De Gewone Wetgevingsprocedure in Detail PDF
Document Details
Uploaded by EnergeticImagery
Tags
Summary
Dit document beschrijft de gewone wetgevingsprocedure van de Europese Unie. De procedure start met een voorstel van de Europese Commissie en voert vervolgens verschillende stappen zoals goedkeuring door het Europees Parlement en de Raad.
Full Transcript
DE GEWONE WETGEVINGSPROCEDURE IN DETAIL 1. Het wetsvoorstel De Europese Commissie doet een wetsvoorstel aan de Raad en het Europees Parlement. Terzelfder tijd stuurt ze het voorstel naar de nationale parlementen voor onderzoek. Wetsvoorstellen worden door de leden van de Commissie met of zonder di...
DE GEWONE WETGEVINGSPROCEDURE IN DETAIL 1. Het wetsvoorstel De Europese Commissie doet een wetsvoorstel aan de Raad en het Europees Parlement. Terzelfder tijd stuurt ze het voorstel naar de nationale parlementen voor onderzoek. Wetsvoorstellen worden door de leden van de Commissie met of zonder discussie aangenomen. In principe kan alleen de Commissie een wetgevende procedure starten. Maar het Parlement en de Raad kunnen de Commissie wel vragen om een wetsvoorstel te formuleren. In een aantal specifieke gevallen kunnen ook andere instellingen een wetgevingsprocedure starten: de Europese Centrale Bank, de Europese Investeringsbank en het Europees Gerechtshof. Dat kan ook door minstens een kwart van de lidstaten in geval van gerechtelijke samenwerking (criminele zaken) en politiesamenwerking. Ten slotte kunnen ook EU-burgers een wetgevingsprocedure starten, op voorwaarde dat een voorstel door minstens 1 miljoen EU-burgers ondertekend werd (het zogenaamde ’Europees Burgerinitiatief’). 2. 1ste lezing Het Europees Parlement onderzoekt het voorstel van de Commissie en kan het ofwel: aannemen; amendementen (= voorstellen tot wijziging) indienen. Nadien kan de Raad: het standpunt van het Parlement aanvaarden: de wet is aangenomen; zelf het standpunt van het Parlement amenderen: het voorstel keert terug naar het Parlement voor een 2de lezing. De 1ste lezing heeft geen tijdslimiet. De 1ste lezing kan voorafgegaan worden door een tussenstap om sneller tot een akkoord te komen: Trilogen: de Raad, het Parlement en de Commissie kunnen informele gezamenlijke vergaderingen (= trilogen) beleggen waarin vertegenwoordigers van de 3 instellingen zetelen. De discussies kunnen louter technisch zijn (ambtenaren) of politiek (ministers en EU-commissarissen). Het resulterende akkoord blijft informeel en moet nadien volgens de respectievelijke interne regels door elk van de 3 instellingen goedgekeurd worden. Algemene benadering: alvorens het Parlement zijn standpunt inneemt, kan de Raad met dit document het Parlement inlichten over zijn positie t.a.v. het wetsvoorstel van de Commissie. 3. 2de lezing Het Europese Parlement onderzoekt het standpunt (amendering) van de Raad en kan vervolgens het voorstel ofwel: goedkeuren: de wet is aangenomen; verwerpen: de wet wordt niet van kracht en de procedure eindigt; amendementen indienen en het voorstel terugsturen naar de Raad voor een 2de lezing. De Raad onderzoekt de 2de lezing door het Parlement en kan ofwel: de amendementen van het Parlement goedkeuren: de wet is aangenomen; de amendementen niet goedkeuren: het verzoeningscomité wordt ingesteld. De 2de lezing heeft een deadline van 3 maanden voor elke instelling, indien nodig verlengd met 1 maand. 4. Bemiddeling Er treedt een bemiddelingscomité in werking als de Raad niet alle amendementen van het Parlement na een 2de lezing goedkeurt. Het bestaat uit een gelijk aantal leden van het Parlement en vertegenwoordigers van de Raad. Het moet een akkoord vinden over een tekst die voor beide instellingen aanvaardbaar is. Het comité kan ofwel: Niet akkoord gaan over een gezamenlijke tekst: de wetgeving wordt niet aangenomen en de procedure eindigt; Akkoord gaan over een gezamenlijke tekst: de tekst wordt naar het Parlement en de Raad gestuurd voor een 3de lezing. Het bemiddelingscomité moet binnen de 6 à 8 weken ingesteld worden. Vervolgens heeft het 6 weken om tot een gezamenlijke tekst te komen. 5. 3de lezing Het Europees Parlement onderzoekt de gezamenlijke tekst en kan ofwel: De tekst verwerpen of er geen gevolg aan geven: het voorstel wordt niet aangenomen en de procedure eindigt; De tekst goedkeuren: als de Raad hetzelfde doet, is de wet aangenomen; De Raad onderzoekt de tekst en kan ofwel: De tekst verwerpen of er geen gevolg aan geven: het voorstel gaat niet van kracht en de procedure eindigt; De tekst goedkeuren: als het Parlement hetzelfde doet, is de wet aangenomen. Het Parlement en de Raad hebben 6 weken tijd voor de 3de lezing, beginnend vanaf de datum waarop de gezamenlijke tekst werd goedgekeurd.