Podcast
Questions and Answers
Wat is de primaire functie van arterioveneuze anastomosen?
Wat is de primaire functie van arterioveneuze anastomosen?
- Versterken van de wand van bloedvaten
- Afsluiten van het lumen van de venen
- Bevorderen van bloedstroom naar de capillairen
- Reguleren van de temperatuur door directe verbinding (correct)
Welke structuur heeft meestal een diameter van 7-9µm?
Welke structuur heeft meestal een diameter van 7-9µm?
- Elastische arteriën
- Capillairen (correct)
- Arteriolen
- Musculeuze venulen
Wat typeert gefenestreerde capillairen?
Wat typeert gefenestreerde capillairen?
- Ze zijn volledig doorlaatbaar voor alle deeltjes
- Ze bevinden zich voornamelijk in spierweefsel
- Ze bevatten een gefenestreerd endotheel (correct)
- Ze hebben geen lamina basalis
Wat is de functie van pericyten in de capillairen?
Wat is de functie van pericyten in de capillairen?
Welke type capillair is het meest verwijd en heeft geen lamina basalis?
Welke type capillair is het meest verwijd en heeft geen lamina basalis?
Wat bevat de basale membraan van capillairen?
Wat bevat de basale membraan van capillairen?
Wat wordt beschouwd als een functie van endotheelcellen?
Wat wordt beschouwd als een functie van endotheelcellen?
Wat is het belangrijkste kenmerk van continue capillairen?
Wat is het belangrijkste kenmerk van continue capillairen?
Waar ligt de sinusknoop?
Waar ligt de sinusknoop?
Wat karakteriseert de Purkinje-vezels?
Wat karakteriseert de Purkinje-vezels?
Wat zijn de functies van bloedvaten?
Wat zijn de functies van bloedvaten?
Wat is de belangrijkste functie van het circulatiesysteem?
Wat is de belangrijkste functie van het circulatiesysteem?
Waarom zijn de wanden van de ventrikels dikker dan die van de atria?
Waarom zijn de wanden van de ventrikels dikker dan die van de atria?
Wat is een belangrijke functie van baro- en chemoreceptoren?
Wat is een belangrijke functie van baro- en chemoreceptoren?
Wat typeert de tunica media van bloedvaten?
Wat typeert de tunica media van bloedvaten?
Wat is de rol van het endocard?
Wat is de rol van het endocard?
Wat is een kenmerk van de nodale cellen?
Wat is een kenmerk van de nodale cellen?
Wat karakteriseert de atriale spiercellen in vergelijking met ventrikulaire spiercellen?
Wat karakteriseert de atriale spiercellen in vergelijking met ventrikulaire spiercellen?
Wat gebeurt er bij stimulatie van de sympathicus in het hart?
Wat gebeurt er bij stimulatie van de sympathicus in het hart?
Welke structuur zorgt voor de mechanische verbinding tussen hartspiercellen?
Welke structuur zorgt voor de mechanische verbinding tussen hartspiercellen?
Wat is een eigenschap van de tunica adventitia van bloedvaten?
Wat is een eigenschap van de tunica adventitia van bloedvaten?
Wat is de rol van de atriale granulen in de hartfunctie?
Wat is de rol van de atriale granulen in de hartfunctie?
Wat omschrijft het pariëtale blad van het pericard het best?
Wat omschrijft het pariëtale blad van het pericard het best?
Welke functie heeft de T-tubuli in het hartspierweefsel?
Welke functie heeft de T-tubuli in het hartspierweefsel?
Wat is een functie van ICAM-I bij ontsteking?
Wat is een functie van ICAM-I bij ontsteking?
Welke van de volgende stoffen worden door endotheelcellen geproduceerd?
Welke van de volgende stoffen worden door endotheelcellen geproduceerd?
Wat beschrijft het het beste de rol van vasculaire endotheelfuncties?
Wat beschrijft het het beste de rol van vasculaire endotheelfuncties?
Wat is de belangrijkste eigenschap van elastische arteriën?
Wat is de belangrijkste eigenschap van elastische arteriën?
Welke van de volgende opties typeert musculeuze arteriën het best?
Welke van de volgende opties typeert musculeuze arteriën het best?
Hoe passeren grotere moleculen het endotheel?
Hoe passeren grotere moleculen het endotheel?
Welke van de volgende moleculen helpt bij het tegengaan van pathologische trombusvorming?
Welke van de volgende moleculen helpt bij het tegengaan van pathologische trombusvorming?
Wat is een eigenschap van de media van elastische arteriën?
Wat is een eigenschap van de media van elastische arteriën?
Flashcards
Ventrikels vs. Atria dikte
Ventrikels vs. Atria dikte
De wand van de ventrikels is significant dikker dan de wand van de atria.
Atriale vs. Ventriculaire spiercellen
Atriale vs. Ventriculaire spiercellen
Atriale spiercellen zijn kleiner in omvang dan de spiercellen van de ventrikels.
Linkerventrikel vs. Rechterventrikel dikte
Linkerventrikel vs. Rechterventrikel dikte
Het linkerventrikel heeft een dikkere wand dan het rechterventrikel.
Pericardiale ruimte
Pericardiale ruimte
Signup and view all the flashcards
Drie lagen van de hartwand
Drie lagen van de hartwand
Signup and view all the flashcards
Intercalaire schijven
Intercalaire schijven
Signup and view all the flashcards
T-Tubuli in hartcellen
T-Tubuli in hartcellen
Signup and view all the flashcards
Atriale granulen en ANF
Atriale granulen en ANF
Signup and view all the flashcards
Macrocirculatie
Macrocirculatie
Signup and view all the flashcards
Microcirculatie
Microcirculatie
Signup and view all the flashcards
Capillairbed
Capillairbed
Signup and view all the flashcards
Opbouw van een capillair
Opbouw van een capillair
Signup and view all the flashcards
Arterioveneuze anastomose
Arterioveneuze anastomose
Signup and view all the flashcards
Continue capillairen
Continue capillairen
Signup and view all the flashcards
Gefenestreerde capillairen
Gefenestreerde capillairen
Signup and view all the flashcards
Sinusoïdale capillairen
Sinusoïdale capillairen
Signup and view all the flashcards
Wat is de rol van ICAM-1 bij ontsteking?
Wat is de rol van ICAM-1 bij ontsteking?
Signup and view all the flashcards
Wat is de belangrijkste functie van endotheelcellen?
Wat is de belangrijkste functie van endotheelcellen?
Signup and view all the flashcards
Welke stoffen worden door endotheelcellen geproduceerd voor de lamina basalis?
Welke stoffen worden door endotheelcellen geproduceerd voor de lamina basalis?
Signup and view all the flashcards
Welke rol spelen endotheelcellen in de stolling?
Welke rol spelen endotheelcellen in de stolling?
Signup and view all the flashcards
Welke invloed hebben endotheelcellen op de contractie van gladde spiercellen in bloedvaten?
Welke invloed hebben endotheelcellen op de contractie van gladde spiercellen in bloedvaten?
Signup and view all the flashcards
Welke rol spelen endotheelcellen in celgroei?
Welke rol spelen endotheelcellen in celgroei?
Signup and view all the flashcards
Wat is de functie van elastische arteriën?
Wat is de functie van elastische arteriën?
Signup and view all the flashcards
Hoe reageren de elastische membranen in de media van elastische arteriën op drukveranderingen?
Hoe reageren de elastische membranen in de media van elastische arteriën op drukveranderingen?
Signup and view all the flashcards
Wat is de functie van de sinusknoop?
Wat is de functie van de sinusknoop?
Signup and view all the flashcards
Wat is de rol van de atrioventriculaire knoop?
Wat is de rol van de atrioventriculaire knoop?
Signup and view all the flashcards
Hoe wordt de elektrische impuls van de atria naar de ventrikels geleid?
Hoe wordt de elektrische impuls van de atria naar de ventrikels geleid?
Signup and view all the flashcards
Welke structuren zorgen voor een snelle en gecoördineerde contractie van de ventrikels?
Welke structuren zorgen voor een snelle en gecoördineerde contractie van de ventrikels?
Signup and view all the flashcards
Welke invloed heeft de parasympathicus op de hartfrequentie?
Welke invloed heeft de parasympathicus op de hartfrequentie?
Signup and view all the flashcards
Welke invloed heeft de sympathicus op de hartfrequentie?
Welke invloed heeft de sympathicus op de hartfrequentie?
Signup and view all the flashcards
Wat is de functie van baroreceptoren?
Wat is de functie van baroreceptoren?
Signup and view all the flashcards
Wat is de functie van chemoreceptoren?
Wat is de functie van chemoreceptoren?
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Histologie van het circulatiestelsel
- Het circulatiestelsel bestaat uit het hart en bloedvaten
- Het hart transporteert zuurstof en voedingsstoffen, kooldioxide en afvalstoffen, hormonen, immunocompetente cellen en eiwitten, en warmte.
- Het hart is gelegen in de pericardiale ruimte. Deze ruimte wordt bekleed door visceraal blad van het pericard en een pariëtaal blad van het pericard.
- De wand van de ventrikels is dikker dan de wand van de atria.
- Spiercellen van het linkerventrikel zijn dikker dan de wand van het rechterventrikel.
- Hartspiercellen zijn korter, spoelvormig, vertakt, myocard, met bindweefsel daartussen.
- Het epicard, visceraal blad van het pericard, pericardiale ruimte en het pariëtale blad van het pericard bestaan uit afgeplatte mesotheliale cellen met een dun losmazig bindweefsellaag
- Het pariëtale blad is verbonden aan het diafragma via ligamenten.
- De binnenlaag van het hart (endocard) bestaat uit endotheel en een dun subendotheliaal laagje bindweefsel
- Intercalaire schijven zijn verticale en horizontale lijnen in hartspiercellen, die een combinatie zijn van mechanische en communicatiejuncties
- Atriaal en ventriculair syncytium bestaan uit een samenwerkingsnetwerk van hartspiercellen, met elkaar verbonden door gap junctions.
Histologie van het geleidingssysteem
- Het geleidingssysteem bestaat uit sinusknoop, AV-knoop, bundel van His en Purkinje vezels.
- De sinusknoop is subepicardiaal gelegen in de RA (rechter atrium overgang vena cava cranialis).
- De AV-knoop is subendocardiaal gelegen in het laagste gedeelte van het interatriale septum.
Histologie van Bloodvaten
- Bloedvaten bestaan uit drie lagen: intima, media en adventitia.
- Tunica intima: endotheelcellaag en een dun basaalmembraan
- Tunica media: meestal circulair gerangschikte gladde spiercellen met daartussen elastisch matrix (collageen en elastine)
- Tunica adventitia: bindweefsel met vasa vasorum (kleine bloedvaten en zenuwvezels).
Histologie van de capillairen
- Capillairen vormen een dicht netwerk van kleine bloedvaten tussen arteriolen en venulen.
- Ze bestaan uit een endotheelcellaag en een dun basaalmembraan.
- Ze hebben verschillende typen: continu, gefenestreerd, en sinusoïde.
- Continu capillairen: voorkomen in spier- en zenuwweefsel.
- Gefenestreerd capillairen: meer voorkomend in endocriene klieren. Meeste hebben een diafragma
- Sinusoïde capillairen: voorkomen in lever, milt, beenmerg, endocrine organen.
Histologie van nodale cellen
- Nodale cellen liggen in de sinusknoop en AV knoop
- Ze zijn gemodificeerd met een rijkere glycogeengehalte en minder dwarsstreping.
- Ze zijn niet altijd goed te onderscheiden van fibroblasten.
- Deze vormen een netwerk dat niet altijd goed georiënteerd is.
Histologie van lymfevaten
- Lymfevaten bestaan uit een endotheelcellaag en een dun basaal membraan.
- Ze hebben geen pericyten of lamina basalis.
- Lymfevaten vervoeren lichaamsvocht en immunocompetente cellen/eiwitten.
Histologie van de verschillende lymfoïde weefsels
- De verschillende lymfoïde weefsels (bv lymfeknoopen, slijmvlies geassocieerde lymfoïde weefsels, de milt) hebben verschillende structuren en functies, maar zij hebben vaak lymfocyten.
Histologie van het nierlichaampje
- Het nierlichaampje bestaat uitel een glomerulus (vaatkluwen) en het Bowmans kapsel.
- Bowmans kapsel bestaat uit een pariëtaal en een viscerale laag die gescheiden zijn door een filtratieruimte.
- Het viscerale laag bestaat uit podocyten met uitlopers (pedikels) die de capillairen omringen en filtratiespleten vormen.
- De filtratiebarrière omvat een gefenestreerd endotheel, glomerulairebasalemembraan, en podocyten.
Histologie van de verschillende tubuli
- De verschillende tubuli (proximale tubulus, lus van Henle, distale tubulus, verzamelbuis) hebben verschillende epitheel- en celtypen.
- Proximale tubulus : kubisch epitheel met borstelzoom
- Distale tubulus: kubisch epitheel, zonder borstelzoom, en intercalaire cellen, met uitlopers
- Verzamelbuis : cilindrisch epitheel, vooral in het uiteindelijke deel van de medulla, dicht bij de papillary.
Histologie van de verschillende bloedvaten
- Het bloedvatenstelsel omvat bloedvaten (arteriën, arteriolen, capillairen, venulen, en venen), elk met hun specifieke lagen (intima, media en adventitia).
- Arteriolen hebben een dikke gladde spierlaag voor controle van de bloedstroom.
- Capillairen hebben een endotheel; laagje voor uitwisseling van stoffen.
- Venen hebben een dunne gladde spierlaag.
Histologie van de urineblaas
- De urineblaas heeft een overgangsepitheel.
- Dit epitheel is meerlagig en kan de vorm veranderen om te reageren op veranderingen in de druk.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.