Termen Histologie Examen PDF

lOMoARcPSD|21693719 Termen histologie examen histologie en histopathologie (Universiteit Antwerpen) Scannen om te openen op Studocu Studocu wordt niet gesponsord of ondersteund door een hogeschool of universiteit Gedownload door Zita De Clercq (z...

lOMoARcPSD|21693719 Termen histologie examen histologie en histopathologie (Universiteit Antwerpen) Scannen om te openen op Studocu Studocu wordt niet gesponsord of ondersteund door een hogeschool of universiteit Gedownload door Zita De Clercq ([email protected])  lOMoARcPSD|21693719 Termen histologie Ameloblasten => in de tanden (in tandkiemen) => vorming glazuur => als volgroeid = afgebroken en verdwijnen = glazuur wordt niet hersteld of vervangen Ariolen => invaginaties / plooien (maag) => oppervlakte vergroten en zo meer voedsel opslaan en verteren BALT (bronchus associated lymphoid tissue) => onderdeel van lymfestelsel => bevindt zich in buurt van luchtwegen => filteren en produceren van immuuncellen in rea op pathogenen die luchtwegen binnendringen Bundel van His => ontspringt in atrioventriculaire knoop => doorgeven van elektrische signalen van de atria naar de ventrikels = coördinatie hartslagen => gecoördineerde & efficiënte samentrekking hartkamers = hart pompt bloed door lichaam => bij problemen: hartritmestoornissen Caliculus gustatorius (smaakpapillen) => papillae fungiformis (paddenstoel) - voorkant tong - bevatten enkele smaakknoppen => papillae foliatae (richelvormig) - aan zijkant groeven tong - geen smaakknoppen - geven structuur aan de tong => papillae circum vallatae (omwalde papillen) - in V - veel smaakknoppen - grens tss 2/3de voor en 1/de achterste deel Carcinoom => tumor van epitheelweefsel (buitenste laag organen & oppervlakken in het lichaam) => in bijna overal (huid, longen, slijmvliezen, maag, darmen, borsten, etc) => soorten: adenocarcinoom (klier), plaveiselcelcarcinoom (huid, luchtpijp, mond- en keelholte), … CD4 (cluster of differentation 4) => aanwezig membraan van T-helper of -regulerende => bindt aan MHCII => helpt bij immuunrespons (coördinatie) => geeft signalen aan andere immuuncellen => regulatie: balans behouden & voorkomen overreacties of auto-immuunziekten CD8 (cluster of differentation 8) => aanwezig membraan cytotoxische T => bindt aan HMCI (van APC) en herkennen geïnfecteerde cellen => zorgt voor schade en uiteindelijke doding cel CD34 (cluster of differentation 34) => aanwezig op membraan van alle hematopoëtische stamcellen => functioneert als antigen Gedownload door Zita De Clercq ([email protected])  lOMoARcPSD|21693719 Cellen van Kupffer => gespecialiseerde macrofagen van de lever == fagocytose => deel van het reticulo-endotheliaal systeem => verwijdering van vreemde stoffen en verouderde RBC uit de bloedbaan Cellen van Ruyter / Epsilon cellen / renine cellen => produceren renine (= enzym) in wand afferente arteriole => renine = RAAS (BD en lichaamsvloeistoffen) => regulatie van de bloeddruk en de nierfunctie = homeostase! Clara cellen => bronchiale exocriene cellen met secreetgranulen (soort epitheelcellen) => functie: slijmproductie, ontgiften, regeneratie, signaaltransductie => schade: ademhalingsproblemen en longziekten Clara-like cellen => epitheliale cellen in luchtwegen => functies: - regeneratie luchtwegepitheel na schade - luchtwegbescherming - secretie (slijmvliesintegriteit) => produceren een ander eiwit dat uniek is en reageren verschillend op een aantal stimuli Columna Bertini => uitbreiding van het nierweefsel dat zich uitstrekt vanaf cortex naar het niermerg => plaats waar schors beetje lager is wegens ontbreken van een papil = verhoogd gebied => bestaat uit renale piramides (in merg) met uitlopers tss piramides (in cortex uitstrekken) Cushing syndroom => aandoening door overmatige blootstelling aan cortisol => 1 of beide bijnieren maakt te veel cortisol Ductis papillaris = ductus colligens gaat hierin voort, komt uit in pelvis Duodenum => twaalfvingerige darm => eerste eigenlijke deel vd dunne darm => spijsverteringsproces: vertering voedsel uit maag voortgezet => vertering KH, vetten en EW - maagsap geneutraliseerd - toevoeging van spijsverteringsenzymen uit de alvleesklier en galblaas Dysplasie => morfologische kenmerken vd 1e stappen maligne proces ten gevolge van genetische afwijkingen => abnormale ontwikkeling of groei van weefsels, cellen of organen in het lichaam => verhoogd risico op het ontwikkelen van kanker Epiglottis => schermt luchtweg af bij slikken => klepachtig stuk kraakbeen dat voorkomt dat voedsel en vloeistoffen luchtpijp binnendringen => niet goed functioneert? => problemen met slikken & ademhalen Foviolen => nog diepere invaginaties (in maag) => maagfunctie ondersteunen: vertering voedsel en afscheiding van maagsap Gedownload door Zita De Clercq ([email protected])  lOMoARcPSD|21693719 GALT (gut associated lymfoid tissue) => in darm => beschermen lichaam tegen ziekteverwekkers => bevorderen immuno tolerantie tegen voedings-Ag & de normale bacteriën in darmen aanwezig Graafse follikel => rijpe folikkel => barst open => folikkelvocht vrijkomt samen met rijpe eicel Granuloma => soort weefselrea die lichaam vormt op infecties, ontstekingen, vreemde stoffen of letsel => ophoping immuuncellen & fibroblasten (cellen betrokken vorming littekenweefsel) en zijn bedoeld om schadelijke stoffen in te kapselen of te isoleren om verdere verspreiding te voorkomen Histiocyten = geactiveerde, epitheloïde weefselmacrofaag Hyperplasie = vergroting van weefsel of orgaan door toename van aantal cellen Hypertrofie = vergroting van weefsel of orgaan door toename in grote van cellen ICC = interstitële cellen van Cahal = pacemakercellen van GI-stelsel => contractiele activiteit gladde spieren regelen in maag-darmkanaal, waardoor peristaltiek mogelijk => ICC genereert spontaan elektr sign die peristaltiek darmen initiëren => ook modulerende cellen: vorming netwerken tss spiercellen & postganglionaire neuronale vezels Ileum = kronkeldarm => deel vd dunne darm => functie: absorptie voedingsstoffen => platen v Peyer ! Jejunum = nuchtere darm => deel vd dunne darm => functie: absorptie voedingsstoffen => Villi en microvilli ! Juxtaglomerulaire apparaat = Klieren van Bowman = tubulo-alveolaire klieren, uitwisselen prikkel in neus Larynx = buisvormige structuur die farynx verbindt met trachea Larynx = verbindt keel met de rest van ademhalingsstelsel Lichaampje van Hassall = in mergzone thymus, bevat verhoornde reticulumcellen die in concentrische spiralen liggen Lijnen van Hunter-Schreger = spiraalvormig verloop, lopen van binnenoppervlak naar buitenoppervlak in glazuur Lijnen van Retzius = dwarsstreping in glazuur; vertonen calcificaties/verkalkingsperiodes tijdens vorming van tand MALT = mucosa associated lymfoid tissue (slijmvliezen) Mechanische papillen = papillae filiformis (weerhaakjes, draadvormig), papillae marginalis (bij zuigeling) Mergstralen van Ferreïni = in cortex (schors)! Gedownload door Zita De Clercq ([email protected])  lOMoARcPSD|21693719 Metaplasie = overgaan van 1 soort epitheel naar ander soort epitheel vaak ten gevolge van chronische irritatie Metarteriolen = Kleine arteriolen die een overgang vormen tussen arteriolen (kleine slagaders) en capillairen Muceuze klieren = platgedrukte kernen basaal, exocriene klieren die slijm produceren en afscheiden. Belangrijke rol bij het handhaven van een slijmvliesoppervlak Nierlichaampje van Malpighi = nierglomerulus + kapsel van Bowman Occludensverbinding/tight junction = uiteinde van endotheelcel maakt contactverbindingen Odontoblasten = vorming dentine Oppervlaktevergroting darm = plooien van Kerckring, villi intestinalis, microvilli Orgaan van Jacobson = vomeronasaal orgaan; signalen naar hypothalamus Orthokeratotische verhoorning = tandvlees en hard verhemelte; kernvrij, stratum granulosum Overgang tussen ileum en colon = ileocaecale ruimte PALS = periarteriolaire lymfocytenschede, zit rond centrale arteriole (vertakking uit trabekelarterie) in witte pulpa van de milt Para neoplastisch syndroom = bijverschijnsel van tumor, niet een rechtstreeks (indirect) gevolg van tumor, maar een gevolg van bijvoorbeeld iets dat uitgescheiden wordt door de tumor. (Bv. hormoon dat ervoor zorgt dat bloeddrukveranderingen optreden => bloeddrukverhoging = para neoplastisch verschijnsel). Parakeratotische verhoorning = mondholte en zacht verhemelte; kernhoudend Pariëtale cel (maag) = - actieve productie/secretie HCl – vorming intrinsieke factor (bindt B12) PCT = proximal convoluted tubule Pericyten = cellen die soms samen met endotheelcellen ergens rond zitten (basaalmembraan) Pharynx = holte met epiglottis die splitst in slokdarm (oesophagus) of luchtpijp (trachea) Pit cel = natural killer cel van de lever Podocyten = cellen van visceraal blad (met uitlopers) Poriën van Kohn = verbindingen tussen alveolairen (longblaasjes) Purkinje-vezels = vingertjes, uitmondingen van atrioventriculaire knoop, bundel van His Reuscellen / Langerhanse reuscellen = met elkaar versmolten histiocyten Ring van Waldeyer = ophoping lymfoïd weefsel, zonder kapsel, wel beetje bindweefsel rond, verdedigingsring onder slijmvliezenn, bestaat uit; tonsillae palatinae (keelamandelen), tonsillae pharyngea (neusamandelen) en tonsillae linguales (tongamandelen) Ruimte van Owen (interglobulair) = scheiding tussen dentine en email Sarcoïdose = niet-verkazend granuloma (bv in long) Gedownload door Zita De Clercq ([email protected])  lOMoARcPSD|21693719 Sarcoom = tumor van niet-epitheel Sentinelcellen = APC’s (macrofagen, B-cellen, dendritische cellen) Sereuze klieren = ronde kernen centraal, type exocriene klieren in het lichaam die een dunne waterige afscheiding produceren. Sinuatriale knoop = hoort bij het geleidingssysteem van het hart, ligt subepicardiaal ter hoogte van de vena cava cranialis en het rechter atrium. Speekselklieren = glandula parotis (zijkant gezicht, onder oren), glandula sublingualis (onder tong), glandula submandibularis (onder kaak)  exocriene klieren die speelsel produceren en afgeven Strengen van Billroth = in de rode pulpa van milt, lymfeknoop en thyumus = staan in voor afbraak = wirwar cellen (RBC, MF, lymfocyten ondersteund door netwerk van reticulumcellen en -vezels) Taenia coli = buitenste longitudinale spierlaag geconcentreerd Tonsillae linguales = tongamandelen, meerlagig plaveiselepitheel (MPE), 1 crypte Tonsillae palatinae = keelamandelen, meerlagig plaveiselepitheel (MPE), meerdere crypten Tonsillae pharyngea = neusamandelen, respiratoir epitheel (RE), geen crypten Tunica adventitia = ZONDER mesotheellaagje Tunica serosa = MET mesotheellaagje Berry aneurysma = intracraniaal hersenaneurysma, uitpuiling van de wand van de hersenslagader. Barret slokdarm = beschadiging van slokdarm door langaanhoudend maagzuur of reflux Varices = spataderen dus verwijde aderen door ophoping van bloed Cellen van Ruyter = tot epitheloïde gedifferentieerde gladde spiercellen, bevinden zich aan de vasculaire pool van een NL, component van het juxtaglomerulair apparaat Interstitiele cellen van Cajal = cellen die we aantreffen in maagdarmkanaal (slokdarm-rectum) die veroorzaken samentrekking of ontspanning zodat voedselbolus wordt verplaatst Fibrose = weefsel vervangen door bindweefsel Cirrhose = leverziekte, we spreken van cirrhose wanneer naast vervanging door BW ook de circulatie wordt verstoord Polycythemie = aandoening waarbij aantal rbc in bloed te hoog is Hyperplasie = algemene term voor een vergroting van een bepaald weefsel of orgaan als gevolg van een buitengewoon hoge celdeling Pinealocyt = productie melatonine in pijnappelklier in de hersenen Lijnen van RETZIUS: in tanden vaak gezien als concentrische cirkel of ringen op de dwarsdoorsnede van de tand  weerspiegelen een periodieke veranderingen in de afzetting van tandglazuur tijdens de ontwikkeling van de tand Gedownload door Zita De Clercq ([email protected])  lOMoARcPSD|21693719 Lijnen van Hunter – Schreger: deze lijnen zijn structuren die worden waargenomen in het dentine, ze worden gevormd door de afwisseling van lichtere en donkere banden in het dentine en worden beschouwd als een optisch fenomeen Interlobulaire lijnen van owen: groeven in dentine, bevinden zich tussen de dentinebuizen en markeren de grenzen tussen dentine die wordt afgezet tijdens de verschillende groeiperioden Schede van hertwig: structuur die betrokken is bij de vroege ontwikkeling van de tanden. Dit is een invaginatie in het tandheelkundig epitheel tijdens de ontwikkeling van de tandkiemen Ameloblasten: gespecialiseerde cellen die verantwoordelijk zijn voor de vorming van het tandglazuur Uitlopertjes van tooms: structuren in dentine = dentinetubuli of tandtubuli -> ze vormen de verbindingen tussen de dentine en de zenuwvezels in de pulpakamer van de tand IGLE!!!!!!!!! Mestcel: cel met veel granulen die belangerijk zijn voor allergische reactie Celhof: teroteriele matrix Crusta ampulla: verdikking in de boogang Golgicel: korrellaag van kleine hersenen. Tropocolageen Cel van muller: buizen van muller staan in voor de ontwikkeling van de uterus, de sertoli cellen in de testis gaan een mullerian inhibiting factor produceren om deze ontwikkeling tegen te gaan Haarcel; aan tranductor cel met hierop stereocilli Merkelcel; zenuwcel in de huid Papraplucel; overlappende cellen in overgangsepitheel Bloedcellen Diapedese: uitreden van leukcoyten uit de bloedbaan Tropocollageen: onstaat als er van procollageen door tropovollageen peptidase wordt geknipt Trompymosine: eiwt dit in groeve van actinehelix stabiliseert Stria vascularis: bovenste gedeelte van ligamentum spiare, bevat capilair lussen Cel van purkinje: peervormig dendrietenboom in 2 Orthochormotagrofiele erythrobalst: laattse kernhoudense structuur Strarumluciudm enkel bij strek verhoornd; bevatten eilidinekoorel na startim psinosum Macula utricle: gebied in de utriculus, bevat zintuigcellen. Functie van handhaven van stabiel evenwicht + waarnemen van de positie van het lichaam in de ruimte Syndesmose: verbinding van botwfefsel door BW Calcitoline: regelt calciumcocnetratie in het bloed Gedownload door Zita De Clercq ([email protected])  lOMoARcPSD|21693719 Membraam van Bruck = membrana tympani = dun membraan dat extern oor scheidt van het middenoor Lacune van Howship: groeven die worden gevormd door osteoclasten tijdens het proces van botresorptie Heparine: is een anticoagulans, vertraagt de bloedstolling + vorming van bloedstollels worden voorkomen/vermindert + wordt geproduceerd in de lever Musculis arrector pili: Kleine spiertjes in de huid die verbonden zijn met de haarzakjes  kippenvel Oro serata Cupula: in het binnenoor is er een capula van halfcirkelvormige kanalen, een gelatineuze massa die bewegingen van vloeistof in het binnenoor detecteert en bijdraagt en het gevoel van evenwicht Mylocyt Calmoduline: belangrijk calcium bindend eiwit + speelt een cruciale rol in het celsignalering Preputium: voorhuid Phimosis: wanneer de voorhuid niet naar achter kan worden getrokken Corona radiata: laagje granulosacellen rond oöcyt (graafse follikel) Cumulus oophorus: verbinding tussen overige granulosacellen en de corona radiata Corpus hemorrhagicum: restant van rijpe follikel na openbarsten tijdens ovulatie Cellen van Hofbauer: meer aanwezig in een jonge placenta en hebben een fagocyterende functie Conceptus: embryo en zijn aanhangsels Coated pits: zitten tussen de microvilli op de synctiotrofoblast en wijst op endocytose Langhans cellen: zijn ook wel cytotrofoblastcellen  onregelmatige laag van 1-kernige cellen Gedownload door Zita De Clercq ([email protected])