Droge huid met schubben om waterverlies te voorkomen; Longademhaling en verbeterde bloedsomloop: zuurstof wordt efficiënter getransporteerd; Septum in hart om gedeeltelijke scheiding te bekomen; Krokodillen, vogels en zoogdieren hebben volledig gescheide bloedsomloop met hart met 4 kamers.
  • Ontstaan van amniotische eieren; eieren die waterdicht zijn om ontwikkeling op land mogelijk te maken; Reptielen, vogels en zoogdieren zijn amnioten; Amniotisch ei heeft vier membranen: chorion, amnion, dooierzak en allantoïs
  • Chorion: buitenste laag, laat gasuitwisseling toe
  • Amnion: omgeeft het embryo met een vloeistofgevulde holte
  • Dooierzak: voorziet het embryo van voedsel
  • Allantoïs: stockeert de afvalproducten van het embryo
  • Levenswijze: Echte landdieren, sommige soorten teruggekeerd naar water. Dinosauria uitgestorven door asteroïde-inslag 65 miljoen jaar geleden, vogels overleefden. Ca. 10.000 soorten; wijde verspreiding behalve in koude gebieden.

Vogels

  • Archaeopteryx is oudste fossiele vogel (150 miljoen jaar oud):
    • Schedel met tanden en lange reptielachtige staart
    • Veren op vleugels en staart, waarschijnlijk voor isolatie
    • Voorpoten gelijkaardig aan Theropoda (rechtoplopende dinosaurussen)
  • 10.000 soorten; uniek kenmerk: veren

    • Gemodificeerde schubben van keratine
    • Vertakkingen zorgen voor onafgebroken oppervlak en stevige, maar flexibele structuur
    • Helpt bij vliegen en conserveren van warmte
  • Kenmerken: adaptaties aan vliegen:
    • Vleugels met veren
    • Kam op borstbeen voor aanhechting vliegspieren
    • Longen met luchtzakken
    • Licht skelet
    • Dunne, holle beenderen
    • Vele beenderen gefuseerd voor stevigheid
  • Andere kenmerken:
    • Amniotische eieren met een kalkschaal
    • Schubben op poten
    • In tegenstelling tot reptielen, geen tanden of gespierde staart
    • Cloaca
    • Broedzorg
  • 28 ordes, oudste kunnen niet vliegen (60% zangvogels)

Zoogdieren (Mammalia)

  • Kleinste klasse, ca. 5500 soorten
  • Unieke kenmerken:
    • Haar: lange, keratinerijke filamenten; isolatie, camouflage, sensorische functie
    • Melkklieren: secreteren melk voor het voeden van jongen
  • Aanpassingen aan specifieke habitats:
    • Gespecialiseerde tanden, afhankelijk van het dieet
    • Herbivoren hebben relatie met cellulose-verterende bacteriën
    • Ontwikkeling van hoeven (keratine), horens (been omgeven met keratine), en geweien (been)
    • Vliegende zoogdieren (vleermuizen); leerachtige vleugel tussen 4 vingers
    • Echolocatie
  • Andere kenmerken:
    • Bijna volledig verbeend skelet
    • Endotherm door hoog metabolisme dankzij hart met twee atria en twee ventrikels
    • Ademhaling via diafragma
    • Inwendige bevruchting
    • Placenta in meeste zoogdieren (Placentalia)
    • Gespecialiseerd orgaan voor voeding van foetus
  • Prototheria (eierleggende zoogdieren); Monotremata (enige nog levende groep)
  • Theria (vivipare zoogdieren); Marsupialia (buideldieren, korte placentale ontwikkeling); Placentalia (meeste levende zoogdieren).
  • Monotremata: leggen eieren, hebben een cloaca, geen tepels; drie nog levende soorten (vogelbekdier en twee mierenegelsoorten)
  • Marsupialia: korte placentale ontwikkeling, na geboorte kruipt foetus in buidel, Australië: kangaroo's, wallabies, koala's, buidelratten, possums, buidelhazen, wombats, Tasmaanse duivels, Noord-Amerika: Opossum
  • Placentalia: echte placenta gedurende de hele ontwikkeling van embryo, uit foetaal en maternaal weefsel, ontwikkeling bij Placentalia is relatief lang, meeste levende zoogdieren.

Primaten

  • Evolueerden twee kenmerken voor leven in bomen:
    • Vingers en tenen; vaak opponeerbare duim
    • Binoculair zicht; ogen vooraan in het aangezicht; betere inschatting van afstanden
  • Twee groepen:
    • Halfapen (lemuren, lori's en spookdiertjes); Meesten nocturn (actief tijdens de nacht)
    • Apen: Diurnaal (actief tijdens de dag); kleurenzicht; grotere hersenen; complexe sociale gemeenschappen.
  • Breedneusapen (Nieuwe Wereld); leven in bomen; velen hebben grijpstaart
  • Smalneusapen (Oude Wereld); geen grijpstaart
  • Mensapen (Hominidea); geen staart; grotere hersenen dan andere apen
  • Mensachtigen (Hominini); mensapen; meestal uitgestorven; liepen rechtop; grotere herseninhoud, kin; Australopithecus had nog geen grotere herseninhoud

Homo sapiens

  • Toename in herseninhoud: maken en gebruiken werktuigen, conceptueel denken, gebruik symbolische taal
  • Culturele evolutie: veranderen van de omgeving naar onze noden, i.p.v. te evolueren met onze omgeving.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

Les 15 Deuterostomia PDF

More Like This

Echinodermata Diversity Quiz
10 questions
Echinodermata: Marine Organisms Quiz
10 questions
Bio 182L Quiz 9: Echinodermata
30 questions
Use Quizgecko on...
Browser
Browser