40 Meerkeuzevragen Vlaamse Primitieven PDF
Document Details
Uploaded by AffectionateOwl3944
Hogeschool Gent
Tags
Summary
Dit document bevat 40 meerkeuzevragen over de Vlaamse primitieven, een belangrijk onderdeel van de kunstgeschiedenis. De vragen behandelen verschillende aspecten van deze periode, zoals kunstenaars, technieken en opdrachtgevers.
Full Transcript
40 meerkeuzevragen op universitair niveau met antwoorden\ \ 1. De term 'Vlaamse primitieven' werd populair na:\ a) De ontdekking van nieuwe olieverftechnieken.\ b) De publicatie van een invloedrijk kunstgeschiedenisboek.\ c) Een grote overzichtstentoonstelling in Brugge in 1902.\ d) De erkenning van...
40 meerkeuzevragen op universitair niveau met antwoorden\ \ 1. De term 'Vlaamse primitieven' werd populair na:\ a) De ontdekking van nieuwe olieverftechnieken.\ b) De publicatie van een invloedrijk kunstgeschiedenisboek.\ c) Een grote overzichtstentoonstelling in Brugge in 1902.\ d) De erkenning van hun bijdrage aan het lineair perspectief.\ \ 2. Wat was een belangrijk verschil tussen de Vlaamse primitieven en hun Italiaanse tijdgenoten?\ a) De Vlaamse primitieven schilderden voornamelijk portretten, terwijl de Italianen zich richtten op religieuze taferelen.\ b) De Italiaanse kunstenaars gebruikten olieverf, terwijl de Vlaamse primitieven tempera gebruikten.\ c) De Vlaamse primitieven beheerste het lineair perspectief minder goed dan hun Italiaanse tijdgenoten.\ d) De Italiaanse kunstenaars waren minder geïnteresseerd in detailrealisme dan de Vlaamse primitieven.\ \ 3. Het historisch graafschap Vlaanderen:\ a) Omvatte precies hetzelfde gebied als het huidige Vlaanderen.\ b) Was groter dan het huidige Vlaanderen.\ c) Was kleiner dan het huidige Vlaanderen.\ d) Omvatte delen van Frankrijk en Duitsland.\ \ 4. De Bourgondische Nederlanden waren:\ a) Een centraal geregeerde staat met een sterke koning aan het hoofd.\ b) Een losse confederatie van verschillende vorstendommen onder één heerser.\ c) Een republiek met een gekozen president.\ d) Een kolonie van het Heilige Roomse Rijk.\ \ 5. Wie waren belangrijke opdrachtgevers voor de Vlaamse primitieven?\ a) Enkel de rijke burgerij en de geestelijkheid.\ b) Hertogen, rijke middenklasse, gilden, broederschappen en stadsbesturen.\ c) Alleen de adel en de koninklijke familie.\ d) Vooral buitenlandse verzamelaars en handelaren.\ \ 6. 'Conspicuous consumption' verwijst naar:\ a) Het vermijden van luxe goederen om bescheidenheid te tonen.\ b) Het kopen van luxe goederen om rijkdom te demonstreren.\ c) Het systematisch sparen van geld voor toekomstige investeringen.\ d) Het delen van rijkdom met de minderbedeelden.\ \ 7. 'Social emulation' beschrijft het fenomeen waarbij:\ a) Lagere klassen het gedrag van hogere klassen gaan imiteren.\ b) Hogere klassen de cultuur van lagere klassen overnemen.\ c) Sociale klassen volledig gescheiden blijven.\ d) Sociale mobiliteit onmogelijk wordt gemaakt.\ \ 8. De Moderne Devotie kenmerkte zich door:\ a) Een verwerping van religie en een focus op het aardse leven.\ b) Een verinnerlijking van het geloof en een grotere rol van de Bijbel in het persoonlijke leven.\ c) Een nadruk op uiterlijke rituelen en ceremonies.\ d) Een afwijzing van de leer van Christus.\ \ 9. 'Imitatio Christi' betekende:\ a) Het kritisch analyseren van de leer van Christus.\ b) Het persoonlijk nastreven van de levenswandel van Christus.\ c) Het verwerpen van de boodschap van Christus.\ d) Het schrijven van een biografie over Christus.\ \ 10. Welke kunstvorm bloeide sterk tijdens de 15e eeuw in de Bourgondische Nederlanden?\ a) Exclusief schilderkunst.\ b) Schilderkunst, edelsmeedkunst, perkamenten boeken en muziek.\ c) Sculptuur en architectuur.\ d) Keramiek en glaswerk.\ \ 11. Hoe werd een kunstenaar meester in de 15e eeuw?\ a) Door een examen af te leggen aan de universiteit.\ b) Door een leerperiode bij een meester en het maken van een meesterwerk.\ c) Door een erfelijke titel te ontvangen.\ d) Door een wedstrijd te winnen.\ \ 12. Wat waren voordelen van het lidmaatschap van een gilde voor kunstenaars?\ a) Sociale steun, economische bescherming en politieke representatie.\ b) Exclusieve toegang tot dure materialen.\ c) Vrijgesteld van belasting.\ d) Onbeperkte vrijheid om te werken.\ \ 13. Dendrochronologie is een methode om:\ a) De chemische samenstelling van verf te analyseren.\ b) De leeftijd van hout te bepalen.\ c) De stijl van een schilderij te classificeren.\ d) De geografische oorsprong van een schilderij te achterhalen.\ \ 14. Rogier van der Weyden werkte in:\ a) Enkel Doornik.\ b) Doornik en Brussel.\ c) Doornik, Brussel en Italië.\ d) Enkel Italië.\ \ 15. De 'Kruisafneming' van Rogier van der Weyden was oorspronkelijk bedoeld als:\ a) Privé-bezit van de hertog van Bourgondië.\ b) Altaarstuk voor een kruisboogschuttersgilde.\ c) Decoratie voor een koninklijk paleis.\ d) Deel van een groter religieus complex.\ \ 16. Wat is een kenmerk van de ruimtewerking in Rogier van der Weydens 'Kruisafneming'?\ a) Een breed, open landschap.\ b) Een diepe, perspectivische ruimte.\ c) Nauwelijks ruimte voor de figuren, focus op emotie.\ d) Een onlogische en chaotische ruimte.\ \ \ 17. Het 'Laatste Oordeel' van Rogier van der Weyden werd gemaakt voor:\ a) Een particulier.\ b) Een ziekenhuis.\ c) Een kathedraal.\ d) Een klooster.\ \ \ 18. De 'Kruisiging' van Rogier van der Weyden uit de tweede helft van de 15e eeuw kenmerkt zich door:\ a) Een overvloed aan narratieve details.\ b) Extreme soberheid in kleurpalet, textuur en details.\ c) Een levendig en kleurrijk palet.\ d) Een gebrek aan emotionele diepgang.\ \ \ 19. De functie van de 'Zeven Sacramenten' van Rogier van der Weyden is:\ a) Duidelijk gedocumenteerd.\ b) Onbekend.\ c) Exclusief bedoeld voor privé-gebruik.\ d) Gebruikt als een kerkelijke decoratie.\ \ 20. Jan van Eyck signeerde zijn werken met:\ a) Een anonieme monogram.\ b) Zijn volledige naam in het Latijn.\ c) 'Als ich xan' in het Limburgs.\ d) Een reeks symbolen.\ \ 21. Jan van Eyck werkte rond 1420-1424 als:\ a) Hofschilder voor de hertog van Bourgondië.\ b) Afbeeldingenschilder voor boeken bij de graaf van Holland.\ c) Architect voor de bouw van een kathedraal.\ d) Beeldhouwer voor een koninklijk paleis.\ \ \ 22. Het 'Lam Gods' van Jan van Eyck is een:\ a) Enkelvoudig paneel.\ b) Diptiek (tweeluik).\ c) Triptiek (drieluik).\ d) Polyptiek (veelluik).\ \ 23. De verticale lezing van het 'Lam Gods' symboliseert:\ a) De verschillende evangelisten.\ b) De Heilige Geest.\ c) De dood en opstanding van Christus.\ d) De vier elementen.\ \ 24. In het 'Lam Gods' onderscheiden Adam en Eva zich door:\ a) Hun luxueuze gewaden.\ b) Hun serene uitstraling.\ c) Hun naaktheid en donkere nissen.\ d) Hun centrale positie in de compositie.\ \ 25. Het 'Portret van Arnolfini en zijn vrouw' wordt geïnterpreteerd als:\ a) Een puur decoratief portret.\ b) Een huwelijksportret en mogelijk een visueel huwelijkscontract.\ c) Een portret ter nagedachtenis van een overleden kind.\ d) Een allegorie van de dood.\ \ 26. 'Disguised symbolism' in de Vlaamse primitieven verwijst naar:\ a) Duidelijke en expliciete symbolen.\ b) Verborgen symbolische betekenissen in alledaagse voorwerpen.\ c) Een gebrek aan symboliek in hun werken.\ d) Exclusief religieuze symbolen.\ \ 27. De 'Madonna met kanunnik Joris van der Paele' heeft een:\ a) Puur religieuze functie.\ b) Memoriefunctie, ook als epitaaf.\ c) Politieke functie.\ d) Geen specifieke functie.\ \ \ 28. Dieric Bouts wordt gekenmerkt door:\ a) Levendige en emotionele schilderijen.\ b) Harmonische composities en een 'schilder van de stilte' stijl.\ c) Chaotische en onlogische composities.\ d) Een gebrek aan realisme.\ \ 29. Het 'Laatste Avondmaal' van Dieric Bouts actualiseert de gebeurtenis door:\ a) Het te situeren in het 15e-eeuwse Leuven.\ b) Het te plaatsen in een Bijbels landschap.\ c) Het te schilderen in een abstracte stijl.\ d) Het te presenteren als een mythisch verhaal.\ \ \ 30. De 'Rechtvaardigheid van keizer Otto III' is een:\ a) Religieus schilderij.\ b) Portret van een historische figuur.\ c) Rechtvaardigheidstafereel.\ d) Landschapsschilderij.\ \ 31. Hans Memling staat bekend om:\ a) Zijn beperkte oeuvre.\ b) Zijn grote en bewaard gebleven oeuvre, evenals internationale kopers.\ c) Zijn radicale breuk met de traditie van de Vlaamse primitieven.\ d) Zijn focus op religieuze thema's.\ \ 32. Het 'Johannesretabel' van Memling werd besteld door:\ a) De hertog van Bourgondië.\ b) Een rijke koopman.\ c) Geestelijken van het Sint-Janshospitaal.\ d) Een particulier.\ \ 33. In het 'Diptiek van Maarten van Nieuwenhove' vernieuwde Memling de:\ a) Gebruikte verftechnieken.\ b) Traditionele donkere achtergrond.\ c) Het driekwartsprofiel, diepte.\ d) Beeldspraak.\ \ 34. Claus Sluter staat bekend om:\ a) Zijn schilderijen.\ b) Zijn vrijstaande beeldhouwkunst.\ c) Zijn miniaturen.\ d) Zijn architectuur.\ \ \ 35. De 'Mozesput' van Claus Sluter bevindt zich:\ a) Buiten het kartuizerklooster.\ b) In de kerk van het kartuizerklooster.\ c) Binnenplein kartuizerklooster.\ d) In een privécollectie.\ \ \ 36. De 'Pleurants' van Claus Sluter zijn:\ a) Grote, monumentale beelden.\ b) Kleine, individuele beeldjes in een rouwstoet.\ c) Abstracte sculpturen.\ d) Architectonische elementen.\ \ 37. De Habsburgse Nederlanden werden gekenmerkt door:\ a) Een sterke lokale autonomie.\ b) Een centraliseringspolitiek van Karel V.\ c) Een complete afwezigheid van conflicten.\ d) Een stabiele economische situatie.\ \ 38. De Kleine IJstijd had invloed op:\ a) Alleen de landbouw.\ b) De schilderkunst en de maatschappelijke situatie.\ c) De politieke situatie, maar niet de kunst.\ d) Geen merkbare invloed op de samenleving.\ \ 39. Gerard David combineerde invloeden van:\ a) Exclusief Italiaanse Renaissance-kunstenaars.\ b) Italiaanse Renaissance en Vlaamse meesters.\ c) De gotiek en de barok.\ d) Noordelijke en zuidelijke Renaissance-kunstenaars.\ \ 40. Het 'Oordeel van Cambyses' van Gerard David is een:\ a) Religieus schilderij.\ b) Portret van een historische figuur.\ c) Gerechtigheidstafereel.\ d) Landschapsschilderij.\ \ ANTWOORDEN:\ \ 1. c\ 2. c\ 3. c\ 4. b\ 5. b\ 6. b\ 7. a\ 8. b\ 9. b\ 10. b\ 11. b\ 12. a\ 13. b\ 14. c\ 15. b\ 16. c\ 17. b\ 18. b\ 19. b\ 20. c\ 21. b\ 22. d\ 23. b\ 24. c\ 25. b\ 26. b\ 27. b\ 28. b\ 29. a\ 30. c\ 31. b\ 32. c\ 33. c\ 34. b\ 35. c\ 36. b\ 37. b\ 38. b\ 39. b\ 40. c\ \ \ "Zorg ervoor dat u uw vragen en antwoorden zorgvuldig controleert voordat u ze gebruikt."