BTW vragen (PDF)

**BTW** **1. Vier indirecte belastingen en hun toepassingsgebied** - **BTW (Belasting over de Toegevoegde Waarde)**: Toegepast op leveringen van goederen, diensten, invoer en intracommunautaire verwervingen. - **Registratierechten**: Geheven bij de registratie van bepaalde akten,...

**BTW** **1. Vier indirecte belastingen en hun toepassingsgebied** - **BTW (Belasting over de Toegevoegde Waarde)**: Toegepast op leveringen van goederen, diensten, invoer en intracommunautaire verwervingen. - **Registratierechten**: Geheven bij de registratie van bepaalde akten, zoals vastgoedtransacties. - **Successierechten/erfbelasting**: Van toepassing op de nalatenschap bij overlijden. - **Douanerechten**: Toegepast bij de invoer van goederen vanuit niet-EU-landen. **2. Beschrijving van BTW met voorbeeld** **BTW** is een verbruiksbelasting die de eindverbruiker draagt. Kenmerken: - **Indirecte belasting**: Geheven op leveringen, diensten, invoer en intracommunautaire verwervingen. - **Neutraliteit**: Enkel de toegevoegde waarde wordt belast, en ondernemers kunnen input-BTW aftrekken. **Voorbeeld**: - A koopt goederen voor €200 + €42 BTW. - A verkoopt aan B voor €600 + €126 BTW. - A betaalt aan de overheid: €126 - €42 = €84 (BTW op de toegevoegde waarde). **3. Praktische benadering van een BTW-vraagstuk** Bij de analyse van een BTW-vraagstuk worden de volgende vragen gesteld: 1. Is de handeling belastbaar? 2. Wordt voldaan aan de voorwaarden voor belastbare handelingen? 3. Wat is de plaats van de handeling? 4. Is er een vrijstelling mogelijk? 5. Wat is het tijdstip van de handeling? 6. Wat is de maatstaf van heffing en het toepasselijke tarief? 7. Wie is de schuldenaar van de BTW? 8. Is de betaalde BTW aftrekbaar?. **4. Wie is BTW-belastingplichtige en hun rol** Een BTW-belastingplichtige is een natuurlijke of rechtspersoon die regelmatig economische activiteiten uitvoert (zoals handel, productie, dienstverlening). **Rol**: - Zij dragen de BTW af die ze bij klanten innen. - Zij hebben recht op aftrek van voorbelasting (input-BTW). - Ze moeten BTW-aangiften indienen en voldoen aan administratieve verplichtingen. **5. Wanneer ontstaat de BTW-plicht en wanneer eindigt deze?** - **Ontstaan**: De BTW-plicht begint zodra een ondernemer ondubbelzinnige daden stelt om belastbare handelingen te verrichten. - **Einde**: De BTW-plicht stopt bij volledige en definitieve stopzetting van economische activiteiten. - **Formaliteiten**: Activiteitsaangifte (e604), wijzigingsaangifte (e604B), of stopzettingsaangifte (e604C). **6. Is de overheid een BTW-belastingplichtige?** Overheden zijn in principe **geen** BTW-belastingplichtigen voor activiteiten die ze in het kader van hun overheidsfunctie uitvoeren.\ **Uitzonderingen**: - Als deze activiteiten tot concurrentieverstoring leiden (bijv. exploitatie van een sportcomplex). **7. Toevallige BTW-plichtigen (toepassingsgebied + gevolgen)** **Toepassingsgebied**: - Levering van een nieuw gebouw (art. 8 WBTW). - Intracommunautaire levering van een nieuw vervoermiddel (art. 8bis WBTW). **Gevolgen**: - Toevallige belastingplichtigen zijn onderworpen aan 21% BTW op de levering. - Zij verkrijgen recht op aftrek van input-BTW die eerder is betaald. **8. Vrijgestelde BTW-plichtigen (3 voorbeelden + gevolgen van vrijstelling)** **Voorbeelden**: 1. Medische beroepen (artsen, tandartsen). 2. Onderwijsinstellingen. 3. Banken en verzekeringsinstellingen. **Gevolgen**: - Geen recht op aftrek van input-BTW. - Geen BTW-aangifteverplichting. - Geen mogelijkheid om BTW te rekenen aan klanten. **9. Vrijgestelde kleine ondernemingen** **Wie valt onder de regeling?**\ Ondernemingen met een jaarlijkse omzet lager dan €25.000 kunnen opteren voor een vrijstelling. **Gevolgen**: - Geen BTW aanrekenen op verkopen. - Geen recht op aftrek van input-BTW. - Verminderde administratieve verplichtingen. **10. Wat is een BTW-eenheid en welke gevolgen heeft dit?** **BTW-eenheid**: Een groep van ondernemingen die economisch, financieel, en organisatorisch met elkaar verbonden zijn. Zij worden door de belastingadministratie beschouwd als één belastingplichtige. **Gevolgen**: - Geen BTW tussen de leden van de eenheid (voor interne transacties). - Eén lid vervult de aangifte- en betalingsverplichtingen voor de hele eenheid. - Gezamenlijke aansprakelijkheid voor BTW-schulden. **11. Wat is een gemengde BTW-plichtige en een gedeeltelijke BTW-plichtige?** - **Gemengde BTW-plichtige**: Verricht zowel handelingen met recht op aftrek (belastbare handelingen) als handelingen zonder recht op aftrek (vrijgestelde handelingen).\ **Voorbeeld**: Een universiteit geeft vrijgesteld onderwijs, maar organiseert ook congressen waarvoor BTW wordt geheven. - **Gedeeltelijke BTW-plichtige**: Heeft een beperkt recht op aftrek van voorbelasting, gebaseerd op het verhoudingsgetal of het werkelijk gebruik van goederen en diensten. **12. Welke zijn de vier categorieën belastbare handelingen?** 1. **Leveringen van goederen**: De overdracht van goederen onder bezwarende titel. 2. **Diensten**: Handelingen die geen levering van goederen zijn, zoals advies of onderhoud. 3. **Invoer**: Het binnenbrengen van goederen vanuit een niet-EU-land. 4. **Intracommunautaire verwervingen**: Het verkrijgen van goederen van een andere EU-lidstaat. **13. Bespreek het begrip "levering" in de BTW-wetgeving** Een levering is de overdracht van de macht om als eigenaar over een goed te beschikken. - Dit omvat juridische en/of economische eigendomsoverdracht (bijv. verkoop, inbreng, ruil). - **Voorbeeld**: Een bouwbedrijf verkoopt een woning aan een particulier, waarbij de woning als nieuw wordt beschouwd (tot twee jaar na eerste ingebruikname). **14. Wat verstaat het BTW-Wetboek onder het begrip goederen?** - **Goederen**: Lichamelijke zaken, zoals meubels, elektriciteit, en gas. - **Bijzonderheden**: Onroerende goederen worden als goederen beschouwd als ze nieuw zijn of na ingrijpende verbouwingen. **15. Wat zijn onttrekkingen en ingebruiknemingen? Geef enkele voorbeelden. Bespreek de BTW-gevolgen.** - **Onttrekking**: Een goed dat eerder voor economische activiteit werd gebruikt, wordt onttrokken voor privédoeleinden of niet-economische doelen. - **Voorbeeld**: Een ondernemer gebruikt een zakelijke auto voor privégebruik. - **Gevolg**: BTW is verschuldigd op de oorspronkelijke aankoopprijs. - **Ingebruikneming**: Een goed wordt in gebruik genomen voor economische doeleinden. - **Voorbeeld**: Een ondernemer koopt een machine en gebruikt deze in zijn bedrijf. - **Gevolg**: Recht op aftrek van voorbelasting. **16. Wat is een overbrenging en welke gevolgen heeft dit?** Een overbrenging is de fysieke verplaatsing van bedrijfsgoederen van een EU-lidstaat naar een andere lidstaat zonder eigendomsoverdracht. - **BTW-gevolgen**: - Vrijgestelde intracommunautaire levering in de lidstaat van vertrek. - Belastbare intracommunautaire verwerving in de lidstaat van aankomst. **17. Welke tussenpersonen bestaan er in de BTW-wetgeving? Bespreek de BTW-behandeling.** - **Commissionairs**: Handelen in eigen naam, maar voor rekening van een ander. - **Behandeling**: De commissionair wordt gezien als koper/verkoper en berekent BTW op basis van zijn commissieloon. - **Lasthebbers**: Handelen in naam en voor rekening van een ander. - **Behandeling**: De BTW wordt berekend op de prestatie van de opdrachtgever. **18. Bespreek de specifieke commissionairsfictie voor elektronische interfaces** - **Wat**: Platforms zoals Amazon en Bol.com worden geacht goederen te kopen en te verkopen bij B2C-transacties die zij faciliteren. - **Toepassingen**: - Verkoop op afstand vanuit een derde land met een waarde ≤ €150. - Verkoop binnen de EU door een niet-EU-belastingplichtige aan particulieren. - **Gevolgen**: Het platform is verantwoordelijk voor de afdracht van BTW. **19. Welke overdracht is geen levering in de zin van het BTW-Wetboek? Bespreek de gevolgen.** - **Geen levering**: Overdracht van een algemeenheid van goederen (bijvoorbeeld een volledige bedrijfstak). - **Gevolgen**: - Geen BTW verschuldigd. - Geen herziening van eerder afgetrokken BTW. **20. Bespreek de twee schema's die betrekking hebben op intracommunautaire leveringen van goederen** 1. **Intracommunautaire levering**: - Vrijgesteld in het land van vertrek als de koper BTW-aangifte doet in het land van aankomst. 2. **Intracommunautaire verwerving**: - Belastbaar in het land van aankomst. - Voorwaarde: Goederen moeten fysiek worden verplaatst naar een andere EU-lidstaat. **21. Bespreek de schema's binnenlandse handeling, invoer en uitvoer (zie nota's).** - **Binnenlandse handeling**: Levering van goederen of diensten binnen België. BTW wordt berekend en betaald in België. - **Invoer**: Binnenbrengen van goederen vanuit een niet-EU-land. BTW is verschuldigd bij het invoeren in België. - **Uitvoer**: Levering van goederen naar een niet-EU-land. Uitvoer is vrijgesteld van BTW, met behoud van het recht op aftrek. **22. Pas de verschillende schema's toe aan de hand van concrete casussen.** - **Binnenlandse handeling**: Een Belgische winkel verkoopt een laptop aan een Belgische klant. BTW-tarief is 21%. - **Invoer**: Een Belgische onderneming importeert machines uit de VS. BTW is verschuldigd bij de douane. - **Uitvoer**: Een Belgische fabrikant levert goederen aan een klant in Canada. Geen BTW-heffing, want uitvoer is vrijgesteld. **23. Bespreek de plaats van de levering.** - **Algemene regel**: De plaats van de levering is waar het goed zich bevindt op het moment van de overdracht (art. 14 WBTW). - **Uitzonderingen**: - Goederen met vervoer: Plaats van vertrek. - Leveringen met montage: Plaats van montage. - Gas en elektriciteit: Plaats van verbruik. **24. Bespreek de intracommunautaire verkopen op afstand.** - Intracommunautaire verkopen op afstand betreffen leveringen aan particulieren in andere EU-lidstaten. - **Plaats van levering**: Land van de koper (indien drempel van €10.000 wordt overschreden). - BTW wordt afgedragen in het land van aankomst, mogelijk via de OSS-regeling. **25. Bespreek de verkopen op afstand van goederen van buiten de EU.** - **Regel**: BTW is verschuldigd in de EU-lidstaat van aankomst van de goederen. - **Bijzondere regeling (IOSS)**: - Geldt voor zendingen met een waarde ≤ €150. - BTW wordt geheven bij verkoop en niet bij invoer. - Niet van toepassing op accijnsgoederen. **26. Bespreek de opeisbaarheid van de BTW bij een gewone binnenlandse levering. Geef een voorbeeld.** - **Regel**: BTW wordt opeisbaar: - Op de factuurdatum. - Of bij niet-tijdige facturering: de 15e van de maand volgend op de levering. - **Voorbeeld**: - Datum levering: 10 mei. - Factuurdatum: 5 juni. - BTW opeisbaar op 15 juni (bij niet-tijdige facturering). **27. Bespreek de opeisbaarheid van de BTW bij een vrijgestelde intracommunautaire levering/belastbare intracommunautaire verwerving. Geef een voorbeeld.** - **Vrijgestelde levering**: BTW opeisbaar op factuurdatum of 15e van de maand volgend op de levering. - **Belastbare verwerving**: BTW opeisbaar bij ontvangst van de goederen of de factuur. - **Voorbeeld**: - Levering: 10 april. - Factuur: 5 mei. - BTW opeisbaar op 15 mei. **28. Wat zijn diensten voor de BTW-wetgeving? Geef enkele voorbeelden.** Een dienst is elke handeling die geen levering van een goed is.\ **Voorbeelden**: - Juridisch advies. - Herstelling van machines. - Telecommunicatie. - Schoonmaakdiensten. **29. In het BTW-Wetboek worden bepaalde handelingen met een belastbare dienst gelijkgesteld. Geef twee voorbeelden.** 1. Gebruik van bedrijfsgoederen voor privédoeleinden (art. 19, §1 WBTW). 2. Eigen werk in onroerende staat (art. 19, §2 WBTW). **30. Bespreek kort de plaats van de dienst.** - **B2B**: Plaats van de ontvanger (vestigingsplaats afnemer). - **B2C**: Plaats van de dienstverlener. - **Uitzonderingen**: - Diensten met betrekking tot onroerende goederen: Plaats van het onroerend goed. - Personenvervoer: Plaats waar het vervoer plaatsvindt. **31. Wat wordt bedoeld met "B2B" en "B2C"?** - **B2B**: Business-to-Business. Transacties tussen BTW-plichtigen. - **B2C**: Business-to-Consumer. Transacties tussen een BTW-plichtige en een consument. **32. Bespreek de twee hoofdcriteria om de plaats van de dienst te bepalen.** 1. **B2B-regel**: De plaats is waar de ontvanger van de dienst is gevestigd. 2. **B2C-regel**: De plaats is waar de dienstverlener is gevestigd. **33. Geef drie algemene uitzonderingen inzake de plaats van de dienst en geef van elk een voorbeeld.** 1. **Onroerende goederen**: Plaats waar het goed zich bevindt.\ *Voorbeeld*: Renovatie van een woning in Nederland. 2. **Personenvervoer**: Plaats waar het vervoer plaatsvindt.\ *Voorbeeld*: Treinreis van België naar Duitsland. 3. **Toegang tot evenementen**: Plaats waar het evenement plaatsvindt.\ *Voorbeeld*: Concert in Parijs. **34. Geef drie specifieke uitzonderingen inzake de plaats van de dienst in een B2C-relatie en geef van elk een voorbeeld.** 1. **Elektronische diensten**: Plaats waar de klant woont.\ *Voorbeeld*: Netflix-abonnement in België. 2. **Intracommunautair goederenvervoer**: Plaats van vertrek.\ *Voorbeeld*: Transport van Frankrijk naar België. 3. **Korte termijn verhuur van voertuigen**: Plaats waar het voertuig wordt afgehaald.\ *Voorbeeld*: Autoverhuur in Spanje voor vakantie. **35. Bespreek de opeisbaarheid van de BTW bij diensten.** - BTW wordt opeisbaar: - Bij facturering: op de factuurdatum. - Bij niet-tijdige facturering: op de 15e van de maand na de dienst. - Bij betaling vóór de dienst: op de betaaldatum. **36. Bespreek de bijzondere regeling voor vouchers (wat, soorten en btw-behandeling).** - **Wat**: Een voucher is een instrument dat recht geeft op een levering of dienst als tegenprestatie. - **Soorten**: 1. **Voucher voor enkelvoudig gebruik**: - BTW verschuldigd bij uitgifte. - Geen BTW bij inwisseling. 2. **Voucher voor meervoudig gebruik**: - Geen BTW bij uitgifte. - BTW verschuldigd bij inwisseling. **37. Wat is invoer en waar wordt de invoer geacht plaats te hebben?** - **Invoer**: Het binnenbrengen van goederen uit een niet-EU-land naar een EU-lidstaat. - **Plaats van invoer**: De plaats waar de goederen in de EU worden binnengebracht of aan een bijzondere douaneregeling worden onttrokken. **38. Wat is een intracommunautaire verwerving van goederen?** Dit betreft het verkrijgen van goederen van een andere EU-lidstaat onder bezwarende titel, waarbij de goederen worden verzonden of vervoerd naar de lidstaat van de koper. **39. Onder welke voorwaarden is een intracommunautaire verwerving van goederen aan BTW onderworpen?** 1. De koper is een BTW-plichtige of een niet-BTW-plichtige rechtspersoon. 2. De goederen worden verzonden of vervoerd tussen twee EU-lidstaten. 3. De verwerving is tegen vergoeding. **40. Onder welke voorwaarden is een intracommunautaire verwerving van goederen NIET aan BTW onderworpen?** 1. De koper is een lid van de \"bende van vier\" (bijv. vrijgestelde kleine onderneming) en blijft onder de drempel van €11.200. 2. Het betreft accijnsproducten. 3. De goederen zijn van margeregeling-goederen. **41. Wat is het gevolg indien een particulier een nieuwe auto aankoopt in het buitenland?** - Bij de aankoop van een nieuwe auto binnen de EU door een particulier: - BTW wordt geheven in het land van registratie (bijv. België). - De particulier moet de BTW aangeven en betalen bij invoer. **42. Bespreek de plaats van de intracommunautaire verwerving van goederen.** De plaats van verwerving is waar de goederen aankomen en in gebruik worden genomen (land van bestemming). Bij twijfel wordt de plaats bepaald door het land dat het BTW-nummer van de koper heeft toegekend. **43. Bespreek de maatstaf van heffing inzake BTW.** - **Algemene regel**: Het bedrag dat de koper aan de verkoper moet betalen (art. 26 WBTW). - **Inclusief**: - Kosten voor transport, verzekering, en belastingen (behalve BTW zelf). - **Exclusief**: - Kortingen en statiegeld voor verpakkingen. **44. Voor welke handelingen bestaat er een minimummaatstaf van heffing inzake BTW?** 1. Leveringen van nieuwe gebouwen en bijbehorende grond. 2. Werkzaamheden aan nieuwe gebouwen. 3. Verhuur van nieuwe gebouwen onder optionele BTW-heffing. 4. Leveringen aan verbonden partijen, waarbij de vergoeding lager is dan de normale waarde. **45. Welke btw-tarieven bestaan er in België?** 1. **0%**: Dagbladen en bepaalde weekbladen. 2. **6%**: Basisgoederen (voeding, water, farmaceutische producten). 3. **12%**: Bepaalde brandstoffen, restaurantkosten zonder dranken. 4. **21%**: Standaardtarief voor alle andere goederen en diensten. **46. Bespreek de twee categorieën vrijstellingen inzake BTW. Waarin ligt het verschil en geef van elke categorie twee voorbeelden.** 1. **Oneigenlijke vrijstellingen**: Vrijstelling met recht op aftrek van voorbelasting. - Voorbeelden: 1. Intracommunautaire leveringen. 2. Uitvoer naar niet-EU-landen. 2. **Eigenlijke vrijstellingen**: Vrijstelling zonder recht op aftrek. - Voorbeelden: 1. Medische diensten. 2. Onderwijsinstellingen. **47. Kan de levering van een onroerend goed aan BTW onderworpen zijn? Verklaar je antwoord.** Ja, maar enkel voor nieuwe gebouwen (tot twee jaar na eerste ingebruikname). - Voor oude gebouwen geldt normaal de registratiebelasting. **48. Kan de verhuur van een onroerend goed aan BTW onderworpen zijn? Verklaar je antwoord.** - **In principe vrijgesteld**: Verhuur van onroerend goed is vrijgesteld van BTW. - **Uitzonderingen**: - Gemeubileerde verhuur voor minder dan drie maanden. - Professionele verhuur met optionele BTW-heffing. **49. Bespreek kort het recht op aftrek inzake BTW.** - BTW-plichtigen hebben recht op aftrek van voorbelasting als de goederen of diensten worden gebruikt voor: 1. Belaste handelingen. 2. Vrijgestelde handelingen met recht op aftrek. 3. Handelingen in een ander EU-land (bestemmingsbeginsel). **50. Welke handelingen geven geen of slechts een gedeeltelijk recht op aftrek inzake BTW? Bespreek.** - **Geen recht op aftrek**: - Privégebruik (bijv. kledijkosten). - Vrijgestelde medische of onderwijsdiensten. - **Gedeeltelijk recht op aftrek**: - Gemengde handelingen (bijv. onderwijsinstelling die ook congresdiensten aanbiedt). **51. Wat zijn gemengde BTW-plichtigen en hoe wordt hun recht op aftrek berekend?** - **Gemengde BTW-plichtigen**: Belastingplichtigen die belaste en vrijgestelde handelingen verrichten. - **Berekening recht op aftrek**: 1. Verhoudingsgetal: Proportioneel volgens omzet. 2. Werkelijk gebruik: Aftrek gebaseerd op het daadwerkelijke gebruik van goederen en diensten. **52. Bespreek het verval (verjaring) van het recht op aftrek.** - Het recht op aftrek verjaart na **3 jaar**, te rekenen vanaf het einde van het jaar waarin de BTW opeisbaar werd. - Bij onroerende goederen kan een langere herzieningstermijn van toepassing zijn (15 of zelfs 25 jaar bij verhuur met optionele BTW-heffing). **53. Wanneer ontstaat het recht op aftrek? Wat indien achteraf wijzigingen optreden in het gebruik?** - **Ontstaan**: Het recht op aftrek ontstaat zodra de BTW opeisbaar wordt, doorgaans bij facturering of betaling. - **Wijzigingen in gebruik**: - Indien goederen of diensten een andere bestemming krijgen (bijv. van zakelijk naar privégebruik), moet de eerder afgetrokken BTW worden gecorrigeerd. - Correcties worden gemaakt volgens de herzieningsregels (5 jaar voor roerende goederen, 15 jaar voor onroerende goederen). **54. Bespreek de teruggave van BTW.** - **Belgische BTW**: - Een belastingplichtige kan een teruggaaf aanvragen als de aftrekbare BTW groter is dan de verschuldigde BTW. - Mogelijk in maand- of kwartaalaangifte. - **Buitenlandse BTW**: - Teruggave mogelijk via een specifieke procedure (bijv. via de EU-teruggaveregeling). **55. Bespreek de voldoening van de BTW.** - De BTW moet worden voldaan door: 1. De leverancier/dienstverrichter (bij binnenlandse handelingen). 2. De afnemer (bij verlegging van heffing, bijvoorbeeld B2B in de bouwsector). 3. De invoerder (bij import uit niet-EU-landen). **56. Bespreek kort de voornaamste BTW-verplichtingen.** - **Administratieve verplichtingen**: - Activiteitsaangifte (e604). - Periodieke BTW-aangiften (maandelijks of per kwartaal). - Klantenlistings (jaarlijks). - Intracommunautaire listings (bij transacties met andere EU-lidstaten). - **Facturatieplicht**: - Facturen moeten voldoen aan specifieke eisen. **57. Bespreek de aangifteverplichting inzake BTW.** BTW-plichtigen moeten periodiek (maandelijks of per kwartaal) een BTW-aangifte indienen via elektronische weg. - **Inhoud**: - Opgegeven BTW op verkopen (output-BTW). - Aftrekbare BTW op aankopen (input-BTW). - Verschuldigde of terug te vorderen BTW. **58. Welke klantenlistings moeten er inzake BTW worden ingediend?** BTW-plichtigen moeten een jaarlijkse klantenlisting indienen, waarin: - De BTW-nummers van klanten in België staan vermeld. - De totale jaaromzet en verschuldigde BTW per klant worden gespecificeerd. **59. Bespreek de vrijstellingsregeling voor "kleine ondernemingen".** - **Wie**: Ondernemingen met een jaaromzet ≤ €25.000 kunnen kiezen voor vrijstelling. - **Gevolgen**: - Geen BTW op verkopen. - Geen recht op aftrek van input-BTW. - Vereenvoudigde administratie (geen periodieke aangiften). **60. Bespreek het bijzondere regime van de forfaitaire regeling voor kleine ondernemingen.** - **Wie**: Bepaalde sectoren (zoals landbouwers) kunnen gebruik maken van forfaitaire berekeningen voor BTW. - **Gevolgen**: - Minder administratieve lasten. - BTW wordt berekend op basis van forfaits in plaats van exacte cijfers. **61. Bespreek de One Stop Shop-regeling (OSS-EU en OSS-niet EU).** - **Wat**: Een vereenvoudigde regeling voor BTW-aangifte bij grensoverschrijdende B2C-leveringen binnen de EU. - **OSS-EU**: Voor EU-belastingplichtigen die grensoverschrijdend verkopen. - **OSS-niet EU**: Voor niet-EU-bedrijven die goederen leveren aan particulieren binnen de EU. **62. Bespreek de IOSS (Import One Stop Shop).** - **Wat**: Een regeling voor de afhandeling van BTW bij afstandsverkopen van goederen uit niet-EU-landen met een waarde ≤ €150. - **Voordelen**: - Geen BTW-heffing bij invoer. - BTW wordt berekend en afgedragen bij verkoop. **63. Bespreek de bijzondere invoerregeling waarbij geen gebruik wordt gemaakt van de IOSS-regeling.** Bij goederen met een waarde \> €150: - BTW wordt geheven bij invoer in het land waar de goederen worden binnengebracht. - De op de invoer volgende verkoop wordt belast in de lidstaat van aankomst. **64. Bespreek de verplichting tot indiening van een bijzondere kwartaalaangifte.** Bij bepaalde vrijstellingen (zoals intracommunautaire verwervingen boven de drempel), moeten vrijgestelde BTW-plichtigen een kwartaalaangifte indienen om BTW te rapporteren en af te dragen.