Podcast
Questions and Answers
Wat is een kenmerk van de volwassen Echinodermata?
Wat is een kenmerk van de volwassen Echinodermata?
Alle Echinodermata zijn zoetwaterdieren.
Alle Echinodermata zijn zoetwaterdieren.
False
Noem twee voorbeelden van Echinodermata.
Noem twee voorbeelden van Echinodermata.
Zeesterren en zeeëgels
De adulten Echinodermata hebben een endoskelet bestaande uit harde, _____ rijke mesodermale plaatjes.
De adulten Echinodermata hebben een endoskelet bestaande uit harde, _____ rijke mesodermale plaatjes.
Signup and view all the answers
Koppel de volgende Echinodermata aan hun kenmerken:
Koppel de volgende Echinodermata aan hun kenmerken:
Signup and view all the answers
Wat is een kenmerk van Echinodermata?
Wat is een kenmerk van Echinodermata?
Signup and view all the answers
Echinodermata hebben een excretiestelsel dat duidelijk aanwezig is.
Echinodermata hebben een excretiestelsel dat duidelijk aanwezig is.
Signup and view all the answers
Welke methode van voortplanting komt voor bij Echinodermata?
Welke methode van voortplanting komt voor bij Echinodermata?
Signup and view all the answers
Echinodermata kunnen hun _____ regenereren dankzij hun sterk regeneratievermogen.
Echinodermata kunnen hun _____ regenereren dankzij hun sterk regeneratievermogen.
Signup and view all the answers
Koppel de onderstaande structuren aan hun functie:
Koppel de onderstaande structuren aan hun functie:
Signup and view all the answers
Wat is de functie van de papulae bij Echinodermata?
Wat is de functie van de papulae bij Echinodermata?
Signup and view all the answers
Echinodermata hebben altijd gescheiden geslachten.
Echinodermata hebben altijd gescheiden geslachten.
Signup and view all the answers
Wat is de rol van het watervatenstelsel bij Echinodermata?
Wat is de rol van het watervatenstelsel bij Echinodermata?
Signup and view all the answers
Echinodermata zijn meestal _____ en hebben een sterke zuigkracht.
Echinodermata zijn meestal _____ en hebben een sterke zuigkracht.
Signup and view all the answers
Wat melden we over het zenuwstelsel van Echinodermata?
Wat melden we over het zenuwstelsel van Echinodermata?
Signup and view all the answers
Wat is een kenmerk van Deuterostomia?
Wat is een kenmerk van Deuterostomia?
Signup and view all the answers
Echinodermata hebben een bilaterale lichaamssymmetrie.
Echinodermata hebben een bilaterale lichaamssymmetrie.
Signup and view all the answers
Noem één voorbeeld van een subphyla binnen Chordata.
Noem één voorbeeld van een subphyla binnen Chordata.
Signup and view all the answers
Deuterostomia heeft _____ drie kiembladen.
Deuterostomia heeft _____ drie kiembladen.
Signup and view all the answers
Koppel de volgende kenmerken aan de juiste subphyla van Chordata:
Koppel de volgende kenmerken aan de juiste subphyla van Chordata:
Signup and view all the answers
Deuterostomia zijn coelomaten.
Deuterostomia zijn coelomaten.
Signup and view all the answers
Wat gebeurt er met de embryonale cellen tijdens de niet-determinerende klieving?
Wat gebeurt er met de embryonale cellen tijdens de niet-determinerende klieving?
Signup and view all the answers
Wat is het primaire soort van symmetrie bij volwassen Echinodermata?
Wat is het primaire soort van symmetrie bij volwassen Echinodermata?
Signup and view all the answers
Noem een voorbeeld van een type Echinodermata.
Noem een voorbeeld van een type Echinodermata.
Signup and view all the answers
Echinodermata hebben een endoskelet dat bestaat uit harde, _____ mesodermale plaatjes.
Echinodermata hebben een endoskelet dat bestaat uit harde, _____ mesodermale plaatjes.
Signup and view all the answers
Koppel de onderstaande Echinodermata aan hun kenmerken:
Koppel de onderstaande Echinodermata aan hun kenmerken:
Signup and view all the answers
Wat is een belangrijk kenmerk van Deuterostomia?
Wat is een belangrijk kenmerk van Deuterostomia?
Signup and view all the answers
Alle Echinodermata hebben gescheiden geslachten.
Alle Echinodermata hebben gescheiden geslachten.
Signup and view all the answers
Noem de twee phyla binnen Deuterostomia.
Noem de twee phyla binnen Deuterostomia.
Signup and view all the answers
Bij Deuterostomia ontwikkelt de blastoporus tot de _____ en de mond ontwikkelt uit de tweede opening.
Bij Deuterostomia ontwikkelt de blastoporus tot de _____ en de mond ontwikkelt uit de tweede opening.
Signup and view all the answers
Koppel de volgende subphyla van Chordata aan hun kenmerken:
Koppel de volgende subphyla van Chordata aan hun kenmerken:
Signup and view all the answers
Welke klieving heeft plaats bij Deuterostomia?
Welke klieving heeft plaats bij Deuterostomia?
Signup and view all the answers
Deuterostomia hebben bilaterale lichaamssymmetrie.
Deuterostomia hebben bilaterale lichaamssymmetrie.
Signup and view all the answers
Wat is de functie van coelom bij Deuterostomia?
Wat is de functie van coelom bij Deuterostomia?
Signup and view all the answers
Wat is de functie van het madreporiet in het watervatenstelsel van Echinodermata?
Wat is de functie van het madreporiet in het watervatenstelsel van Echinodermata?
Signup and view all the answers
Echinodermata hebben een excretiesysteem dat goed ontwikkeld is.
Echinodermata hebben een excretiesysteem dat goed ontwikkeld is.
Signup and view all the answers
Noem een methode van voortplanting die voorkomt bij Echinodermata.
Noem een methode van voortplanting die voorkomt bij Echinodermata.
Signup and view all the answers
Echinodermata hebben een sterke _____ die hen in staat stelt schelpen te openen.
Echinodermata hebben een sterke _____ die hen in staat stelt schelpen te openen.
Signup and view all the answers
Koppel de onderdelen van het watervatenstelsel aan hun functie:
Koppel de onderdelen van het watervatenstelsel aan hun functie:
Signup and view all the answers
Welke uitspraak over het zenuwstelsel van Echinodermata is waar?
Welke uitspraak over het zenuwstelsel van Echinodermata is waar?
Signup and view all the answers
Echinodermata zijn altijd herbivoren.
Echinodermata zijn altijd herbivoren.
Signup and view all the answers
Echinodermata hebben een kort verteringskanaal met _____ verteringsklieren.
Echinodermata hebben een kort verteringskanaal met _____ verteringsklieren.
Signup and view all the answers
Wat is een kenmerk van het watervatenstelsel bij Echinodermata?
Wat is een kenmerk van het watervatenstelsel bij Echinodermata?
Signup and view all the answers
Study Notes
Deuterostomia - Overzicht
- Deuterostomia is een groep van bilaterale dieren
- Kenmerken: weefsels, organen, bilaterale lichaamssymmetrie (cefalisatie), drie kiembladen (triblastisch), lichaamsholte (coelomaten) en blastoporus wordt anus, mond ontwikkelt uit tweede opening.
- Twee belangrijke phyla: Echinodermata en Chordata
Echinodermata kenmerken
- Stekelhuidigen (Echinodermata)
- Zeesterren, zeeëgels, zeekomkommers, zeelelies, slangsterren
- Larven zijn bilateraal symmetrisch (Bilateria)
- Enkel marien
- Ongeveer 7.000 soorten
- Adulten zijn pentaradiaal symmetrisch, niet gesegmenteerd
- Endoskelet bestaande uit harde, calciumrijke mesodermale plaatjes bedekt door epidermis
- Coeloom, vertakt in watervatenstelsel voor voortbeweging en voeding
- Watervatenstelsel: evolutionaire vernieuwing, hydraulisch systeem voor ambulacraalvoetjes
- Madreporiet: aanvoer van water
- Water stroomt in ringkanaal en radiale kanalen
- Water vult ambulacraalvoetjes
- Voortbeweging
- Voeding
- Ademhaling (O2-transport)
- Verwijderen excretieproducten
- Meestal predatoren, soms grazers; kunnen maag naar buiten uitstulpen, enorme zuigkracht van vele voetjes, deze kunnen schelpen openen
- Gescheiden geslachten; uitwendige bevruchting/asexuele voortplanting komt voor (via parthenogenese of accidentele splijting)
- Sterk regeneratievermogen
Chordata kenmerken
- Chordadieren (Chordata)
- Ongeveer 75.000 soorten; vissen, amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren
- Coeloom
- Neurale buis
- Chorda dorsalis
- Kiewspleten (bij alle embryo's)
- Postanale staart
- Andere karakteristieken: spieren zijn aangelegd in gesegmenteerde eenheden (somieten); meeste chordaten hebben een endoskelet waaraan de spieren zijn gehecht
- 3 subphyla van onderstammen: Urochordata, Cephalochordata, Vertebrata
Subphylum Urochordata
- Tunicaten of manteldieren (ook wel zakpijpen)
- Mariene organismen
- Larven lijken op kikkervisjes
- Neurale buis en chorda dorsalis
- Vrijlevend
- Voeden zich niet
- Adulten verliezen hun staart en chorda dorsalis
- Sessiele filtervoeders
- Velen secreteren een mantel (van cellulose) rond het dier
- Hermafrodiet
Subphylum Cephalochordata
- Lancetvisjes
- Chorda dorsalis is permanent aanwezig
- Leef in de bodem, voedt zich met plankton
Subphylum Vertebrata
- Vertebraten zijn chordaten met ruggenmerg
- Onderscheiden zich van andere chordaten door:
- Wervelkolom: rond de neurale buis, uit chorda dorsalis
- Kop: duidelijk en goed ontwikkeld
- Neurale kam: unieke groep van embryonale cellen
- Interne organen: lever, nieren, hart, gesloten bloedvatenstelsel, endocriene klieren
- Endoskelet van kraakbeen of been
- Wervels ontwikkelen uit de chorda dorsalis (notochord)
- Eerste vertebraten evolueerden 545 miljoen jaar geleden; vissen waren snel dominante levensvorm, Amfibieën koloniseerden het land, Reptielen vervingen de amfibieën als dominante landdieren, Vogels en zoogdieren werden dominant na de laatste massa-extinctie (65 miljoen jaar geleden/ laat-Krijt).
Vissen
- Meest diverse vertebratengroep (30.000+ soorten)
- Vertegenwoordigen helft van alle vertebraten
- Evolutionaire basis voor kolonisatie van het land door amfibieën
- Kenmerken:
- Wervelkolom (sterk gereduceerd bij (slijm)prikken)
- Kaken en gepaarde ledematen (behalve bij (slijm)prikken)
- Inwendige kieuwen
- Enkelvoudig bloedvatenstelsel (geen gescheiden omloop van zuurstofarm en zuurstofrijk bloed)
- Essentiële nutriënten (vissen kunnen niet alle aminozuuren zelf aanmaken)
- Eerste vissen hadden geen kaken: slijmprikken en prikken; kaken zijn geëvolueerd uit voorste kieuwbogen, ontstaan van kraakbeen- en beenvissen
- Kraakbeenvissen: haaien en roggen, kraakbeenskelet verstevigd met calciumcarbonaat (licht en sterk), dominante predator (360-280 mjg), uitwendig zichtbare kieuwspleten, sterk ontwikkelde tanden, geëvolueerd uit schubben rond de mond, makkelijk verloren, maar continu vervangen, eerst met laterale lijn (sensorisch orgaan onder de huid dat drukveranderingen kan opvangen), electroreceptie (door ampullae op het hoofd), enkele vissen hebben inwendige bevruchting, meeste soorten zijn ovovivipaar, sommige leggen eieren, lange draagtijd en weinig nakomelingen, duur t lang om populatie te herstellen bij hoge sterfte
- Beenvisen: Samen ontstaan met haaien, skelet van been i.p.v kraakbeen, meest soortenrijke clade van vertebraten (> 30.000 soorten), bevruchting meestal extern, ontstaan van kieuwdeksel (operculum), beweeglijke plaat die kieuwen bedekt en beschermt, water wordt langs kieuwdeksel naar buiten geperst, ontstaan van zwemblaas, zwemblaas: orgaan zak gevuld met gas om drijfvermogen te regelen, gassen worden opgenomen uit het bloed, gasklier secreteert gas in de zwemblaas, gassen worden verwijderd uit de zwemblaas via het ovaal lichaam, kwastvinnigen zijn de voorouders van de amfibieën.
Amfibieën
- Eerste vertebrate landdieren, geëvolueerd uit vissen
- Ca. 7000 soorten
- Kenmerken: adaptaties voor leven op land
- Vier poten
- Uitwendige kieuwen enkel bij aquatische larven
- Longen en huidademhaling bij adulten
- Longaders: aparte lus in bloedvatenstelsel naar longen
- Partieel opgedeeld hart: 2 atria, 1 ventrikel
- Naakte, vochtige huid
- Levenswijze: leven zowel op land als in zoet water, stevig skelet en spieren voor voortbeweging op land, ondergaan metamorfose
- Kikkers en padden – uitwendige bevruchting, Salamanders – inwendige bevruchting, Wormsalamanders – inwendige bevruchting
- Kenmerken van verdere aanpassingen aan land: Vier poten ontwikkelen verder om meer gewicht te dragen; Droge huid met schubben om waterverlies te voorkomen; Longademhaling en verbeterde bloedsomloop: zuurstof wordt efficiënter getransporteerd; Septum in hart om gedeeltelijke scheiding te bekomen; Krokodillen, vogels en zoogdieren hebben volledig gescheide bloedsomloop met hart met 4 kamers.
Reptielen
- Kenmerken: verdere aanpassingen aan land:
- Vier poten ontwikkelen verder om meer gewicht te dragen; Droge huid met schubben om waterverlies te voorkomen; Longademhaling en verbeterde bloedsomloop: zuurstof wordt efficiënter getransporteerd; Septum in hart om gedeeltelijke scheiding te bekomen; Krokodillen, vogels en zoogdieren hebben volledig gescheide bloedsomloop met hart met 4 kamers.
- Ontstaan van amniotische eieren; eieren die waterdicht zijn om ontwikkeling op land mogelijk te maken; Reptielen, vogels en zoogdieren zijn amnioten; Amniotisch ei heeft vier membranen: chorion, amnion, dooierzak en allantoïs
- Chorion: buitenste laag, laat gasuitwisseling toe
- Amnion: omgeeft het embryo met een vloeistofgevulde holte
- Dooierzak: voorziet het embryo van voedsel
- Allantoïs: stockeert de afvalproducten van het embryo
- Levenswijze: Echte landdieren, sommige soorten teruggekeerd naar water. Dinosauria uitgestorven door asteroïde-inslag 65 miljoen jaar geleden, vogels overleefden. Ca. 10.000 soorten; wijde verspreiding behalve in koude gebieden.
Vogels
- Archaeopteryx is oudste fossiele vogel (150 miljoen jaar oud):
- Schedel met tanden en lange reptielachtige staart
- Veren op vleugels en staart, waarschijnlijk voor isolatie
- Voorpoten gelijkaardig aan Theropoda (rechtoplopende dinosaurussen)
-
10.000 soorten; uniek kenmerk: veren
- Gemodificeerde schubben van keratine
- Vertakkingen zorgen voor onafgebroken oppervlak en stevige, maar flexibele structuur
- Helpt bij vliegen en conserveren van warmte
- Kenmerken: adaptaties aan vliegen:
- Vleugels met veren
- Kam op borstbeen voor aanhechting vliegspieren
- Longen met luchtzakken
- Licht skelet
- Dunne, holle beenderen
- Vele beenderen gefuseerd voor stevigheid
- Andere kenmerken:
- Amniotische eieren met een kalkschaal
- Schubben op poten
- In tegenstelling tot reptielen, geen tanden of gespierde staart
- Cloaca
- Broedzorg
- 28 ordes, oudste kunnen niet vliegen (60% zangvogels)
Zoogdieren (Mammalia)
- Kleinste klasse, ca. 5500 soorten
- Unieke kenmerken:
- Haar: lange, keratinerijke filamenten; isolatie, camouflage, sensorische functie
- Melkklieren: secreteren melk voor het voeden van jongen
- Aanpassingen aan specifieke habitats:
- Gespecialiseerde tanden, afhankelijk van het dieet
- Herbivoren hebben relatie met cellulose-verterende bacteriën
- Ontwikkeling van hoeven (keratine), horens (been omgeven met keratine), en geweien (been)
- Vliegende zoogdieren (vleermuizen); leerachtige vleugel tussen 4 vingers
- Echolocatie
- Andere kenmerken:
- Bijna volledig verbeend skelet
- Endotherm door hoog metabolisme dankzij hart met twee atria en twee ventrikels
- Ademhaling via diafragma
- Inwendige bevruchting
- Placenta in meeste zoogdieren (Placentalia)
- Gespecialiseerd orgaan voor voeding van foetus
- Prototheria (eierleggende zoogdieren); Monotremata (enige nog levende groep)
- Theria (vivipare zoogdieren); Marsupialia (buideldieren, korte placentale ontwikkeling); Placentalia (meeste levende zoogdieren).
- Monotremata: leggen eieren, hebben een cloaca, geen tepels; drie nog levende soorten (vogelbekdier en twee mierenegelsoorten)
- Marsupialia: korte placentale ontwikkeling, na geboorte kruipt foetus in buidel, Australië: kangaroo's, wallabies, koala's, buidelratten, possums, buidelhazen, wombats, Tasmaanse duivels, Noord-Amerika: Opossum
- Placentalia: echte placenta gedurende de hele ontwikkeling van embryo, uit foetaal en maternaal weefsel, ontwikkeling bij Placentalia is relatief lang, meeste levende zoogdieren.
Primaten
- Evolueerden twee kenmerken voor leven in bomen:
- Vingers en tenen; vaak opponeerbare duim
- Binoculair zicht; ogen vooraan in het aangezicht; betere inschatting van afstanden
- Twee groepen:
- Halfapen (lemuren, lori's en spookdiertjes); Meesten nocturn (actief tijdens de nacht)
- Apen: Diurnaal (actief tijdens de dag); kleurenzicht; grotere hersenen; complexe sociale gemeenschappen.
- Breedneusapen (Nieuwe Wereld); leven in bomen; velen hebben grijpstaart
- Smalneusapen (Oude Wereld); geen grijpstaart
- Mensapen (Hominidea); geen staart; grotere hersenen dan andere apen
- Mensachtigen (Hominini); mensapen; meestal uitgestorven; liepen rechtop; grotere herseninhoud, kin; Australopithecus had nog geen grotere herseninhoud
Homo sapiens
- Toename in herseninhoud: maken en gebruiken werktuigen, conceptueel denken, gebruik symbolische taal
- Culturele evolutie: veranderen van de omgeving naar onze noden, i.p.v. te evolueren met onze omgeving.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.
Related Documents
Description
Test je kennis over de kenmerken van Echinodermata met deze quiz. Beantwoord vragen over hun structuur, voortplanting, en andere unieke eigenschappen. Perfect voor studenten die meer willen leren over deze fascinerende wezens.