Burgerlijk Procesrecht - HC week 1 PDF

Document Details

AmbitiousMoldavite8542

Uploaded by AmbitiousMoldavite8542

Rijksuniversiteit Groningen

Tags

burgerlijk procesrecht rechtspraak procesrecht juridische studies

Summary

De aantekeningen voor het college Burgerlijk Procesrecht, week 1, bespreken de opbouw van het vak, belangrijke principes, voorbeelden van procedures, en relevante juridische concepten zoals vermogensrecht en personen- en familierecht.

Full Transcript

**College 1A -- Inleiding** **Opbouw van het vak** - HC 1B: naar welke rechter moet Piet? - HC 2A/HC 4A: hoe start Piet een procedure? - HC 2B: wie moet welke proceshandelingen verrichten? - HC 3A: moet Piet de bruikleenovk bewijzen of Jan de schenkingsovk? - HC 3B: rechter geeft een...

**College 1A -- Inleiding** **Opbouw van het vak** - HC 1B: naar welke rechter moet Piet? - HC 2A/HC 4A: hoe start Piet een procedure? - HC 2B: wie moet welke proceshandelingen verrichten? - HC 3A: moet Piet de bruikleenovk bewijzen of Jan de schenkingsovk? - HC 3B: rechter geeft een bewijsopdracht en wijst later vordering van Piet toe en verklaart zijn vonnis uitvoerbaar bij voorraad - HC 5A/5B: vordering van Piet wordt afgewezen, kan hij in beroep? - HC 6A/6B: ondertussen heeft Jan de fiets verkocht, wat nu? Voorbeeld: rechter gebruikt ChapGPT in een uitspraak. De vraag die je bij BPR kan stellen is, mag dit zomaar? Of moet de rechter laten weten dat hij ChatGPT heeft gebruikt? *Waar gaat dit college over* 1. Je weet hoe BPR is opgebouwd / ingericht 2. Je hebt een overzicht van de inhoud van de cursus 3. Je kent de beginselen van BPR en je kunt deze toepassen in een casus - 1 van de belangrijkste beginselen van BPR is hoor en wederhoor. Wat doe je er bijvoorbeeld mee als de rechter slechts 1 partij het woord geeft? **Informatie vooraf** *JP* Je moet de rechtsregel + casus uit het arrest weten, en dit moet je kunnen toepassen op het tentamen. Dus kijk ook goed naar de casus en niet alleen naar de rechtsregel. *Procesdossier* Hierin kun je zien hoe het is opgebouwd in de praktijk. Handig om hier een blik op te werpen om te kijken hoe het in de praktijk eruit ziet. Je ziet bijv. hoe de dagvaarding eruit ziet en hier gaan ze vervolgens in week 2 op in. *Casus van de week* Deze geven een goed beeld over hoe de tentamenvragen ook zo ongeveer worden gesteld. **Inleiding BPR** *Wat is BPR?* Burgerlijk procesrecht is formeel (=proces) recht die ervoor zorgt dat het proces om een geschil te beëindigen eerlijk en soepel verloopt. De belangrijkste functies van het burgerlijk procesrecht zijn het voorkomen van eigenrichting en het effectueren van de uitvoering en waarborgen van materiële rechten. *Voorbeelden* X is door een hond gebeten. Als je naar de materiële vragen kijkt ga je kijken, wie is er aansprakelijk? Bij BPR ga je kijken, de eigenaar is aansprakelijk o.g.v. art.. en dan ga je kijken, hoe kan ik die partij in rechte betrekken? Piet overhandigt zijn fiets aan Jan. Enige tijd later wil Piet zijn fiets terug. Discussie: bruikleen of schenking? Welk type overeenkomst is er gesloten? Anja is vertrokken naar Frankrijk. Peter verneemt niks meer van haar en krijgt zijn geld niet. Peter vordert nakoming van Anja haar verplichting die voortvloeit uit de overeenkomst. Heeft Peter recht op nakoming? Ja, als de overeenkomst tussen Anja en Peter is gesloten, dan heeft Peter recht op nakoming. Peter kan nu Anja in gebreke stellen. Hij kan vervolgens naar de rechter toestappen. Peter gaat Anja dagvaarden, dit houdt in dat aan Anja wordt verteld dat ze voor de rechter moet verschijnen. Middels een procedure kan Peter proberen zijn geld van Anja te krijgen. Als de rechter het met jou eens is, dan kun je naar de gerechtsdeurwaarder gaan om zo bij Anja het geld af te dwingen. *\ * *Functies van BPR* Is gedeeltelijk een helende functie. Een oneffenheid in het recht, bijv. de schade die iemand geleden heeft, recht te trekken. Hiermee corrigeer je iets wat onregelmatig is in het recht. - Bijv. dat Peter recht heeft op betaling. Aan alleen dit recht heb je niks. Je moet dit recht namelijk ook kunnen effectueren. Dit doe je middels het procesrecht. [Twee onderdelen] 1. Vermogensrecht 2. Personen- en familierecht **Vermogensrecht** boek 3-5-6 BW hoofdrol Het vermogensrecht is het rechtsgebied dat gaat over wat juridisch gezien vermogen is. Vermogensrechten zijn rechten die, hetzij afzonderlijk hetzij tezamen met een ander recht, overdraagbaar zijn, of er toe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen, ofwel verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel. [Kern] de kern van het vermogensrecht is, recht hebben VS recht krijgen. De rechter heeft hierbij de **taak als geschilbeslechter**. Dit noem je ook wel eigenlijke rechtspraak. - Degene die schade heeft geleden zegt, 'Ik heb schade, hij moet betalen'. De ander zegt, 'Ik ben niet aansprakelijk'. Er is dus een geschil tussen de 1 en de ander over de aansprakelijkheid. Als ze daar niet uitkomen, kunnen ze naar de rechter stappen. De rechter bevoordeeld de één of ander. **Eigenlijke rechtspraak** Hiermee wordt rechtspraak bedoeld waarbij sprake is van het beslechten van een (juridisch) geschil tussen partijen. **Bemoeienis derde**: rechter of alternatief VB. **voetbal** iedere voetbalspeler heeft in zijn contract een clausule staan dat wanneer er een geschil is zijn niet naar de gewone rechter gaan, maar naar een particuliere rechter. Dat is bij de voetbal bij de KNVB. Daar is een arbitrage commissie en die beslecht een geschil tussen een voetbalspeler en de club. De arbitrage commissie is alternatieve rechtspraak. VB. **zorgverzekeraar** Je moet je tegen ziektekosten verzekeren. Stel je hebt een geschil met je zorgverzekeraar. Jij denkt dat iets WEL wordt vergoed en de zorgverzekeraar zegt van NIET. In de polis staat, als je een geschil hebt met je zorgverzekeraar, dan kun je dit voorleggen aan een speciale commissie in Zeist. VB. **uitzicht op zee** Je hebt een hotel geboekt met uitzicht op zee. Stel dat je een kamer hebt gekregen zonder uitzicht op zee. Hoe zit vermogensrechtelijk? Heb je gekregen waar je recht op hebt als schuldeiser? Materieel rechtelijk is de reisorganisatie zijn verbintenis niet nagekomen, want het genot was minder dan gehoopt. Je kunt hiertegen procederen. MAAR zonder dat je het weet heb je vaak getekend voor een geschilbeslechting clausule. Een geschillencommissie kan dan oordelen over het geschil. Dus je gaat dan NIET naar de rechter. De uitspraken van een geschillencommissie hebben wel een bepaald rechtsgevolg. **Personen- en familierecht** Boek 1 BW hoofdrol (= rechtspositie van personen) Het personen- en familierecht is het onderdeel van het burgerlijk recht dat zich bezighoudt met afstamming, geboorte, huwelijk en echtscheiding en andere zaken in verband met de hoedanigheid, familiebetrekkingen en bevoegdheden van personen. - Kern: rechtspositie natuurlijke persoon - Rechter: ordenende taak **Oneigenlijke rechtspraak** Oneigenlijke rechtspraak (ook wel voluntaire jurisdictie of willige rechtspraak genoemd) is burgerlijke rechtspraak in zaken waarbij er geen sprake is van een juridisch geschil. Bemoeienis derde: altijd rechter Een echtscheiding moet altijd worden uitgesproken door een rechter. Er is wel mediation, maar dit lijdt niet tot een echtscheiding. Mediation leidt tot afspraken. De echtscheiding MOET worden afgedaan door de rechter. [Voorbeeld] - A is in gemeenschap van goederen gehuwd met B en wil scheiden (art. 1:150 BW) - C en D willen de minderjarige E adopteren (art. 1:227 BW) - Zoon F wil zijn dementerende moeder G onder curatele laten stellen (art. 1:379 BW) *Schematisch overzicht* **Vermogensrecht** **Persoon- en familierecht** ------------------------------------------ ------------------------------------------ Kern: recht hebben VS recht krijgen Kern: rechtspositie natuurlijke personen Rechter: ordende taak Rechter: taak als geschilbeslechter Eigenlijke rechtspraak Oneigenlijke rechtspraak Bemoeienis derde: rechter of alternatief Bemoeienis derde: altijd rechter Dagvaardingsprocedure Verzoekschriftprocedure **Bronnen van burgerlijk procesrecht** Internationaal Verdragen (o.a. EVRM, BUPO) en Europese Verordeningen (Brussel I bis-Vo en Betekenings-Vo II). Nationaal Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (**Rv**), Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO), Burgerlijk Wetboek (BW), Andere wetten in formele zin (o.a. ATW = algemene termijnenwet, Gw) en rechtersregelingen **Structuur Rv** (gedeeltelijk) Belangrijk om de opbouw goed te begrijpen om gemakkelijk te zoeken. - **LET OP**: Nooit wanneer je in een titel 2 moet zoeken, je iets noteert uit een titel 3**, tenzij**, de wet dat zegt. Soms zegt de wet dat je wel een artikel uit titel 3 moet gebruiken i.p.v. titel 2. **LET OP**: Op het tentamen is er ALTIJD iets over beslagrecht! **Vuistregel**: In de meeste gevallen zijn boek 3-5-6 BW dagvaardingsprocedures, en boek 1 BW met name verzoekschriftprocedure. **Rechtsingang civiele procedures: dagvaarding of verzoekschrift?\ **Dagvaardingsprocedure = ook wel een vorderingsprocedure. *Verschillen tussen de dagvaardingsprocedure / verzoekschriftprocedure* +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | | Dagvaardingsprocedure | Verzoekschriftprocedu | | | | re | +=======================+=======================+=======================+ | **Procesinleidend | **Dagvaarding** | **Verzoekschrift** | | stuk** | | | | | Is een door een | Wordt ingeleid met | | | deurwaarder | een schriftelijk | | | uitgebrachte tot de | verzoek, ingediend | | | tegenpartij (de | bij de griffie (de | | | gedaagde) gerichte | rechtbank) bij de | | | oproep om op een | bevoegde rechterlijke | | | bepaalde dag voor de | instantie. | | | rechter te | | | | verschijnen met een | | | | omschrijving van de | | | | eis en de gronden | | | | daarvan. | | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | **Relatief bevoegde | In dagvaardingszaken | In beginsel is de | | rechter; welke | is in beginsel de | rechter van de | | rechter moet ik | rechter van de | woonplaats van de | | kiezen?** | woonplaats van de | verzoeker bevoegd. | | | gedaagde bevoegd | | | | Artikel **99** e.v. | | | | Rv. | | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | **Procesverloop** | Bestaat meestal uit | Bestaat uit niet | | | veel meer rondes. | zoveel rondes. | | | Dagvaarding, | Meestal | | | conclusie van | verzoekschrift, | | | antwoord, dupliek, | verweerschrift en dan | | | etc. Bestaat uit veel | de mondelinge | | | meer rondes. | behandeling. | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | **Uitspraak** | Vordering, vorderen | Verzoeken, verzoek | | | | | | | Vonnis | Beschikking | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ *Wat als ik per ongeluk i.p.v. een verzoekschriftprocedure een dagvaardingsprocedure aanhangig heb gemaakt?* Dan is er een verplichting voor de rechter om degene die het verkeerde processtuk heeft ingediend, om die op het goede spoor te zetten (art. 69 Rv). **Soorten gerechten** (art. 2 RO) - Rechtbanken (11) - In het kader van civielrechtelijk afdoening: twee 'afdelingen' of 'kamers' - Civiele kamer - Kantonkamer Artikel 93 e.v. - Gerechtshoven (4) - Hoge Raad (1) **Beginselen** [Afdeling 3 boek 1] 19 Rv hoor en wederhoor 20 Rv rechter is verplicht tijdig te reageren, dus onnodige vertraging voorkomen 21 Rv je moet naar waarheid de rechter informeren Er zijn nog wel meer beginselen in deze afdeling! Maar let op, ze staan NIET alleen in Rv. Zo staan de beginselen ook in art. 6 EVRM. De eisen in dit artikel gaan vooral over hoe de overheid de rechterlijke macht moet toerusten en instrueren en hoe de civiele procedure moet worden ingericht. Dit zijn o.a. - **Onpartijdige en onafhankelijke** rechter - Art. 116 en 117 Gw - Vooringenomenheid indien er twijfel bestaat over de vooringenomenheid kan altijd wraking worden ingesteld (art. 36 Rv), ook kan de rechter ervoor kiezen om zichzelf te verschonen (art. 40 Rv) - Behandeling in het **openbaar** - **Toegang** tot de rechter - Art. 17 Gw Niemand kan tegen zijn wil worden afgehouden van de rechter die de wet hem toekent. - **LET OP**: je kan in een contract overeenkomen dat je naar een arbitrage commissie stapt (art. 1020 Rv). Je kan dus vrijwillig ervoor kiezen dat je de weg naar de rechter afsnijdt. Dan handel je niet i.s.m. de Grondwet. Je handelt namelijk niet tegen je wil in. X heeft namelijk de overeenkomst ondertekend. - Maar bij sommige zaken MOET je wel naar de rechter, bijv. in scheidingszaken. - Beperkingen aan de toegang tot de rechter - Griffierecht? Griffierecht moet NIET zo hoog zijn dat de kosten niet meer te betalen zijn. Griffierecht is de vergoeding die de rechtelijke instantie heft voor het in behandeling nemen van de rechtszaak. - Verplichte procesvertegenwoordiging - Kantonrecht  is een advocaat NIET verplicht - Civiele rechter  is een advocaat WEL verplicht - Overheidsfinanciering, wanneer rechtsbijstand onmisbaar is. In art. 18 lid 2 Gw worden regels gesteld over het verlenen van rechtsbijstand aan partijen die minder daadkrachtig zijn. - Recht op **eerlijke** behandeling - Hoor en wederhoor (art. 19 Rv) - Audite et alteram partem - Beide partijen dienen gehoord te worden, en niet slechts 1 of geen. Als de ene partij iets stelt, moet de ander er zich voldoende over kunnen uitlaten. - HR 18 december 1987 (**Schook/Vergeer**, Sdu-bundel nr. 25) --'niet-officiële bezichtiging - HR De Hoge Raad oordeelde dat het aan het oordeel ten grondslag leggen van niet van algemene bekendheid zijnde gegevens, verkregen -zoals de Rechtbank vermeldt- door een "niet-officiële bezichtiging", zich niet verdraagt met de wettelijke regeling van de gerechtelijke plaatsopneming, welke de nodige waarborgen biedt voor controle en bespreekbaarheid door partijen. - Processuele gelijkheid ('equality of arms') - Processuele gelijkheid staat ook wel bekend als "equality of arms". Procespartijen dienen dezelfde/gelijke uitgangspositie te hebben. Dit uit zich bijvoorbeeld in dat indien een der partijen bewijs levert, de ander het recht heeft om tegenbewijs te leveren. Bewijzen die worden geleverd of ten grondslag liggen aan een stelling dienen ook kenbaar te zijn voor de andere partij. Getuigen moeten gehoord kunnen worden, in beginsel, door beide partijen. - Motivering beslissing (art. 121 Gw; art. 30 Rv) - Om een vonnis te kunnen toetsen (en begrijpen) is een degelijke motivering vereist. Dit is onder andere terug te vinden in artikel 30 Rv. - De motivering moet inzicht geven in de gedachtegang die aan de beslissing ten grondslag ligt en heeft als doel controle en aanvaardbaarheid voor de partijen te bevorderen. - Behandeling en uitspraak in het **openbaar** - Er mag alleen van worden afgeweken ter bescherming van het recht op privacy, art. 27 lid 1 Rv. - Uitspraak binnen **redelijke termijn** - Een geschil dient binnen een redelijke termijn te worden beslecht. Als een geschil vele jaren zou duren zou je immers niet goed je materiële rechten kunnen uitoefenen. Wat een redelijke termijn is hangt af van de omstandigheden van het geval. Dit is terug te lezen in het arrest Eisers/Gemeente de Bilt. Na het verstrijken van een redelijke termijn heeft eisende partij (in beginsel) recht op schadevergoeding per halfjaar van de Staat. - Hoe lang duurt een procedure? - Wat is een redelijke termijn? - 'Remedie' bij overschrijding: vordering tot vergoeding van immateriële schade (o.g.v. o.d.) tegen de Staat - HR 28 maart 2014, NJ 2014/525 (**Eisers/Gemeente De Bilt**) - HR In geval van overschrijding van de redelijke termijn in een civiele procedure moet een daarop gerichte vordering tot schadevergoeding worden ingesteld in een afzonderlijke procedure uit onrechtmatige daad tegen de Staat. **LET OP**: artikel 6 EVRM heeft ALLEEN horizontale werking, en geen verticale werking. Hierdoor kan het niet rechtstreeks tegen een wederpartij worden ingeroepen, maar alleen tegen de overheid. **\ ** **College 1B -- Bevoegdheid** ----------------------------- *Agenda* 1. Absolute bevoegdheid 2. Taakverdeling kamers / kamer-competentie 3. Relatieve bevoegdheid 4. Rechtsmacht Nederlandse rechter *Waar gaat dit college over?* - Internationale bevoegdheid (rechtsmacht) - Nationale bevoegdheid - Absolute bevoegdheid Welk gerecht moet ik zijn (RB, hof, HR) - Sector bevoegdheid Kanton / Civiel - Relatieve bevoegdheid Welke Rb moet ik zijn **Leerdoelen** *Wat moet je kennen?* - Je kent de relevante regelingen omtrent de rechtsmacht van de Nederlandse rechter. Het gaat hierbij om de woonplaats van de gedaagde, niet om de nationaliteit. Heeft de rechter rechtsmacht wanneer de gedaagde in het buitenland woont? - Je kent de regels met betrekking tot de absolute, sector en relatieve bevoegdheid toepassen. Dit zit specifiek in de casus van de week en is een goed voorbeeld van wat op de tentamen gevraagd zou kunnen worden. - Je moet de kennis kunnen toepassen op een casus. **Rechtsmacht** *Is de Nederlandse rechter bevoegd?* Dagvaardingszaak waarbij de eiser in NL woont en de gedaagde in het buitenland. In welke gevallen is de Nederlandse rechter bevoegd? = **Centrale vraag.** Relevantie: bij zaak met internationaal aspect Vb. Een Amerikaan begaat een onrechtmatige daad jegens u in Groningen, ten gevolge waarvan u schade lijdt. U wilt de Amerikaan aanspreken. Kan dat voor de Nederlandse rechter? Antwoord: Ik kan GEEN antwoord geven. De woonplaats is namelijk niet bekend. Wat je daardoor vervolgens moet doen; - Stel zijn woonplaats is in Amerika dan kan het weleens zo zijn dat het voor de Amerikaanse rechter moet. Als de Amerikaan in NL woont is er eigenlijk niet zoveel aan de hand. Denk aan **Arrest Kalimijn**. Je hebt dan namelijk een Nederlandse eiser en een in NL wonende gedaagde. - Als de Amerikaan NIET in NL woont is het een internationaal geschil. Art. 1 Rv geeft verschillende mogelijkheden. Art. 1 Rv *Onverminderd het omtrent rechtsmacht in [verdragen] en [EG-verordeningen] bepaalde en onverminderd [[artikel 13a van de Wet algemene bepalingen]](https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0001833&artikel=13a&g=2024-04-17&z=2024-04-17) wordt de rechtsmacht van de **Nederlandse rechter** beheerst door de **volgende bepalingen**.* Dus stel, de Amerikaan woont NIET in NL, dan is het een internationaal geschil, en dan moet je dus kijken welke regels van toepassing zijn. Art. 1 Rv zegt dat er verschillende mogelijkheden zijn. de Amerikaan kan dan namelijk in 1 van de volgende territoria wonen: 1. Europese Unie (Verordening) 2. Buiten EU - Noorwegen, Zwitserland, IJsland (Verdrag) - Elders (1 Rv) **Woonplaats Europese Unie** Als je in de EU woont is er een EG-verordinering van toepassing. Als deze regeling van toepassing is, dan is Rv NIET van toepassing. Relevante regeling 1. Brussel I *bis*-Verordening (burgerlijke en handelszaken) 2. Brussel II *ter*-Verordening (huwelijksaken) Opbouw Brussel I bis 1. Werkingssfeer of materieel **toepassingsgebied** (art. 1) - Burgerlijke en handelszaken - GEEN betrekking op fiscale zaken, douane zaken en administratieve zaken 2. **Hoofdregel** internationale bevoegdheid (art. 4) - Je moet ALTIJD de **hoofdregel** formuleren woonplaats van de gedaagde 3. **Alternatieve** fora (art. 7 en 8) - Art. 7 KAN bepaling. De hoofdregel is altijd, maar bij art. 7 KAN de persoon dus ook in een andere lidstaat voor een gerecht worden geroepen. **Kalimijnen** De hoofdregel onder art. 2 EEX-Vo (oud) is dat de rechter bevoegd is dan de lidstaat waar de gedaagde zijn woonplaats heeft dan wel gevestigd is. Artikel 5 lid 3 EEX-Vo (oud) voorziet in een alternatief: naast de rechter van de woonplaats van verweerder, is bij een onrechtmatige daad tevens de rechter bevoegd van de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan. In dit arrest heeft het HvJ uitgemaakt dat onder 'de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan' tevens moet worden verstaan 'de plaats waar de schade is ingetreden'.  - Zie artikel 7 lid 2 Brussel I bis! **Fiona / Shevill** Er is een artikel gepubliceerd welke schade heeft veroorzaakt aan eisende partij. De wederpartij heeft het artikel voornamelijk in Frankrijk gepubliceerd. De schadevergoeding is ingediend in het Verenigd Koninkrijk. Mag eiser de vordering instellen bij een ander internationaal gerecht anders dan land waar de schade is veroorzaakt? Zo ja, hoe zit het met de omvang van de schade? Hier worden de termen 'Handlingsort' en 'Erfolgsort' uitgelegd. Je kan altijd een zaak beginnen én álle schade vorderen in het land van de Handlingsort. Het land waar de schadeveroorzakende handeling is verricht. Het is echter ook mogelijk om naar landen te gaan waar schade is opgetreden als gevolg van de handeling, land van de Erfolgsort. Daar kan je echter enkel een schadevergoeding vorderen ter hoogte van de schade geleden in dat land. 4. **Exclusieve** fora (art. 24) - Kun je ALLEEN maar naar dat gerecht toe. 5. **Forum**keuze (art. 25) - Partijen kiezen in een contract welke rechter bevoegd is. **Op tentamen antwoord opbouwen in deze volgorde**) - Artikel 1 Rv - Brussel I bis van toepassing? - Art. 1 Brussel I-*bis* - Rechter ander EU-land bevoegd? - Art. 4 Brussel I-*bis* - Nederlandse rechter bevoegd? - Art. 7 lid 2 Brussel I-*bis* - Indien Nederlandse rechter bevoegd, wat dan? - De vraag beantwoorden over de absolute en relatieve competentie. En kijk naar de sector bevoegdheid. **Woonplaats buiten Europa** a. Zwitserland, Noorwegen of IJsland - EVEX II-verdrag van 30 oktober 2007 (ook wel: Parallelverdrag, Verdrag van Lugano) - Uitleg Parallelverdrag? b. Elders - Art. 1 -- 14 Rv Indien Nederlandse rechter bevoegd, wat dan? Vragen van absolute en relatieve competentie **Nationale bevoegdheid** Driedeling 1. Absolute bevoegdheid Wet RO - Welk type gerecht is bevoegd? - Wet op de Rechterlijke Organisatie - Art. 2 RO: Rechtbank, gerechtshof of Hoge Raad - Absolute bevoegdheid is van openbare orde - rechter moet ambtshalve toetsen (art. 72 Rv) - Indien onbevoegd: verwijzen (art. 73 Rv) - Stap 1: rechter verklaard zichzelf onbevoegd - Stap 2: rechter verwijst partij naar de bevoegde rechter - Organisatie van de rechtbank - Gerechtsbestuur - afdelingen: privaat-, straf en bestuursrecht - privaatrecht onderverdeeld in: handel, kanton, familie en voorlopige voorzieningen In eerste aanleg rechtbank (art. 42 RO) In hoger beroep gerechtshoven (art. 60 RO) In cassatie Hoge Raad (art. 78 RO) *Onbevoegde rechter* Indien de vereiste rechtsmacht ontbreekt, verklaart de rechter zichzelf onbevoegd om van de zaak kennis te mogen nemen. Dit is ook het geval bij een burgerlijke rechter, als de weg naar de administratieve rechter ook openstaat. Als de rechter aangeeft dat de zaak wel bij een andere rechter had moeten worden aangebracht, moet hij de zaak naar die rechter verwijzen, art. 73, 110 lid 2 en 221 Rv. **Casus** A **leent** 50.000 van B. A moet iedere mand 1.000 terugbetalen. A heeft al 6 termijnen gemist ondanks aanmaningen. B wil de **6.000**. 1. Absoluut: gaat hier om een zaak in eerste aanleg, rechtbank 42 RO 2. Dagvaardingsprocedure Gaat hier om een vordering Variant 1: A zegt dat hij iedere maand netjes heeft betaald Sector: Art. 93 sub a; zaken betreffende vorderingen met een beloop van ten hoogste € 25.000, de tot aan de dag van dagvaarding verschenen rente daarbij inbegrepen, tenzij de rechtstitel dat bedrag te boven gaat en die rechtstitel wordt betwist; - Gaat over **6.000** euro, dus de kantonrechter is bevoegd. Variant 2: A zegt dat sprake is van een **schenking** Sector: Art. 93 sub a; zaken betreffende vorderingen met een beloop van ten hoogste € 25.000, de tot aan de dag van dagvaarding verschenen rente daarbij inbegrepen, tenzij de rechtstitel dat bedrag te boven gaat en die rechtstitel wordt betwist; - lening / schenking ? 2. Sector- of kamer bevoegdheid Dagvaardingsprocedure art. 93 e.v. Rv 93 Rv geeft een verschil tussen waarde vorderingen en aardvorderingen. **Stap 1**: Aardvorderingen, ongeacht waarde (**sub c**) - Met sub c begin je te lezen. Dit artikel geeft namelijk specifieke aardvorderingen waarbij het NIET uitmaakt om hoeveel geld het gaat. Het gaat bijv. om arbeid- en huurzaken. - Het is handig om te weten waar deze overeenkomsten zijn geregeld in het BW. Kijk in BW 7. **Stap 2**: Waardevorderingen (sub a en b) - Indien sub c geen mogelijkheid biedt, dan kijk je naar sub a en sub b. *Artikel 93 sub a, TENZIJ...* Stel de docent leent mij 3000 euro. De docent en ik spreken af dat ik de betaling in 2 termijnen van 1.500 euro terug zal betalen. Valt niet onder 93 sub c. Je betaalt 2 termijnen niet. Ik stel een vordering bij de rechtbank, sector kanton. Wat blijkt is dat het niet is geleend maar geschonken. Ik stel dus geleend, docent zegt geschonken. Op dit moment is de laatste zin van artikel 93 sub a van toepassing. Er wordt namelijk betwist of het gaat om een vordering. In zo'n geval wordt de zaak niet behandeld bij de kanton rechter maar bij de civiele rechter. Zie namelijk het laatste stukje van de zin van artikel 93 sub a, de TENZIJ bepaling. **Stap 3:** GEEN sub a-b-c Indien het niet valt onder een aardevordering of een waarde vordering, dan volgt een 'Interne verwijzing': art. 71 Rv. Dit is ontzettend van belang want als je bijv. bij een civiele kamer moet zijn, dan heb je verplichte procesvertegenwoordiging, terwijl dit niet verplicht is bij kantonzaken. **Complicaties kantonzaken** Objectieve [cumulatie] waarde vorderingen - A heeft van B te vorderen € 20.000,- en een vordering van € 7.000,- - Bevoegd? Art. 94 lid 1 Rv Objectieve [cumulatie] aard- en waarde vorderingen - A heeft op B een vordering terzake van achterstallig loon van € 20.000,-, alsmede een vordering uit geldlening van € 7.000,-. - Bevoegd? Art. 94 lid 2 Rv Reconventie - A heeft op B een vordering ter zake van achterstallig loon; B vordert reconventioneel terugbetaling van door A op kosten van B gevolgde opleiding ten bedrage van € 40.000,- - Art. 94 lid 3 Rv **Taakverdeling kamers** Wat behoort tot het takenpakket van de kantonrechter? - Onderscheid civiele kantonzaken en andere civiele zaken - Dagvaarding: art. 93 e.v. Rv - onderscheid: aard- en waardevorderingen - Aardvorderingen, 'ongeacht' waarde (sub c) - Waardevorderingen (sub a en b) - Art. 93 onder a in fine? - Interne verwijzing: art. 71 Rv - Objectieve cumulatie waardevorderingen - A heeft van B te vorderen € 20.000,- resp. € 7.000,- - Bevoegd? Art. 94 lid 1 Rv - Objectieve cumulatie aard- en waardevorderingen - A heeft op B een vordering terzake van achterstallig loon van € 20.000,-, alsmede een vordering uit geldlening van € 7.000,-. - Bevoegd? Art. 94 lid 2 Rv - Subjectieve cumulatie? - Optelregel geldt niet - Reconventie - A heeft op B een vordering ter zake van achterstallig loon; B vordert reconventioneel terugbetaling van door A op kosten van B gevolgde opleiding ten bedrage van € 40.000,- - Art. 94 lid 3 Rv 3. Relatieve bevoegdheid Wet Rv **Hoofdregels:** 1. Dagvaardingszaken Art. 99 Rv 2. Verzoekschriftprocedures Art. 262 Rv [Afwijkingen:] 1. Dagvaardingszaken: mede-bevoegdheid - Art. 100-107 Rv (let op 103, tweede zin, Rv) 2. Verzoekschriftprocedures: specifieke bevoegdheid - Art. 263-268 Rv 3. Dagvaardingszaken: forumkeuze - Art. 108 Rv - soms beperkt mogelijk **Relatieve ONbevoegdheid** - Dagvaardingszaken - Hoofdregel: na een beroep hierop, vóór alle weren (art. 11o lid 1, eerste zin, Rv) - Uitzondering: ambtshalve toets (art. 110 lid 1, tweede zin) - Consequentie: verwijzing (art. 110 lid 2 Rv) - Verzoekschriftprocedures - Hoofdregel: ambtshalve toetsing (art. 270 lid 1 Rv) - Uitzondering: scheidingszaken (art. 270 lid 2 Rv) - Consequenties onbevoegdheid: verwijzing Casus van de Week 1 -- college 8 september 2023 Het Meubelhuis BV te Groningen (Rechtbank Noord-Nederland) heeft voor een bedrag van € 80.000 meubels geleverd aan Klaas Achterberg voor de compleet nieuwe inrichting van diens huis te Vinkeveen (Rechtbank Midden-Nederland). Achterberg blijft in gebreke de koopsom te betalen. Het Meubelhuis BV ziet geen andere oplossing dan tegen Achterberg een civiele procedure te beginnen en hem dus in rechte te betrekken. In de algemene voorwaarden is een forumkeuzeclausule opgenomen waarin de Rechtbank Noord-Nederland als bevoegde rechter is aangewezen. Het Meubelhuis BV twijfelt voor welke rechter zij Achterberg moet dagvaarden: de rechter die bevoegd is volgens de forumkeuzeclausule of die van de woonplaats van Achterberg. a. **Moet Meubelhuis BV een dagvaardingsprocedure of een verzoekschriftprocedure volgen?** Het betreft hier een geschil van vermogensrechtelijke aard. Het gaat hier immers om de nakoming van een koopovereenkomst. De vraag is of hier sprake is van een dagvaardingsprocedure of een verzoekschriftprocedure. Art. 78 Rv bepaalt dat er sprake is van een dagvaardingsprocedure, voor zover art. 261 Rv dan wel een andere bijzondere wettelijke regeling niet van toepassing is. Art. 261 Rv bepaalt dat er sprake is van een verzoekschriftprocedure indien dit uit de wet voortvloeit. Dit is echter niet het geval. Ook is er geen andere bijzondere wettelijke regeling van toepassing. Concluderend moet Meubelhuis BV dus de dagvaardingsprocedure volgen. Je weet dus dat je je moet beperken tot titel 2, en niet moet kijken in titel 3. b. **Welke rechter(s) is (zijn) absoluut bevoegd om van deze vorderingen kennis te nemen?** Beide partijen hebben hun woonplaats in Nederland. Waardoor volgens art. 2 Rv de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft. Het betreft hier een vordering op grond van het burgerlijke recht. Volgens art. 42 RO is de rechtbank dan in eerste aanleg bevoegd om van deze vordering kennis te nemen. c. **Moet de kantonrechter of een kamer voor andere zaken dan kantonzaken de zaak behandelen?** De betreffende vordering valt onder een van de vier categorieën van art. 93 Rv, namelijk sub c. Er is immers sprake van een consumentenkoopovereenkomst in de zin van art. 7:5 BW. De kantonrechter is derhalve bevoegd. Dit brengt met zich mee dat de zaak moet worden behandeld door de sector kanton van de rechtbank. d. **Welke rechter is relatief bevoegd?** In beginsel is de rechter bevoegd van de woonplaats van de gedagvaarde op grond van art. 99 lid 1 Rv. In beginsel is dus de rechtbank Midden-Nederland relatief bevoegd. Er is echter sprake van een forumkeuzeclausule in de zin van art. 108 lid 1 Rv. Dit artikellid bepaalt dat de Rechtbank Noord-Nederland in casu in beginsel relatief bevoegd is. Echter bepaalt lid 2 dat deze forumkeuzeclausule geen gevolg heeft, nu het een vordering betreft hetwelk hoger is dan €25.000. De forumkeuzeclausule is in dit geval dus niet van toepassing, waardoor de hoofdregel van art. 99 lid 1 Rv weer van toepassing is. De rechtbank Midden-Nederland is dus relatief bevoegd. *Casus van de Week - week 1* **VRAAG 1** Voor een behoorlijke rechtspleging is volgens artikel 6 EVRM ten minste nodig dat waarborgen bestaan voor onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter. De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht ten opzichte van de andere machten wordt in de Nederlandse Grondwet (Gw) gewaarborgd door twee artikelen. a. **Welke zijn het? Waarin voorzien zij?** - Art. 112 Gw; geeft aan welke berechting wordt opgedragen aan de rechterlijke macht - Art. 116 lid 1 Gw; de wet bepaalt welke gerechten tot de rechterlijke macht behoren Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) kent twee regelingen (procedures) om de rechterlijke onpartijdigheid te waarborgen. b. **Leg uit welke twee instrumenten dit zijn** - Wraking - Verschoning **VRAAG 2** Jan, woonachtig te Groningen, werkt krachtens een arbeidsovereenkomst als plastisch chirurg bij een privékliniek in Leeuwarden. Deze kliniek is onderdeel van het bedrijf Botox Clinics B.V., gevestigd te Lelystad. Dit is een concern met meerdere klinieken verspreid over heel Nederland. Tijdens een vrijdagmiddagborrel op de kliniek in Leeuwarden ontstaat er een meningsverschil tussen Jan en Daan, de directeur en grootaandeelhouder van Botox Clinics B.V. In beschonken toestand beledigt Jan Daan tot op het bot. Dit kwetst Daan zo erg dat hij weigert om het loon van Jan uit te betalen. Jan schaamt zich diep voor wat hij heeft gedaan. Het werk in de kliniek bevalt hem zeer. Hij wil niet gelijk naar de rechter stappen om uitbetaling van zijn loon af te dwingen en probeert er eerst nog onderling met Daan uit te komen. Daan blijft echter weigeren om het loon van Jan uit te betalen. Drie maanden na het incident besluit Jan om een loonvordering tegen Botox Clinics B.V. in te stellen. Het achterstallige loon is inmiddels opgelopen tot een bedrag van EUR 36.000,-. a. **Welke rechter is absoluut bevoegd om kennis te nemen van dit geschil? Ga daarbij ook in op de interne bevoegdheidsverdeling binnen het desbetreffende gerecht.** Op grond van art. 42 RO is in eerste aanleg de rechtbank bevoegd. In casu is er sprake van eerste aanleg, en daarom is de rechtbank absoluut bevoegd. Op grond van art. 93 sub c Rv is de kantonrechter intern bevoegd. Het gaat hier namelijk over een geschil betreffende een arbeidsovereenkomst. Jan is namelijk werknemer en Daan is directeur. b. **Welke rechter(s) is/zijn relatief bevoegd om kennis te nemen van dit geschil?** In beginsel is de rechter bevoegd van de woonplaats van de gedaagde, tenzij de wet anders bepaalt (art. 99 lid 1 Rv). Botox Clinics B.V. is gedaagde en gevestigd te Lelystad. De rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad is bevoegd. Echter geeft artikel 100 Rv aan dat in zaken betreffende een arbeidsovereenkomst de plaatst waar het werk gewoonlijk wordt uitgevoerd daar mede de rechter bevoegd is. Dit betekent dat de rechter van rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden alsmede bevoegd is. Stel, Jan vordert daarnaast EUR 10.000,- aan schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad. Jan beweert namelijk dat Daan na de desbetreffende borrel, de auto van Jan heeft beschadigd. De kosten voor herstel zijn door een gespecialiseerd bedrijf begroot op EUR 10.000,-. c. **In hoeverre maakt dit uw antwoorden op vraag a en b anders?** Absoluut Blijft hetzelfde Sector art. 94 lid 2, kantonrechter Relatief art. 99 lid 1 Rv jo. art. 102 Rv Jan besluit om zich niet te laten vertegenwoordigen door een gemachtigde (i.e. advocaat of andere rechtshulpverlener). Wel wint hij advies in bij zijn neefje, een eerstejaars student Rechtsgeleerdheid, over de vraag bij welk gerecht hij de zaak aanhangig moet maken. Zijn neefje adviseert hem om de zaak aanhangig te maken bij de kantonrechter te Haarlem (onderdeel van de rechtbank Noord-Holland). Dit lijkt Jan vreemd, maar hij heeft het volste vertrouwen in de juridische vaardigheden van zijn neefje en maakt de zaak dan ook aldaar aanhangig. Botox Clinics B.V. beroept zich niet op de relatieve onbevoegdheid van de rechtbank Noord-Holland. Wanneer de kantonrechter naar het dossier kijkt is het hem volstrekt duidelijk dat de rechtbank Noord-Holland niet bevoegd is. d. **Kan of moet de kantonrechter te Haarlem (rechtbank Noord-Holland) zichzelf ambtshalve (relatief) onbevoegd verklaren?** Ja, op grond van art. 110 lid 2 Rv. Indien de rechter beslist dat niet hij, maar een andere rechter relatief bevoegd is, verwijs hij de zaak naar deze rechter.

Use Quizgecko on...
Browser
Browser