Document Details

RiskFreePalmTree

Uploaded by RiskFreePalmTree

Campus Vesta

Van de Perre Kenny

Tags

Burgerlijk recht Rechtbanken Nederlandse wetgeving

Summary

Deze presentatie behandelt burgerlijk recht, inclusief een overzicht van de verschillende rechtbanken (vredegerecht, burgerlijke rechtbank, etc.), en de belangrijkste principes van het recht. Het bespreekt ook de inhoud en vormvoorwaarden van het burgerlijk wetboek.

Full Transcript

Burgerlijk recht Van de Perre Kenny Pdk Parket Antwerpen (voormalig HINP BS – FGP Antwerpen) Inhoud Burgerlijk recht Rechtbanken Burgerlijk recht versus strafrecht Burgerlijke vordering Staat van de persoon Afstamming Woning Huwelij...

Burgerlijk recht Van de Perre Kenny Pdk Parket Antwerpen (voormalig HINP BS – FGP Antwerpen) Inhoud Burgerlijk recht Rechtbanken Burgerlijk recht versus strafrecht Burgerlijke vordering Staat van de persoon Afstamming Woning Huwelijk en scheiding Samenwonen Ouderlijk gezag Levensonderhoud Zakelijke rechten Buitencontractuele aansprakelijkheid Veldwetboek Vragen Burgerlijk Recht Inleiding Verhouding publiek  privaat recht Privaat recht “Regelt de verhoudingen tussen de burgers onderling” Publiek recht “Regelt de algemene belangen en heeft betrekking op de organisatie, werking en de onderlinge verhoudingen van de overheidsorganen, en op de verhouding van de overheid tot de burgers” Privaat recht Publiek recht Burgerlijk recht Strafrecht en strafprocesrecht Handels- en economisch recht Staatsrecht Gerechtelijk privaatrecht Administratief recht (fiscaal recht) Fiscaal recht Internationaal privaatrecht Internationaal recht Burgerlijk recht (1) Burgerlijk recht (GN echte definitie): “Recht dat o.a. de familiale verhoudingen, contracten tussen families, contracten tussen burgers (GN handels- en economisch recht), zakelijke rechten, … regelt” Bronnen: – Burgerlijk Wetboek (BW) – rechtspraak (RS) – rechtsleer (RL) Grondige hervorming Burgerlijk Wetboek vanaf 2020 – oorspronkelijk BW (anno 1807) wordt in fases gewijzigd: BW anno 1807 = nu “oud Burgerlijk Wetboek” creatie nieuwe “Boeken” Burgerlijk recht (2) Op termijn: – Boek 1: Algemene bepalingen – Boek 2: Personen, familie en relatievermogensrecht – Boek 3: Goederen (door Wet 04-02-2020 …) – Boek 4: Nalatenschappen, schenkingen en testamenten – Boek 5: Verbintenissen – Boek 6: Bijzondere overeenkomsten – Boek 7: Zekerheden – Boek 8: Bewijs (door Wet 13-04-2019 …) – Boek 9: Verjaring Boek 3 en 8 reeds in werking Voor de rest: zie “oud BW” inclusief aanpassingen Burgerlijk recht (3) Welke rechtbanken? – vredegerecht – rechtbank van eerste aanleg (burgerlijke kamer) – jeugdrechtbank – familierechtbank – hof van beroep (burgerlijke kamer) – hof van cassatie – (grondwettelijk hof) RECHTBANKEN Inhoud Vredegerecht Burgerlijke rechtbank Jeugdrechtbank Familierechtbank Beslagrechter Kortgeding Hof van beroep Hof van Cassatie Vredegerecht Welke zaken: – alle vordering met bedrag ≤ 5000 euro (GN vordering tss ondernemers) – huurgeschillen (incl. handelshuur) – erfdienstbaarheden – geschillen inzake onteigening – verzegelingen (burgerrechtelijk) – voogdij – afwezigheid – bescherming geesteszieken – geschillen inzake nutsvoorzieningen Samenstelling: – 1 rechter Burgerlijke rechtbank Welke zaken: – alle burgerlijke geschillen > 5000 euro – … tenzij andere wet een uitzondering maakt In hoger beroep: – beslissingen van de vrederechter (bedrag > 5000 euro) – (burgerlijke) beslissingen van de politierechtbank (bedrag > 5000 euro) Samenstelling: – 1 rechter Jeugdrechtbank Welke zaken: – zaken waarin Mj in gevaar zijn – Mj die een MOF plegen (m.u.v. uithandengeving) Samenstelling: – 1 rechter – (OM: advies) Familierechtbank Welke zaken: – vorderingen tussen echtgenoten / wettelijk samenwonenden – vordering m.b.t. ouderlijk gezag – vordering m.b.t. onderhoudsuitkeringen – vorderingen m.b.t. huwelijksvermogensrecht In hoger beroep: – bepaalde beslissingen van de vrederechter Samenstelling: – 1 rechter Beslagrechter Welke zaken: – alle vorderingen en betwistingen inzake de bewarende beslagen – tenuitvoerlegging van vonnissen Samenstelling: – 1 rechter Kort geding Welke zaken: – alle zaken die tot de bevoegdheid van de rechtbank van eerste aanleg behoren Voorwaarden: – dringend – beslissing = voorlopig – beslissing = GN nadeel Samenstelling: – 1 rechter Hof van beroep Welke zaken: – berechting ministers en staatssecretarissen In hoger beroep: – beslissingen van de rechtbank van eerste aanleg – beslissing van de rechtbank van koophandel Samenstelling: – 1 of 3 raadsheren Hof van cassatie Welke zaken: – alle rechtstakken Samenstelling: – 3 kamers: burgerlijke en handelszaken strafzaken sociale zaken – elke kamer: 5 raadsheren (incl. voorzitter) – OM NT over grond van de zaak Burgerlijk recht versus Strafrecht Burgerlijk recht vs Strafrecht (1) Burgerlijk recht Strafrecht Kenmerken aanvullend / dwingend recht dwingend recht / OO Tussen wie particulieren: eiser tegen verweerder tss beklaagde / beschuldigde en de maatschappij Waarom rechtsconflicten oplossen strafbare feiten bestraffen Sancties - schadevergoeding aan tegenpartij - boete aan de Staat - uitvoering van een verplichting (dwangsom) - gevangenisstraf / opsluiting of vervangende schadevergoeding Aanvullend: - regels uit wet kunnen worden aangevuld door partijen Dwingend: - regels moeten worden nageleefd (GN afwijking mogelijk) Openbare orde: - regels van groot maatschappelijk belang  nooit afwijken Burgerlijk recht vs Strafrecht (2) Burgerlijk recht  eigen / specifieke rechtsfiguren Strafrecht is hier NT toe gebonden !!!! eigen rechtsfiguren en terminologieën Materieel / moreel bestanddeel Wederrechtelijkheid Burgerlijk recht vs Strafrecht (3) Afhandeling strafrecht  PV Afhandeling burgerlijk recht  bestuurlijk verslag / melding Burgerlijke vordering Burgerlijke vordering (1) Synoniem = burgerlijke partijstelling – NT verwarren met “klacht BP”  strafprocesrecht Wanneer? – als men schade lijdt: materieel en/of moreel – contractueel / buitencontractueel Doel? – herstel schade / teruggave goed / bekomen schadevergoeding Door wie? – schadelijder: natuurlijke en/of rechtspersonen – gesubrogeerde (in de plaats getreden): verzekeraar werkgever … Burgerlijke vordering (2) Tegen wie? – schadeveroorzaker: natuurlijke en/of rechtspersonen – burgerlijk aansprakelijke personen: ouders werkgever … Welke rechtbank? – burgerlijke rechtbank (GN misdrijf) OF – strafrechtbank (schade die voortkomt uit misdrijf) OF – burgerlijke rechtbank en strafrechtbank (tegelijkertijd): burgerlijke rechtbank schorst uitspraak tot na uitspraak strafrechter (le criminel tient le civel en état) Burgerlijke vordering (3) Hoe? – conform regels Gerechtelijk Wetboek (Ger. W.) Burgerlijke procedure: – dagvaarden schadelijder voor burgerlijke rechter Strafrechtelijke procedure: – na dagvaarding door OM: zich burgerlijke partij stellen op de zitting – na doorverwijzing door de RK (na GO): zich burgerlijke partij stellen bij de OR of zich burgerlijke partij stellen op de zitting – na rechtstreekse DV door slachtoffer (enkel bij overtreding / wanbedrijf): zich burgerlijke partij stellen op de zitting Burgerlijke vs strafvordering Strafvordering Burgerlijke vordering Doel Schuldige straffen Schade herstellen Herstel Herstel aan maatschappij Herstel aan individu Door wie OM / Klacht BP Benadeelde / rechthebbende Tegen Dader / medeplichtige Veroorzaker / burgerlijke wie aansprakelijke Instantie Strafrechtbank Strafrechtbank / burgerlijke rechtbank Staat van de persoon Inhoud Persoon Geboorte Overlijden Identiteit Bekwaamheid Naam Geslacht Nationaliteit Minderjarigen Begrip persoon (1) Onderscheid: – natuurlijke persoon – rechtspersoon Natuurlijke persoon: – vanaf geboorte – levend – levensvatbaar: eigenschappen om zelfstandig in leven te blijven – NT als nog in de baarmoeder zit en NT levensvatbaar is – belang strafrecht  quid geweldsmisdrijven tegen ongeboren baby’s? Begrip persoon (2) Rechtspersoon: – al dan NT rechtspersoonlijkheid – vanaf oprichting (oprichtingsakte) – tegenstelbaar na publicatie Belgisch Staatsblad – kunnen strafrechtelijk worden veroordeeld Geboorte (1) Natuurlijk fenomeen Kennisgeving geboorte: – aan ambtenaar burgerlijke stand – door ziekenhuis / vroedvrouw / aanwezige tijdens geboorte – eerstvolgende werkdag Aangifte geboorte: – aan ambtenaar burgerlijke stand – door vader en/of moeder en/of meemoeder – binnen 15 dagen na geboorte Geboorte (2) Quid bij vondeling? – melding door vinder aan hulpdiensten – hulpdiensten doen aangifte aan ambtenaar van burgerlijke stand – ambtenaar maakte geboorteakte op Quid strafbaarheid iemand te vondeling leggen? Quid in vondelingenschuif? art. 423 Sw (kinderverlating): GVS 1 – 3 m + GB 26 – 300 euro Overlijden (1) Soorten: – overlijden (natuurlijk / verdacht) – gerechtelijke verklaring van overlijden – afwezigheid – faillissement / vereffening / ontbinding Overlijden: – effectief lijk – natuurlijk / verdacht (attest NT beschikken lichaam) begrafenisondernemer vs autopsie – opstellen model IIIC door dokter (attest van overlijden) – o.b.v. model IIIC  akte van overlijden door ambtenaar burgerlijke stand – belang eerstelijnspolitie Overlijden (2) Gerechtelijke verklaring van overlijden: – = vermiste persoon – staat vast dat overleden is  GN (identificeerbaar) lijk – voorwaarden: GN akte van overlijden persoon = in levensbedreigende omstandigheden verdwenen GN lijk overlijden kan als zeker worden beschouwd – gevolgen: rb stelt vonnis op  geldt als akte van overlijden vanaf dan vermogensrechten – terugkeer: bewijs van leven verbetering akte Overlijden (3) Afwezige: – onzekerheid overleden – vermoeden van afwezigheid: > 3 maanden NT verschenen in woon/verblijfplaats > 3 maanden niets vernomen – gevolgen: vermoeden afwezigheid beheer goederen door gevolmachtigde kinderen  voogdijregeling – einde: terugkeer terugvinden lijk gerechtelijke verklaring van overlijden – 5 jaar na vermoeden afwezigheid – 7 jaar na laatste nieuws – terugkeer: verbetering Overlijden (4) Faillissement / ontbinding / vereffening: – rechtspersoon – faillissement / ontbinding  door rb – vereffening  zelf – einde rechtspersoon Erfrecht: – zie Wet 31 juli 2017 tot wijziging BW wat betreft erfenissen en giften (….) BS 27 juli 2018 Identiteit Juridische identiteit: – staat van de persoon Identificatie persoon: – naam – woonplaats / verblijfplaats – geslacht – nationaliteit Bekwaamheid Onderscheid: – rechtsbekwaamheid – handelingsbekwaamheid Rechtsbekwaamheid: – juridische mogelijkheid om titularis te zijn van rechten en plichten – vb. vreemdelingen, gerechtelijke uitspraak, … Handelingsbekwaamheid: – juridische mogelijkheid om rechten en plichten uit te voeren – handelingsonbekwaamheid: verbod uitoefening rechten en plichten – Vb. minderjarigen, gerechtelijke uitspraak, … toch handeling: NT tegenstelbaar (nietig) Naam Verplicht Basis = geboorteakte Principiële onveranderbaarheid: – naam: ernstige reden GN verwarring NT mogelijk via andere weg uitzonderlijk door Koning – voornaam: na adoptie administratieve en gerechtelijke weg  schending keuzerecht ouders administratieve procedure  MiJu Belang politie  Md aanmatiging van naam (art. 231 Sw) – enkel achternaam Geslacht Twee keuzes: – mannelijk – vrouwelijk – staat vast bij geboorte (eerste toekenning: morfologisch) Principieel onveranderbaar (uitzonderingen): – morfologische vergissing tijdens geboorte – problematische toepassing (transgenderproblematiek) Via administratieve procedure bij ambtenaar burgerlijke stand: – stukken inzake genderstoornis – medische geslachtsaanpassing – NT meer in staat kinderen te verwekken o.b.v. eerste geslacht Quid fouille? – WPA versus art. 8 EVRM Nationaliteit (1) Toekenning BE nationaliteit: – bij geboorte van zodra een ouder Belg is – geboren in België Verkrijging BE nationaliteit: – Recht = nationaliteitsverklaring: vreemdeling geboren in BE vreemdeling geboren in/buiten BE  ouder Belg op ogenblik verklaring vreemdeling  ≥ 7 jaar hoofdverblijf in België + verblijfsrecht onbepaalde duur – Gunst = naturalisatie: minstens 18 jaar oud en verblijven in BE en uitzonderlijke diensten aan BE bewezen en motiveren waarom het onmogelijk is middels nationaliteitsverklaring door Kamer van Volksvertegenwoordigers Nationaliteit (2) Verlies BE nationaliteit: – grond van vrijwillige handeling weigeren (dubbele) nationaliteit bij geboorte – grond van rechtsfeit – grond van vervallenverklaring fraude ernstige tekortkomingen aan de verplichtingen als Belgische burger Belang politie = groot: – bevoegdheid strafrecht territorialiteit (art. 3 Sw) extra-territorialiteit (art. 4 Sw) – vreemdelingenwetgeving Minderjarigen (1) Zie cursus jeugdrecht Speciale behandeling Grens betreft 18 jaar Handelingsonbekwaam (uitzonderingen) Onderscheid: – ontvoogde minderjarigen – niet-ontvoogde minderjarigen – verlengd minderjarigen Minderjarigen (2) Beheer goederen minderjarigen  ouders / voogd / bewindvoerder Quid plegen misdrijf? – misdrijf omschreven feit – GN straf  beschermingsmaatregel – uithandengeving – ouders  burgerlijk aansprakelijke partij (verhoren) – SALDUZ Onrechtmatige daad: – ouders aansprakelijk (art. 1385 BW) Misdrijven t.a.v. minderjarigen: – artt. 423 – 433quater Sw Afstamming en erkenning Inhoud Afstamming Erkenning Afstamming (1) Soorten: – langs moederszijde – langs vaderszijde – langs meemoederszijde Moederszijde: – in geboorteakte (automatisch door vermelding naam) – door erkenning (uitzonderlijk als naam NT in geboorteakte staat) – via gerechtelijke weg (bij ontbreken van vorige) Vaderszijde: – binnen huwelijk: echtgenoot wordt vermoed vader te zijn – buiten huwelijk: door erkenning – via gerechtelijke weg (bij ontbreken van vorige) Afstamming (2) Meemoederszijde: – binnen huwelijk: echtgenote wordt vermoed weemoeder te zijn – buiten huwelijk: door erkenning – via gerechtelijke weg (bij ontbreken van vorige) Quid bij betwisting? – juridische weg: familierechtbank is bevoegd – criterium: bezit van staat “Geheel van feiten die erop duiden dat men zich steeds als ouder heeft gedragen, en dat ook de buitenwereld de betreffende persoon als ouder heeft beschouwd” Erkenning Hoe? – in geboorteakte – in akte van erkenning Opgemaakt door ambtenaar burgerlijke stand – kan weigeren Betwisting voor familierechtbank Schijnerkenning is strafbaar “Pro forma erkenning zonder affectieve en/of biologische vaderschapsband om de moeder een verblijfsrechtelijk voordeel te geven” Valsheid in geschriften + gebruik (art. 196 Sw en 197 Sw) Woning Inhoud Woonplaats Kraken Tijdelijk huisverbod Woonplaats (1) Burgerlijk recht: Bereikbaarheid voor de overheid Onderscheid: – gewone / bijzondere woonplaats – gewone / bijzondere verblijfplaats Gewone woonplaats: – hoofdzakelijk verblijf – doel = bereikbaar zijn om burgerlijke rechten uit te voeren – vrije keuze – registratie gemeentebestuur (Rijksregister / vreemdelingenregister) – veranderen  melden gemeentebestuur zo niet  ambtshalve schrapping (desgevallend seining verblijfplaats opzoeken) Woonplaats (2) Burgerlijk recht (vervolg): Gewone verblijfplaats: – meer dan toevallige wijze verblijf houden – GN centrum belangen – vrijwillig / opgelegd (geesteszieken, arbeidsovereenkomst, …) – GN registratie aan gemeentebestuur Bewijs: – registratie gemeentebestuur – zo niet  omstandigheden Woonplaats (3) Strafrecht: NT gehouden aan betekenis burgerlijk recht Bevoegdheid Pdk: – plaats feiten – plaats waar verdachte verblijft – plaats waar verdachte kan worden aangetroffen GN onderscheid tss woonplaats / verblijfplaats Registratie gemeentebestuur is NT vereist Plaats waar verdachte zijn privé-leven (hoe miniem ook) ontplooit (= centrum belangen) Woonplaats (4) Strafrecht (vervolg): Woning = onschendbaar (art. 15 GW) – recht op privé-leven (art. 8 EVRM) Woonverbod: – art. 382bis Sw – bijkomende straf door rechter – n.a.v. zedenmisdrijven Belang politie = groot: – huiszoeking – inbeslagname – huisvredebreuk / woonstschennis (art. 439 Sw) – quid uithuiszettingen op verzoek bewoner? Kraken (1) Conflict diverse (grond)rechten: recht op menselijke waardigheid en behoorlijke huisvesting (art. 23 GW) recht op eigendom (art. 17 EVRM) / onschendbaarheid woning (art. 15 GW) Vroeger: – zuiver burgerlijke procedure (vredegerecht) Nu: – strafrechtelijk / burgerrechtelijk (Gerechtelijk Wetboek) – klachtmisdrijf – art. 442/1 Sw – Wet van 18 oktober 2017 betreffende onrechtmatig binnendringen … Kraken (2) Art. 442/1 Sw: “§1 Met gevangenisstraf van acht dagen tot een maand en met geldboete van 26 euro tot 100 euro of met een van deze straffen alleen wordt gestraft hij die, zonder een bevel van de overheid hetzij zonder toestemming van een houder van een titel die of een recht dat toegang verschaft tot de betrokken plaats of gebruik van of verblijf in het betrokken goed toestaat en buiten de gevallen waarin de wet het toelaat, op eender welke manier andermans niet bewoonde huis, appartement, kamer of verblijf, of de aanhorigheid ervan of enig andere niet bewoonde ruimte of andermans roerend goed dat al dan niet als verblijf kan dienen, hetzij binnendringt, hetzij bezet, hetzij erin verblijft zonder zelf houder te zijn van voormeld titel of recht. §2 Met gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van 26 euro tot 200 euro of met een van deze straffen alleen wordt gestraft hij die binnen de vastgestelde termijn geen gevolg geeft aan het bevel tot ontruiming bedoeld in art. 12 § 1 van de Wet van 18 oktober 2017 betreffende het onrechtmatig binnendringen in, bezetten van of verblijven in andermans goed, zoals hersteld bij de wet van 6 december 2022 om justitie menselijker, sneller en straffen te maken Iibis of aan de uithuiszetting bedoeld in art. 1344decies van Gerechtelijk Wetboek. §3 Het in §1 bedoelde misdrijf kan alleen maar worden vervolgd op klacht van een persoon die houder is van een titel of een recht op het betrokken goed.” Kraken (3) Cruciaal onderscheid: – bewoonde panden → woonstschennis – NT bewoonde panden → kraken Bewoond pand: – continuïteit van bewoning (centrum van belangen) – doet nog steeds dienst als huisvesting – woning en aanhorigheden Onbewoond pand: – definitie is ruimer – NT alleen woning en aanhorigheden – OOK niet bewoonde ruimten of andermans roerende goederen die al dan niet als verblijf kunnen dienen Kraken (4) Woonstschennis (art. 439 Sw): “Met gevangenisstraf van vijftien dagen tot twee jaar en met een geldboete van 26 tot 300 euro wordt gestraft hij die, zonder een bevel van de overheid en buiten de gevallen waarin de wet toelaat in de woning van bijzondere personen tegen hun wil binnen te treden, in een door een ander bewoond huis, appartement, kamer of verblijf, of in de aanhorigheid ervan hetzij binnendringt met behulp van bedreiging of geweld tegen personen, of door middel van braak, inklimming of valse sleutels, hetzij dit goed bezet, hetzij er in verblijft zonder toestemming van de bewoners” kan op heterdaad worden vastgesteld Quid verlaten onroerende goederen? Kraken (5) Strafrechtelijke procedure (deels vernietigd GwH 12-03-2020 maar recent wettelijk aangepast): 1. kennisname door politie door klacht benadeelde 2. politie contacteert Pdk (van wacht) 3. Pdk beveelt politie om heel pand te betreden (nagaan bewoond / onbewoond) 4. Politie identificeert alle aanwezigen 5. Indien onbewoond pand → politie deelt mee dat krakers binnen 2u pand moeten verlaten 6. Doen ze dit niet → terug contact pdk m.h.o.o. opstellen bevel tot ontruiming + overhandigen uitnodiging verhoor SALDUZ cat. III 7. Pdk vraagt machtiging aan de OR om bevel tot ontruiming op te stellen 8. Na akkoord OR (binnen 72u) stelt Pdk bevel tot ontruiming op - omkleed met redenen - indien mogelijk verhoor benadeelde - bepaalde verplichte gegevens Kraken (6) Strafrechtelijke procedure (deels vernietigd GwH 12-03-2020 maar recent wettelijk aangepast) - vervolg: 9. kennisgave bevel tot ontruiming aan krakers  PV kennisgave door politie 10. aanplakking bevel tot ontruiming op plaats zelf 11. ontruiming binnen 8 dagen na kennisgave 12. Pdk staat in voor uitvoering 13. beroep is mogelijk door krakers bij vredegerecht binnen 8 dagen na kennisname bevel tot ontruiming 14. Vrederechter spreekt beslissing uit binnen 10 dagen na zitting Tijdelijk huisverbod (1) Intrafamiliaal geweld Pdk Wanneer? – aanwezigheid van een of meer huisgenoten vormt ernstig en onmiddellijk gevaar Wat? – onmiddellijk huis verlaten voor duur zoals bepaald in verbod – inherent contactverbod Duur? – maximaal 14 dagen Tijdelijk huisverbod (2) Schriftelijk bevel: – plaats en duur verbod – feiten en omstandigheden (aanleiding) – namen van personen met wie GN contact mag plaatsvinden – sanctie bij NT-naleven verbod Bekendmaking: – betekening persoon / huisgenoten – in werking vanaf kennisgave – afschrift korpschef – slachtofferhulp Opheffing: – Pdk  wijziging omstandigheden Tijdelijk huisverbod (3) Bestraffing: – art. 2 Wet bestraffing overtreding huisverbod – gevangenisstraf 8d tot 6m en/of geldboete van 26 euro tot 100 euro – quid soort misdrijf? Procedure familierechtbank: – kennisgave door pdk ten laatste dag na huisverbod (incl. PV’s) – familierechter onderzoekt – zitting tijdens periode huisverbod – beslissing: verlenging duur max. 3 maanden opheffing Huwelijk en scheiding Inhoud Huwelijk Scheiding Huwelijksvormen Schijnhuwelijk Huwelijk (1) Verloving  GN juridische waarde Geldigheid huwelijk: – grondvoorwaarden – vormvoorwaarden Grondvoorwaarden: – leven – geslacht – toestemming: wilsgebreken – bekwaamheid – monogamie – incest Huwelijk (2) Inhoud huwelijk: – primair huwelijksrecht (rechten en plichten) – secundair huwelijksrecht (huwelijksvermogensrecht) Primair huwelijksrecht  rechten: – bekwaamheid van de echtgenoten (art. 212 3e lid BW) – vrije beroepskeuze (art. 216 §1 1e lid BW) – gebruik van naam andere echtgenoot (art. 216 §2 1e lid) – ontvangst, besteding en bestuur inkomsten (art. 217 BW) – opening bankrekening en kluis (art. 218 1e en 2e lid BW) – schenkingen (art. 224 § 1, 3 en 4 BW) – lastgeving (art. 219 1e lid BW) – machtiging en indeplaatstelling Huwelijk (3) Primair huwelijksrecht  plichten: – samenwoning (art. 213 en 214 BW) – wederzijdse bijstand: genegenheid (art. 229 BW) – getrouwheid: plicht tot sexuele betrekkingen – (voortplanting) – bescherming gezinswoning: eigendom / huur (art art. 215 §1 BW) – bescherming huisraad (art. 215 BW) – hulpplicht: solidariteit inkomsten (art. 213 BW) – bijdrageplicht: bijdragen in lasten (221 1e lid BW) – hoofdelijke gehoudenheid: NT buitensporig (art. 222 BW) Huwelijk (4) Dringende voorlopige maatregelen (art. 223 BW): – redenen: grof plichtsverzuim ernstige verstoring verstandhouding – wie? familierechtbank – hoe? vonnis – maatregelen: organisatie verblijfplaats aanpassen beschikkingsbeslissing maatregelen inzake de kinderen persoon en goederen van derde buitengewone maatregelen bij hoogdringendheid Huwelijk (5) Belang politie: – strafuitsluitende verschoningsgrond (art. 462 Sw) – gezinswoning Scheiding Soorten: – feitelijke scheiding – ontbinding door overlijden – echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting huwelijk (EOO) – echtscheiding door onderlinge toestemming (EOT) – scheiding van tafel en bed Gevolgen: – qua persoon – qua vermogen Huwelijksvormen Erkende huwelijken Strafbare huwelijken Liefdeshuwelijk Gedwongen huwelijk (391sexies Sw) Verstandshuwelijk Schijnhuwelijk (art. 146bis BW en art. 79bis Vreemdelingenwet) Geregeld huwelijk Bigamie (art. 391 Sw) Schijnhuwelijk (1) Definitie: “Ieder huwelijk waarbij, ondanks de gegeven formele toestemmingen tot het huwelijk, uit een geheel van omstandigheden blijkt dat de intentie van minstens één van de echtgenoten kennelijk niet gericht is op het tot stand brengen van een duurzame levensgemeenschap, maar enkel op het bekomen van een verblijfsrechtelijk voordeel (art. 146bis BW)” huwen is fundamenteel recht  NT elk gemengd huwelijk = verdacht Illegaliteit op zich = onvoldoende om huwelijk te weigeren Schijnhuwelijk (2) Enkel strafbaar i.h.k.v. Vreemdelingenwet: – partijen zelf – financieel voordeel – geweld of bedreiging – poging = strafbaar Burgerrechtelijk ook mogelijkheden Ambtenaar burgerlijke stand = centrale figuur - treedt volledig autonoom op - autonome beslissingsbevoegdheid: voltrekken / weigeren / uitstellen Schijnhuwelijk (3) Quid verdacht karakter? – MO van 6 september 2013 NT-limitiatieve lijst verdachte factoren: - taalprobleem partijen - nooit eerder ontmoet voor huwelijk - kennen elkaars naam of nationaliteit NT - optreden tussenpersoon - groot leeftijdsverschil - eerdere pogingen schijnhuwelijk - manifest uiteenlopende verklaringen -… Een indicator is NIET voldoende  meerdere noodzakelijk !! Schijnhuwelijk (4) Vormen: – voorgenomen schijnhuwelijk – voltrokken schijnhuwelijk (al dan niet in België) Actoren: – ambtenaar burgerlijke stand – DVZ – politie – pdk DVZ: – uitwisseling gegevens Schijnhuwelijk (5) Ambtenaar burgerlijke stand: – autonoom – kan volgende beslissen: huwelijk voltrekken huwelijk weigeren  motiveren aan partijen (beroep mogelijk) huwelijk uitstellen (max. 2 maanden) – facultatieve kennisgave aan politie / parket Politie: – voorgenomen schijnhuwelijk: onderzoek – voltrokken schijnhuwelijk: controle samenleving buurtonderzoek getuigen e.d. – opstellen PV’s  Pdk Schijnhuwelijk (6) Parket: – keuze: strafrechtelijke of burgerrechtelijke afhandeling voorkeur strafrecht: financieel voordeel / recidive / geweld / criminele context – voorgenomen huwelijk: burgerrechtelijk: advies aan ABS die autonoom beslist strafrechtelijk: vervolging – voltrokken huwelijk: burgerrechtelijk: dagvaarding in nietigverklaring strafrechtelijk: vervolging + nietigverklaring Samenwoning Inhoud Wettelijk samenwonen Feitelijk samenwonen Wettelijk samenwonen (1) Organisatie samenwonen personen Afleggen verklaring op gemeentehuis (art. 1475 BW) Voorwaarden: – grondvoorwaarden – vormvoorwaarden Grondvoorwaarden: – toestemming – bekwaamheid Vormvoorwaarden: – schriftelijke verklaring voor ambtenaar burgerlijke stand – registratie bevolkingsregister Wettelijk samenwonen (2) Inhoud: – primair wettelijk samenwoningsrecht – secundair wettelijk samenwoningsrecht Primair wettelijk samenwoningsrecht: – GN persoonlijke rechten en plichten – bescherming van voornaamste gezinswoning (art. 1477 § 2 BW) – bijdrageplicht (art. 1477 § 3 BW) – hoofdelijke gehoudenheid (art. 1477 § 4 BW) Secundair wettelijk samenwoningsrecht: – scheiding van goederen Wettelijk samenwonen (3) Dringende en voorlopige maatregelen: – door familierechtbank – bij ernstige verstoring verstandhouding – maatregelen: gemeenschappelijke verblijfplaats persoon en goederen samenwonenden persoon en goederen kinderen wettelijke en contractuele verplichtingen Ontbinding: – huwelijk – overlijden – einde in onderlinge toestemming – einde op eenzijdig verzoek Wettelijk samenwonen (4) Gevolgen ontbinding: – GN hulpplicht – enkel recht overlevende samenwoner Quid optreden politie? Feitelijk samenwonen (1) Aangaan: – GN voorwaarden Inhoud: – GN rechten en plichten – zuiver verbintenissenrecht – vermogen  regelen in overeenkomst GN dwingende voorlopige maatregelen Einde: – overlijden – wederzijdse beslissing – eenzijdige beslissing Feitelijk samenwonen (2) Quid optreden politie? Ouderlijk gezag Ouderlijk gezag (1) T.a.v. Minderjarigen Inhoud: – beslissingsrecht over de staat van het kind – recht op contact met kind – gezag over de persoon van het kind bewind over vermogen van het kind genot van het vermogen van het kind Wie? – beide ouders natuurlijke / adoptieve Ouderlijk gezag (2) Hoe? – gezamenlijk door beide ouders al dan niet gehuwd / samenleven – voogdij Quid onenigheid? – familierechtbank – vonnis Vormen onenigheid: – verblijfsregeling – gezagsregeling Ouderlijk gezag (3) Verblijfsregeling: – hoofdverblijf (RRN) – principe = onderling akkoord  voorleggen rechter  bekrachtigen – GN akkoord  uitspraak rechter  vonnis (uitvoerbaar) bijzonder motiveren co-ouderschap primeert ongelijkmatig kan Gezagsregeling: – opvoedingsverplichtingen – onenigheid  uitspraak rechter  vonnis (uitvoerbaar) Ouderlijk gezag (4) Handhaving: – fast track procedure – bestaan rechterlijke beslissing – bestaan familiale overeenkomst EOT Maatregelen ten gronde: – nieuwe rechterlijke beslissing – tenuitvoerlegging via dwangmaatregelen (GN lijfdwang) – opleggen dwangsom Quid misdrijf? – niet afgifte Mj (art. 432 Sw) – NOOIT manu militare kind wegnemen bij de ene ouder Levensonderhoud Levensonderhoud (1) Soorten: – ouderlijke onderhoudsplicht – alimentatie tussen ex-partners – andere vormen (adoptie, pleegvoogdij, stiefkinderen) Inhoud: – huisvesting – gezondheid – toezicht – opvoeding – opleiding – ontplooiing kinderen Levensonderhoud (2) Voor welke kinderen? – minderjarigen – meerderjarig als nog opleiding volgen Door welke ouders? – beiden (natuurlijk / adoptief) Welke middelen? – samengevoegde middelen Samenstelling: – gewone kosten – verblijfsoverschrijdende kosten Levensonderhoud (3) Handhaving: – vordering voor rb Quid misdrijven? – familieverlating (art. 391bis Sw) – verlaten of in behoeftige toestand achterlaten Mj (art. 423 en 424 Sw) – onthouden voedsel verzorging Mj (art. 425 en 426 Sw) Familieverlating (art. 391bis Sw): – enkel bij rechterlijke beslissing – na meer dan twee maal NT betalen onderhoudsgeld hoeft NT opeenvolgend te zijn ZAKELIJKE RECHTEN Inhoud Algemeen Eigendom Burenhinder Erfdienstbaarheden Vruchtgebruik Algemeen Zakelijke recht: “Recht dat verbonden is aan een zaak en niet aan een persoon. Het zakelijk recht volgt de zaak in wiens handen de zich ook bevindt.” Soorten: – eigendom / burenhinder – recht van vruchtgebruik / bewoning – erfdienstbaarheid – opstal / pand – pand / hypotheek – appartementsrecht – … Vroeger geregeld in het BW Nu in Wet van 04-02-2020 houdende boek 3 “Goederen” van het Burgerlijk Wetboek (Wet Goederen) Eigendom (1) Toepasselijke wetsbepaling = art. 3.50 Wet Goederen ““Het eigendomsrecht verleent aan de eigenaar rechtstreeks het recht om het voorwerp ervan te gebruiken, hiervan het genot te hebben en erover te beschikken. De eigenaar heeft de volheid van bevoegdheden, behoudens de beperkingen die door de wetten, verordeningen of door de rechten van derden worden opgelegd.” Bewijs: – titel van eigendom: authentieke akte (notaris) onderhandse akte (zelf opgesteld door partijen, factuur, …) Onderscheid: – volle eigendom – mede-eigendom – naakte eigendom – vruchtgebruik Eigendom (2) Volle eigendom: – is alleen eigenaar – kan er ten volle over beschikken – volledig beslissingsrecht Mede-eigendom (hoofdstuk III boek II BW): – kan er NT ten volle over beschikken – beslissing van andere eigenaars nodig – onenigheid (onverdeeldheid): beslissing rechtbank Naakte eigendom: – is alleen eigenaar – kan er NT ten volle over beschikken – andere perso(o)n(en) hebben enkel gebruiksrecht (= vruchtgebruik) Eigendom (3) Vruchtgebruik: – recht gebruik maken van goed die ander toebehoord – GN beschikkingsrecht – huwelijksrecht / erfrecht Eigendom versus bezit: – eigendom ≠ bezit – andere rechten – eigenaar  kan beschikken (verkopen, verhuren, ruilen, uitlenen, …) – bezitter  enkel bezitten en NT beschikken – uitzondering voor roerende goederen ! bezit ter goeder trouw geldt als tittel (art. 3,18 Wet Goederen) Eigendom (4) Wat als men eigendom NT kan aantonen? bezitter ter goede trouw Art. 3.18 Wet Goederen “Bezit is de feitelijke uitoefening van een recht als ware men titularis van dit recht, hetzij rechtstreeks, hetzij door middel van een derde. Diegene die het recht feitelijk uitoefent, wordt vermoed bezitter ervan te zijn, behoudens tegenbewijs. Een restitutieverplichting van het recht dat hij bezit , sluit de bedoeling om er titularis van te zijn uit. (…)” Art. 3.22 Wet Goederen “De bezitter is ter goeder trouw als hij er rechtmatig mag op vertrouwen dat hij titularis is van het recht dat hij bezit. De goede trouw wordt vermoed, behoudens tegenbewijs.” Eigendom (5) Toepassing: – enkel bij roerende goederen – “bezit ter goeder trouw geldt als tittel van eigendom” – door het louter bezitten van het goed verwerf je de status van eigenaar – periode: 1 jaar – binnen 1 jaar kan rechtmatige eigenaar goed terugvorderen – deze regeling geldt NT bij kwade trouw – voorbeelden: vinden van roerend goed kopen van gestolen roerend goed ter goeder trouw (GN heling) Eigendom (6) Belang politie = groot: – misdrijven tegen de eigendom: diefstal misbruik van vertrouwen oplichting beschadigingen / brandstichting – strafuitsluitende verschoningsgronden art. 462 Sw – kraken – inbeslagname / verbeurdverklaring Burenhinder (1) Burgerrechtelijk geregeld → vrederechter bevoegd Veroorzaken overlast (overstijgt GAS) Art. 3.101 Wet Goederen “§1 Naburige eigenaars hebben elk een recht op het gebruik en genot van hun onroerend goed. Bij de uitoefening van hun gebruik en genot eerbiedigen ze het geschapen evenwicht door geen hinder op te leggen aan de nabuur die de normale ongemakken uit de nabuurschap overtreft en hem toerekenbaar is. Om de boven- matigheid van de hinder te beoordelen, is rekening te houden met alle omstandigheden van het geval zoals tijdstip, frequentie en de intensiteit van de hinder, de eerstingebruik- neming of de publieke bestemming van het onroerend goed van waaruit de hinder wordt veroorzaakt (…)”. schending kan leiden tot vordering voor rechtbank Burenhinder (2) Sancties: – doel = evenwicht herstellen – GN algemeen verbod handeling (behalve als deze fout uitmaakt) – GN schadevergoeding  WEL compensatievergoeding Verzoening  vrederechter Rol politie burenhinder = miniem: – bemiddelen – doorverwijzen – opstellen melding / bestuurlijk verslag Aandacht voor misdrijven!! – nachtlawaai (art. 561 Sw / GAS) – beschadigingen – … Burenhinder (3) Quid betreden perceel buren? Revolutionaire vernieuwing Art. 3.67 Wet Goederen (feitelijk gedogen van de eigenaar) “§1 Indien een zaak of dier op onopzettelijke wijze op een naburig onroerend goed is terechtgekomen, moet de eigenaar van dit onroerend goed ze teruggeven of toelaten dat de eigenaar van deze zaak of van dit dier ze weghaalt. §2 De eigenaar van een onroerend goed moet, na voorafgaande kennisgeving, gedogen dat zijn nabuur toegang heeft tot dit onroerend goed indien dit noodzakelijk is om bouw- of herstellingswerken uit te voeren, of om ene niet-gemene afsluiting te herstellen of te onderhouden, tenzij indien de eigenaar rechtmatige motieven laat gelden om deze toegang te weigeren. Indien dit recht toegelaten wordt, moet het op de voor de nabuur minst schadelijke wijze worden uitgeoefend. De eigenaar heeft recht op vergoeding indien hij schade heeft geleden. §3 Wanneer een onbebouwd en onbewerkt onroerend goed niet is afgesloten, mag ieder er zich op begeven tenzij de eigenaar van dit perceel schade of hinder hiervan ondervindt of op duidelijke wijze kenbaar heeft gemaakt dat het verboden is voor derden om zonder toestemming de grond te betreden. (…)” Erfdienstbaarheid (1) Geregeld in Wet 04-02-2020 houdende boek 3 “goederen” BW – vroeger in BW Definitie: “Recht ten laste van een onroerend goed dat gevestigd wordt ten voordele van een of meer andere onroerende goederen die aan een andere eigenaar toebehoren” Onderscheid: – dienend / lijdend erf – heersend erf Soorten: – wettelijke – op basis van menselijk handelen Erfdienstbaarheid (2) Menselijke erfdienstbaarheid: – door rechtshandeling – specifieke regels Wettelijke erfdienstbaarheid: – water(afvloeiing) / bronnen – dakdrop – afstanden vensters, muuropeningen en soortgelijke werken – afstanden van beplanting – overhangende takken en wortels – uitweg Verschil met lasten op erf (in bijzondere wetten): – bouwverbod langs spoorwegen, autosnelwegen, duinen, … – elektriciteitskabels op gevels – windmolens – … Erfdienstbaarheid (3) Geregistreerd in hypotheekkantoor Gekoppeld aan goed en NT aan persoon Verplichtingen eigenaar erfdienstbaarheid: – respecteren erfdienstbaarheid – GN veranderingen aanbrengen – mag werken uitvoeren (op eigen kosten) In principe eeuwigdurend – gaan mee met verkoop Privaat karakter – op/aan onroerend goed – politie heeft GN rol (m.u.v. heterdaad) – vrederechter bevoegd Recht van vruchtgebruik Definitie: “Recht om gebruik te maken van goederen die aan een ander toebehoren en daarvan de vruchten te genieten.” Roerende / onroerende goederen Vruchtgebruiker vs blote eigenaar Recht van bewoning  specifiek woning VERBINTENISSEN -RECHT Inhoud Verbintenissenrecht Koop / verkoop Huur / verhuur Verbintenissenrecht (1) Definitie: “Houdt zich bezig met de verbintenissen. Een verbintenis is het gevolg van een eenzijdige of tweezijdige rechtshandeling of van een feitelijke handeling (zoals een onrechtmatige daad) tussen personen. ” Rechtshandeling: “ “handeling die iemand uitvoert met doel een bepaald rechtsgevolg tot stand te brengen” Natuurlijke persoon / rechtspersoon Soorten verbintenissen: – uit wet – uit overeenkomst (contract) – natuurlijke verbintenis Verbintenissenrecht (2) Overeenkomst: “Een rechtshandeling tussen twee of meer personen waarbij een partij jegens een andere partij zich verbindt iets te doen, iets niet te doen of iets te geven”. Voorwaarden geldige overeenkomst: – wilsovereenstemming – bekwaam – voorwerp – geoorloofde oorzaak Wilsgebrek: – dwaling / geweld / bedrog / benadeling NIETIG Verbintenissenrecht (3) Naleving overeenkomst: – strekt partijen tot wet – NT naleven  contractbreuk (m.u.v. overmacht) Rechtsmiddelen: - uitvoering vorderen in natura - vorderen schadevergoeding - ontbinding overeenkomst vorderen - nakoming eigen verbintenis opschorten - retentierecht Verbintenissenrecht (4) Einde overeenkomst: – schorsing uitvoering  tijdelijk GN uitwerking – wederzijdse verbreking  houdt op te bestaan – ontbinding  overeenkomst heeft nooit bestaan – herroeping  indien slechts 1 partij gebonden is – nietigheid – verval  heeft wel degelijk bestaan doch wordt NT verder uitgevoerd Bewijs: – schriftelijk – getuigen – vermoedens – bekentenis – eed Verbintenissenrecht (5) Specifieke overeenkomsten: – koop / verkoop – huur / verhuur – lening – lastgeving – borgtocht – aanneming – leasing – dading – … Koop / verkoop Definitie: “Overeenkomst waarbij de ene partij zich verbindt om een zaak te leveren, en de andere om daarvoor een prijs te betalen” Eigendomsoverdracht: – loutere wilsovereenstemming (overeenkomst over prijs en zaak) tenzij ander bepaald – overdracht staat los van levering – idem voor risico tenzij anders bepaald Eigendomsvoorbehoud: – bedingen van eigendomsoverdracht Quid belang politie? Huur / verhuur (1) Geregeld in Vlaams Woninghuurdecreet (vroeger in BW) Soorten huur: – onroerende goederen huishuur handelshuur landpacht – roerende goederen Vormvereisten en bewijs: – GN vormvereisten – schriftelijk / mondeling Huur / verhuur (2) Huur onroerende goederen: Verplichtingen verhuurder: – leveren goed – goede staat van onderhoud – onderhouden  dienen tot gebruik verhuur dringende en grote herstellingen  ten laste verhuurder – garanderen rustig genot: huurder NT storen huurder vrijwaren van rechtsstoornis van derden huurder vrijwaren voor NT-zichtbare gebreken Huur / verhuur (3) Huur onroerende goederen (vervolg): Verplichtingen huurder: – goede huisvader bestemming NT wijzigen kleine herstellingen verrichten – huisraad voorzien – huurprijs betalen – goed teruggeven op einde huur Duur: – bepaald / onbepaald Huur / verhuur (4) Huur onroerende goederen (vervolg): Einde huur: – einde periode – wederzijdse toestemming – eenzijdige opzegging  overeenkomsten onbepaalde duur – ontbinding: NT nakoming verplichting tenietgaan onroerend goed – verkoop onroerend goed – zelf betrekken onroerend goed Huur / verhuur (5) Huur onroerende goederen (vervolg): Quid onenigheid met huurder? Uitdrijving: – ernstige tekortkoming huurder – uitdrijvingsbevel  vrederechter (uitvoerbaar) – verplichte voorafgaande oproeping in verzoening Quid misdrijven? – huisvredebreuk (art. 439 e.v. Sw) Buitencontractuele aansprakelijkheid Onrechtmatige daad (1) Buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht Definitie (art. 1382 BW): “Elke daad van de mens, waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verplicht degene door wiens schuld schade is ontstaan, deze te vergoeden” = aansprakelijkheid (potje breken, potje betalen) Ook door nalatigheid / onvoorzichtigheid (art. 1383 BW) Onrechtmatige daad (2) NT alleen eigen daad (art. 1384 BW): – ouders  kinderen – werkgevers  werknemers – leraren  leerlingen NT aansprakelijk: bewijzen daad NT kunnen beletten Houders / eigenaars van dieren (art. 1385 BW): – eigenaar – bediener – ook  verdwaling / ontsnapping Eigenaar gebouw (art. 1386 BW): – schade door instorting  verzuim onderhoud / gebrek Onrechtmatige daad (3) Bewijs: FOUT  SCHADE  OORZAKELIJK VERBAND Fout: – negatieve gedraging – overtreding wettelijke norm – onzorgvuldigheid / onachtzaamheid – bonus pater familias (goede huisvader) – kan de persoon iets verweten worden? Schade: – materieel / moreel – verlies van een kans – bewijs door partij die schade heeft geleden – beoordeling door rb: indicatieve tabellen / expertise Onrechtmatige daad (4) Oorzakelijk verband: – bewijs door schadelijder – minste oorzakelijk verband is voldoende GN misdrijf  verzekering Rol politie = miniem: – doorverwijzen – desgevallend attest verzekering – opstellen melding / bestuurlijk verslag Quid ernstig lichamelijk letsel? – artt. 418 – 422 Sw (onopzettelijke slagen of verwondingen) Veldwetboek Veldwetboek (1) Nog steeds van kracht (anno 1886) Binding met burgerrechtelijke en/of wijkgerelateerde aangelegen- heden Bevat strafbepalingen – meestal overtredingen (discretionaire beslissingsbevoegdheid) – art. 29 Sv niet van toepassing in geval overtredingen Bevoegd vaststellen misdrijven in Veldwetboek: – politieambtenaren (vanaf graad INP) – bijzondere veldwachter / boswachter (zijn OGP) Veldwetboek (2) Strafbepalingen: Art. 87.Met geldboete van een frank tot tien frank worden gestraft : 1° Zij die zonder wettige reden binnentreden in een besloten erf of in een aanhorigheid van een woning, waar tak- of wortelvaste vruchten staan; 2° Zij die, zonder dat er een andere door de wet bepaalde omstandigheid bijkomt, aan een ander toebehorende vruchten plukken of ter plaatse eten. Het feit gepleegd in een besloten erf of in een aanhorigheid van een woning wordt gestraft met geldboete van tien frank en gevangenisstraf van één dag tot zeven dagen; 3° Zij die hun vee hun trek-, last of rijdieren laten lopen over andermans weiden in groei of over andermans grond voordat de oogst is weggehaald; 4° Zij die anders dan met de hand aren lezen of die naharken met behulp van een hark met ijzeren tanden; 5° (opgeheven 6° (opgeheven) 7° Zij wier geiten of woldieren (...) worden aangetroffen, grazend op andermans grond zonder verlof van de eigenaar of knabbelend aan hagen of bomen langs een openbare weg of langs een erf; de overtreders worden bovendien gestraft met geldboete van één frank per dier; 8° Zij die, zonder noodzaak en ondanks het verbod van de eigenaar, gebruik maken van een weg die aan een bijzondere persoon toebehoort. Veldwetboek (3) Strafbepalingen (vervolg): Art. 88.Met geldboete van vijf tot vijftien frank worden gestraft : 1° (opgeheven) 2° Geleiders die, op weg met hun vee van de ene plaats naar de andere, (...) het laten grazen op gronden van bijzondere personen of van gemeenten. Het misdrijf gepleegd op bezaaid land of op land waarvan de oogst niet is ingezameld of binnen een besloten landelijk erf, wordt gestraft met geldboete van tien frank tot vijftien frank en eventueel met gevangenisstraf van één dag tot twee dagen. 3° Zij die vee of pluimgedierte, van welke soort ook, waarvan zij eigenaar of houder zijn, op andermans eigendom in het open veld laten loslopen. Het misdrijf gepleegd binnen de omheining van een woning, hetzij op bezaaid land of op land waarvan de oogst niet is ingezameld, hetzij binnen een besloten landelijk erf, wordt gestraft met geldboete van tien frank tot vijftien frank en eventueel met gevangenisstraf van één dag tot twee dagen. Betreft het een kudde, dan wordt de geldboete gebracht op vijftien tot vijfentwintig frank en de eventuele gevangenisstraf op één dag tot zeven dagen. 4° Zij die aren lezen of naharken zonder te voldoen aan de voorwaarden van artikel 11, en zij die aren lezen of naharken op velden waarvan de oogst niet geheel is ingezameld en weggehaald is, op omheinde velden of voor zonsopgang en na zonsondergang. 5° (opgeheven) 6° (opgeheven) 7° Zij die bijenkorven plaatsen op minder dan twintig meter afstand van een woning of van de openbare weg. (Die afstand wordt verminderd tot tien meter, wanneer er tussen de bijenkorven en de woning of de openbare weg een volledig dichte beschutting van ten minste twee meter hoogte aanwezig is.) 8° Zij die de afsluiting van een veld openen om zich een doorgang te verschaffen, tenzij de rechter beslist dat de openbare weg onbruikbaar was, in welk geval de gemeente de schadevergoeding moet betalen. 9° Zij die op enigerlei wijze openbare wegen van welke aard ook beschadigen of zich een strook ervan toeëigenen. Indien daartoe grond bestaat, spreekt de rechter behalve de straf ook het herstel van de overtreding uit, overeenkomstig de wetten betreffende de wegen. 10° Zij die bij het bewerken van het land zich grond van een ander toeëigenen. 11° Zij die zonder wettige reden binnentreden in een besloten erf waar zich vee bevindt. 12° Zij die stenen of andere harde lichamen of andere voorwerpen die kunnen bevuilen of beschadigen, in tuinen, besloten erven, natuur- en kunstweiden of bomen werpen. 13° Zij die door gebrek aan voorzorg enten van bomen geheel of gedeeltelijk vernielen en zij wier dieren dit doen. 14° Zij die, buiten de gevallen van artikel 549 van het Strafwetboek, andermans grond onder water zetten of er opzettelijk het water op schadelijke wijze op doen lopen. 15° Veldwachters die, in strijd met artikel 59, niet geoorloofde wapens dragen. Het wapen wordt bovendien verbeurd verklaard. 16° Gemeenteveldwachters die het bij artikel 78 voorgeschreven boekje niet regelmatig bijhouden. Veldwetboek (4) Strafbepalingen (vervolg): Art. 89.Met geldboete van tien frank tot twintig frank en met gevangenisstraf van één dag tot vijf dagen of met een van die straffen alleen worden gestraft : 1° (Zij die eigenaar of houder zijn van dood pluimgedierte, ander gedierte of vee, dat voor niets nuttigs te gebruiken is, en nalaten buiten de gevallen waarin zulks verboden is, het binnen vierentwintig uren, anderhalve meter diep in de grond te delven op hun terrein of op de plaats die door het gemeentebestuur is aangewezen.) In dat geval zorgt het gemeentebestuur voor de bedelving op kosten van de overtreder, die krachtens het veroordelend vonnis kan worden verplicht tot terugbetaling van de uitgave, op vertoon van een eenvoudige staat van kosten opgemaakt door het college van burgemeester en schepenen. 2° Zij die, (buiten de gevallen bedoeld in de wet van 11 maart 1950, op de bescherming van de wateren tegen verontreiniging) een dood dier op de openbare weg, op een daaraan palend eigendom of in een waterloop, vijver of vaart werpen. 3° Zij die zonder rechtstitel bezit nemen van enig gedeelte van de gemeentegrond. 4° (opgeheven) 5° (opgeheven) 6° Zij die zich het water van een bevloeiingskanaal onrechtmatig toeëigenen, of die er gebruik van maken op andere dagen of uren of in ruimere mate dan geoorloofd is door verordeningen of bijzondere overeenkomsten. 7° Zij die onder enig voorwendsel, zonder verlof van de eigenaar of exploitant, op andermans veld graven met een hak, spade, hark of enig ander werktuig. De geldboete wordt verdubbeld, indien graafwerk, als bedoeld in artikel 1, verricht wordt zonder dat de eigenaar vooraf gewaarschuwd is. 8° Zij die op het veld vuur aansteken op minder dan honderd meter afstand van huizen, bossen, heiden, boomgaarden, hagen, graan, stro, mijten of van plaatsen waar vlas te drogen is gelegd Veldwetboek (5) Strafbepalingen (vervolg): Art. 90.Met geldboete van vijftien tot vijfentwintig frank en met gevangenisstraf van één dag tot zeven dagen of met een van die straffen alleen worden gestraft 1° Zij die vee of pluimgedierte, van welke soort ook, op enigerlei tijdstip drijven of hoeden in andermans veldvruchten, in natuur- of kunstweiden, in wijngaarden, griendwaarden, hopakkers, in door mensenhand aangelegde aanplantingen of kwekerijen van fruit- en andere bomen. 2° Zij die, (buiten de gevallen bedoeld in de wet van 11 maart 1950 op de bescherming van de wateren tegen verontreiniging) opzettelijk in een openbare of private waterput, drinkplaats of fontein organische lichamen of andere stoffen werpen of doen werpen die het water kunnen bederven of voor huishoudelijk gebruik ongeschikt maken. 3° Zij die, (buiten de gevallen bedoeld in de wet van 11 maart 1950 op de bescherming van de wateren tegen verontreiniging) in een vaart, een vijver, een visvijver of een viskom stoffen werpen die de vis kunnen vernielen. 4° Zij die, onverschillig voor welk gebruik, krengen of resten van dieren of vee geheel of gedeeltelijk ontgraven. De gevangenisstraf wordt altijd uitgesproken, indien het dier op last van de overheid in de grond is gedolven. 5° Zij die, opzettelijk en op welke wijze ook, bijenkorven vernielen, omstoten, toestoppen of openbreken, of die andermans bijen doen omkomen of pogen te doen omkomen. 6° Zij die een bijenzwerm, komend uit andermans bijenstal, op hun goed lokken, indien zij hem niet hebben teruggegeven binnen vierentwintig uren nadat hij van hen is teruggevorderd. 7° Zij die stenen, graszoden, aarde, zand, kalk, mergel, dierlijke of enige andere meststof op andermans grond wegnemen. 8° Zij die draineerbuizen opzettelijk vernielen of beschadigen, toestoppen of verplaatsen. 9° Zij die andermans bomen geheel of gedeeltelijk ontschorsen of snijden, zonder dat deze vergaan. 10° Zij die het hout van hagen of van boomaanplantingen wegnemen. 11° (opgeheven) 12° (Zij die bomen planten met overtreding van de artikelen 35bis en 35ter.) (Op vordering van een burgerlijke partij wordt artikel 36bis van dit Wetboek toegepast.) Veldwetboek (6) Strafbepalingen (vervolg): Art. 91.De straffen op de overtredingen, omschreven in de artikelen 87 en 90, worden verhoogd tot het maximum en de rechtbank spreekt bovendien gevangenisstraf van één dag tot zeven dagen uit : 1° Indien er herhaling is binnen een jaar, te rekenen van het eerste vonnis tegen de schuldige gewezen wegens dezelfde overtreding en door dezelfde rechtbank; 2° Indien de overtredingen bij nacht zijn gepleegd; 3° Indien de feiten in bende of in vereniging zijn gepleegd. Art. 92.In alle gevallen van de vorige artikelen kan, indien verzachtende omstandigheden aanwezig zijn, van gevangenisstraf afgezien worden en kan de geldboete verminderd worden , maar nooit tot minder dan één frank. Vragen

Use Quizgecko on...
Browser
Browser