Summary

This document discusses orthopedagogiek, a specific form of education addressing problematic or challenging situations for children, youth, and adults, focusing on a comprehensive approach to education and intervention. It outlines the differences between general pedagogy and specifically focused education, explaining its critical role when conventional methods are insufficient.

Full Transcript

Lijst van gebruikte afkortingen =============================== ![](media/image2.png) 1.Situering orthopedagogiek =========================== **1.1. De term ortho-ped-agogie-k:** **Ortho: = specifieke vorm van opvoeding in situatie die als problematisch ervaren wordt en waar het nodig is om meer...

Lijst van gebruikte afkortingen =============================== ![](media/image2.png) 1.Situering orthopedagogiek =========================== **1.1. De term ortho-ped-agogie-k:** **Ortho: = specifieke vorm van opvoeding in situatie die als problematisch ervaren wordt en waar het nodig is om meer dan het gewone toe te passen.** - **Dingen die moeilijk lopen**  **recht maken wat krom was.** - **Ter Horst: situatie die als perspectiefloos wordt ervaren.** - **Pedagogiek: grens met "gewone" niet scherp af te bakenen.** +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | | ** ** | Pais (Grieks) = kind. | +=======================+=======================+=======================+ | | ** ** | **Kinderen en | | | | jeugdigen.** | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | | ** ** | Bij start van | | | | wetenschap  enkel | | | | gericht op kinderen. | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | | ** ** | Uitbreiding naar | | | | andere doelgroepen: | | | | | | | | - Volwassenen met | | | | verstandelijke | | | | beperking. | | | | | | | | - Volwassenen met | | | | NAH. | | | | | | | | - Volwassenen met | | | | dementie. | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | | ** ** | Ortho-agogiek: 'ped' | | | | wordt eruit gelaten | | | | dus werken | | | | uitsluitend met | | | | volwassenen. | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ **Agogie: = verwijst naar het begeleiden / leiden naar een bepaald doel**. - **Normatieve wetenschap:** welk doel is wenselijk? - Normen en waarden. - Ethische dimensie. - Visies. - Tendensen. +-----------------------------------------------------------------------+ | **K: = Verdiepen in de wetenschappelijke studie van het begeleiden (= | | Master).** | +=======================================================================+ | | +-----------------------------------------------------------------------+ | **Orthopedagogiek is de wetenschappelijke studie van het begeleiden | | van kinderen, jongeren en volwassenen in problematische of specifieke | | begeleidingssituaties.** | | | |  **Er zijn verschillende stromingen: empirische wetenschap of | | kritisch-normatieve invulling.** | +-----------------------------------------------------------------------+ 2. **Verhouding tussen pedagogiek en orthopedagogiek:** +-----------------------------------+-----------------------------------+ | - **Algemene | **= Zeer specifieke noden of | | opvoedingsvragen.** | vastlopen van opvoeding**  | | | **moeilijker op te lossen.** | | - **Geen specifieke | | | problemen.** | - Kind met **specifieke | | | noden**. | | - **Kleine dagelijkse problemen | | | en vragen.** | - Ouders met **specifieke | | | tekorten** in opvoeding. | | | | | | - **Maatschappelijke** | | - **Tijdelijke problemen.** | problemen. | | | | | | - Problemen zijn erger, | | | duidelijker en staan meer op | | - **Tijdelijke ondersteuning: | de voorgrond. | | initiatieven voor preventieve | | | ondersteuning**  **brede | - **Multiproblematiek:** | | instap van integrale | vaak zeer complexe | | jeugdhulp, huis van het | samenhang van meerdere | | kind.** | bedreigende factoren. | | | | | - **Nodig voor begeleider: | - **Weerstanden** tot | | geduld, tact, creativiteit, | verbetering zijn hardnekkiger | | etc.** |  kan je niet oplossen met | | | tips, workshops. | | | | | | - **Problematische** staat | | | **centraal**. | | | | | | - **Waarom loopt opvoeding | | | vast?** | | | | | | - **Duidelijke factoren:** | | | kind wordt geboren met | | | verstandelijke beperking | | |  kan voor rouw zorgen | | | bij ouders. | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | | | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | | | +-----------------------------------+-----------------------------------+ | **Orthopedagogiek toont ons vaak | | | de weg naar de essentie van de | | | pedagogiek, het gaat om de studie | | | van het specifiek opvoeden en | | | begeleiden. Het voegt dus iets | | | toe aan het pedagogische, | | | waardoor het pedagogische in een | | | nieuw licht wordt geplaats.** | | +-----------------------------------+-----------------------------------+ 3. **Het doel en object van de orthopedagogiek:** +-----------------------------------+-----------------------------------+ | - **Opvoeding van 'opvallende' | **Object:** | | of 'afwijkende' kinderen.** | | | | = Modern object kunnen we bepalen | | - **Classificatie = indeling | als het opvoeden of begeleiden in | | soorten kinderen.** | de problematische, vastgelopen of | | | specifieke opvoedings- of | | - **Methodieken = methodes die | beslissingssituatie (= gehele | | wetenschappelijk verantwoord | problematische | | zijn 'dit soort' kinderen om | opvoedingssituatie): | | op te voeden. Doel:** | | | | - **Systeemdenken:** wordt | | - **Ontwikkeling kind | duidelijk dat een persoon | | optimaliseren.** | beter begrepen kan worden | | | wanneer gehele context in | | - **Bestrijding van | rekening wordt gebracht. | | misdragingen van kinderen, de | | | zogenaamde 'moeilijk | - **Problematische | | opvoedbare' en de opvang van | opvoedingssituatie:** de | | 'verwaarloosende' kinderen, | focus van een kind dat | | 'wezen', 'vondelingen', | moeilijk opvoedbaar is, | | 'jonge boefjes'.** | verschoof naar een gezin in | | | opvoedingsnood, systeemdenken | | | staat meer centraal. | | | | | | - Opvoeders en kind. | | | | | | - 'Handicap' is interactief | | | concept. **Doel:** | | | | | | - Deze situatie, dit handelen | | | en deze afstemming van aanbod | | | op vraag weer vlot krijgen. | | | | | | - Geheel van de opvoeding | | | optimaliseren. | | | | | | - **Middelen:** | | | | | | - Aanpassing van | | | opvoedingsfactoren. | | | | | | - Samenwerking met andere | | | betrokkenen en | | | disciplines. | +-----------------------------------+-----------------------------------+ **Problematische opvoedingssituatie:** - Gaat niet alleen over kinderen en jongeren maar ook over **volwassenen**. - **Ter Horst:** - **Orthopedagogiek** is de menselijke plantwetenschap die als veld van actie het opvoedingsgebeuren heeft, dat zodanig leed met zich meebrengt dat men meent niet verder te kunnen. - **POS:** deze, door de betrokkenen als nagenoeg perspectiefloos ervaren opvoedingssituatie, waarin men er zonder deskundige hulp van buitenaf niet in slaagt het geheel zodanig te veranderen dat het weer perspectief biedend wordt. - **Doel:** het optimaliseren van de opvoeding i.p.v. het rechtstreeks optimaliseren van de ontwikkeling van het kind. - **Grens:** pedagogiek -- orthopedagogiek  inzet van **professionele hulp** om perspectief te bieden. **-** Moeizame afstemming, **vraag** en **aanbod** staan altijd centraal. - **Vraag:** ontwikkelingsnoden van cliënt. - **Aanbod:** manier van omgaan met ontwikkelingsnoden. - **Moeizame afstemming:** door verschillende factoren: - Eigenschappen van cliënt, ouders of begeleider. - Factoren in omgeving op meso of macro niveau. **1.4. Evolutie van de term POS in de hulpverlening:** **Eerste begin:** - **Verwaarloosde kinderen:** vanuit de zorg voor deze kinderen groeide de hulpverlening als bijzondere jeugdbijstand. - **POS:** nu is de centrale term '**problematische opvoedingssituaties'.** **Decreet bijzondere jeugdbijstand 1990:** - Werd vanaf **1990** ook gebruikt in belangrijke categorie in decreten inzake de jeugdbijstand: - **2 doelgroepen** in decreet: - Minderjarigen in een **POS**. - Minderjarigen die een **MOF** hebben gepleegd. - **POS =** problematische opvoedingssituaties. - **MOF =** misdrijf omschreven feit. **Decreet integrale jeugdhulpverlening 2014:** **Verandering van terminologie:** - POS wordt **VOS**. - **VOS =** verontrustende opvoedingssituatie. - **Meer aandacht voor verontrusting:** alert zijn voor signalen van verontrusting bij misbruik, mishandeling, verwaarlozing,... en ook eigen verantwoordelijkheid hierin nemen. - **Integriteit:** psychisch, fysiek of seksueel. - **PLS =** problematische leefsituatie (wordt in praktijk niet gebruikt): - Niet alleen de opvoeding te vatten. - De problemen buiten de strikte opvoeding zoals spijbelen erin te vervatten. **Decreet jeugddellinquentierecht 2019:** **Verandering van terminologie:** - MOF wordt **jeugddelict**. **Besluit:** -- ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- **Juridisch onderscheidt POS versus MOF.** **Orthopedagogisch gezien geen onderscheidt tussen POS of MOF: onder heel wat ernstige jeugddelicten schuilt een verontrustende opvoedingssituatie.** **1.5. Evolutie van de term handicap en Disability Studies:** **Vroeger:** - **Afwijkende kinderen:** is de 2^de^ poot in geschiedenis van orthopedagogische hulpverlening. Doorheen geschiedenis verschillende termen op geplakt: - Invaliden en invaliditeit. - Mindervaliden. - Gehandicapten. - Mensen met een beperking. **-** Mensen met een handicap. **Nu:** ------------------------ ----------------------- **Definitie handicap** **op Vlaams niveau:** **Besluit:** ------------------------ ----------------------- Elk langdurig en belangrijk participatieprobleem van een persoon dat te wijten is aan het samenspel tussen functiestoornissen van mentale, psychische, lichamelijke of zintuigelijke aard, beperking bij het uitvoeren van activiteiten en persoonlijk en externe factoren. De persoon met een beperking ervaart een handicap door het samenspel tussen kenmerken van de persoon, van de omgeving en de levensgewoontes en dus sociale rollen voor de persoon. **ICF-model:** **Stoornissen = Afwijkingen in of verlies van functies op anatomische eigenschappen.** -- ---------------------------------------------------------------------------- Moeilijkheden die iemand heeft met het **uitvoeren** van **activiteiten.** -- ---------------------------------------------------------------------------- **Participatieproblemen =** Problemen die iemand heeft met het deelnemen aan het **maatschappelijk leven**. - **Vroeger** werder mensen met een beperking benaderd en bestudeert vanuit klassieke en individuele medisch en biologisch perspectief. - **Nu** richten we ons op hele situatie waarin er sprake is van mismatch tussen persoon en zijn omgeving. **Disability studies 2008:** - Probeert het fenomeen "dis/ability" breed en kritisch te bestuderen, gekaderd binnen historische en maatschappelijke evoluties. - **Disability**: de negatieve confrontatie van een persoon met zijn omgeving: **1.** Naast het klassieke medische perspectief kijkt men ook vanuit **andere perspectieven:** **-** Sociologisch, juridisch, cultureel, geschiedkundig en economisch. - Toegankelijk wordt. - Minder onderdrukkend is. - Minder discriminerend georganiseerd kan worden. 3. **Able-isme:** de onzichtbare focus van onze architecturale, fysieke, sociale, georganiseerde en culturele omgeving op 'normaliteit' (Campbell). 4. **Mensenrechten** staan **centraal:** **1.6. Algemene en bijzondere orthopedagogiek:** **Bijzondere orthopedagogiek:** - Richten we ons op **probleemspecifieke** theorievorming: - Diverse doelgroepen. - Werkterreinen waarop orthopedagogisch handelen gericht kan worden. - Werkveld = specifiek **Algemene orthopedagogiek:** - Worden **algemene theorieën** geformuleerd over het **doel** en een **visie** op het denken en handelen. - Gericht op het bekomen van veranderingen in problematisch ervaren begeleidingssituaties met behulp van opvoedingsmiddelen die op specifieke manier worden ingezet. - **Basistheorie:** die een gemeenschappelijke basis, algemeen lader vormt voor meer specifieke probleemgerichte theorievorming. - Hier bespreken we: - **Theorie van Kok:** over orthopedagogische vraagstelling. - **Ter Horst:** over problematische opvoedingssituaties en de dialogische grondvormen die je in het orthopedagogisch grondplan terugvindt. **Metatheoretisch niveau:** = De theoretische orthopedagogiek en hier **reflecteren** we kritisch over **theoretische denkkaders** op zich, over hoe de orthopedagogiek wetenschappelijk te werk kan gaan, wat verantwoorde kennisverzameling is. - Hier bespreken we: - De evolutie van de **3 klassieke stromingen** in de pedagogiek. - Omschrijving van de **identiteit** van de hedendaagse orthopedagogiek. 2.Klassieke stromingen in de orthopedagogiek ============================================ **2.1. Geesteswetenschappelijke stroming:** ![](media/image4.jpg) - De mens als uniek verhaal. - Kennisbelang is van praktische aard: betekenissen begrijpen, beschrijven, interpreteren om praktisch te kunnen handelen. - Hermeneutisch onderzoek: betekenis geven aan de situatie. **2.1.2. Omschrijving:** **Termen:** Aan het werk van de 1^ste^ orthopedagogen ligt een wijsgerig-antropologische visie op de ontwikkeling van het kind en de taak van de volwassenen ten grondslag. Deze **personalistische / geesteswetenschappelijke / wijsgerig-antropologische stroming** legt de nadruk op uniciteit en individualiteit van personen. - **Holistische visie:** de mens wordt beschouwd als 1 geheel, een holon, opgebouwd uit verschillende aspecten, zoals vaardigheden, emoties, denken,... - **Filosofie in de menselijke ontmoeting:** de mens als persoon, in wisselwerking met zijn levenssituatie, begrijpen door zich in contact van mens tot mens voor echte ontmoeting open te stellen. **Kern:** - **Elk mens is uniek** en wordt bepaald door zijn denken maar ook door zijn voelen, wat die kan, waar hij leeft, wat hij heeft meegemaakt. - **Focus op ontmoeting:** als je iets wilt betekenen voor de ander moet je in relatie gaan met de ander en verder kijken dan het gedrag en probeer het unieke verhaal van de persoon te vatten en te begrijpen om zo goed te kunnen inspelen op wat die persoon nodig heeft. - **De mens als geheel in de situatie begrijpen:** niet alleen naar het gedrag kijken, maar ook naar het achterliggende. **Houding van de hulpverlener:** - Vanuit **ontmoeting**, de mens als **holon** in situatie begrijpen: - **Verstehen:** begrijpend kunnen invoelen in de wereld van de ander  vraagt openheid en empathie. - **Ematisch** inleven. - Persoonlijke **inzichten** en **reflectie**: meer dan alleen uw buikgevoel volgen. - **Weerstand tegen empirische =** het meten van gedrag en tegen het werken met protocollen en het teveel uitgaan van diagnoses. - Teveel reductie van werkelijke  tegen protocollen. - Oppervlakkig gedrag  mens is meer dan alleen zijn gedrag. - Voor- en nadelen: **Voordelen:** **Nadelen:** ---------------- --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- --- --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- **Zeer herkenbaar: je bouwt ervaringen op en je doet iets met de info uit dagelijkse observatie. Nodigt uit tot zelfreflectie: je gaat altijd nadenken "wat moet ik doen, of veranderen om de andere te begrijpen"**  **stuurt uw handelingen sterk.** **Niet altijd direct om te zetten oplossing:** omdat je werkt met de relatie omdat je probeert elke unieke persoon goed te begrijpen in zijn unieke situatie  kan je niet terugvallen op standaard oplossing, handvaten of adviezen  uitgaan van eigen empathisch inleven en van je eigen afstemming. **Uitgangspunten:** - **Ontmoeting, verhaal, beleving:** - **Verhaal:** de praktijk, het handelen in dagelijkse werkelijkheid en het 'verhaal' van de cliënt. - **Ontmoeting en beleving:** hulpverlener als gids, vertaler, iemand die de cliënt inleidt in de betekenis van de wereld. **2.1.3. Onderzoek:** - Werken niet enkel met buikgevoel, maar ook wetenschappelijk onderzoek. - **Hermeneutiek:** interpreteren van het menselijk handelen. - Gevalsbeschrijving of casestudy's. - Levensverhalen. - Onderzoek op intervieuws of andere bronnen. - Onderzoekers gebruiken hermeneutische methoden. - Via aantal stappen kan men menselijk handelen interpreteren. - **Langeveld:** opvoedingsproblemen zonder handicap. - **Vliegenhart:** opvoedingsproblemen met handicap. - **Ter Horst:** problematische opvoedingssituaties. - **Kok:** gedrag van kinderen opdelen en niveaus voor behandeling. - **Peter Van Der Doef:** orthopedagogische ervaring: interpreteren, verstehen en in relatie. **Langeveld:** = Grondlegger van de geesteswetenschappelijke stroming. - Onderzoek naar hoe je **opvoedingsproblemen bij kinderen zonder specifieke** handicap kan diagnostiseren en behandelen. - Technieken om **kinderen te begrijpen** aan de hand van expressies in spel, tekening, verhaal. - Pedagoog kan raadgever zijn van ouders door het **gedrag van het kind** voor hen **begrijpelijker** te maken  zo **ontmoeting** in opvoeding weer mogelijk maken. - Methodieken: **- Columbustest:** - Probeerde zo inzicht te krijgen in de **beleving** van kinderen. - = Waarin men het kind aan de hand van projectenplaten verhalen laat vertellen om zo inzage te krijgen in de beleving van het kind. **- Speldiagnostiek:** - **Spel als taal van kind:** moet je niet vertellen met woorden wat er is. - **Kind krijgt vrije speelruimte:** ze tonen het aan jou, hoe zij het willen. - **Observatie en interpretatie van gedrag:** jij gaat gedrag observeren en proberen te interpreteren. **Vliegenhart:** = Werkt visie van Langeveld uit voor kinderen MET een handicap. - Onderozke naar de wereld begrijpbaar maken voor kinderen die: - Anders in de wereld staan. - Anders zijn en toch mee doen. - **Verdiepte pedagogiek:** situaties, doelen, middelen en perspectief moeten opnieuw worden doordacht omdat ze niet meer van zelfsprekend zijn. - **Bewust opvoedend handelen:** wat je onbewust doet in de gewone opvoeding, ga je in de opvoedingspedagogiek als bewust opvoedingsmiddel gebruiken. - **Bewust reflecteren nodig:** want wat je met kinderen die gewoon ontwikkelen vaak automatisch doet en zonder veel nadenken is niet meer van zelfsprekend wanneer je een kind met een handicap krijgt. - **Onzekerheid** van de **ouders** door diagnose: Vliegenhart zegt dat je net die ouders als orthopedagogen moet helpen en begeleiden in het opnieuw begrijpen van hun kind. **Ter Horst:** = Voorzetting ontmoetingsfilosofie. - **Elementen** in zijn leven krijgen **betekenis** in **ontmoeting** en door de **opvoeders**: elk kind is nog een persoonlijkheid die aan het groeien is en door in dialoog te gaan met wereld rondom hem kan dat kind ontwikkelen. - **Totale dialoog concept:** - **Kan rijk en uitnodigend zijn:** relatie waarin ouders aandacht heeft voor al die verschillende grondvormen. - Kan ook **beperkt** worden door verschillende factoren dat de toekomst beangstigd wordt: - **Gevolg:** ouders en kind zien geen aantrekkelijk perspectief meer en vrager zich af hoe het verder moet. - **Ontstaan POS:** problematische opvoedingssituatie waarin de orthopedagoog moet onderzoeken en weten te helpen. - Niet het opvallende kind, maar de **opvoedingssituatie** komt centraal te staan. - Herstel van het gewone leven. **Kok:** = Gedachten over othopedagogische behandelingstypen. - Wil empirische orthopedagogiek, maar heeft antropologisch uitgangspunt waardoor hij bij de geesteswetenschappelijke stroming behoort. - **Beïnvloedt door:** - Humanistische / cliëntgerichte psychologie van Carl Rogers. - Rogeriaanse grondhouding: empathie, onvoorwaardelijke acceptatie en echtheid. - **Bijdragen:** gedrag van kinderen opdelen in categorieën, vergelijken en ook opdelen in groepen om zo makkelijker tot gerichte van gedrag te komen. - **Orthopedagogisch behandelingstypen:** **- Vraagstelling (pedagogische vraag):** - **Kind:** gedrag van kinderen in vraag naar specifieke opvoedingsvorm. - **Opvoeder:** gedrag gaan observeren en de vraag in gedrag herkennen. **- Behandeling op vraag (pedagogisch aanbod):** **- Behandelingstype:** - Basis voor indeling van specifieke leergroepen met aangepast aanbod. - Zo heeft hij bruikbaar kader aangereikt en die geeft jou als begeleider handvaten die dat je op weg kunnen zetten in uw begeleiding. - Kijken naar een vraagstellingstype en daarop uw behandeling aansluiten. - **Orthopedagogisch behandelingsmodel:** 3 niveaus om uw behandeling vorm te geven: +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ | - **Klimaat, sfeer, | **= Algemeen antwoord | **= Specifiek | | ritme in groep.** | op vraag van kind.** | antwoord op unieke | | | | orthopedagogische | | - **Fundamentele | Probleem aan pakken | vragen.** | | aanpak in | met gerichte | | | groep.** | behandeling door | Op mate van dat | | | gespecialiseerde | **ene** kind een | | | **therapeut:** | **behandeling** | | | | uitwerken: | | | Gebruikt algemene | | | | kennis voor | Individuele | | | verschillende | inkleuring voor uniek | | | kinderen op een | kind. | | | **gelijkaardige | | | | manier** verder te | | | | helpen. | | +-----------------------+-----------------------+-----------------------+ **Peter Van Der Doef:** = Synthetische visie uit de geesteswetenschappelijke stroming. - De **orthopedagogische ervaring:** erkent dat je de behandeling best kan stoelen op theorie, maar blijf ook waarden zien van uw buikgevoel en van reflectie en van kennis die je opdeed door ervaring in praktijk. - **Doel:** herstel van gewone leven wanneer opvoedingssituatie vast loopt en wanneer ontwikkeling dreigt vast te lopen. - **Opzoek gaan naar wat werkt:** - Theorieën die je gelezen hebt en protocollen die je gebruikt. - Kennis praktisch inzetten en uit praktijk halen. **-** Opvoeden is holistisch. - **Dus:** actuele vertaling van denkbeelden uit geesteswetenschappelijke stroming. - Interpreteren van menselijk handelen. - Verstehen. - In relatie gaan. +-----------------------------------------------------------------------+ | **Relatie staat centraal (buikgevoel):** | | | | - **Je leert het niet in boeken maar vooral door te werken aan | | jezelf en te reflecteren.** | | | | - **Focus op ontmoeting.** | | | | - **Elk mens is uniek.** | | | | - **Kijken naar: ontmoeting, verhaal en beleving. Hermeneutiek (ook | | wetenschappelijk onderzoek):** | | | | - **Interpreteren van menselijk handelen.** | | | | - **Betekenis zoeken aan observaties, conclusies trekken en | | oplossing zoeken.** | +-----------------------------------------------------------------------+ **2.2. Empirisch-analytische stroming:** In de wending van de orthopedagogiek naar het empirische en analytische wetenschapsmodel staan meetbaarheid, waarneembaar gedrag en voorspellingen centraal in de hoop vat te krijgen op de werkelijkheid. **2.2.1. Kernbegrippen:** - **Mens als kennis:** gedrag dat je kan opdelen in stukjes waardoor dat kennis geeft. - **Kennisbelang is van technische aard:** men wil problemen kunnen verklaren, analyseren en daaruit proberen te voorspellen en voorkomen. - Gebruik van **empirische cyclus** van De Groot: hiermee gaan orthopedagogen analyseren wat ze zien om zo een verklaring te vinden voor een probleem en het preventief van ermee te kunnen omgaan. - **Meetbaar:** als het waarneembaar gedrag meetbaar is en als je dat goed analyseert kan je proberen om vat te krijgen op de werkelijkheid. ***Ze kijken niet naar de mens als holon, maar als kennis.*** **2.2.2. Omschrijving:** **Belang aan cliëntgerichte grondhouding:** - **Afstemmen** en **empathie** blijft belangrijk maar ze voegen een denkwijze toe: - Ze hebben respect voor waarden die aan visie ten grondslag liggen, maar zij zien dit als **onvoldoende wetenschappelijke invulling** van orthopedagogiek. **Uitgangspunt:** = kennis over feiten en verbanden, oorzaken en gevolgen die een wetenschappelijke basis moet vormen voor aanpak van problemen. **Empirische cyclus van De Groot:** Het brengt verschillende stappen in kaart die ervoor moeten zorgen dat je kennis op onderbouwde manier kan toetsen zodat je resultaten kan gebruiken om problemen aan te pakken. - ![](media/image6.jpg)**Observatie:** beschrijft in grote lijnen hoe afzonderlijke observatie tot een vermoeden kan leiden, over algemeen gekleurd door eerdere ervaringen. - **Theorie / model:** **hypothese opstellen:** dit vermoeden wordt door inductie omgezet in theorie en meer concreet een hypothese. - **Voorspelling:** algemene hypothese wordt via deductie omgezet in toetsbare voorspellingen. - **Onderzoek date:** toetsing van voorspelling in praktijk toont ons of de voorspelling klopt en er steun gevonden wordt door hypothetische verklaring. - **Evaluatie:** evaluatie van toetsingresultaat kan door analyse aanleiding zijn tot opnieuw doorlopen van cyclus met bijgestelde nieuwe hypothesen. **Werkelijkheid opdelen:** - Vertrekken vanuit sterk vereenvoudigde, controleerbare delen van werkelijkheid. - Opvoeden wordt bekeken als **beheersbaar** en **meetbaar**. - Mens bekeken als **gedrag**. - Werkelijkheid wordt vereenvoudigd, opgedeeld en benaderd vanuit **theoretische modellen**. - **Doel:** orde scheppen en greep krijgen op veelheid van complexiteit van informatie. **Zoeken naar regelmaat:** - In waarneming en metingen van gedrag. - Men probeert hypothesen op te stellen over wetmatigheden onder dat gedrag en deze te toetsen via waarnemingen. - Kennis over: modellen, hypothesen uit andere, positieve, wetenschappen, zoals neurologie, ontwikkelingspsychologie, leerpsychologie, sociale psychologie en de sociologie. **Proberen generaliseren, veralgemenen:** **Streeft naar:** generaliseerbaarheid van kennis, namelijk het ontdekken van wetmatigheden die gelden voor iedereen, los van het individuele verhaal. **Taak orthopedagogiek:** - **Wetenschappelijk (empirisch):** - Methodieken verzamelen. - Toewijzing methodieken ontwikkelen. **2.2.3. Onderzoek:** = Objectief, op een afstand meten. - Statistisch, kwantitatief, kansberekening en empirisch. - Verwant aan behaviorisme en cognitieve psychologie. - Controleerbare omstandigheden. - Objectief waarneembaar gedrag centraal: dit gedrag wil je veranderen door orthopedagogische technieken. - **Dumont:** analyse en behandeling van leerproblemen. - **Van Der Ploeg:** terrein van gedragsproblemen. **Dumont:** - In **jaren 60**  **breuk** tussen **Kok** en **Dumont**. - **Taak orthopedagogie:** georganiseerd gamma van beïnvloedingstechnieken. **-** Orthopedagoog moet weten welk instrument hij gaat inzetten voor welke problematiek. - **Richtte zich op leerproblemen en leerstoornissen:** - Splits leertaken analytisch op in deeltaken. - Zoek in andere positieve wetenschappen zoals de neurologie en de psychologie naar modellen die stoornissen in proces van leren duidelijk kunnen maken. - Door modellen kunnen gedragsmatige trainingsprogramma's wetenschappelijk worden gefundeerd. **Van Der Ploeg:** - Het moet mogelijk zijn om **risico** op **probleemgedrag** te **voorspellen**. - Onderzoek naar **risicofactoren** en **protectieve factoren** voor opvoedingsproblemen. **- Welke factoren?** - Sociaal-ecologische benadering. - Bronfenbrenner. - **Resultaat:** meervoudig risicomodel. +-----------------------------------------------------------------------+ | **Kennis = technisch (om te voorspellen). Empirisch onderzoek:** | | | | - **Wetenschappelijk kennis over feiten, verbanden, oorzaken en | | gevolgen moet basis vormen voor aanpak.** | | | | - **Belang om niet enkel intuïtief te werken, maar trachten om | | zichtbare affecten na te gaan. Behandelingswetenschap:** | | | | - **Theorie is de bril die richting geeft aan jouw handelen.** | | | | - **Mens als kennis.** | | | | - **Kennisbelang is van technische aard: men wil problemen kunnen | | verklaren, analyseren en van daaruit proberen te voorspellen en | | voorkomen**  **empirische cyclus van De Groot.** | | | | **Evidence based werken:** | | | | - **Kennis die uit testonderzoek komt die basis moet vormen van uw | | aanpak.** | +-----------------------------------------------------------------------+ - **he factoren.**

Use Quizgecko on...
Browser
Browser