Quiz Vragen en Antwoorden PDF
Document Details
![UndisputedPeachTree4409](https://quizgecko.com/images/avatars/avatar-15.webp)
Uploaded by UndisputedPeachTree4409
Tags
Summary
Dit document bevat een reeks vragen en antwoorden over chemie. De vragen gaan over verschillende chemische concepten, zoals atomen, elementen en bindingen. Het is geschikt voor middelbare scholieren.
Full Transcript
Quiz Questions and Answers Q: aardalkalimetalen A: BEGRIPPEN Q: smenten in groep 2 van het periodiek A: aardalkalimetalen Q: alkalimetalen A: ecm. Q: Elementen in groep 1 van het periodiek A: alkalimetalen Q: system. A: en Q: Binding tussen twee atomen gevormd A: atoombinding Q: door een...
Quiz Questions and Answers Q: aardalkalimetalen A: BEGRIPPEN Q: smenten in groep 2 van het periodiek A: aardalkalimetalen Q: alkalimetalen A: ecm. Q: Elementen in groep 1 van het periodiek A: alkalimetalen Q: system. A: en Q: Binding tussen twee atomen gevormd A: atoombinding Q: door een gemeenschappelijk A: Binding tussen twee atomen gevormd Q: Model dat weergeeft hoe een atoom uit A: atoommodel Q: atoomnummer A: opgebouwd. Q: Getal dat het aantal protonen in de kern A: atoomnummer Q: van een atoom weergeeft A: Getal dat het aantal protonen in de kern Q: Aantal atoombindingen dat een atoom A: covalentie Q: kan aangaan met andere atomen. A: Aantal atoombindingen dat een atoom Q: edelgasconfiguratie A: kan aangaan met andere atomen. Q: Elektronenconfiguratie waarbij de A: edelgasconfiguratie Q: buitenste schil van cen atoom acht A: Elektronenconfiguratie waarbij de Q: elektronen bevat (of twee in het geval van A: buitenste schil van cen atoom acht Q: Elementen in groep 18 van het periodiek A: edelgassen Q: reacties aangaan. A: systeem die nagenoeg geen chemische Q: elektron A: reacties aangaan. Q: Negatief geladen deeltje met een A: elektron Q: yverwaarloosbaar kleine massa, dat in A: Negatief geladen deeltje met een Q: vaste banen (schillen) om een atoomkern A: yverwaarloosbaar kleine massa, dat in Q: heen beweegt. A: vaste banen (schillen) om een atoomkern Q: Wijze waarop de elektronen over de A: , elektronenconfiguratie Q: verschillende schillen van een atoom zijn A: Wijze waarop de elektronen over de Q: /bepaalde afstand rond een A: mnenschil Q: atoomkern, waarin de elektronen zich A: /bepaalde afstand rond een Q: j 1 evinden. De eerste drie A: atoomkern, waarin de elektronen zich Q: Plementen in groep 17 van het periodiek A: halogenen Q: systeem A: Plementen in groep 17 van het periodiek Q: Atoom of atoomgroep me! A: gion Q: sisotopen A: Atoom of atoomgroep me! Q: Atomen die in de A: sisotopen Q: aantal protonen hebben, maar een A: Atomen die in de Q: verschillend aantal neutronen. A: aantal protonen hebben, maar een Q: Getal dat de som van het aantal protonen A: massagetal Q: en neutronen in de kern van een atoom A: Getal dat de som van het aantal protonen Q: weergeeft. A: en neutronen in de kern van een atoom Q: edelgasconfiguratie te voldoen. A: valentie-elektronen afstaat om aan de Q: Ongeladen deeltje met massa u dat zich in A: neutron Q: niet-metaal A: de kern van een atoom bevindt Q: Atoomsoort in het periodiek systeem die A: niet-metaal Q: valentie-elektronen opneemt om aan de A: Atoomsoort in het periodiek systeem die Q: edelgasconfiguratie te voldoen. A: valentie-elektronen opneemt om aan de Q: periode A: edelgasconfiguratie te voldoen. Q: Rij in het periodiek systeem met A: periode Q: elementen die valentie-elektronen A: Rij in het periodiek systeem met Q: hebben in dezelfde schil. A: elementen die valentie-elektronen Q: proton A: hebben in dezelfde schil. Q: Positief geladen deeltje met massa u dat A: proton Q: zich in de kern van een atoom bevindt. A: Positief geladen deeltje met massa u dat Q: relatieve atoommassa (A) A: zich in de kern van een atoom bevindt. Q: Gewogen gemiddelde van de A: relatieve atoommassa (A) Q: atoommassas van de in de natuur A: Gewogen gemiddelde van de Q: yoorkomende isotopen van een A: atoommassas van de in de natuur Q: atoomsoort. A: yoorkomende isotopen van een Q: relatieve molecuulmassa (M_) A: atoomsoort. Q: Massa van een molecuul in u, A: relatieve molecuulmassa (M_) Q: berekend met behulp van de relatieve A: Massa van een molecuul in u, Q: atoommassas. A: berekend met behulp van de relatieve Q: valentie-elektronen A: atoommassas. Q: Elektronen in de buitenste schil van een A: valentie-elektronen Q: atoom, A: Elektronen in de buitenste schil van een