Biochemie 1

Choose a study mode

Play Quiz
Study Flashcards
Spaced Repetition
Chat to Lesson

Podcast

Play an AI-generated podcast conversation about this lesson
Download our mobile app to listen on the go
Get App

Questions and Answers

Wat is de belangrijkste factor die de reactiviteit van een atoom bepaalt?

  • Het aantal protonen in de kern.
  • Het aantal elektronen in de buitenste schil. (correct)
  • Het aantal neutronen in de kern.
  • Het totale aantal elektronen in alle schillen.

De octetregel stelt dat atomen altijd precies acht elektronen in hun buitenste schil moeten hebben om stabiel te zijn.

False (B)

Wat is de term voor de aantrekkingskracht van een atoom op elektronen in een chemische binding?

Elektronegativiteit

Een binding tussen twee atomen met een elektronegativiteitsverschil van 0,2 wordt beschouwd als ______.

<p>Apolair</p> Signup and view all the answers

Combineer de volgende soorten bindingen met hun juiste beschrijving:

<p>Ionische binding = Volledige overdracht van elektronen Covalente binding = Delen van elektronen Polaire binding = Ongelijke verdeling van elektronen Apolair binding = Gelijke verdeling van elektronen</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende is een correcte beschrijving van valentie-elektronen?

<p>Elektronen in de buitenste schil van een atoom die betrokken zijn bij chemische bindingen. (B)</p> Signup and view all the answers

Een molecuul met polaire bindingen is altijd een polair molecuul.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een waterstofbrug?

<p>Een aantrekkingskracht tussen een waterstofatoom gebonden aan een elektronegatief atoom en een ander elektronegatief atoom.</p> Signup and view all the answers

Stoffen die zowel een polair als een apolair deel hebben, kunnen als ______ functioneren.

<p>Emulgatoren</p> Signup and view all the answers

Match de volgende eigenschappen met de juiste toepassing:

<p>Polaire stoffen = Oplossen in water Apolair stoffen = Oplossen in vetten Waterstofbruggen = Stabiliseren van eiwitstructuren Ionische bindingen = Vormen van zouten</p> Signup and view all the answers

Waarom zijn waterstofbruggen essentieel voor het leven?

<p>Ze zorgen voor de unieke eigenschappen van water en stabiliseren biologische moleculen. (A)</p> Signup and view all the answers

Een covalente binding is altijd sterker dan een ionische binding.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is het belang van elektronegativiteit bij het bepalen of een molecuul polair is?

<p>Het verschil in elektronegativiteit tussen de atomen in een binding bepaalt of de binding polair is.</p> Signup and view all the answers

Het proces waarbij ionische verbindingen zich in water verspreiden, wordt ______ genoemd.

<p>Dissociatie</p> Signup and view all the answers

Match de volgende voorbeelden met hun bindingstype:

<p>NaCl (keukenzout) = Ionische binding Hâ‚‚O (water) = Polaire covalente binding CHâ‚„ (methaan) = Apolair covalente binding Eiwitten = Peptidebinding(covalente binding)</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen over atomen is correct?

<p>Atomen streven naar een stabiele elektronconfiguratie, vaak door het vormen van bindingen. (C)</p> Signup and view all the answers

De energie die vrijkomt bij het vormen van een chemische binding is altijd gelijk aan de energie die nodig is om die binding te verbreken.

<p>True (A)</p> Signup and view all the answers

Wat is het verschil tussen een polaire en een apolaire covalente binding?

<p>In een polaire covalente binding worden elektronen ongelijk verdeeld, terwijl in een apolaire covalente binding elektronen gelijk verdeeld worden.</p> Signup and view all the answers

De functionele groep _______ in een aminozuur is verantwoordelijk voor de zure eigenschappen van het molecuul.

<p>carboxyl</p> Signup and view all the answers

Match de volgende soorten aminozuren met hun algemene karakteristieken:

<p>Hydrofobe aminozuren = Vinden elkaar in het inwendige van een eiwitmolecuul Hydrofiele aminozuren = Interageren met water aan de buitenkant van een eiwitmolecuul Zure aminozuren = Bevatten een negatieve lading bij fysiologische pH Basische aminozuren = Bevatten een positieve lading bij fysiologische pH</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende interacties is GEEN belangrijke factor bij de vouwing en stabiliteit van eiwitten?

<p>Dubbele bindingen (D)</p> Signup and view all the answers

Peptidebindingen worden gevormd door de toevoeging van een watermolecuul.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Waarom is de volgorde van aminozuren in een eiwit cruciaal voor de functie?

<p>De aminozuurvolgorde bepaalt de 3D-structuur van het eiwit, die direct invloed heeft op de functie.</p> Signup and view all the answers

Een lange keten van aminozuren die met elkaar verbonden zijn via peptidebindingen staat bekend als een ______.

<p>polypeptide</p> Signup and view all the answers

Match de volgende soorten interacties met hun correcte beschrijvingen

<p>Hydrofobe interacties = Aantrekking tussen apolaire groepen in waterige omgeving Aantrekking tussen positieve en negatieve ladingen = Ionische bindingen (zoutbruggen) Covalente binding tussen cysteïne residuen = Zwavelbruggen</p> Signup and view all the answers

Hoe beïnvloedt een verandering in de aminozuurvolgorde de structuur van een eiwit?

<p>Het kan de vouwing, stabiliteit en dus de functie van het eiwit beïnvloeden. (A)</p> Signup and view all the answers

Alle aminozuren hebben dezelfde R-groep (zijgroep).

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van chaperonne-eiwitten bij de eiwitvouwing?

<p>Chaperonne-eiwitten helpen andere eiwitten correct te vouwen en voorkomen misvouwing.</p> Signup and view all the answers

De _______ structuur van een eiwit verwijst naar de lineaire volgorde van aminozuren.

<p>Primaire</p> Signup and view all the answers

Match de volgende concepten met de correcte beschrijving:

<p>Denaturatie = Verlies van de natuurlijke structuur van een eiwit Hydrolyse = Breken van peptidebindingen door toevoeging van water Quaternaire structuur = Arrangement van meerdere polypeptide ketens Peptidebinding = Covalente binding tussen aminozuren</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van ATP in cellen?

<p>Energie transport. (A)</p> Signup and view all the answers

Nucleotiden bestaan alleen uit een suiker en een base.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de algemene formule voor koolhydraten?

<p>$(CH_2O)_n$</p> Signup and view all the answers

Een vet, zoals olijfolie, is een voorbeeld van een __________ molecuul.

<p>lipide</p> Signup and view all the answers

Match de onderstaande lipiden met hun primaire functies

<p>Fosfolipiden = Belangrijk bestanddeel van celmembranen Triglyceriden = Energie opslag in vetweefsel Steroïden = Signaalmoleculen en membraan componenten Wassen = Beschermende laag op oppervlakken</p> Signup and view all the answers

Wat is de rol van een emulgator in een mengsel van olie en water?

<p>Het stabiliseert het mengsel door interactie aan te gaan met zowel olie als water. (D)</p> Signup and view all the answers

Verbindingen die de biochemie verstoren, hebben altijd een positief effect op levende organismen.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is een isomeer?

<p>Moleculen met dezelfde molecuulformule maar een verschillende structuur.</p> Signup and view all the answers

Welke van de volgende beweringen over valentie-elektronen is correct?

<p>Ze bepalen voornamelijk de reactiviteit van een atoom. (B)</p> Signup and view all the answers

Een covalente binding wordt gevormd door de overdracht van elektronen van het ene atoom naar het andere.

<p>False (B)</p> Signup and view all the answers

Wat is de betekenis van de octetregel in de context van chemische bindingen?

<p>De octetregel beschrijft het principe dat atomen de neiging hebben om acht elektronen in hun buitenste schil te verkrijgen door elektronen te delen, af te staan of op te nemen, waardoor ze een stabiele elektronische configuratie bereiken.</p> Signup and view all the answers

De polariteit van een binding wordt bepaald door het verschil in _________ tussen de atomen in de binding.

<p>elektronegativiteit</p> Signup and view all the answers

Combineer de volgende interacties met hun beschrijving.

<p>Waterstofbruggen = Zwakke aantrekkingskrachten tussen een waterstofatoom en een elektronegatief atoom Hydrofobe interacties = Aantrekking tussen niet-polaire moleculen in een waterige omgeving Ionische bindingen = Elektrostatische aantrekking tussen ionen met tegengestelde lading Covalente bindingen = Bindingen waarbij atomen elektronen delen</p> Signup and view all the answers

Flashcards

Wat is een atoom?

De kleinste stabiele eenheid van een element met een kern en elektronen.

Wat is de buitenste schil?

De buitenste schil van een atoom, die de reactiviteit bepaalt.

Wat zijn valentie-elektronen?

Elektronen in de buitenste schil die deelnemen aan chemische bindingen.

Wat is de octetregel?

Een regel die stelt dat atomen streven naar acht elektronen in hun buitenste schil.

Signup and view all the flashcards

Wat is elektronegativiteit?

De mate waarin een atoom elektronen aantrekt in een chemische binding.

Signup and view all the flashcards

Wat is een apolaire binding?

Een binding waarbij elektronen gelijkmatig worden gedeeld.

Signup and view all the flashcards

Wat is een polaire binding?

Een binding waarbij elektronen ongelijk worden gedeeld, wat resulteert in een partiële lading.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn waterstofbruggen?

Krachten tussen moleculen met een gedeeltelijke positieve en negatieve lading.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn eiwitten?

Eiwitten zijn lange ketens van aminozuren, verbonden door peptidebindingen.

Signup and view all the flashcards

Wat is een peptidebinding?

Een binding tussen twee aminozuren, gevormd door een watermolecuul af te splitsen.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn nucleotiden?

Organische moleculen opgebouwd uit een fosfaatgroep, een suikergroep en een stikstofbase.

Signup and view all the flashcards

Wat is een covalente binding?

Een binding waarbij elektronen gedeeld worden tussen atomen.

Signup and view all the flashcards

Wat is een ionische binding?

Een binding waarbij elektronen volledig overgedragen worden tussen atomen.

Signup and view all the flashcards

Wat is bindingsenergie?

De energie die nodig is om een chemische binding te verbreken.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn emulgatoren?

Moleculen die zowel polaire als apolaire eigenschappen hebben, waardoor ze in staat zijn om te mengen met zowel water als vetten.

Signup and view all the flashcards

Wat zijn lipiden?

Lipiden zijn biologische moleculen die slecht oplosbaar zijn in water.

Signup and view all the flashcards

Study Notes

Biochemische Moleculen

  • De les behandelt hoe biochemische moleculen in elkaar zitten.

Atomen

  • Atomen vormen de basis van alle materie.
  • Elektronenschillen (of orbitalen) zijn specifieke energieniveaus waarbinnen elektronen zich rond de kern van een atoom bevinden.
  • Valentie-elektronen zijn de elektronen in de buitenste schil van een atoom en bepalen de reactiviteit.
  • Reactiviteit wordt bepaald door elektronen in de buitenste schil, de valentie-elektronen.

Orbitalen

  • Orbitalen zijn gebieden rond de atoomkern waarbinnen de kans het grootst is een elektron aan te treffen.

Valentie-elektronen

  • Valentie-elektronen zijn elektronen in de buitenste schil die actief deelnemen aan chemische reacties.
  • Atomen streven naar een edelgasconfiguratie met een gevulde buitenste schil (octetregel), wat hun reactiviteit beïnvloedt.

Bindingen

  • Bindingen zijn verbindingen tussen atomen.
  • De octetregel stelt dat atomen de neiging hebben om een edelgasconfiguratie te bereiken, met acht elektronen in hun buitenste schil.
  • Natrium (Na) verliest 1 valentie-elektron en krijgt een neonconfiguratie (Na+).
  • Magnesium (Mg) verliest 2 valentie-elektronen en krijgt een neonconfiguratie (Mg2+).
  • Chloor (Cl) neemt 1 valentie-elektron op en krijgt een argonconfiguratie (Cl-).

Covalente Bindingen

  • Covalente bindingen ontstaan door het delen van elektronen tussen atomen.
  • Het aantal bindingen is gerelateerd aan het verschil tussen octet (8) en het aantal valentie-elektronen.
  • Koolstof (C) heeft 4 valentie-elektronen en heeft dus 4 elektronen nodig voor een octet.
  • Zuurstof (O) heeft 6 valentie-elektronen en heeft dus 2 elektronen nodig voor een octet.
  • Waterstof (H) is een uitzondering: de eerste schil heeft plek voor 2 elektronen, geen octet.

Ionische Bindingen

  • Ionische bindingen (zouten) ontstaan door de volledige overdracht van valentie-elektronen, meestal tussen een metaal en een niet-metaal.

Elektronegativiteit

  • Elektronegativiteit is de mate waarin een atoom elektronen aantrekt in een chemische binding.
  • Een C-H binding is niet polair, de electronegativiteit is 0.4
  • Polaire bindingen hebben een verschil in elektronegativiteit tussen 0,5 en 1,7.

Polair vs. Apolair

  • Polaire stoffen hebben een asymmetrische verdeling van lading (dipool).
  • Stoffen met O, N, F, S, Cl, Br of I zijn over het algemeen polair.
  • Apolaire stoffen, zoals koolwaterstoffen (alleen C en H atomen), hebben geen lading.

Elektronegativiteit

  • Gelijke elektronegativiteit tussen C-C bindingen.
  • Het verschil in elektronegativiteit voor C-H is 0.4
  • Het verschil in elektronegativiteit voor C-O is 1.0
  • Het verschil in elektronegativiteit voor O-H is 1.4
  • Het verschil in elektronegativiteit voor C-F is 1.5.

Polaire/Apolaire Bindingen

  • Apolaire bindingen hebben een verschil in elektronegativiteit van minder dan 0,5.
  • Polaire bindingen (gepolariseerd) hebben een verschil in elektronegativiteit tussen 0,5 en 1,7.

Waterstofbruggen

  • Stoffen met een NH of OH groep vormen waterstofbruggen, waardoor ze goed oplosbaar zijn in water.
  • Kookpunten zijn afhankelijk van waterstofbruggen (H2O heeft een kookpunt van 100°C).
  • Ionen kunnen oplossen in polaire oplosmiddelen.

Energie in Bindingen (Enthalpie)

  • Chemische bindingen bevatten energie.
  • De gemiddelde bindingsenergie in kJ/mol kan variëren tussen verschillende bindingen.

Voorbeelden van Biochemische Moleculen

  • Aminozuren zijn bouwstenen van eiwitten, met een α-koolstof, α-aminegroep, α-carboxylgroep en een restgroep (R).
  • Peptidebinding: een covalente chemische binding die twee aminozuurmoleculen verbindt.
  • Lange (poly)peptiden vormen eiwitten (proteïnen).
  • Eiwitten vouwen door hydrofobe interacties, waterstofbruggen, zoutbruggen en zwavelbruggen.
  • Nucleotiden (zoals ATP) spelen een hoofdrol in de glycolyse en de citroenzuurcyclus.
  • Alkaloiden en terpenen zijn secundaire metabolieten.
  • Morfine en sarine zijn drugs en toxische stoffen.

Studying That Suits You

Use AI to generate personalized quizzes and flashcards to suit your learning preferences.

Quiz Team

Related Documents

More Like This

Use Quizgecko on...
Browser
Browser