Anatomie & Fysiologie van het Ademhalingsstelsel

<p>1 liter (A)</p> Signup and view all the answers

<p>Activiteitsniveau (A)</p> Signup and view all the answers

<p>0,5 liter (B)</p> Signup and view all the answers

<p>3 liter (A)</p> Signup and view all the answers

<p>De druk neemt toe. (B)</p> Signup and view all the answers

<p>Producent zijn van glucose (D)</p> Signup and view all the answers

<p>Melkzuur (C)</p> Signup and view all the answers

<p>Een ingeklapte long (A)</p> Signup and view all the answers

<p>Aanvallen met vernauwde luchtweggetjes (B)</p> Signup and view all the answers

<p>Longemfyseem (A)</p> Signup and view all the answers

<p>Een zwak immuunsysteem (B)</p> Signup and view all the answers

<p>Monitoren van zuurstofsaturatie (B)</p> Signup and view all the answers

<p>Het kan de luchtwegweerstand beoordelen. (A)</p> Signup and view all the answers

<p>2,5 liter (C)</p> Signup and view all the answers

<p>10% (B)</p> Signup and view all the answers

<p>0,35 liter (C)</p> Signup and view all the answers

<p>Het verandert niet (C)</p> Signup and view all the answers

<p>Het ademvolume neemt af (D)</p> Signup and view all the answers

<p>fA X VI = 15 X 0,5 (A)</p> Signup and view all the answers

<p>De thoraxwand beweegt naar voren. (A)</p> Signup and view all the answers

<p>100 liter (C)</p> Signup and view all the answers

<p>Ademfrequentie (D)</p> Signup and view all the answers

<p>Buikspieren (D)</p> Signup and view all the answers

<p>Er is voornamelijk sprake van buikademhaling. (A)</p> Signup and view all the answers

<p>De ribben worden opgetild. (D)</p> Signup and view all the answers

<p>Ademhaling die automatisch en reflexmatig verloopt. (D)</p> Signup and view all the answers

<p>Het diafragma plooit zich samen en vergroot de thoraxinhoud. (C)</p> Signup and view all the answers

<p>De hulpademhalingsspieren in de hals en schoudergordel. (A)</p> Signup and view all the answers

<p>Verkleining van het thoraxvolume. (D)</p> Signup and view all the answers

<p>Ademvolume, inspiratoir reservevolume, expiratoir reservevolume (D)</p> Signup and view all the answers

<p>De doorgankelijkheid van de luchtwegen (D)</p> Signup and view all the answers

<p>Het doet niet mee aan de gaswisseling (C)</p> Signup and view all the answers

<p>Een deel waar geen gaswisseling plaatsvindt (D)</p> Signup and view all the answers

<p>Ademfrequentie vermenigvuldigd met ademvolume (C)</p> Signup and view all the answers

<p>Geen gaswisseling plaats laten vinden (A)</p> Signup and view all the answers

<p>Door de aanwezigheid van waterdamp (C)</p> Signup and view all the answers

<p>Het mengt zich met vers aangevoerde lucht (D)</p> Signup and view all the answers

<p>Ze vangen grote deeltjes op. (A)</p> Signup and view all the answers

<p>Voedsel komt in de luchtwegen. (C)</p> Signup and view all the answers

<p>Trachea en bronchi. (A)</p> Signup and view all the answers

<p>Ze houden de luchtpijp open. (A)</p> Signup and view all the answers

<p>Toedienen van extra zuurstof. (A)</p> Signup and view all the answers

<p>Na elf centimeter. (D)</p> Signup and view all the answers

<p>Het vangt deeltjes en reinigt de lucht. (D)</p> Signup and view all the answers

<p>Larynx. (C)</p> Signup and view all the answers

De hoeveelheid lucht die na rustige uitademing in de longen blijft (2,5 liter).

Het proces waarbij zuurstof en koolstofdioxide worden uitgewisseld in de longen.

De lucht in de longblaasjes die mengt met oude lucht en constante gasspanningen behoudt.

De totale hoeveelheid lucht die per minuut in- en uitgeademd wordt.

De extra lucht die je kunt inademen bovenop het normale ademteugvolume.

Het aantal ademhalingen per minuut in rust.

De hoeveelheid lucht die bij elke ademhaling wordt in- of uitgeademd.

De verhoging van ademhalingsfrequentie en teugvolume tijdens lichamelijke inspanning.

De hoeveelheid lucht die in rust in één ademteug ingeademd wordt, ongeveer 0,5 liter.

De hoeveelheid lucht die na een normale inademing nog extra ingeademd kan worden; gemiddeld 3 liter voor mannen en 2 liter voor vrouwen.

De hoeveelheid lucht die na een gewone uitademing nog extra uitgeademd kan worden; ongeveer 1 liter voor zowel mannen als vrouwen.

De hoeveelheid lucht die na een maximale uitademing maximaal kan worden ingeademd; gemiddeld 4,5 liter voor mannen en 3,5 liter voor vrouwen.

De verhoging van de druk in de buikholte door het aanspannen van de buikspieren en/of het laten dalen van het middenrif.

Mannen hebben gemiddeld grotere longen dan vrouwen, wat invloed heeft op ademvolumes.

De vitale capaciteit is afhankelijk van lengte, leeftijd en etniciteit.

De snelheid waarmee iemand een bepaalde hoeveelheid lucht kan verplaatsen is belangrijk voor de functionele toestand van de longen.

Een ademhalingsmethode waarbij vooral de buikspieren worden gebruikt.

Ademhalingstype waarbij de ribben worden opgetild en de thoraxwand beweegt.

Spier die de borstholte van de buikholte scheidt en belangrijk is voor ademhaling.

Spieren tussen de ribben die de thoraxwand bewegen tijdens ademhaling.

Het proces van uitademen waarbij het thoraxvolume verkleint.

Het onbewuste proces van ademhaling, dat reflexmatig verloopt.

Spieren in de hals en schoudergordel die helpen bij diep inademen.

Toename van longinhoud tijdens inademen door onderdruk.

Verbranding heeft zuurstof (O₂) nodig voor energieproductie.

Kooldioxide (CO₂) ontstaat tijdens verbranding in het lichaam.

Organen die zorgen voor zuurstoftoevoer en CO₂-afvoer.

Longblaasjes waar zuurstof naar bloed diffundeert.

Eiwit in bloed dat zuurstof vervoert naar weefsels.

Een aandoening waarbij ademhaling onvoldoende is.

Longontsteking; infectie van de longen.

Ingekakte long; lucht in de pleuraholte.

De som van ademvolume, inspiratoir en expiratoir reservevolume.

Ruimte in de luchtwegen zonder gaswisseling, onderverdeeld in anatomische en alveolaire dode ruimte.

Een maat voor de doorgankelijkheid van de luchtwegen.

Volume 'oude' lucht in de longen dat na een uitademing overblijft.

De hoeveelheid lucht die een persoon in één minuut in- en uitademt.

Stikstof wordt geademd maar doet niet mee aan gaswisseling.

Ruimte in de luchtwegen zonder gaswisseling door onbedekte wanden.

Dit orgaan voorkomt verslikken door de luchtwegen af te sluiten.

Buizen die lucht van en naar de longen transporteren.

De neus reinigt, verwarmt en bevochtigt de lucht.

De luchtpijp, een stevige maar flexibele buis, omgeven door kraakbeenringen.

De hoofdvertakkingen van de trachea naar de longen.

Kleine luchtzakjes in de longen waar gaswisseling plaatsvindt.

Aandoening waarbij de longblaasjes beschadigd zijn en kleiner oppervlak hebben.

Extra zuurstof kan helpen de alveolaire zuurstofconcentratie te verhogen.