Podcast
Questions and Answers
Wat is het proces waarbij witte bloedcellen zich een weg banen door de epitheelcellen?
Wat is het proces waarbij witte bloedcellen zich een weg banen door de epitheelcellen?
- Chemotaxis
- Fagocytose
- Cytokinese
- Diapedese (correct)
Welke type witte bloedcel heeft een gelobde kern?
Welke type witte bloedcel heeft een gelobde kern?
- Lymfocyt
- Neutrofiele granulocyt (correct)
- Monocyt
- Eosinofiele granulocyt (correct)
Welke eigenschap stelt witte bloedcellen in staat om zich aan te passen aan de concentratie van chemische stoffen?
Welke eigenschap stelt witte bloedcellen in staat om zich aan te passen aan de concentratie van chemische stoffen?
- Transcytose
- Fagocytose
- Chemotaxis (correct)
- Diapedese
Wat is de functie van eosinofiele granulocyten?
Wat is de functie van eosinofiele granulocyten?
Wat is de kleur van de granulen in neutrofiele granulocyten onder de microscoop?
Wat is de kleur van de granulen in neutrofiele granulocyten onder de microscoop?
Witte bloedcellen kunnen bepaalde partikels insluiten en verteren. Hoe wordt dit proces genoemd?
Witte bloedcellen kunnen bepaalde partikels insluiten en verteren. Hoe wordt dit proces genoemd?
Witte bloedcellen worden geholpen bij hun beweging door welk cytoskeletstructuur?
Witte bloedcellen worden geholpen bij hun beweging door welk cytoskeletstructuur?
Wat is de rol van cytokines in de functie van witte bloedcellen?
Wat is de rol van cytokines in de functie van witte bloedcellen?
Wat is het belangrijkste eiwit dat in rode bloedcellen voorkomt?
Wat is het belangrijkste eiwit dat in rode bloedcellen voorkomt?
Wat gebeurt er met rode bloedcellen nadat ze 120 dagen in het lichaam zijn?
Wat gebeurt er met rode bloedcellen nadat ze 120 dagen in het lichaam zijn?
Waar worden rode bloedcellen geproduceerd?
Waar worden rode bloedcellen geproduceerd?
Welke stof ontstaat uit de afbraak van de haem groep?
Welke stof ontstaat uit de afbraak van de haem groep?
Wat is een gevolg van de afbraak van hemoglobine?
Wat is een gevolg van de afbraak van hemoglobine?
Wat is de functie van het ijzer-ion in hemoglobine?
Wat is de functie van het ijzer-ion in hemoglobine?
Welke vitamine is nodig voor de vorming van rode bloedcellen?
Welke vitamine is nodig voor de vorming van rode bloedcellen?
Wat is het uiterlijk van een rode bloedcel in bovenaanzicht?
Wat is het uiterlijk van een rode bloedcel in bovenaanzicht?
Wat is de primaire functie van de thymus?
Wat is de primaire functie van de thymus?
Waar bevindt de milt zich in het menselijk lichaam?
Waar bevindt de milt zich in het menselijk lichaam?
Wat wordt verstaan onder 'fysieke bescherming' als onderdeel van de niet-specifieke afweer?
Wat wordt verstaan onder 'fysieke bescherming' als onderdeel van de niet-specifieke afweer?
Welke functie vervullen macrofagen in het immuunsysteem?
Welke functie vervullen macrofagen in het immuunsysteem?
Wat is de rol van cytokines zoals interferonen in het immuunsysteem?
Wat is de rol van cytokines zoals interferonen in het immuunsysteem?
Wat is de functie van het complement systeem in de immunologische verdediging?
Wat is de functie van het complement systeem in de immunologische verdediging?
Wat is de belangrijkste functie van albumine in het bloedplasma?
Wat is de belangrijkste functie van albumine in het bloedplasma?
Wat doen NK-cellen in de lichaams verdediging?
Wat doen NK-cellen in de lichaams verdediging?
Welke ionen zijn de meest voorkomende in het bloedplasma?
Welke ionen zijn de meest voorkomende in het bloedplasma?
Wat zijn opsonines?
Wat zijn opsonines?
Wat zijn globulines?
Wat zijn globulines?
Hoe worden stollingsfactoren aangeduid in het bloed?
Hoe worden stollingsfactoren aangeduid in het bloed?
Wat is fibrine?
Wat is fibrine?
Wat gebeurt er met plasma wanneer een klonter zich vormt in het bloed?
Wat gebeurt er met plasma wanneer een klonter zich vormt in het bloed?
Wat gebeurt er als stollingsfactoren geactiveerd worden?
Wat gebeurt er als stollingsfactoren geactiveerd worden?
Welke van de volgende eiwitten draagt bij aan het transport van ijzer in het bloed?
Welke van de volgende eiwitten draagt bij aan het transport van ijzer in het bloed?
Wat is de rol van het C3b fragment in de immuunrespons?
Wat is de rol van het C3b fragment in de immuunrespons?
Welke van de volgende symptomen wordt niet geassocieerd met een acute ontstekingsreactie?
Welke van de volgende symptomen wordt niet geassocieerd met een acute ontstekingsreactie?
Wat gebeurt er tijdens de vasculaire fase van de ontstekingsreactie?
Wat gebeurt er tijdens de vasculaire fase van de ontstekingsreactie?
Wat is de functie van het membrane attack complex in de complementactivatie?
Wat is de functie van het membrane attack complex in de complementactivatie?
Wat wordt verstaan onder diapedese in de context van de ontstekingsreactie?
Wat wordt verstaan onder diapedese in de context van de ontstekingsreactie?
Welk van de volgende processen behoort niet tot de gevolgen van complementactivatie?
Welk van de volgende processen behoort niet tot de gevolgen van complementactivatie?
Welke factor kan de ontstekingsreactie uitlokken?
Welke factor kan de ontstekingsreactie uitlokken?
Wat is de eerste reactie van het lichaam na een lokaal letsel?
Wat is de eerste reactie van het lichaam na een lokaal letsel?
Welke delen vormen de zware ketens van een antistof?
Welke delen vormen de zware ketens van een antistof?
Wat is de functie van de 'hinge' regio in een antistof?
Wat is de functie van de 'hinge' regio in een antistof?
Wat is de rol van IgE in het immuunsysteem?
Wat is de rol van IgE in het immuunsysteem?
Wat gebeurt er met een B-cel die zichzelf binden aan lichaamseigen antigenen?
Wat gebeurt er met een B-cel die zichzelf binden aan lichaamseigen antigenen?
Welke structuur zorgt voor de opsonisatie van een lichaamsvreemd agens?
Welke structuur zorgt voor de opsonisatie van een lichaamsvreemd agens?
Wat maakt IgM uniek in vergelijking met andere antistoffen?
Wat maakt IgM uniek in vergelijking met andere antistoffen?
Wat zijn hypervariabele gebieden?
Wat zijn hypervariabele gebieden?
Welke antistof komt voornamelijk voor in slijmvliezen?
Welke antistof komt voornamelijk voor in slijmvliezen?
Flashcards
Beweeglijkheid van witte bloedcellen
Beweeglijkheid van witte bloedcellen
Witte bloedcellen kunnen zich voortbewegen in weefsels.
Diapedese
Diapedese
Witte bloedcellen kunnen de bloedbaan verlaten door kleine spleten in het epitheel.
Chemotaxis
Chemotaxis
Witte bloedcellen bewegen zich naar een hogere concentratie van chemische stoffen.
Fagocytose
Fagocytose
Signup and view all the flashcards
Granulocyten
Granulocyten
Signup and view all the flashcards
Agranulocyten
Agranulocyten
Signup and view all the flashcards
Neutrofiele granulocyten
Neutrofiele granulocyten
Signup and view all the flashcards
Eosinofiele granulocyten
Eosinofiele granulocyten
Signup and view all the flashcards
Wat is bloed?
Wat is bloed?
Signup and view all the flashcards
Wat is plasma?
Wat is plasma?
Signup and view all the flashcards
Wat is de functie van albumine?
Wat is de functie van albumine?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn globulines?
Wat zijn globulines?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn stollingseiwitten?
Wat zijn stollingseiwitten?
Signup and view all the flashcards
Wat is de functie van fibrine?
Wat is de functie van fibrine?
Signup and view all the flashcards
Wat is de vloeistof rond een klonter?
Wat is de vloeistof rond een klonter?
Signup and view all the flashcards
Wat zijn rode bloedcellen?
Wat zijn rode bloedcellen?
Signup and view all the flashcards
Waar worden rode bloedcellen geproduceerd?
Waar worden rode bloedcellen geproduceerd?
Signup and view all the flashcards
Hoe zien rode bloedcellen eruit?
Hoe zien rode bloedcellen eruit?
Signup and view all the flashcards
Wat is de functie van hemoglobine?
Wat is de functie van hemoglobine?
Signup and view all the flashcards
Hoe lang leven rode bloedcellen?
Hoe lang leven rode bloedcellen?
Signup and view all the flashcards
Wat gebeurt er met hemoglobine tijdens afbraak?
Wat gebeurt er met hemoglobine tijdens afbraak?
Signup and view all the flashcards
Wat gebeurt er met de haemgroep tijdens afbraak?
Wat gebeurt er met de haemgroep tijdens afbraak?
Signup and view all the flashcards
Wat gebeurt er met het ijzer-ion tijdens afbraak?
Wat gebeurt er met het ijzer-ion tijdens afbraak?
Signup and view all the flashcards
Zware ketens in antistoffen
Zware ketens in antistoffen
Signup and view all the flashcards
Lichte ketens in antistoffen
Lichte ketens in antistoffen
Signup and view all the flashcards
Hypervariabele gebieden
Hypervariabele gebieden
Signup and view all the flashcards
Willekeurige vorming van antigeenbindende site
Willekeurige vorming van antigeenbindende site
Signup and view all the flashcards
Test op lichaamseigen antigenen
Test op lichaamseigen antigenen
Signup and view all the flashcards
Hinge regio
Hinge regio
Signup and view all the flashcards
Complement activatie door CH2
Complement activatie door CH2
Signup and view all the flashcards
Opsonisatie door CH3
Opsonisatie door CH3
Signup and view all the flashcards
Complement
Complement
Signup and view all the flashcards
Opsonine
Opsonine
Signup and view all the flashcards
Activatie van complement
Activatie van complement
Signup and view all the flashcards
Ontsteking
Ontsteking
Signup and view all the flashcards
Oorzaken van ontsteking
Oorzaken van ontsteking
Signup and view all the flashcards
Symptomen van ontsteking
Symptomen van ontsteking
Signup and view all the flashcards
Vasculaire fase van ontsteking
Vasculaire fase van ontsteking
Signup and view all the flashcards
Cellulaire fase van ontsteking
Cellulaire fase van ontsteking
Signup and view all the flashcards
Thymus
Thymus
Signup and view all the flashcards
Milt
Milt
Signup and view all the flashcards
Beenmerg
Beenmerg
Signup and view all the flashcards
Niet-specifieke afweer
Niet-specifieke afweer
Signup and view all the flashcards
Fysieke bescherming
Fysieke bescherming
Signup and view all the flashcards
Fagocyterende cellen
Fagocyterende cellen
Signup and view all the flashcards
Immunologische surveillance
Immunologische surveillance
Signup and view all the flashcards
Cytokines
Cytokines
Signup and view all the flashcards
Study Notes
Bloed
- Bloed is een vloeistof die in de bloedvaten aanwezig is, bestaande uit twee componenten: plasma en cellen.
- Plasma bestaat voornamelijk uit water, ionen en eiwitten. Natrium, kalium, chloride, bicarbonaat en calcium zijn belangrijke ionen.
- Albumine is het belangrijkste eiwit, met een belangrijke rol bij osmotische druk. Andere belangrijke eiwitten zijn globulines (transporteiwitten en antistoffen) en stollingseiwitten (factoren).
- Stollingseiwitten zorgen voor bloedstolling indien nodig. Ze bestaan uit inactieve voorstadia en worden geactiveerd met een kleine "a" als ze actief zijn.
- Factor I (of fibrinogeen) en factor la (of fibrine) zijn belangrijke stollingsfactoren.
Rode bloedcellen
- Rode bloedcellen (erythrocyten) zijn de meest voorkomende cellen. Ze zijn afkomstig uit het beenmerg en bevatten hemoglobine.
- Hemoglobine is een eiwit dat zuurstof kan binden.
- Rode bloedcellen hebben geen kern en mitochondriën. Ze overleven ongeveer 120 dagen.
- Hemoglobine wordt afgebroken tot aminozuren, biliverdine en bilirubine.
Witte bloedcellen
- Witte bloedcellen (leukocyten) zijn beweeglijk en kunnen uit de bloedbaan treden.
- Eén functie is fagocytose, het opnemen en verteren van vreemde deeltjes.
- Er zijn verschillende soorten witte bloedcellen met verschillende functies, zoals fagocyten (neutrofielen, eosinofielen en monocyten) en lymfocyten (T-cellen, B-cellen en NK-cellen).
Lymfestelsel
- Het lymfestelsel bestaat uit lymfevaten, lymfe, lymfocyten en lymfoide organen (milt, lymfeknopen, thymus en soms het beenmerg).
- Lymfocyten zijn gespecialiseerd in specifieke afweer.
- Lymfefollikels zijn verzamelingen van lymfocyten.
- De lymfeknopen zijn lymfoïde organen die belangrijk zijn voor de immuunafweer.
- De thymus is de rijpingsplaats van T-cellen.
- De milt is een lymfoïd orgaan dat betrokken is bij de afbraak van rode bloedcellen.
Studying That Suits You
Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.