Summary

Summary of the document. This document covers various aspects of organizations, management, and safety, including public and private organizations. Key concepts of safety and security are explored.

Full Transcript

**Samenvatting kwartiel 2** *Week 1: organisaties* [Verschil publiek en privaat: ] - *Publieke veiligheid.* Met publieke veiligheid bedoelen we alle organisaties die onderdeel uitmaken van de verschillende overheden. Dus bijvoorbeeld de politie en de brandweer. Ook hebben deze organ...

**Samenvatting kwartiel 2** *Week 1: organisaties* [Verschil publiek en privaat: ] - *Publieke veiligheid.* Met publieke veiligheid bedoelen we alle organisaties die onderdeel uitmaken van de verschillende overheden. Dus bijvoorbeeld de politie en de brandweer. Ook hebben deze organisaties niet als doel om geld te verdienen, maar zijn ze er voor het publieke belang. - *Private veiligheid.* Met private veiligheid bedoelen we het bedrijfsleven. Dit bestaat uit organisaties die om winst te maken producten of diensten leveren aan particulieren of andere organisaties. [Veiligheidsorganisaties:] - Politie, brandweer - Het hele defensieapparaat van Koninklijke Landmacht - Luchtmacht - Marine - Marechaussee [Verschil safety en security: ] - Safety hoort meer bij de fysieke veiligheid en gaat over het nemen van de maatregelen ter bevordering van de fysieke veiligheid. - Security hoort bij de sociale veiligheid. Security gaat met andere worden over het nemen van maatregelen ter bevordering van de sociale veiligheid. Een organisatie is elke vorm van menselijke samenwerking voor een gemeenschappelijk doel. De 3 kenmerken van een organisatie:\ 1. Het gaat om mensen die\ 2. Samenwerken voor het bereiken van\ 3. Een bepaald doel. Een organisatie is een onderdeel van de maatschappij ofwel de omgeving. *Bedrijf* = een organisatie die goederen of diensten produceert.\ *Onderneming*=een bedrijf dat als doel heeft het maken van winst. Management is het bestuur van een organisatie. Het wordt gevormd door de leiding van een organisatie doe tot taak heeft de onderneming te besturen. Met de groei van een organisatie ontstaat er een behoefte om een scheiding aan te brengen tussen managers. Daardoor ontstaan managementniveaus:\ [-\> topmanagement.]\ Zijn verantwoordelijk voor de algehele leiding van een organisatie. Hierbij komen verschillende bestuursvormen kijken: - Eenhoofdige directie: de beslissingsbevoegdheid ligt bij 1 persoon.\ voordelen: snelle besluitvorming\ nadeel: een belangrijk vraagstuk wordt maar vanuit 1 perspectief bekeken. - Meerhoofdige directie: er is een taakverdeling (algemene zaken, financiële caken, commerciële zaken)\ voordeel: onderlinge aanvulling en correctie\ nadeel: trage besluitvorming - Collegiaal bestuur en entenestructuur. Besluitvorming vindt door consensus plaats. Binnen collegiaal bestuur is dus sprake van een gelijkwaardige beslissingsbevoegdheid. De leden binnen de directie hebben een collectieve verantwoordelijkheid voor het succes van de anderen en niet voor een specifiek gedeelte. [-\> Middenmanagement.]\ Stuurt de activiteiten aan van uitvoerende medewerkers. Het middenmanagement stuurt het lager management aan. [-\> lager management.]\ Bestaat uit afdelingschefs of groepsmanagers. [Organisatiestructuur]\ een organisatiestructuur is de manier waarop taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden in een organisatie zijn verdeeld en onderlinge relaties zijn geregeld.\ Bij het ontwerpen van een organisatiestructuur speelt zoel de organisatie als de personele structuur. - *Organieke structuur:* In eerste instanties zullen alle werkzaamheden over verschillende functie verdeeld moeten worden. Vervolgens zullen organen gevormd moet worden, waarin bepaalde functies worden vervuld. - *Personele structuur*: Nadat de functies in organen zijn onderverdeeld dient de personele structuur te worden vastgesteld. De personele structuur heeft betrekking op de mensen in de organisatie. Bij het vaststellen van de personele structuur wordt aandacht besteed aan:\ 1. Hiërarchische verhouding.\ 2. Bevoegdheden.\ 3. Personele bezitting.\ 4. Communicatie. [Lijnorganisatie:]\ De basisvorm waarvan de meeste in praktijk voorkomende organisaiestelses zijn afgeleid. Bij lijnorganisatie hoort 'eenheid van bevel'. Dat wil zeggen dat ieder organisatielid 1 leidinggevende boven zich heeft, de hem opdrachten kan geven.\ *Voordelen:*\ - eenvoudige en duidelijke structuur.\ -goed toezicht en controle op de uitvoering.\ *Nadelen:*\ - alle communicatie moet via de lijn verlopen dus deze kan overbelast worden.\ -kan leiden tot veel organisatieniveaus. [Lijnstaforganisatie]\ Wanneer leidinggevende worden bijgestaan door deskundige, zo genoemde staffunctionarissen, spreken we over een lijnstaforganisatie. Zij hebben als taak het lijnmanagement te adviseren en te informeren, maar mogen geen opdrachten geven.\ *Voordeel:*\ Door het gebruik van deskundige kunnen betere beslissingen tot stand komen.\ *Nadeel:*\ Er is een kans dat de lijnfunctionaris te afhankelijk wordt van de staf. ***Week 2: werkzaamheden**\ *Het streven naar een zo hoog mogelijk niveau noem je ook wel een kwaliteitsmanagement. Hiervoor bestaat een algemeen basismodel: de kwaliteitscirkel van William Edwards Deming. De kwaliteitscirkel bestaat uit 4 stappen.\ 1. [Plan:] maak een plan voor hoe je de huidige aanpak kan verbeteren.\ 2. [Doen:] voer de aanpassingen door.\ 3. [Controleren:] controleer of de aanpassingen tot verbetering hebben geleid.\ 4. [Aanpassen:] stel je aanpak bij aan de hand van je resultaten bij 'controleren'. **Handlingscyclus\ **De handelingscyclus bestaat uit 5 stappen.\ 1. Het *signaleren en agenderen* van ontwikkelingen die tot onveiligheid kunnen leiden.\ 2. Het *analyseren* van deze veiligheidsvraagstukken door de oorzaken van het risico's in beeld te brengen.\ 3. Het *ontwerpen* van veiligheidsmaatregelen om risico's en bedreigingen te verminderen en zo de veiligheid te vergroten.\ 4. Het *implementeren* van veiligheidsmaatregelen in een samenhangend pakket.\ 5. Het *evalueren* van het effect van veiligheidsmaatregelen, door de vraag te stellen o de ingevoerde maatregelen ook echt tot meer veiligheid hebben geleid. Aan het einde van elke fase staat adviseren, omdat de IVK'er meestal niet zelf gaat over wat erin of door de organisatie moet worden gedaan.\ Aan het einde van elke fase staat ook onderzoeken. Dat is omdat oplossingen voor veiligheidsvraagstukken niet zomaar voor het oprapen liggen, maar steeds opnieuw en op maat gemaakt moeten worden. Alles bij elkaar zie je dat een IVK'er zich bezig in de kers bezighoudt met het 'regisseren van de aanpak van veiligheidsvraagstukken.'\ Regisseren is een vorm van het aansturen van samenwerking tussen professionals van verschillende organisatieonderdelen of organisaties.\ Regisseren heeft doorgaans betrekking op de zelfsturende netwerken. Iedere professional heeft in deze situatie naast de regisseur nog steeds een leidinggevend boven zich staan. De regisseur hebben dus geen mogelijkheid om collega's direct aan te sturen. [Signaleren en agenderen:\ ]Het wordt omschreven als ''Herkennen en benoemen van veiligheidsvraagstukken op basis van analyse van trends en ontwikkelingen. Bepalen van de urgentie en het op de agenda plaatsen bij beslissers.'' In deze stap van de handelingscyclus gaat het om het signaleren van onveiligheid als gevolg ban procedures. Voorbeeld:-\> mensen melden dat er wat gesleept wordt. En opletten op mensen die boos zijn. [Analyseren:\ ]''Integraal analyseren van een veiligheidsvraagstuk en het diagnosticeren van de oorzaken vanuit vier invalshoeken: tijd, ruimte, actoren en disciplines.'' Voorbeeld -\> tijd: wanneer slaan ze het meest toe. Ruimte: welke plekken zijn de grootste risico's. Actoren: publiek, vandalen en beveiligers/politie. Disciplines: beveiliging en gemeentelijke samenwerking. [Ontwerpen:\ ]''Ontwerpen van oplossingen voor veiligheidsvraagstukken op basis van heldere ontwerpcriteria die voortkomen uit de analyse. Voorbeeld-\> afzetten van monumenten en veel politie inschakelen. [Implementeren:\ ]''Ontwikkelen van een implementatieplan en het monitoren van de implementatie van het veiligheidsbeleid. In feite gaat het hier om de implementatie van verandering. Door de implementatie te monitoren kan het veranderingsproces goed worden ondersteund en waar nodig bijgestuurd.'' Voorbeeld-\> wat gaan we allemaal afzetten? Afspraken maken met politie en beveiliging. [Evaluren:\ ]''Evaluren van de effecten van het veiligheidsbeleid (doorgevoerde verandering of product), maar ook het evalueren van de potentiële effectiviteit van (beleid)alternatieven.'' Voorbeeld-? Waren de maatregelen efficiënt? Aanpassingen maken. Wat ging er goed? **Competenties\ **Competenties gaan over het adequaat kunnen handelen in de praktijk op basis van kennis en praktische competenties. In de integrale veiligheidskunde leggen wij de nadruk op negen competenties:\ 1. Analytisch en onderzoekend vermogen\ 2. Besluitvaardigheid\ 3. Communicatief vermogen\ 4. Innovatief vermogen\ 5. Leiderschap\ 6. Organisatie- en omgevingsbewustzijn\ 7. Reflectief vermogen\ 8. Resultaatgerichtheid\ 9. Samenwerken ***Week 3: safety**\ *Een IVK'er kan betrokken raken bij het ontwerp van veilige producten, diensten, voorzieningen in 2 situaties:\ 1. Bij een project waar veiligheid een onderdeel van is, dit kan iets nieuws zijn of een uitbreiding\ 2. Bij een verbetering van een bestaande situatie, bijvoorbeeld als uit een inspectie of risicoanalyse blijft dat veiligheidsmaatregelen nodig zijn. [Het ontwerpproces]:\ *Initiatief*= het proces wordt in gang gezet door bijvoorbeeld een wens, idee of probleem. *Definitie*= je definieert je behoefte in een Programma van Eisen. Hierin staan harde eisen, wensen en randvoorwaarden.\ *Ontwerp*= Je gaat realistisch ontwerpvarianten opstellen. Vervolgens weeg je af welke het geschikt is.\ Uiteindelijk werk je de gekozen variant uit tot een definitief ontwerp. **Veiligheid en systeemdenken\ **Voorbeeld: om een auto tot stilstand te krijgen bij een stoplicht komen meerdere componenten kijken:\ 1. Meerdere delen van de auto moeten functioneren.\ 2. De omgeving van de remactie moet hierop afgestemd zijn.\ 3. Human factors spelen een rol zoals reactiesnelheid. Bij het ontwerpen van veiligheid moet je naar het geheel kijken. Dit geheel noemen we 'systeem'. De definitie van een systeem zegt:\ a. dat systemen bestaan uit menselijke, natuurlijke of door mensen gemaakte componenten die op elkaar inwerken.\ b. dat er vaak een mix is van technologieën of disciplines; en\ c. dat de interactie russen de componenten het gedrag van het systeem als geheel bepaalt.\ Dit gaat over systemen met een doel. Dat doel en interacties tussen componenten zijn zichtbaar in de modellen 5M en SHELL. Bij beide modellen gaat het om de grensvlakken tussen 5 subsystemen, waarbij het SHELL-model de mensen centraal zet. [Enginering en technische principes:]\ Als IVK'er is het handig te begrijpen hoe technici of engineers denken en werken. In fysieke veilige systemen spelen techniek en natuurwetten namelijk altijd een rol. We kijken hiernaar aan de hand van engineeraanpak. Dit kun je zien als een systematische en natuurwetenschappelijk onderbouwede manier om tot veiligheid te komen. Hiervoor heb 2 dingen nodig.\ 1. Duidelijkheid over wat je probeert te realiseren in je ontwerp.\ 2. Begrip van hoe dingen werken. [Ontwerpprincipes]\ Er zijn 5 ontwerpprincipes voor veilige producten, diensten en voorzieningen.\ 1. *Fail safe.*\ Een fail safe systeem gaat over naar een veilige toestand zodra een component faalt. Voorbeeld-\> kleefmagneten houden brandwerende deuren open op normale dagen, maar als de stroom uitvalt wil je niet dat de deuren openblijven. De magneten zijn fail safe gemaakt: bij stroomuitval laten de magneten los en vallen de deuren dicht. 2\. *veiligheidsmarge/veiligheidsreserve*\ veiligheidsmarges worden gebruikt om vooraf onzekerheden te compenseren.\ Voorbeeld-\> de bezwijklimiet van de hijsbanden tussen een huiskraan en hijslast is 7x zo hoog als de werklimiet. 3\. *eliminatie of inherent veiligheid*\ Als je het gevaar elimineert, is bescherming ertegen niet nodig (proactie). Als letterlijke eliminatie niet kan, kun je het gevaar door minimalisatie alsnog bij de bron aanpakken. 4\. *defense -- in -- depth*\ Om te voorkomen dat het gevaar diep de veilige omgeving binnendringt, heb je meerdere andersoortige barrières nodig.\ barrières worden betrouwbaarder door redundantie= een dubbele (of meervoudige) uitvoering van een veiligheidsmaatregel. Voor redundantie moeten de dubbelingen onafhankelijk zijn. 5\. *observability- in -- depth*\ Het gaat om het zichtbaar maken vaan en naderend ongeval.\ Voorbeeld-\> Gebouw A is sterker dan gebouw B. Als gebouw A instort, gebeurt dat in 1x. Bij gebouw B gaat er een periode aan vooraf waarin het gebouw zichtbaar vervormt. Gebouw B is dan veiliger. *Human factors:* Kijkt naar het handelen van de mens in relatie tot zijn omgeving. Een veilig systeem is zo veel mogelijk aangepast aan het handelen van de mens, zodat de kans op fouten zo klein mogelijk si. Een ontwerper heeft dus voortdurend de menselijke eigenschappen en kwetsbaren in zijn achterhoofd,\ De mens heeft 2 soorten denken:\ -[thinking fast]: snel, efficiënt, intuïtief en kost weinig moeite. Hoewel snel denken betrouwbaar is, bevat het ook fouten zoals per ongeluk iets doen (slip) of nalaten (lapse)\ -[thinking slow:] langzaam, rationeel en vereist veel inspanning. De mens kan ook in bewust gedrag fouten maken (mistake)\ In je ontwerp kun je op Human error anticiperen door rekening te houden. *Systeem Engenering (SE*) is een interdisciplinaire benadering die tot doel heeft een systeem te ontwikkelen dat aan de (gebruikers) behoefte doet. Er zijn 6 typische SE-gedachte:\ - *behoefte centraal*\ - *optimaliseren van het systeem*\ *- expliciet worden*\ -*functie denken:* Je stuurt bij de behoefte van de belanghebbende met een mogelijk nog vaag idee van hoe het systeem eruit moet zien. Je definieert nu eerst wat het systeem moet kunnen: Welke functie vervult het systeem? Deze specifieer je. Pas daarna bepaal je de contouren van je ontwerp. Deze behoefte is dus het startpunt en de oplossing volgt later.\ -*Grof naar fijn:* Zodra je op de hoofdlijnen weet hoe het systeem eruit moet zien, knip je het op in deelsystemen. Ook hier begin je met wat en de hoe volgt later.\ -*verifieer en valideer:* je bouwt het systeem weer op (van fijn naar grof). Hierbij verifieer je per stap of dat wat je gemaakt hebt, voldoet aan de eisen. Als laatste valideer je of het systeem voldoet aan de behoefte van de klant. Met beperking en kwaliteiten van de mens op 3 vlakken:\ 1. [Fysiek.] Fysieke kenmerken van mensen spelen op verschillende manieren een rol bij veiligheid. Zo spelen fitheid, kracht en (in)aviditeit een rol in overlevingskans en zelfredzaamheid. Onder fysiek vallen ook onze zintuigen.\ 2. [Cognitie.] Het vermogen informatie te verweken. Een ontwerp moet rekening houden met IQ, opleidingsniveau en algemene kennis.\ 3. [Psychisch.] Denk hierbij aan vermoeidheid of concentratieproblemen. Ook de wijze waarop mensen reageren op stress (vechten, bevriezen, vluchten) is psychisch en een ontwerpfactor in een goed doordacht en veilig systeem. **Actoren.**\ Bij het ontwerpen van veilige producten, diensten en voorzieningen zijn verschillende actoren betrokken.\ Als eerst de *gebruikers*, je ontwerpt de veiligheid voor hen, tegelijkertijd beïnvloeden zij die veiligheid met hun gedrag (Human Factors).\ Daarnaast is er '*de gebruiker'* als organisatie. Deze gebruiker heeft verplichtingen om te zorgen voor veiligheid, net als de eigenaar. Eigenaars en gebruikers kunnen identiek zijn, hoeft niet. Voorbeeld-\> schoolgebouw\ -gebruikers: studenten en docenten\ -de 'gebruiker': onderwijsinstelling\ -eigenaar: de gemeente\ Controle op de veiligheid van systemen gebeurt door publieke actoren (bijvoorbeeld gemeenten, veiligheidsregio's, provincie).\ Als laatst zijn de actoren die tegen betaling helpen. Je maakt namelijk gebruik van adviseurs met specifieke kennis en leveranciers. Deze kan je onderverdelen in 2 typen: 1.Je hebt partijen die vooral productie draaien. Ze zijn ingericht om tegen een gunstige prijs veel te verkopen en zijn commercieel slim.\ 2. Daarnaast heb je de veelal duurdere partijen met meer kennis en meer aandacht voor de inhoud. [Waarmee de actoren vast kunnen lopen met elkaar:\ ]1. Er kan een spraakverwarring ontstaan. Dit komt omdat begrippen in een andere werk sector een andere betekenis kunnen hebben. Deze verwarringen kan het ontwerpproces bemoeilijken en leiden tot misverstanden over veiligheid.\ 2. Problemen die te maken hebben met het vaststellen van het benodigde veiligheidsniveau. Absolute veiligheid bestaat namelijk niet, veiligheid is een afspraak.\ 3. Botsende belangen. ***Week 4:\ **Gegevens*= observatie van de werkelijk die worden geregistreerd (ook wel data)\ -\> denk aan je navigatie op Maps\ Als gegevens in een bepaalde context voor iemand worden geanalyseerd en gestructureerd noemen we de informatie\ -\>de snelste route van A naar B De hoeveelheid te beschermen digitale gegevens neemt toe als gevolg van de toegenomen digitalisering en verbondenheid door middel van het internet.\ -\> nieuwe bedreigingen *Persoonsgegevens*= alle informatie over een geïdentificeerde of een identificeerbare natuurlijke persoon.\ -\> denk hierbij aan naam, telefoonnummer, adres\ -\> maar ook aan ras, politieke overtuiging, lidmaatschap etc.\ [BIV:]\ -Beschikbaarheid: de gegevens zijn er op het moment dat ze nodig zijn\ -Integriteit: de gegevens zijn juist en compleet\ -vertrouwelijkheid: de gegevens zijn alleen beschikbaar voor geautoriseerde.\ Deze 3 aspecten vormen de betrouwbaarheid. De informatieveiligheid maakt gebruik van de incidentencyclus. (Bedreiging, verstoring, schade, herstel) Belang van informatiebeveiliging en privacy voor mens, organisatie en samenleving\ -*Mens*-\> als jij niet kunt beschikken over je informatie (bijvoorbeeld je document van je opleiding is weg). Kan dat ernaar zijn, maar het wordt erger als het gaat om sextoren (chanteren). Of denk aan het stelen van persoonsgegevens (identiteitsdiefstal)\ -*organisaties*-\> voorbeeld: het kwijtraken van bedrijfsadministratie, het gevolg kan zijn dat er geen overzicht meer is over welke facturen betaald en welke leveringen gedaan moet worden. Gevolg: klanten kiezen andere leverancier -\> faillissement. Maatregel: fysieke en digitale back-ups.\ -*Samenleving*-\>Het internet en informatietechnologie zijn essentiële onderdelen geworden. Er ontstaat een steeds meer toenemende afhankelijkheid. Steeds meer processen worden aan elkaar gekoppeld en bij interrupties kan een groot deel van onze samenleving stilvallen. Veder is er een toename in cyberspionage\ Gegevens moeten bescherm worden door een inschatting van de belangen, kwetsbaarheden en de bedreigingen, waarna uiteindelijk maatregelen getroffen moeten worden.\ \ **Bedreigingen:\ **Er zijn 2 menselijke bedreigingen voor organisaties\ -[onopzettelijk:] Mensen maken wel eens een typfoutje of vergeten iets. Ook zijn er organisatorische fouten (hoge werkdruk en niet goed inwerken nieuw personeel) Veel menselijke fouten hebben soms grote gevolgen. Daarom zijn menselijke fouten een grote schadepot voor organisaties.\ -[opzettelijk:] mensen kunnen ook crimineel handelen zoals stelen of hacken. Ook is er de 'overtredingen te goeder trouw'. Hiermee overtreed je opzettelijk de regels. Dit kan ook passief zijn (het meenemen van gevoelige informatie wanneer er brand is. Er zijn verschillende lagen voor het verwerken van digitale gegevens.\ 1. Toepassing software en digitale gegevens\ 2. Besturingssystemen\ 3. Computers en randapparatuur (printers)\ 4. netwerken\ De eerste 2 lagen zijn kwetsbaar voor digitale bedreigingen zoals ransomware en hacking. Deze softwares en systemen zijn dusdanig complex, dat deze niet foutloos ontwikkeld kunnen worden. Een deel van de fouten levert verborgens ongewenste functionaliteit op die misbruikt kan worden om gevoelige gegevens af te tappen. Regelmatig wordt dit soort fouten ontdekt en wordt reparatiesoftware (patches) aangeboden.\ Vaak wordt een fout al op het internet geplaats zonder dat de patch al beschikbaar is. Dir geeft criminelen de kans op ongepatchte systemen aan te vallen. Daarnaast kunnen ze zelf ook opzoek gaan naar nog onbekend fouten (=zero day exploit) Computers en randapparatuur bestaan deels uit hardware en kunnen getroffen worden door fysieke bedreigingen. Denk aan slijtage, een storing of wateroverlast. Ook kan het gestolen of gesaboteerd worden. Netwerken bestaan ook deels uit hardware, Lokale netweken kunnen gekoppeld worden tot aan mondiale netwerken (=internet).\ Zowel draadloze als beraadde netwerken zijn af te luisteren. Criminelen kunnen daardoor communicatie manipuleren, bijvoorbeeld die tussen jou en je bank. Opsporings-en inlichtingenorganisatie kunnen dan ook meekijken met criminelen communicatie. **Maatregelen informatiebeveiliging\ **[organisatorisch maatregen:]\ Een overzicht van informatiebeveilingfuncties:\ -*lijnmanagement:* organiseert info beveiliging, stuurt die aan en stelt middelen beschikbaar\ -*informatiebeveiliging functionaris:* bereidt beleid op, risicoanalyses, ondersteunend lijnmanagement.\ -*functionaris gegevensbescherming:* toezicht op AVG, meldingsproces datalekken.\ -*informatiebeveiligingsspecialisten:* ontwerpen, implementeren en onderhouden informatiebeveiligingsmaatregelen en -- producten.\ -*auditors:* toetsen de uitvoering van info beveiliging.\ -*medewerkers*: moeten de maatregelen uitvoeren.\ **Enkele maatregelen:\ **- verbeteren van de bewustwording ten aanzien van het belang van gegevens in de organisatie en wat nodig is aan info beveiliging.\ - gedragsregels\ -toegangsregulering. Wie wanneer bij welke info mag.\ - functiescheiding\ -incidentenregistratie\ **\ Technische maatregelen**\ - *toegangsregulering.* De belangrijkste stap in de toegangsregulering is het vaststellen van de identiteit van degen die de gegevens wilt. Iemands id. vaststellen op basis van alleen een naam en ww. is een zwakke worm van authenticatie. Maak bijvoorbeeld gebruik van 2 factor-authenticatie of vingerafdruk.\ -*Fysieke beveiliging*. De fysieke omgeving van computer- en netwerksystemen moeten beschermd worden. Voor elektriciteit uitval, wateroverlast en hoge temperaturen.\ -*communicatiebeveiliging*. Gegevens gaan tijdens communicatie door de lucht of door andere netweken, zoals het internet. Daar is het gevaar groot. Door gebruik te maken van filters, bv firewalls, worden de goede gegevens gescheiden van de vervuiling.\ -*Back-ups.* **Maatregelen ter bescherming van privacy\ **In de AVG staan regelt over het gebruik van gegevens -\>verweken. In de AVG staan een aantal voorwaarden, plichten en maatregelen beschreven waaraan moet worden voldaan als persoonsgegevens worden verwerkt\ -\> fair information principles: De AVG beschrijft dat er een specifieke en duidelijk doel moet zijn voor het verwerken van PG. - Bij een inbreuk op de bescherming van de PG is er sprake van een data lek. Van de AVG krijg je dan, als organisatie, 72 uur om dit te melden bij Autoriteit persoonsgegevens. - Privacy by design houdt in dat bij het onderwerp van systemen al wordt nagedacht over een privacy vriendelijke manier van gegevensverwerking. - Privacy by default houdt in dat je bewust moet kiezen of je sociale media account openbaar toegankelijk is. **De stappen van een kwalitatieve risicoanalyse:**\ 1. Selecteer te analyseren object.\ 2. Bepaal de impact van verstoringen.\ 3. Bepaal relevante bedreigingen\ 4. Bepaal kwetsbaarheid van object voor bedreigingen of bepaal kans van optreden bedreiging.\ 5. Bepaald de potentiële schade.\ 6. Selecteer risico's die niet acceptabel zijn.\ 7. Bepaal maatregelen ***Week 5: wet- en regelgeving*** **Samenvatting: Zorgplicht en Wetgeving in Integrale Veiligheid** Het begrip *duty of care* (zorgplicht) wordt steeds belangrijker. Werkgevers kunnen aansprakelijk worden gesteld als zij nalaten medewerkers of bezoekers adequaat te beschermen tegen voorstelbare dreigingen. Artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek verplicht werkgevers maatregelen te treffen om functie gerelateerde risico's te voorkomen. Bijvoorbeeld, als een sociaal rechercheur bedreigd wordt vanwege zijn werk, kan de werkgever aansprakelijk zijn als die dreiging voorstelbaar was maar onvoldoende beveiliging is geboden. Naast de zorgplicht speelt wetgeving zoals de **Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus** een rol bij het inzetten van beveiligingsorganisaties, met vergunningseisen voor verschillende typen bedrijven (bijv. particuliere beveiligingsbedrijven en alarmcentrales). Overheidsbeveiligingsdiensten vallen buiten deze wet maar volgen vaak wel vergelijkbare eisen. Bij integrale beveiliging is ook de **AVG (Algemene verordening gegevensbescherming)** cruciaal. Het verwerken van persoonsgegevens vereist een rechtmatige grondslag, zoals een risicoanalyse, en mensen hebben rechten ten aanzien van hun gegevens. Beveiligingsmaatregelen moeten datalekken voorkomen en privacy waarborgen. Daarnaast zijn de **Wetboeken van Strafrecht en Strafvordering** belangrijk voor onderzoek naar strafbare feiten. Beveiligingsprofessionals mogen alleen handelen binnen vastgestelde protocollen en hebben zonder heterdaad geen opsporingsbevoegdheden. Onderzoeksmiddelen moeten altijd proportioneel en subsidiair zijn, en niet in strijd met relevante wetgeving. Arbowet. Daarin staat dat een arbeidsongeval een gebeurtenis is die plaatsvindt op het werk of in werktijd en die onmiddellijk leidt tot schade aan de gezondheid. Dir kan variëren van pleisterwond tot overleiden. Wanneer een ongeval leidt tot ziekenhuisopname, blijvend letsel of dood, moet dat gemeld worden bij Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA), die direct een ongeval onderzoek zal uitvoeren.\ Om te zorgen dat ongevallen op werk uitblijven, zijn er maatregelen nodig. Er wordt een risico-inventarisatie en evaluatie (RI8E) gebruikt. Deze risico's worden met beheersmaatregelen in een plan van aanplak beschreven. Het geheel van de wettelijke bepaling bestaat uit 3 componenten:\ 1. *Arbowet*\ 2. *Arbobesluit.* Er wordt preciezer beschreven hoe moet worden gezorgd voor veiligheid en gezondheid tijdens werk. Daarnaast bevat het gedetailleerde voorschriften over concrete onderwerpen zoals gevaarlijke stoffen en lawaai.\ 3. *Arboregeling.* Deze bevat voorschriften over de te nemen maatregelen over onderwerpen zaak veiligheid op tankschepen. ***Week 6**\ *Externe veiligheid omvat de risico's voor de omgeving van activiteiten met gevaarlijke stoffen, waaronder de productie, verwerking, opslag en transport van gevaarlijke stoffen via weg, water, spoor en buisleidingen.\ Het gaat om de veiligheid van de omwonende. De gevaarlijke stoffen waar het extreme veiligheidsbeleid zich op richt, kunnen brandbaar, explosief en/of giftig zijn. **De activiteiten voor risicobeheersing zijn onder te verdelen in 5 stappen:** 1\. *identificeren.* De eerste stap in de cyclus is het uitvieren van een risico-inventarisatie. Een vlinderdasmodel geeft mogelijke oorzaken en effecten die uit de analyse komen overzichtelijk weer.\ -foutenboom: voor het inventariseren van mogelijke gebeurtenissen waardoor het incident plaats kan vinden kijkt de risicoanalist of IVK'er naar wat er mis kan gaan.\ -als mogelijke oorzaken bekend zijn, kunnen veiligheidssystemen aangebracht worden -\> barrières.\ -gebeurtenissenboom: De IVK'er analyseert welke vervolggebeurtenissen mogelijk zijn naar aanleiding van het incident.\ De consequenties van de effecten die kunnen optreden, hangen ad van de kwetsbaarheid van de mensen of objecten. Zelfredzaamheid is ook bepalend voor de kwetsbaarheid. Directe effecten van:\ -\> [Brand:] warmtestraling van vlammen\ -\> [Explosie:] vrijkomende drukgolf\ -\>[gifwolk:] concentratie en duur van de gevaarlijk stof in de lucht 2\. *kwantificeren*\ Om risico's te kwantificeren kan de IVK'er de kans op ongevalsscenario's en de kans op schade als gevolg daarvan in kaart brengen. Bij het kwalificeren van risico's kan een effectgerichte of risicogerichte benadering worden gekozen:\ -effectgerichte benadering\ -\> scenario's bedacht met mogelijke effecten en gevolgen\ -\> er wordt gekeken waar nog (dodelijke) slachtoffers en/of schade kunnen optreden als gevolg van het incident met gevaarlijke stoffen.\ -\> deze benadering houdt niet expliciet rekening met de kans op het optreden van een scenario.\ - risicogerichte benadering:\ -\> houdt expliciet rekening met de kans van optreden van een oorzaak en het gevolg. -\> de kans wordt op basis van gegevens van eerdere gebeurtenissen, experimenten en simulaties geschat.\ -\> werkwijze om externe veiligheidsrisico's te berekenen is vastgelegd in rekenmethoden van het RIVM.\ -\>het leidt tot een systematische schatting van het risico via meerdere scenario's. 3\. *Beoordelen*\ Het Nederlandse extreme veiligheidsbeleid beoordeelt extreme veiligheidsrisico's volgens een risicobenadering. Deze bandering gaat ervan uit van het principe dat risico's nooit volledig zijn uit te sluiten.\ Voor het plaatsgebonden risico (PR) zijn normen opgesteld om aan te geven wat een aanvaardbaar risico is. Deze normen zijn vastgelegd in het Besluit Kwaliteit Leefomgeving (BKL). Zo heeft de regering vastgesteld dat (zeer) kwetsbare gebouwen en locaties niet zijn toegestaan op plekken wat het berekende PR groter is dan 10\^-6 per jaar. PR van een activiteit met gevaarlijke stoffen is de kans per jaar om te overlijden op een bepaalde plaats ten gevolgen ongevallen met gevaarlijke stoffen. Risico's aanvaardbaar maken door:\ -aanhouden van risicoafstanden\ -kans op ramp klein houden\ - voorbereidingen treffen\ -burgers informeren over de risico's\ -zich te verantwoorden over accepteren remprisico's 4\. *verminderen*\ -\>bronmaatregelen hebben als doel om de activiteiten met gevaarlijke stoffen of de gebruikte stoffen zelf veiliger te maken.\ Voorbeeld: het verbod op roken op een terrein waar gevaarlijke stoffen opgeslagen liggen of het verkleinen van de hoeveelheid opgeslagen gevaarlijke stoffen op het terrein.\ -\> afstand houden: het vergroten van de afstand tussen de risicobron en ontvanger verkleint de intensiteit van de effecten waaraan de ontvanger wordt blootgesteld.\ Ook wordt bijvoorbeeld LPG alleen 's nachts geleverd, omdat er dan geen mensen in de omliggende kantoren zijn\ -\> afscherming richt zich op het aanpassen van de omgeving tussen risicobron en ontvanger, Afscherming heeft als doel de warmte, overdruk, scherfwerking en concentratie giftige gas op een locatie te verminderen. Voorbeeld: een dijk.\ -\>aanvullende bouwmaatregen: door aanpassingen aan een gebouw, kan een gebouw geschikt worden gemaakt om als (tijdelijke) schuillocatie te dienen. Het Besluit Bouwwerken leefomgeving (BBL) bevat aanvullende bouweisen die als doel hebben mensen in een gebouw te beschermen tegen een brand of explosie.\ -\> beperken aantal aanwezigen: door het aantal aanwezigen te beperken, wordt ook het mogelijk aantal getroffen verkleind en woorden de mogelijkheden om bescherming te bedien vergroot. Daarnaast richten maatregelen ook op het beperken van de aanwezigheid van kwetsbare personen/groepen (zelfredzaamheid).\ -\> aanvullende risicocommunicatie: mensen moeten goed geïnformeerd worden over de gevaren en de maatregelen om ervoor te zorgen dat de beschermingsmaatregelen ook echt bescherming bieden.\ -\> bestrijdings- en hulpverleningscapaciteit vergroten kan bijdragen aan het beperken van de effecten en gevolgen. *5. Handhaven:\ *Het toezicht op activiteiten met gevaarlijke stoffen is verdeeld over verschillende instanties: - **Gemeenten**: Verantwoordelijk voor omgevingsplannen, omgevingsvergunningen en het eerstelijnstoezicht op activiteiten met gevaarlijke stoffen en nabijgelegen activiteiten. - **Provincies**: Toezicht op grote chemiebedrijven, grootschalige opslag van consumentenvuurwerk en grote vuurwerkevenementen. - **Rijk**: Verantwoordelijk voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. - **Tweede- en derdelijns toezicht**: Provincies houden toezicht op gemeenten, en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) voert toezicht uit op provincies en het vervoer van gevaarlijke stoffen. - **Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat**: Bepaalt en implementeert het externe veiligheidsbeleid en is verantwoordelijk voor wet- en regelgeving rond het transport van gevaarlijke stoffen via verschillende transportmiddelen. Deze verdeling zorgt voor een gelaagd toezicht- en handhavingssysteem dat de veiligheid rond gevaarlijke stoffen waarborgt. *Week 7:\ ***rationale keuzetheorie:**\ In deze theorie wordt verondersteld dat de dader een rationeel handelend wezen is dat op basis van een kosten-batenanalyse overgaat tot het plegen van een delict.\ -\> Hij/Zij schat de kans dat hij gepakt wordt en de verwachte straf = *kosten*\ tegenover:\ -\> de waarde die verkregen kan worden en wat zijn onmiddellijke behoefte aan dei waarde is = *baten*\ Daarnaast hoort bij de kosten ook nog de uitgave van gels aan hulpmateriaal. Een of deze kosten het waard zijn. **Gelegenheidstheorie**\ Deze verronseld dat de dader een kosten-batenanalyse maakt wanneer zich de gelegenheid tot het plegen van een delict voordoet, om vervolgens al dan niet over te gaan tot het plegen van een delict.\ Voorbeeld -\> een camera loze winkelen en de winkeleigenaar is achter, ga je winkelsiefstal plegen\>\ De kosten van criminaliteit kunnen we in beeld brengen op basis van de aard van de kosten en op basis van het perspectief van degene die de kosten moet betalen. We maken onderscheidt in:\ - vaste en variabel kosten\ -directe en indirecte kosten\ -materiële en immateriële kosten [Vaste kosten]\ vanuit het perspectief van de overheid bezien zijn de vaste kosten binnen een bepaald tijdsbestek onveranderlijk. Denk daarbij aan onderhoud van gerechtsgebouwen en de kosten van de politie. Als criminaliteit binnen een kort tijdsbestek daalt/stijgt, blijven de kosten gelijk.\ [Variabele kosten]\ Dit zijn kosten die worden gemaakt indien een delict wordt gepleegd. Vanuit de overheid zijn er op macroniveau voor criminaliteitsbestrijding nauwelijks echt variabelen kosten. Het is namelijk niet mogelijk om de capaciteit van de rechtspraak op korte termijn uit te breiden of in te krimpen [Directe kosten]\ de kosten die direct toe te rekenen zijn aan het delict. Dus bijvoorbeeld medische kosten, verlies van arbeidsproductiviteit en kosten van de politie\ [Indirecte kosten]\ Deze zijn mogelijk in kaart te brengen. Voorbeeld -\> een slachtoffer kan hulp nodig hebben van vrienden. Die vrienden spenderen hun tijd dan aan het slachtoffer en niet aan arbeid.\ Daarnaast krijg je vermijdingsgedrag. Winkels sluiten bijvoorbeeld omdat mensen niet meer in die buurt willen komen i.v.m. de veiligheid. Maatschappelijk zijn ook indirecte kosten, zoals preventieve maatregelen nemen. [Individuele kosten\ ]Dit zijn de kosten die het slachtoffer maakt als gevolg van het delict. Voorbeeld -\> gestolen product, maar ook therapie om het te verwerken. Of de kosten van benzine, omdat je alleen nog met de auto durft te gaan.\ De dader heeft ook individueel kosten zoals z'n verspilde arbeidstijd aan het plegen van het delict.\ [Maatschappelijke kosten]\ De kosten van medische zorg, verlies arbeidsproductiviteit en politieonderzoek. [Materiële kosten]\ De kosten waarbij betaling aan derden (bv hulpverleners) worden verricht.\ [Immateriële kosten]\ De kosten waarmee slachtoffers te maken hebben in vorm van angst, lichamelijk of geestelijk lijden en verminderde kwaliteit van het leven.\ Er zijn 2 methoden om immateriële kosten te berekenen:\ 1. *Quality adjusted life year- methode* -\> je geeft het aantal levensjaren op om in veiligheid te kunnen leven.\ 2. *Willingness to pay* -\> hoeveel wil je betalen om een incident te voorkomen zonder te weten of deze überhaupt plaatsvindt. [Materiële baten:]\ -\> een fietsdiefstal levert weinig op, maar de pakkans en straf zijn laag.\ -\> verkopen van cocaïne levert veel geld op, maar de straf is ook erg hoog.\ [Immateriële baten:]\ -\> bevredigend wraakgevoel\ -\> herstel van eer (deze kunnen zelfs de kosten, gevangenisstraf, overtreffen) **Stappenplan om de kosten van verschillende soorten criminaliteit te berekenen:**\ 1. *Reikwijdte bepalen.* Er wordt gekeken vanuit welk perspectief de kostenanalyse wordt uitgevoerd. Bijvoorbeeld het maatschappelijk perspectief. 2\. *Inventarisatie.* Welke kosten worden gemaakt als gevolg van criminaliteit. Daarbij gaan ze uit aan:\ -kosten in anticaptie op een delict: preventieve maatregel\>\ -kosten als consequentie van het delict: de directe, indirecte, materiële en immateriële kosten.\ - kosten als reactie op criminaliteit: voor opsporing, vervolging ect. 3\. *Daadwerkelijke kostenberekening*\ Per delict wordt gekeken welke kosten gemaakt zijn. Deze worden bij elkaar opgeteld, wat resulteert in gemiddelde kosten per delict. Een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) is een overzicht van alle voor- en nadelen van een project voor alle partijen in de samenleving.\ Zo kunnen de kosten voor de overheid zijn en de baten voor de overheid en de burgers.

Use Quizgecko on...
Browser
Browser