Hoofdstuk 10 – Niet-en Quasi-Experimentele Strategieën - PDF
Document Details
Uploaded by AmpleMotif4563
Tags
Related
Summary
Dit hoofdstuk beschrijft niet-experimentele en quasi-experimentele onderzoeksstrategieën, zoals niet-gelijkwaardige groepen en pre-post designs. Het bespreekt de verschillen tussen deze designs en hun toepassingen. Het onderzoekt ook de interne validiteit bij niet-equivalent groepen.
Full Transcript
HOOFDSTUK 10 – DE NIET-EN QUASI-EXPERIMENTELE STRATEGIEËN: NIET-GELIJKWAARDIGE GROEPEN, PRE POST EN ONTWIKKELINGSDESIGNS 1. DE NIET- EN QUASI EXPERIMENTELE ONDERZOEKSSTRATEGIEËN Niet-experimentele studies kijken naar verschillen tussen groepen of veranderingen over...
HOOFDSTUK 10 – DE NIET-EN QUASI-EXPERIMENTELE STRATEGIEËN: NIET-GELIJKWAARDIGE GROEPEN, PRE POST EN ONTWIKKELINGSDESIGNS 1. DE NIET- EN QUASI EXPERIMENTELE ONDERZOEKSSTRATEGIEËN Niet-experimentele studies kijken naar verschillen tussen groepen of veranderingen over tijd maar bevatten altijd een bedreiging voor interne validiteit, waardoor ze geen oorzaak-gevolg relaties kunnen bepalen. Daarom wordt gebruikt gemaakt van quasi-experimentele onderzoeksstrategieën Een quasi-experimenteel onderzoek doet een poging om bedreigingen voor de interne geldigheid tot een minimum te beperken. 1.1. STRUCTUUR VAN NIET-EXPERIMENTELE / QUASI-EXPERIMENTELE DESIGNS Gelijkenissen: ze vergelijken twee scores van verschillende groepen en condities. Eén variabele wordt gebruikt om de groepen of condities te creëren, vervolgens wordt de tweede variabele gemeten om een reeks scores binnen elke conditie te verkrijgen. In niet-experimenteel en quasi- experimenteel onderzoek worden de verschillende groepen of behandelingsomstandigheden niet gecreëerd door een onafhankelijke variabele te manipuleren. In plaats daarvan worden de groepen meestal gedefinieerd in termen van een specifieke deelnemervariabele (roker of niet roker) deze twee methoden om groepen te definiëren, produceren twee algemene categorieën van niet- experimentele en quasi-experimentele ontwerpen: between subjects design = niet-gelijkwaardige groepsdesigns within subjects design = pre-post designs Between-subjects designs Within-subjects design Doel Vergelijkt reeds bestaande groepen van individuen(= Vergelijkt twee of meer scores voor één groepen die niet willekeurig zijn toegewezen) groep deelnemers Voorbeelden. differentieel onderzoek. pre-test-post-test design. post-test-only non- equivalent group. time-series design. pre-test-post- non-equivalent control group. longitudinal ontwikkelings design. cross-sectioneel ontwikkelings design 2. TUSSEN-SUBJECTEN NIET-EXPERIMENTELE EN QUASI-EXPERIMENTELE DESIGNS: NIET GELIJKWAARDIGE GROEPEN DESIGNS De onderzoeker probeert gelijkwaardige groepen deelnemers te creëren door actief te controleren welke individuen in welke groepen gaan. Omdat de onderzoeker geen gebruik kan maken van willekeurige toewijzing of matching om de individuele verschillen tussen de groepen te minimaliseren, is er geen zekerheid dat de twee groepen gelijkwaardig zijn. In deze situatie heet het onderzoek NON-EQUIVALENT GROUP DESIGNS 2.1. INTERNE VALIDITEIT VOOR NIET-EQUIVALENTE GROEPEN het doel van de studie is aan te tonen dat de factor die de groepen onderscheidt verantwoordelijk is voor het verschil in score tussen de deelnemers in de ene en de andere groep. Een non-equivalent groep heeft echter een bedreiging voor de interne validiteit die een ondubbelzinnige oorzaak-en-gevolgrelatie uitsluit. Omdat non equivalent groepen geen random assignement gebruiken. Experimentele studies gebruiken wel altijd een vorm van random assignement of matching. 39 2.2. NIET-EXPERIMENTELE DESIGNS MET NIET-EQUIVALENTE GROEPEN DE DIFFERENTIËLE ONDERZOEKSMETHODE = vergelijkt enkel reeds bestaande groepen. EEN DIFFERENTIËLE STUDIE gebruikt een bijzonder kenmerk zoals geslacht, ras enzovoort om deelnemers automatisch aan groepen toe te wijzen. De onderzoeker wijst niet willekeurig individuen aan groepen toe. Vervolgens wordt voor elke deelnemer een afhankelijke variabele gemeten om een reeks scores binnen elke groep. Het doel van de studie is te bepalen of de scores van de ene groep consistent verschillen van die van een andere groep. Een groep consequent verschillen van de scores van een andere groep. Differentieel onderzoek wordt geclassificeerd als een niet-experimenteel onderzoeksdesign DE POSTTEST-ONLY NON-EQUIVALENT CONTROL GROUP DESIGN. = vergelijkt twee niet-equivalente groepen van particpanten De ene groep wordt geobserveerd (gemeten) nadat ze een behandeling heeft gekregen, en de andere groep wordtop hetzelfde moment gemeten, maar krijgt geen behandeling. Dit is een voorbeeld van een niet-experimentele onderzoeksopzet. EEN NON-EQUIVALENT CONTROLEGROEPDESIGN = maakt gebruik van vooraf bestaande groepen, waarvan er één dient in debehandeling en de andere in de controleconditie. X O Treatment group O Non-equivalent control group 2.3. EEN QUASI-EXPERIMENTEEL DESIGN MET NIET-EQUIVALENTE GROEPEN DE PRE-TEST-POST-TEST NON-EQUIVALENT CONTROL GROUP DESIGN = vergelijkt twee-niet equivalente groepen. Eén groep wordt twee keer gemeten, één keer voordat een behandeling wordt toegediend en één keer erna. Deandere groep wordt op dezelfde twee tijdstippen gemeten, maar krijgt geen behandeling. Omdat deze opzet, de bedreiging voor interne validiteit probeert te beperken is hij quasi-experimenteel. VOORDEEL: de pretest scores kunnen gebruikt worden om de invloed van toewijzingsbias te verminderen. 3. WITHIN SUBJECTS NIET- EXPERIMENTEEL EN QUASI-EXPERIMENTEEL: PRE-POST DESIGNS = een onderzoek waarin een reeks waarnemingen wordt gedaan in de tijd voor één groep deelnemers met als doel de invloed van de tussenliggende behandeling of gebeurtenis te evalueren door de waarnemingen vóór de behandeling te vergelijken met de waarnemingen na de behandeling. 3.1. BEDREIGINGEN TOT DE INTERNE VALIDITEIT VOOR PRE-POST DESIGNS Als dezelfde groep individuen meerdere keren over de tijd worden geobserveerd, kunnen tijd-gerelateerde factoren interne validiteit bedreigen. Zoals historie, instrumentation, order effecten, maturatie en statistische regressie. 40 3.2. EEN NIET-EXPERIMEENTEEL PRE-POST DESIGN Een pretest-posttest design = één observatie voor elke deelnemer vóór de treatment en één erna. Dit gaat de bedreigingen van internal validity niet tegen. O X O 3.3. EEN QUASI-EXPERIMENTEEL PRE-POST DESIGN Een time-series design = heeft een reeks waarnemingen voor elke deelnemer vóór een behandeling of gebeurtenis en een reeks waarnemingen na de behandeling. Probeert wel interne validiteit tegen te gaan. O O O X O O O Verschil treatment en event: Een behandeling is een door de onderzoeker toegepaste manipulatie en een een gebeurtenis is een externe gebeurtenis die niet wordt gecontroleerd of gemanipuleerd. In een tijdreeks design vermindert de reeks observaties de bedreiging voor de interne validiteit omdat de eventuele invloed van een externe variabele kan gezien worden in de observaties voor de behandeling. VOORBEELD: Een onderzoeker meet in de lente gedurende drie weken het aantal keer dat een groep leerlingen de leerlingenbegeleider op school bezoekt. In de winter, onmiddellijk na het gebeuren van een zwaar ongeluk voor de schoolpoort waarbij meerdere getuigen aanwezig waren, meet de onderzoeker het aantal bezoeken naar de leerlingenbegeleider opnieuw om te kijken of er een verandering is. Dit is een voorbeeld van een onderbroken tijdsreeks design. Een intterupted time-series designs: een studie waarin de ingrijpende gebeurtenis niet door de onderzoeker wordt gemanipuleerd is. 3.4. EENMALIGE TOEPASSINGEN VAN TIJDREEKSONTWERPEN SINGLE-SUBJECT OF SINGLE-CASE DESIGN OF SINGLE-CASE TIME-SERIES DESIGN = onderzoek dat zich richt op één geval (persoon) in plaats van een groep deelnemers. BIJVOORBEELD: Agressiviteit van een individu in therapie meten voor en na de behandeling 4. ONTWERPEN VOOR ONTWIKKELINGSONDERZOEK 4.1. THE LONGITUDINAL DEVELOPMENTAL RESEARCH DESIGN = onderzoekt een variabele in één groep van individuen over een bepaalde tijd. Deze groep zijn meestal cohorten: ze delen dezelfde leeftijd, geslacht, religie enz. 4.2. CROSS-SECTIONEEL LONGITUDINAL DESIGNS = studies die resultaten vergelijken van afzonderlijke steekproeven die op andere tijdstippen zijn verkregen LONGITUDINAL CROSS-SECTIONEEL VOORDELEN Geen cohort- of generatie-effecten Tijdsbesparend Beoordeelt individueel gedrag Geen langdurige samenwerking vereist Veel tijd nodig Cohort generatie effecen NADELEN Uitval kan leiden tot bias Individuele verschillen worden niet beoordeeld Potentieel voor praktijkeffecten 41 EEN SAMENVATTING VAN NIET-EXPERIMENTELE EN QUASI-EXPERIMENTELE ONDERZOEK DESIGNS BETWEEN-SUBJECTS (NON-EQUIVALENT) WITHIN-SUBJECTS (PRE-POST) NIET-EXPERIMENTEEL Differentieel onderzoek: Pretest-posttest design: Vergelijk al voorbestaande groepen (man/vrouw) Vergelijkt pre- en post-behandelingscores voor één groep NIET-EXPERIMENTEEL Posttest-only nonequivalent control group design: / Vergelijk voorbestaande groepen na één treatment NIET-EXPERIMENTEEL Cross-sectioneel developmental design: Longitudinal developmental design: Vergelijk voorbestaande groepen verschillend in leeftijd Observeert een groep op verschillende tijden QUASI-EXPERIMENTEEL Pretest-posttest nonequivalent control group design: Time-series designs: Voegt enkel een pretest toe aan het posttest design Vervangt de enkelvoudige pre- en postscores in een pretest-posttest design met een reeks metingen 5. TOEPASSINGEN, STATISCHE ANALYSE EN TERMINOLOGIE VOOR NIET- EXPERIMENTELE, QUASI-EXPERIMENTELE EN ONTWIKKELINGSDESIGNS 5.1. APPLICATIE EN ANALYSE (IS HETZELFDE ALS HOOFDSTUK 9) De enige uitzondering hierop is de quasi-experimentele pre-test post-test non-equivalent control group design. Daarvoor gebruiken we de repeated-measured t test. Voor niet numerieke data zoals in een differentieel design gebruiken we de Chi-square test voor onafhankelijkheid. 5.2. TERMINOLOGIE In het algemeen is de variabele die groepen onderscheidt vergelijkbaar met de onafhankelijke variabele. → Deze variabele wordt meer aangeduid als een quasi-onafhankelijke variabele Zoals in een experiment wordt de verkregen score de afhankelijke variabele genoemd. 42