Samenvatting Badminton Slagtechniek PDF

Badminton Basisbegrippen van de slagtechniek (p29-45) **Slagtechniek en voetenwerk twee basispeilers** **Slagtechniek:** met een correcte techniek kun je harder, nauwkeuriger en efficiënter op de shuttle slaan. Bovendien stelt het je in staat om meer variatie in je slagenarsenaal te soppen en wor...

Badminton Basisbegrippen van de slagtechniek (p29-45) **Slagtechniek en voetenwerk twee basispeilers** **Slagtechniek:** met een correcte techniek kun je harder, nauwkeuriger en efficiënter op de shuttle slaan. Bovendien stelt het je in staat om meer variatie in je slagenarsenaal te soppen en wordt het badmintonspel dus gewoonweg leuker. **Voetenwerk:** snel bij de shuttle komen is een eerste voorwaarde om erop te kunnen slaan. **2 slagtechnieken** **Forehand:** speelt shuttle naar de kant waar je racket vasthoudt. Rechtshandige speler is dit rechter hand. Er zijn 2 soorten forehandgrepen: de palmgreep en de hamergreep. **Backhand:** speelt de shuttle aan de niet-racketzijde. Rechtshandige speler is dit linker hand. Soms ook rughandzijde of kneukelzijde genoemd. Aan de backhandzijde gebruikt men meestal de 'duimgreep', soms wordt ook de 'tussengreep' gebruikt. **De 4 grepen aanleren** **De hamergreep:** - Houd de racket vast zodat het racketblad loodrecht staat op het net. Neem de grip vast zoals een hamer. - De duim sluit boven de wijsvinger, en de V tussen duim en wijsvinger ligt op de smalle zije van de grip - Wordt gebruikt bij alle rotatieslagen aan forehandzijde: clear, smash, lobservice en rotatielob Afbeelding met origami, ontwerp Automatisch gegenereerde beschrijving **De duimgreep:** - Houd je racket verticaal voor je zodat je door het 'raam' van racket kan kijken - Maak met je rackethand een teken van een duim en steek je grip erin zodat de duim verticaal op de brede zijde van de grip komt. Sluit de vier andere vingers zodat de kneukels naar voren wijzen. - Wordt gebruikt bij alle backhandslagen aan het net: netdrop, dab, push, extensielob en korte backhandservice - Houd je racket vast in je niet-rackethand en kijk door het raam van je racket. Ga met open handpalm naar de grip en sluit je hand. De brede grip komt in het midden van de handpalm te liggen. - De V tussen duim en wijsvinger op de schuine rechterzijde van de grip. - Wordt gebruikt bij alle forehandslagen aan het net: netdrop, dag, push, extensielob en forehandservice Afbeelding met persoon, kleding, Menselijk gezicht, zwart-wit Automatisch gegenereerde beschrijving **De tussengreep:** - Ligt tussen hamergreep en duimgreep - Vertrekkend vanuit de duimgreep draai je het racket een achtste draai in tegenwijzerzin en maak je terzelfder tijd een hoek tussen je racketsteel en je onderarm. De duim zakt een beetje en staat nu schuin opwaarts op het brede deel van de grip. - Wordt gebruikt bij harde backhandslagen met rotatie: rotatielob en bovenhandse backhandclear Afbeelding met sport, badminton, atletiekwedstrijd, persoon Automatisch gegenereerde beschrijvingAfbeelding met diagram, origami, ontwerp Automatisch gegenereerde beschrijving **Waar gebruik je welke greep?** **Onderhandse slagen:** - In het voorveld en het middenveld gebruiken we meer backhandslagen dan forehandslagen. In het achterveld worden heel weinig onderhandse slagen gebruikt. Indien wel nodig gebruiken we de tussengreep en de hamer greep **Bovenhandse slagen:** - Zowel in het voorveld, het middenveld als het achterveld gebruiken we bovenhands meer forehandslagen dan backhandslagen. - Forehand in het voorveld en middenveld meestal de palmgreep - Forehand in het achterveld meestal in hamergreep - Bovenhandse backhand slaan we in het voorveld en het middenveld met de duimgreep en in het achterveld met de tussengreep **Aanleren van de grepen** 1. Bij elke slag duidelijk maken wat de bijpassende greep is 2. Greep per greep aanleren, pas nieuwe greep aanleren als we voelen dat vorige goed onder knie hebben (eerst duimgreep dan hamergreep en dan palmgreep) 3. Tijdens de uithaalbeweging/tegenbeweging van de slag het racket los vast te houden. Op het raakmoment noodzakelijk om de grip plots erg stevig vast te houden en te knijpen in de grip 4. Oefenen op snelle greepwissels **De basishoudingen** **De basis- afwachtingshouding:** - Telkens als onze shuttle hoog in het achterveld van de tegenstrever spelen en dus nog niet weten naar waar we naartoe zullen moeten bewegen, staan we in deze houding klaar. - Voeten staan minstens op schouderbreedte, romp rechtop en evenwijdig met net, benen zijn goed gebogen, racket wordt duidelijk voor het lichaam gehouden - *Verdedigende basis-afwachtingshouding*: wanneer je steile smash naar voeten verwacht - *Aanvallende basis-afwachtingshouding*: wanneer je geen smash verwacht **De schermhouding:** - Telkens als mijn shuttle naar mijn voorveld vliegt - Racketvoet staat duidelijk voor niet-racketvoet (tenen gericht naar shuttle) - Been van de niet-racketvoet is bijna gestrekt - Benen staan zeer breed - Beide armen zijn ongeveer even hoog als de schouders en vormen één lijn met de schouderas en de bekkenas **De dakhouding:** - Telkens als de tegenstrever de shuttle naar mijn achterveld slaat, neem ik de dakhouding aan - Voeten staan iets breder dan schouderhoogte - Zowel de benen, heuplijn, schouderlijn en ellebogen staan dwars op het net - De linkerarm is gebogen en de elleboog wijst in de richting van de shuttle - De benen zijn gebogen in voorspanning **De servicehouding:** - Kan gegeven worden in forehand of in backhand - *Forehandservicehouding:* - Niet-racketvoet staat voor (voeten staan op schouderbreedte) - De racketvoet wijst naar de zijlijn en de niet-racketvoet wijst naar de zijkant van het net - De benen staan op één lijn in de richting van het vak waar men de shuttle naartoe speelt - De hand van de niet-racketarm houdt de shuttle schuin voor het lichaam vast - De elleboog van het racketarm is naar achteren en gebogen - *Backhandservicehouding:* - De racketvoet staat voor - Racket bevindt zich duidelijk voor het lichaam - De romp is bijna evenwijdig met het net maar lichtjes gedraaid in de richting van het vak waar men de shuttle naartoe stuurt - De niet-racket arm houdt de shuttle vast 'als een vieze sok' **De serviceontvangsthouding:** - Als de tegenpartij serveert - De niet racket-voet staat duidelijk voor - Romp ongeveer evenwijdig met net - Beide benen zijn geplooid en klaar voor actie - Het racket is duidelijk opwaarts voor het lichaam Principes van de slagtechniek (p45-46) **De twee slagfamilies** **Extensieslagen:** - Voornamelijk op het voorveld en het middenveld - Bv. forehandnetdrop, backhandextensielob, forehanddab,... **Rotatieslagen:** - Voornamelijk op het achterveld - Bv. forehandclear, backhandclear, forehandsmash,... Familie van de rotatieslagen (p46-49) **Kenmerken rotatieslagen** - We gebruiken bij rotatieslagen de hamergreep en de tussengreep - Worden gebruikt om keihard te slaan - 3 pijlers: een grote lus, lossen-knijpen en de ruitenwisser **Gebruik van de rotatieslagen** - Voornamelijk op het achterveld om maximale kracht te kunnen slaan - Ook wanneer de shuttle erg laag bij de grond wordt geraakt kunnen rotatieslagen worden gebruikt voor extra snelkracht **Voordeel rotatieslagen** - Er kan een grotere racketkopsnelheid geproduceerd worden shuttle heel hard en ver slaan **Nadeel rotatieslagen** - Door het boogvormig verloop is de timing erg moeilijk te controleren (je speelt dus met minder controle dus meer fouten) Familie van extensieslagen (p49-52) **Kenmerken extensieslagen** - Extensieslagen kunnen zowel in forehand als in backhand spelen. Forehand gebruiken we steeds de palmgreep, in backhand gebruiken we duimgreep - Gekenmerkt door lineair, rechtlijnig bewegingsverloop - De slag wordt voorafgegaan door een kleine uithaalbeweging. - Beweging naar shuttle toe spelen 3 elementen een rol: het strekken van de elleboog, het strekken van de pols en het toeknijpen van de greep **Soorten extensieslagen** **Duwbeweging:** - Zacht en gecontroleerd slaan netdrop, korte backhandservice - Deze duwbeweging is een heel kleine gecontroleerde strekking van de arm **Slagbeweging:** - Flitsende en halfharde slagen met extensie - Aan de hand van het 'lossen en knijpen' toch een versnelling aan shuttle geven **Gebruik extensieslagen** - Voorveld en middenveld - Hoe meer de shuttle voor het lichaam wordt geraakt, hoe meer er met extensie wordt gespeeld **Voordelen extensieslagen** - Spelen met extensie biedt erg veel controle en zekerheid - Je kunt met meer schijn de shuttle spelen tegenspeler weinig tijd om te reageren **Nadeel extensieslagen** - De versnelling van de racketkop bij extensieslagen is duidelijk kleiner dan bij rotatieslagen, waardoor je met minder kracht slaat en de shuttle minder ver vliegt **Overzicht grepen**  Inleiding op de badmintonslagen (p53-60) **Het vliegtraject van de basisslagen** Afbeelding met tekst, tekening, diagram, schets Automatisch gegenereerde beschrijving Lobservice (p65-70) **Wat** Is een forhandservice die de shuttle van achter de T-lijn, onderhands hoog én ver in het serveervak van de tegenstrever brengt. **Tactisch doel** Een lobservice moet hoog en ver vliegen om de tegenstrever weg te lokken van zijn sterke basis. **Probleemstelling** Een (lob)service moet reglementair zijn. Deze slag is gebonden aan het wedstrijdreglement. **Beschrijving slagtechniek** - De speler staat 10-18cm achter de T-lij - Romp staat ong. dwars op het net, de niet-racketvoet staat duidelijk voor de racketvoet - Het racket wijst voor-opwaarts en wordt naast het lichaam gehouden - Houd je racket vast in hamergreep en maak een duidelijke hoek tussen onderarm en racketsteel - Grote, ontspannen uithalbeweging achterwaarts met een losse hamergreep - Grote lusbeweging in de richting van de shuttle - Het raakpunt is schuin voor het lichaam - Je eindigt met de rechterhand aan de linkerschouder: de handpalm is neerwaarts gericht Standaardclear (p74-83) **Wat** De clear is een slag die de shuttle vanaf het eigen achterveld relatief hoog en ver in het achterveld van de tegenstrever brengt **Tactisch doel** Is opbouwen, bedoeling dat tegenstrever niet kan aanvallen of zodat hij een slechte terugslag speelt **Beschrijving slagtechniek** - Dakhouding, het lichaam staat dwars op het net, het racket en de rechterhand worden dicht bij het lichaam gehouden - De speler voert een grote uithaalbeweging uit: de elleboog komt naar achteren, het lichaamsgewicht verplaatst zich op het achterste been - De werpbeweging start met het afduwen van de racketvoet vervolgens worden de rechterknie, rechterheup, rechterschouder en de rechterelleboog versneld ingedraaid - Vervolgens de ruitenwisser extra versnelling (knijpen in grip) - Op het raakmoment wordt de elleboog gestrekt, zodat de shuttle boven het hoofd geraakt wordt (rand van de koepel) Netdrop (p112-121) **Wat** De netdrop brengt de shuttle vanuit het eigen voorveld zo kort en zo vlak mogelijk in het voorveld van de tegenstrever **Tactisch doel** Door een netdrop te spelen, lok je de tegenstrever uit zijn basis naar het voorveld. Met deze slag leg je met andere woorden het veld van de tegenstrever open en lok je een te hoge netdrop of een te korte lob uit zodat je zelf in de aanval kunt. **Beschrijving slagtechniek** - Schermhouding: de racketvoet staat duidelijk voor - De pols is hoger dan het racketblad - Gebruik een losse duimgreep en een losse palmgreep - De slagfase is heel beperkt: het racket wordt enkel in de baan van de shuttle gebracht - De uitzwaaifase is zo goed als onbestaand - De speler komt uit basis-afwachtingshouding onmiddellijk in schermhouding en schuift naar het net Forehanddrop (p144-149) **Wat** De drop is een zachte neerwaartse slag die de shuttle vanuit het eigen achterveld naar het voorveld van de tegenstrever brengt **Tactisch doel** Het doel van de drop is de shuttle neerwaarts en weg van de tegenstrever te spelen. Een drop heeft zowel iets opbouwends als aanvallends. **Probleemstelling** - Om een drop te slaan, hoef je in principe niet hard te slaan. (met kleine tik of duwbeweging) - Het spelen van een drop is moeilijk verborgen te houden - Daarom drievoudige dreiging: zowel de clear, smash en drop moeten een identieke voorbereidingsfase hebben - Rotatie racketstartpositie en uithaalbeweging met het oog op SCHIJN - Extensie slagbeweging en uitzwaai met het oog op CONTROLE **Beschrijving slagtechniek** - Identiek aan deze van de clear en de smash, omdat we de slag zo lang mogelijk verborgen moet houden voor onze tegenstrever - In de aanleerfase staan we een palmgreep, op hoger niveau de hamergreep - Uithaalfase is identiek aan de clear en smash - Vanaf de slagfase wordt de drop een extensieslag: de slagbeweging wordt sterk afgeremd - Om de shuttle neerwaarts te kunnen slaan, moet de shuttle duidelijk voor het lichaam geraakt worden - Uitzwaaifase beperkt tot voor het lichaam - Vanuit de basis-afwachtingshouding schuiven we in dakhouding naar het achterveld ABC van de tactiek (p191-197) **Tactiek enkelspel** **Tactiek beginnende spelers op half veld: shotselectie:** - Bij het aanleren van elke slagtechniek zullen we het bijhorende tactische doel vermelden en verklaren - Shotselectie = de juiste slag spelen op het juiste moment - Op initiatie niveau onderscheiden we 3 tactische doelen: opbouw, aanval en redden **Opbouw: 'speel weg van je tegenstrever':** - Opbouw staat in badminton bij enkelspel op één, en aanval pas op twee - Speel naar de open ruimte, speel niet door het midden, speel niet naar het racket van de tegenstrever - Volgende slagen kunnen onder andere voor de opbouw gebruikt worden: lobservice, korte service, netdrop, log en clear. **Aanval: 'speel neerwaarts':** - Door de shuttle zelf naar de grond te spelen, dwingen we de tegenstrever om een zwakke verdedigende terugslag te spelen. - Als je het kunt afmaken doe het dan, waarom nog eens clearen als je kunt smashen - De volgende slagen kunnen hiervoor gebruikt worden: smash en aftikken **Redden: 'speel de shuttle over het net':** - Wanneer de tegenstrever je dwingt de shuttle erg laag of erg ver achter je te nemen, ben je verplicht 'te redden wat er te redden valt' - Gewoon over het net spelen is voldoende, niet forceren, geef het punt niet zomaar aan de tegenstrever' - Wordt gebruikt als je erg weinig tijd hebt om je slag uit te voeren - Er zijn voor deze techniek weinig specifieke slagen aangezien ze qua coördinatie erg moeilijk zijn **Slagen voor dubbel gebruik:** - Er zijn duidelijk overlapping bij de verschillende slagen: zo kan één slag soms voor twee tactische doelen gebruikt worden - Bv. bij een drop wordt de shuttle naar het voorveld gespeeld. Door de snelle en neerwaartse vlucht van een drop zet je echter ook de tegenstrever onder druk, zodat de drop ook gezien kan worden als een aanvallende slag **ABC tactiek:** - Handig geheugensteuntje voor het onthouden van enkele belangrijke tactische tips - A = away van de tegenstrever - B = backhand best (bovenhandse backhand) - C = concentreren (op het voorkomen van fouten)