Summary

Dit document behandelt externe veiligheid, specifiek gericht op de risicobeheersing van activiteiten met gevaarlijke stoffen. Het beschrijft de verschillende fases in het proces, zoals identificatie, kwantificering en beoordeling van risico's. Ook worden maatregelen besproken om risico's te verminderen, zoals afstand houden en afscherming.

Full Transcript

Week 6​ Externe veiligheid omvat de risico’s voor de omgeving van activiteiten met gevaarlijke stoffen, waaronder de productie, verwerking, opslag en transport van gevaarlijke stoffen via weg, water, spoor en buisleidingen.​ Het gaat om de veiligheid van de omwonende. De gevaarlijke stoffen waar het...

Week 6​ Externe veiligheid omvat de risico’s voor de omgeving van activiteiten met gevaarlijke stoffen, waaronder de productie, verwerking, opslag en transport van gevaarlijke stoffen via weg, water, spoor en buisleidingen.​ Het gaat om de veiligheid van de omwonende. De gevaarlijke stoffen waar het extreme veiligheidsbeleid zich op richt, kunnen brandbaar, explosief en/of giftig zijn. De activiteiten voor risicobeheersing zijn onder te verdelen in 5 stappen: 1. identificeren. De eerste stap in de cyclus is het uitvieren van een risico-inventarisatie. Een vlinderdasmodel geeft mogelijke oorzaken en effecten die uit de analyse komen overzichtelijk weer.​ -foutenboom: voor het inventariseren van mogelijke gebeurtenissen waardoor het incident plaats kan vinden kijkt de risicoanalist of IVK’er naar wat er mis kan gaan.​ -als mogelijke oorzaken bekend zijn, kunnen veiligheidssystemen aangebracht worden -> barrières.​ -gebeurtenissenboom: De IVK’er analyseert welke vervolggebeurtenissen mogelijk zijn naar aanleiding van het incident.​ De consequenties van de effecten die kunnen optreden, hangen ad van de kwetsbaarheid van de mensen of objecten. Zelfredzaamheid is ook bepalend voor de kwetsbaarheid. Directe effecten van:​ -> Brand: warmtestraling van vlammen​ -> Explosie: vrijkomende drukgolf​ ->gifwolk: concentratie en duur van de gevaarlijk stof in de lucht 2. kwantificeren​ Om risico’s te kwantificeren kan de IVK’er de kans op ongevalsscenario’s en de kans op schade als gevolg daarvan in kaart brengen. Bij het kwalificeren van risico’s kan een effectgerichte of risicogerichte benadering worden gekozen:​ -effectgerichte benadering​ -> scenario’s bedacht met mogelijke effecten en gevolgen​ -> er wordt gekeken waar nog (dodelijke) slachtoffers en/of schade kunnen optreden als ​ gevolg van het incident met gevaarlijke stoffen.​ -> deze benadering houdt niet expliciet rekening met de kans op het optreden van een scenario.​ - risicogerichte benadering:​ -> houdt expliciet rekening met de kans van optreden van een oorzaak en het gevolg. -> de kans wordt op basis van gegevens van eerdere gebeurtenissen, experimenten en simulaties geschat.​ -> werkwijze om externe veiligheidsrisico’s te berekenen is vastgelegd in rekenmethoden van het RIVM.​ ->het leidt tot een systematische schatting van het risico via meerdere scenario’s. 3. Beoordelen​ Het Nederlandse extreme veiligheidsbeleid beoordeelt extreme veiligheidsrisico’s volgens een risicobenadering. Deze bandering gaat ervan uit van het principe dat risico’s nooit volledig zijn uit te sluiten.​ Voor het plaatsgebonden risico (PR) zijn normen opgesteld om aan te geven wat een aanvaardbaar risico is. Deze normen zijn vastgelegd in het Besluit Kwaliteit Leefomgeving (BKL). Zo heeft de regering vastgesteld dat (zeer) kwetsbare gebouwen en locaties niet zijn toegestaan op plekken wat het berekende PR groter is dan 10^-6 per jaar. PR van een activiteit met gevaarlijke stoffen is de kans per jaar om te overlijden op een bepaalde plaats ten gevolgen ongevallen met gevaarlijke stoffen. Risico’s aanvaardbaar maken door:​ -aanhouden van risicoafstanden​ -kans op ramp klein houden​ - voorbereidingen treffen​ -burgers informeren over de risico’s​ -zich te verantwoorden over accepteren remprisico’s 4. verminderen​ ->bronmaatregelen hebben als doel om de activiteiten met gevaarlijke stoffen of de gebruikte stoffen zelf veiliger te maken.​ Voorbeeld: het verbod op roken op een terrein waar gevaarlijke stoffen opgeslagen liggen of het verkleinen van de hoeveelheid opgeslagen gevaarlijke stoffen op het terrein.​ -> afstand houden: het vergroten van de afstand tussen de risicobron en ontvanger verkleint de intensiteit van de effecten waaraan de ontvanger wordt blootgesteld.​ Ook wordt bijvoorbeeld LPG alleen ’s nachts geleverd, omdat er dan geen mensen in de omliggende kantoren zijn​ -> afscherming richt zich op het aanpassen van de omgeving tussen risicobron en ontvanger, Afscherming heeft als doel de warmte, overdruk, scherfwerking en concentratie giftige gas op een locatie te verminderen. Voorbeeld: een dijk.​ ->aanvullende bouwmaatregen: door aanpassingen aan een gebouw, kan een gebouw geschikt worden gemaakt om als (tijdelijke) schuillocatie te dienen. Het Besluit Bouwwerken leefomgeving (BBL) bevat aanvullende bouweisen die als doel hebben mensen in een gebouw te beschermen tegen een brand of explosie.​ -> beperken aantal aanwezigen: door het aantal aanwezigen te beperken, wordt ook het mogelijk aantal getroffen verkleind en woorden de mogelijkheden om bescherming te bedien vergroot. Daarnaast richten maatregelen ook op het beperken van de aanwezigheid van kwetsbare personen/groepen (zelfredzaamheid).​ -> aanvullende risicocommunicatie: mensen moeten goed geïnformeerd worden over de gevaren en de maatregelen om ervoor te zorgen dat de beschermingsmaatregelen ook echt bescherming bieden.​ -> bestrijdings- en hulpverleningscapaciteit vergroten kan bijdragen aan het beperken van de effecten en gevolgen.

Use Quizgecko on...
Browser
Browser