Alzheimer: Symptomen en Diagnose

Wat is het meest onderscheidende kenmerk van corticale dementie in vergelijking met subcorticale dementie?

Welke van de volgende symptomen is het minst kenmerkend voor het dementiesyndroom, zoals beschreven in de tekst?

Wat is een belangrijk verschil in de symptomen van vroege versus latere stadia van de ziekte van Alzheimer?

Waarom is een heteroanamnese zo belangrijk bij de diagnose van de ziekte van Alzheimer?

Welke van de volgende voorbeelden illustreert het best een stoornis in het semantische geheugen bij een patiënt met de ziekte van Alzheimer?

Een patiënt met de ziekte van Alzheimer verdwaalt vaak in zijn eigen huis en heeft moeite met het dekken van de tafel. Welke functie is hier waarschijnlijk het meest aangetast?

Wat wordt bedoeld met 'prosopagnosie' en hoe manifesteert zich dit typisch bij patiënten met de ziekte van Alzheimer?

Apraxie is een symptoom dat vaak voorkomt in latere stadia van de ziekte van Alzheimer. Wat houdt apraxie in?

Welke van de volgende combinaties van kernsymptomen is het meest kenmerkend om de ziekte van Alzheimer te onderscheiden van dementie met Lewy-lichaampjes en frontotemporale dementie in een vroeg stadium?

Een patiënt vertoont een langzaam progressieve cognitieve achteruitgang, visuele hallucinaties en parkinsonisme. Welke bevinding zou het meest in tegenspraak zijn met een diagnose van dementie met Lewy-lichaampjes volgens Tabel 26.1?

Welke set van symptomen sluit het minst aan bij de diagnose frontotemporale dementie in de vroege stadia?

Welke van de volgende symptomen komt het meest overeen met gedragsproblemen die vaak voorkomen bij gevorderde stadia van dementie, ongeacht het type dementie?

Een patiënt met een bekende diagnose van de ziekte van Alzheimer begint nieuwe symptomen te vertonen, waaronder visuele hallucinaties en fluctuaties in cognitie. Wat is de meest accurate interpretatie van deze ontwikkeling?

Een geriater beoordeelt een patiënt met een voorgeschiedenis van progressieve gedragsveranderingen en taalstoornissen, maar met relatief behoud van het geheugen. Welke aanvullende bevinding zou het meest suggestief zijn voor frontotemporale dementie in plaats van de ziekte van Alzheimer?

Een neuroloog onderzoekt een patiënt met parkinsonisme en cognitieve achteruitgang. Welke van de volgende bevindingen zou het meest discriminerend zijn om te differentiëren tussen dementie met Lewy-lichaampjes en de ziekte van Parkinson met dementie?

Bij een patiënt met dementie worden herhaaldelijk paranoïde wanen geconstateerd waarbij hij ervan overtuigd is dat zijn bezittingen worden gestolen door familieleden. Wat is de meest passende benadering voor het omgaan met dit symptoom?

Naast plaques en tangles, welke andere neuropathologische veranderingen worden steeds vaker waargenomen bij mensen met de ziekte van Alzheimer op hogere leeftijd?

Mutaties in welk gen leiden rechtstreeks tot een afwijkende verwerking van APP en het neerslaan van amyloïd-β bij zeldzame familiaire vormen van de ziekte van Alzheimer?

Welke van de volgende behandelingen is specifiek gericht op de onderliggende oorzaak van de meest voorkomende neurodegeneratieve vormen van dementie?

Wat is het voornaamste effect van acetylcholinesteraseremmers bij de behandeling van de ziekte van Alzheimer?

Welke bijwerkingen komen het meest voor bij het gebruik van acetylcholinesteraseremmers?

Bij welke specifieke symptomen kunnen patiënten met dementie met Lewy-lichaampjes en met parkinsondementie aanzienlijk verbeteren bij behandeling met een acetylcholinesteraseremmer?

Wat is de effectiviteit van de NMDA-receptorantagonist memantine bij de behandeling van de ziekte van Alzheimer in vergelijking met acetylcholinesteraseremmers?

In welke situatie worden antipsychotica voorgeschreven bij patiënten met dementie?

Bij de beoordeling van hersenatrofie op een MRI-scan bij oudere patiënten met dementie, welke overweging is cruciaal?

Waarom wordt bij patiënten jonger dan 65 jaar met een vermoeden van dementie altijd beeldvormend onderzoek (CT of MRI) geadviseerd?

Wat is het primaire doel van beeldvormend onderzoek (CT of MRI) bij de diagnostiek van dementie?

Welke van de volgende onderzoeken heeft géén plaats in de routinediagnostiek van dementie?

In welke situatie is er een indicatie voor syfilisserologie bij patiënten met cognitieve klachten?

Wat is de belangrijkste reden om bij alle patiënten met cognitieve klachten bloedonderzoek te verrichten (Hb, Ht, MCV, BSE, glucose, TSH en creatinine)?

Neuropsychologisch onderzoek is nuttig bij de diagnostiek van dementie, omdat het...

Wanneer is een CT- of MRI-scan van de hersenen niet noodzakelijk bij de diagnose van dementie?

Wat is de primaire pathologische bevinding die geassocieerd is met vasculaire dementie veroorzaakt door 'small vessel disease'?

Welke van de volgende beweringen beschrijft het meest nauwkeurig de huidige behandelingsstrategieën voor vasculaire dementie?

Een patiënt vertoont traagheid, apathie en een langzaam progressieve cognitieve achteruitgang, met focale neurologische tekenen bij onderzoek. Welke vorm van dementie komt het meest overeen met deze presentatie?

Welke bevinding op een MRI-scan ondersteunt het meest de diagnose vasculaire dementie?

Bij dementie met Lewy-lichaampjes (DLB), wat is de tijdsrelatie tussen het begin van cognitieve stoornissen en parkinsonisme?

Welke klinische kenmerken onderscheiden dementie met Lewy-lichaampjes (DLB) van de ziekte van Alzheimer?

Een patiënt met dementie vertoont terugkerende visuele hallucinaties, fluctuaties in cognitie en parkinsonisme. Welke diagnose is het meest waarschijnlijk?

Welke slaapstoornis komt vaak voor bij dementie met Lewy-lichaampjes (DLB)?

Wat is een kenmerkend symptoom van semantische dementie in een vroeg stadium?

Welke van de volgende beweringen beschrijft het beste de spraak van een patiënt met semantische dementie?

Wat is een belangrijk verschil tussen primair progressieve afasie en semantische dementie in de vroege stadia?

Welke van de volgende symptomen is het meest kenmerkend voor de gedragsvariant van frontotemporale dementie (FTD)?

Wat is de prognose van patiënten met frontotemporale dementie (FTD) die ook amyotrofische lateraalsclerose (ALS) hebben?

Welke van de volgende onderzoeken is het meest geschikt om frontotemporale atrofie aan te tonen bij frontotemporale dementie (FTD)?

Welke van de volgende uitspraken over de pathogenese van frontotemporale dementie (FTD) is correct?

Bij een patiënt met verdenking op frontotemporale dementie (FTD) is heteroanamnese van groot belang. Waarom is dit zo cruciaal in de diagnostische procedure?

Wat is het kenmerkende verschil tussen de pathogenese van de ziekte van Alzheimer en dementie met Lewy-lichaampjes?

Welke van de volgende onderzoeken is het meest geschikt om de diagnose dementie met Lewy-lichaampjes te ondersteunen, gezien de rol van alfa-synucleïne?

Bij een patiënt met cognitieve achteruitgang wordt een MRI-scan uitgevoerd. Welke bevinding op de MRI zou het meest suggestief zijn voor subcorticale dementie?

Welke van de volgende omschrijvingen past het beste bij de klinische presentatie van subcorticale dementie?

Een patiënt vertoont progressieve geheugenstoornissen en ruimtelijk inzicht problemen. Welk type dementie is het meest waarschijnlijk?

Wat is het primaire doel van neuropsychologisch onderzoek bij de diagnose van dementie?

Een 70-jarige man wordt beoordeeld vanwege toenemende vergeetachtigheid. Zijn familie meldt dat hij moeite heeft om recente gebeurtenissen te onthouden en vaak dingen kwijtraakt. Verder is hij fysiek gezond en actief. Welk type geheugen is waarschijnlijk het meest aangetast bij deze persoon?

Een patiënt met dementie vertoont een apathisch gedrag en motorische traagheid, zonder duidelijke geheugenproblemen. Welk hersengebied is waarschijnlijk het meest aangedaan?

Wat is het primaire doel van een SPECT-scan bij de differentiaaldiagnose van dementie?

Bij welke van de volgende aandoeningen is de binding van een radioactief gelabelde stof aan de 'dopaminetransporter' doorgaans sterk verminderd, zoals vastgesteld middels een SPECT-scan?

Wanneer is neurologisch onderzoek bijzonder waardevol bij de diagnose van dementie?

Welk type cognitieve stoornissen helpt vooral om onderscheid te maken met de ziekte van Alzheimer, met name in een vroeg stadium?

Wat is een hypokinetisch-rigide syndroom, zoals dat soms wordt aangetroffen bij vasculaire dementie?

Bij welke van de volgende situaties is een SPECT-scan het meest geïndiceerd bij de diagnostiek van dementie?

Welk van de volgende onderzoeken behoort niet tot de routinematige diagnostiek van dementie, maar kan in specifieke gevallen wel van toegevoegde waarde zijn?

Stel: een patiënt vertoont symptomen die suggestief zijn voor dementie, maar de neuropsychologische testresultaten lijken inconsistent en passen niet bij een specifiek dementietype. Welke van de volgende vervolgstappen zou het meest waardevol zijn om de diagnose te verfijnen?

Welke van de volgende cognitieve functies wordt primair aangetast bij semantische dementie?

Wat is het primaire doel van het gebruik van acetylcholinesteraseremmers bij patiënten met dementie met Lewy-lichaampjes of parkinsondementie?

Waarom is het gebruik van klassieke antipsychotica zoals haloperidol riskant bij patiënten met Lewy-lichaampjes dementie?

Waarom is heteroanamnese cruciaal bij de diagnose van dementie, in het bijzonder bij de ziekte van Alzheimer?

Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van vasculaire cognitieve stoornissen zonder duidelijke beroerte?

Welke van de volgende behandelingen is het meest geschikt voor een patiënt met vasculaire dementie ten gevolge van multipele lacunaire infarcten?

Welke van de volgende factoren verhoogt het risico op zowel een beroerte als vasculaire dementie?

Welke van de volgende beweringen beschrijft het meest nauwkeurig de relatie tussen een beroerte en het ontwikkelen van vasculaire dementie?

Een patiënt met dementie heeft moeite met het herkennen van objecten, zelfs als ze vertrouwd zijn. Welke term beschrijft deze stoornis het best?

Memantine is een NMDA-receptorantagonist en werkt door overactiviteit van glutamaat neurotransmitter in de hersenen te remmen. Wat zou een potentieel nadeel kunnen zijn van het remmen van de glutamaat activiteit?

Een patiënt met dementie vertoont voornamelijk geheugenverlies, visuele hallucinaties en aandachtsproblemen. Waar bevinden de Lewy-lichaampjes zich waarschijnlijk?

Acetylcholinesteraseremmers worden vaak voorgeschreven bij de ziekte van Alzheimer. Wat is hun belangrijkste beoogde effect?

Wat is de meest effectieve strategie om potentieel schadelijke polyfarmacie te vermijden bij een oudere patiënt met dementie, gedragsproblemen en comorbiditeiten die verschillende medicijnen gebruikt?

Wat is een veelvoorkomende bijwerking van acetylcholinesteraseremmers die vaak de dosering beïnvloedt of leidt tot stopzetting van de medicatie?

Stel, een patiënt heeft symptomen die lijken op de ziekte van Parkinson, zoals motorische tremor, stijfheid en traagheid. Als Lewy-lichaampjes vooral in de hersenstam worden gevonden, welke invloed heeft dit dan op het klinische beeld?

Welke van de volgende geheugenstoornissen treedt meestal als eerste op bij de ziekte van Alzheimer, volgens de beschrijving?

Welke bevinding bij neuropsychologisch onderzoek is het meest suggestief voor frontotemporale dementie in vergelijking met de ziekte van Alzheimer?

Wat is het belangrijkste doel van heteroanamnese bij de diagnose van dementie?

Bij welke van de volgende aandoeningen is een shunt (drainagesysteem) in de hersenen een mogelijke behandeling?

Welke van de volgende beweringen over de erfelijkheid van frontotemporale dementie (FTD) is correct?

Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van cognitieve stoornissen en geheugenverlies bij een patiënt met een chronisch subduraal hematoom?

Welke van de volgende symptomen is het minst waarschijnlijk geassocieerd met vitamine B1-deficiëntie (Wernicke-Korsakoff syndroom)?

Een patiënt met cognitieve achteruitgang ondergaat een SPECT- of PET-scan. Welke bevinding zou, indien aanwezig, het meest suggestief zijn voor frontotemporale dementie?

Bij een patiënt met langzaam progressieve cognitieve achteruitgang wordt een MRI-scan van de hersenen uitgevoerd. Welke bevinding zou het meest suggestief zijn voor de diagnose van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob (CJD)?

Welke bevinding in het EEG is het meest suggestief voor de diagnose van de klassieke vorm van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob (sCJD)?

Wat is de functie van het progranuline-eiwit, gecodeerd door het progranuline-gen (GRN), en wat is het gevolg van een mutatie in dit gen met betrekking tot frontotemporale dementie (FTD)?

Welke van de volgende genetische mutaties is het meest waarschijnlijk geassocieerd met familiaire frontotemporale dementie (FTD)?

Wat is de betekenis van een verhoogde concentratie van het 14-3-3 eiwit in de liquor cerebrospinalis bij de diagnose van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob (CJD)?

Welke van de volgende behandelingen is specifiek gericht op het beheersen van de symptomen van epilepsie geassocieerd met geheugenverlies?

In welk stadium van syfilis kan dementie (Dementia Paralytica) zich ontwikkelen, indien onbehandeld?

Een patiënt met een genetische aanleg voor frontotemporale dementie (FTD) heeft een mutatie in het MAPT-gen. Wat is het directe gevolg van deze mutatie?

Een patiënt vertoont symptomen die wijzen op de ziekte van Creutzfeldt-Jakob (CJD). Welke van de volgende bevindingen in het liquoronderzoek zou, naast de 14-3-3 eiwit bepaling, de diagnose het meest ondersteunen, rekening houdend met differentiële diagnoses?

Corticale dementie

Subcorticale dementie

Dementiesyndroom

Ziekte van Alzheimer

Anterior episodisch geheugen

Retrograde episodisch geheugen

Semantisch geheugen

Afasie

Neuropsychologisch onderzoek

CT-scan

MRI-scan

Corticale atrofie

Hippocampusatrofie

Bloedonderzoek bij dementie

Differentiële diagnose ouderen

Neuropsychologisch profiel

Dementie met Lewy-lichaampjes

Frontotemporale dementie

Kernsymptomen van dementie

Ondersteunende symptomen

Symptomen die niet passen

Paranoïde wanen

Vroeg verlies van ziekte-inzicht

Neuropathologische veranderingen

Cerebrovasculaire afwijkingen

Corticale Lewy-lichaampjes

Familiaire vormen van Alzheimer

Amyloïd-β

Acetylcholinesteraseremmers

NMDA-receptorantagonist

Antipsychotica

Incontinentie

Apathie

Abulie

Primair progressieve afasie

Semantische dementie

Frontotemporale atrofie

Cortex

Genetische mutaties

Kleine vaatziekte

Vasculaire dementie

Symptomatische behandeling

Subcorticaal dementiesyndroom

Fluctuaties in cognitie

Parkinsonisme

Hypokinesie

Neurodegeneratieve aandoeningen

SPECT-scan

Hypokinetisch-rigide syndroom

Differentiële diagnose

Neurologisch onderzoek

Pathogenese

Lewy-lichaampjes

Alfa-synucleïne

Eosinofiele neuronale insluitlichaampjes

Cognitieve stoornissen

Diagnostiek bij dementie

Subcorticale dementie symptomen

Risicofactoren beroerte

Hypertensie

Diabetes mellitus

Corticaal begin

Hersenstambegin

Geheugenstoornissen

Tau-eiwitophopingen

Sensiele plaques

Prosopagnosie

Apraxie

Myoklonieën

Chronisch Subduraal Hematoom

Vitamine B1-deficiëntie

Heteroanamnese

SPECT/PET-scan

CJD hersengolven

MAPT-gen

14-3-3 eiwit

Progranuline-gen

Syfilis dementie

Epileptische amnesie

Liqouronderzoek

Genetische mutaties bij FTD