Literatuuranalyse PDF
Document Details
Uploaded by ReasonedConnemara7267
Karel de Grote Hogeschool
Tags
Related
- Samenvatting basisboek literatuur Tentamen -- 28 mei 2024 PDF
- OWG 2.1 Literatuur PDF
- Agenda-Setting With Satire PDF
- Personalization of Politics on Facebook: Examining Content & Effects (PDF)
- The Personalization of Mediated Political Communication: A Review (PDF)
- Literatuur Voor Inleiding Preventie & Interventie PDF
Summary
Deze literatuuranalyse bevat een analyse van de korte verhalen "Boterkoekje" en "Dolly". Het bespreekt elementen zoals verteltijd, vertelperspectief en de symbolische betekenis van de verhalen.
Full Transcript
Literatuuranalyse Boterkoekje - Julia Franck (Duitsland, 2000) Julia Franck → duitse schrijfster, had 4 dochters, hebben maanden in een kamp gezeten boterkoekje komt uit een verhalenbundel (= verzameling teksten die los van elkaar staan, kunnen soms naar elkaar verwijzen vertelti...
Literatuuranalyse Boterkoekje - Julia Franck (Duitsland, 2000) Julia Franck → duitse schrijfster, had 4 dochters, hebben maanden in een kamp gezeten boterkoekje komt uit een verhalenbundel (= verzameling teksten die los van elkaar staan, kunnen soms naar elkaar verwijzen verteltijd = 10 minuten vertelde tijd= 3 jaar (14j bellen → 17j dood) ○ hoe korter de vertelde tijd, hoe saaier het is voor de lezer → bv ulysses - James Joyce (monolog van een man die één dag door Berlijn wandelt) vertelperspectief= ik perspectief situering= Berlijn boterkoekjes symboliseren het emotioneel verlangen om iets voor hem te doen, alles wat er niet geweest is, alles wat mislukt is in de relatie tussen vader en dochter → te veel koekjes, vader missen de eerste keer dat je het leest heb je een verrassingseffect omdat je niet weet wie de “man” is Dolly - Alice Munro (Canada 2010) Alice Munro → Canadese schrijfster, vooral bekend om haar kortverhalen kern van het verhaal→ een epifanie (= plotselinge, verwarrende openbaring/onthulling) ironie (= een manier om op bedekte, milde wijze de spot te drijven met iets of iemand) ironie in het verhaal → ze praten heel luchtig over de dood, de ruzie met elkaar is het meest spannende moment van hun dag ultieme ironie → de vrouw wil meer spanning, vanaf het moment dat er iets mimiem gebeurd, flipt zevertelperspectief= ik persoon inside/outside: hoe ‘weerspiegelen’ de outside en inside elkaar in het verhaal? ○ spiegel effect van wat er innerlijk gebeurt en de natuurlijke omstandigheden de seizoenen spiegelen de personages de inhoud weerspiegelt de omgeving waar ze nog nooit geweest zijn verhouding verteltijd / vertelde tijd ○ vertelde tijd en verteltijd komen redelijk goed overeen qua verhouding titel = frank is een dichter die bekend is geworden door zijn gedicht “dolly”, over een vrouw waarmee hij in het verleden een relatie had: GWEN. de muse komt in het leven van het koppel. de vrouw voelt zich bedreigt door haar terugkeer, zij heeft het gevoel dat hun leven overhoop wordt gegoooid en ze is jaloers op de relatie tussen frank en gwen. passages ○ Die herfst hadden we over de dood gepraat. (257) Eerste zin in het verhaal. Het eerste stuk wijst op een moment in het nabije verleden. ze praten zeer luchtig over de dood alsof het een alledaags onderwerp is = ironie ○ Terwijl ze me dit allemaal vertelde, leek ze in een zeer opgewekte stemming. (263) “ze” verwijst aar Gwen. deze passage verwijst naar het moment dat gwen voor de deur staat om cosmeticaproducten te verkopen ○ betaalde voor wat lotion die mij mijn jeugd zou teruggeven en ze beloofde het de volgende keer dat ze deze kant op kwam te brengen. (263) het moment dat gwens auto kapot is en bij het koppel moet overnachten. ○ Ze had (...) Franklin een magische tand gegeven – hij wist niet van wie- toen hij overzee ging. Hij was hem meteen kwijtgeraakt, maar zijn leven was gespaard gebleven. (268) verwijst naar het moment dat de vrouw met jaloezie terugblikt op de raltie van gwen en frank ○ Ik wist waar ik was, ik wist wat ik gedaan had. En ik wist dat ik een vreselijke fout begaan had. (275) epifanie in het verhaal: de vcrouw wordt wakker in het hotel en beseft dat ze van haar saaie rustige leven houd ○ Het eerste wat ik in de keuken zag, was het gefonkel van weckflessen. Ik schoof een stoel bij de tafel vandaan, ging erop staan en begon ze op de kast terug te zetten. ‘Kun je me helpen?’ vroeg en hij gaf ze me aan. (278) de vrouw treft gwen en frank in de keukes terwijl frank de weckflessen afwast. dit maakte de vrouw boos De weckflessen zijn een metafoor voor het verleden dat de vrouw wil opsluiten zodat niet meer weg gaat. frank die de flessen afwast staat symbool voor het verleden dat ontsnapt is: gwen is ontsnapt uit het verleden. Ze heeft het gevoel dat gwen het vredige leven tussen haar en frank heeft verstoord De vijf van finkelstein - Nane Kwame Adeij-Brenyah (VS, 2018) Nane Kwame Adeij-Brenyah → afro-amerikaanse schrijver achtergrondverhaal (true story) ○ 1989: central park five → verwijzing titel ○ 2001: werkelijke dader bekend → Matias Reyes Donald trump betaalde 85.000 voor advertenties in de kranten van NY om death penalty terug in te lassen “A satire about the cascading violence that results from institutional racism” ○ Hi heeft een moralistische satire gecreëerd die de lezer dwingt na te denken over de ongelijkheid van ras is de VS en hoe we onrecht rationaliseren in naam van vrijheid en bescherming kenmerken: ○ vertelperspectief= hij/zij vorm → derde persoon ○ emmanuel gyan zwart hoofdpersonage ○ george wilson dunn moordenaar van de finkelstein kinderen ○ boogie vriend van emmanuel van vroeger ○ mary mistress reading de beroemdste noemer ○ Finkelstein-bibliotheek plaats waar de moord plaatsvond ○ het verbranden van “zijn laatste baggy jeans” (14) Hij ging als kind naar de zoo, waar hij werd beschuldigd van stelen van een panda knuffel. Die avond verbrandt hij zijn baggy jeans. Het “stereotype” weghalen, heeft geleerd uit de schooluitstap: Zelfs zijn baggy jeans dragen bij aan het stereotype dat ze dieven zijn. Je moet tactisch zijn in alles om veilig te blijven, (kledij, hoe je loopt,…) Het proberen te ontkomen van stereotypes → wat je ook doet zal je altijd in white America gezien worden als “gevaar” ○ 2 verhaallijnen die afwisselen sollicitatie proces/ reacties thema's: ○ “Zwartheid”, 11, 14, 15, 16, 23, 40 hoe hard hij binnen het stereotype van een Afro-Amerikaan valt. Dit wordt uitgedrukt op een schaal van 1 tot 10. hoe lager het cijfer hoe rustiger hij zich voelt, niet bedreigt - hoog cijfer, cijfer gaat omhoog als hij zich ervan bewust wordt dat mensen hem zien als “zwart” ○ Noemen, 18: de naam van het slachtoffer uitspreken, het belang van een naam, jou naam leeft voort en we zullen oude witte mensen dwingen om die uit te spreken zodat jullie verder leven ○ De Noemers, 20 (“de nieuwste terroristen”): mensen die zich wreken. de zwarte mensen die het geweld plegen. ze hebben een 5 gegraveerd in hun lichaam om te verwijzen naar de vijf van finkelstein ○ racisme: Gerechtigheid >< wraak/vergelding (moord op “ouder wit echtpaar”; “drie witte schoolmeisjes” (“nog diverse andere aanvallen en moorden”)(19) ○ kritiek/ironie de ironie schuilt in de satirische weergave van een samenleving waarin gewelddadige handelingen tegen zwarte individuen onbestraft blijven, terwijl degenen die tegen onrecht protesteren zelf overgaan tot extreme en schokkende daden van geweld de vijf kinderen die vermoord zijn worden niet gezien als slachtoffers maar eerder als daders omdat een witte man met zijn twee kinderen hun bedreigd voelen hierdoor geeft nana kritiek op de raciale vooroordelen in onze samenleving rodney king gebaseerd verhaal vergelding met de auto ○ Er zijn veel historische verwijzingen naar zwarte slachtoffers. Het stuk met de auto waarbij een wit koppel uit de auto wordt gesleurd. Dit verwijst naar Rodney Glen King, een Amerikaanse taxichauffeur die op 3 maart 1991 in het nieuws kwam bij zijn gewelddadige arrestatie door de politie van Los Angeles. Bij deze arrestatie (hij werd aangehouden wegens gevaarlijk rijgedrag) werd King uit zijn auto getrokken en herhaaldelijk zeer hard geslagen. = echo van True Story citaten ○ “Hij voelde hoe ogen zijn kant op draaiden en handtassen van hem werden weggedraaid.” (14) in de bus wanneer emmanuel gekleed is met ‘zwartheid’ van rond de 6 ○ (...) Als je iets gelooft, wat het ook is, dan is dat het allerbelangrijkste. In Amerika hebben we de vrijheid om te geloven.” (16) de advocaat van george dunn doe tegen de rechter zegt dat dunn het recht had om te geloven dat hij in gevaar was ○ “Tuurlijk, misschien moet je hem wakker maken, maar zolang hij slaapt, is hij jouw verantwoordelijkheid.” (19) boogie tegen emmanuel in de bus die uitlegt waarom het belangrijk is om op te komen voor jouw mensen (zwarte mensen die gediscrimineerd worden) ○ “Als ik nog woorden overhad, zou ik hier niet zitten.” (20) tijdens het verhoor van mary mistress reading; ze zei enkel deze zin. voor de rest antwoordde ze op elke vraag met de naam van een van de vijf van finkelstein ○ “Door te roepen en te schreeuwen en met een knuppel op de grond te beuken dacht hij dat hij misschien eindelijk een keer precies kon zijn wie hij echt was.” (37) de gedachten van Emmanuel toen hij het koppel in elkaar sloeg met een knuppel. Door geweld te plegen als reactie op onrecht, zichzelf in de rol duwt die de man hem toewijst als de “zwarte gewelddadige man” Alright - Kendrick Lamar (VS, 2015) Album → To pimp a butterfly Lamars album wordt vergeleken met picasso’s Guernica (spaanse burgeroorlog) → schetst een beeld van amerika tijdens beginjaren van black lives matter Alright’ “is more than just a song—it's a powerful symbol of resistance, unity, and hope for a better future. It has come to represent both the challenges of systemic racism and the unbreakable spirit of Black communities to persevere. black lives matter: ○ ontstaan nadat burgwachter george zimmerman in 2013 was vrijgesproken, op basis van de zogenaamde STAND YOUR GROUND-wet ○ zimmerman had in 2012 in florida de ongewapende afro-amerikaanse 17-jarige Trayvon Martin op straat doodgeschoten citaten ○ Alls my life I has to fight eerste regel van een roman van Alice Walker (The color Purple) ○ What MAC-11 even boom with the bass down Mac-11 = geweer, zelfs wanneer het geweer (de bedreiging) naar beneden is, is het geweld nog steeds daar ○ Painkillers only put me in the twilight. Where pretty pussy and Benjamin is the highlight pijnstillers zijn niet de echte oplossing, benjamin = geld, benjamin Franklin (eerste openbare bibliotheek) staat op het 100 dollar biljet ○ 40 acres and a mule? een belofte aan alle African American families na de civil war, de regering beslist om aan alle zwarte families 20 ha en een ezel te geven. → is verbroken; symbool voor gebroken beloftes ○ Lucy Lucifer, de duivel, de verleiding, doen alsof OF Lucy and the sky of diamonds → liedje van de Beatles ○ you can live at the mall shelter, consumptie maatschappij ○ I deposit every other zero je kan geen 0 euro op de bank zetten, hij heeft “niks” , armoede ○ Bick back and Chad, I trap the bag drugs dealen ○ De strofes vertellen de hele tijd iets over de feiten, real life gebeurtenissen, negatief ○ refrein positief, uitdrukking van hoop Brommer op zee - Maarten Biesheuvel (NL, 1972) maarten biesheuvel → 1939, Schiedam (NL) 1958: ontmoet Eva Gütlich 1966: psychose (psychiatrische inrichting Endegeest) 1961-1969: studeert rechten in Leiden 1969: stewart op de Ryndam (Holland-Amerika Lijn) 1972: debuteert met verhalenbundel In de bovenkooi. Groot succes. 1979 trouwt met Eva Gütlich 1982: Brommer op zee. Verhalen. 1988: Een overtollig mens 2007: P.C. Hooftprijs 2018: vrouw Eva overlijdt plotseling (20 november) 2020 (30 juli): Biesheuvel sterft in Leiden (NL) schrift veel over eigen leven vertelperspectief = ik perspectief mogelijke interpretaties van isaäc: ○ buitenstaander → voelt zich nergen bij horen, hoorde er nooit bij ○ waanzinnig, hij wordt niet geloofd door de de bemanning ○ iemand die mentaal anders functioneert → zo zou biesheuvel zich ook hebben gevoeld in het echte leven ○ eenzaam OF ○ iemand die een dromer is –< in je dromen zie je dingen die niet echt kunnen ○ iemand die een romanticus is → hij houdt meer van een mogelijke wereld van de man op de brommer OF ○ utopisch = iemand die behoefte heeft aan of verlangt naar utopia (= de ideale wereld), een droom die zo perfect is dat die niet kan bestaan OF ○ de onbegrepen kunstenaar → de kunstenaar heeft iets gezien wat de wereld niet geloofd, de wereld lacht hem uit, denkt dat die gek is citaten: ○ “een speld op het water te leggen” ? voortdurende neiging naar het absurde, isaac ziet de jongen op de brommer, het onmogelijke. hij zou dat ook willen ○ “iets doen wat nog nooit iemand heeft gekund” iets willen doen wat je nog nooit hebt gekund, het verlangen om iets te doen wat nog nooit bestaan heeft ○ “hij hoorde niet op de wal, hij hoorde niet bij de bemanning, hij hoorde ook niet bij de man van de brommer” voelde zich nergens bij voelen ○ “Hij wilde vliegen achter de schepen aan of ver weg over de horizon. Zonder dat hij er zelf erg in had, begon hij de bewegingen van de meeuwvleugels in de lucht na te doen. De bootsman zag het toevallig. Hij giechelde, want hij zag dat Isaäc stevig met zijn voeten op het dek stond.” het uitlachen van de wereld van de kunstenaar het verhaal balanceert op de rand van de waarheid, surrealistisch De verpletterende werkelijkheid - Maarten Biesheuvel verhaal over roempalala’s verweer verhaalniveau (wat er gebeurd in het verhaal) en het metaniveau (de commentaar op het verhaal) verpletterende werkelijkheid ○ de banale werkelijkheid, hij wordt de hele tijd gestoord terwijl hij zij verhaal wilt schrijven. ○ feiten die het onmogelijk maken om zijn verhaal af te schrijven de buurman zijn vrouw telenet … te verklaren beelden, namen, zinnen ○ Maleachi Bijbelboek, OT → vernoemd naar profeet in Palestina, 5de eeuw v. Chr. ○ betekent ‘mijn bode’ / ‘mijn engel’ ○ Elia een profeet , 9e eeuw V. Chr ○ betekent ‘de Heer is God’ ○ Dostojevski-verhaal Dostojevski laat ons door zijn schrijven ervaren wat het betekent om te leven in een wereld waarin God niet bestaat. De Metsiers - Hugo Claus (VL, 1950) Hugo Claus → 1929, Brugge → iemand die doelbewust feit en fictie door elkaar schreef → was eigenlijk een betere dichter dan schrijver → deed altijd een beetje superieur thema's in zijn boeken ○ moederfiguur ○ geloof ○ incest belangrijkste romans ○ de metsiers ○ de verwondering ○ het verdriet van België belangrijkste poëzie ○ de oostakkerse gedichten ○ het graf van pernath ○ de sporen belangrijkste toneelstukken ○ een bruid in de morgen ○ suiker ○ vrijdag debuutroman ○ Hugo Claus debuteerde in december 1950 met De Metsiers bij uitgeverij Manteau in Brussel; het copyright verhuisde in 1958 naar De Bezige Bij. De roman, geschreven in vijf weken toen Claus 19 was, droeg aanvankelijk de werktitel De eendenjacht en werd gedateerd op september 1948. Het werk won in 1950 de Leo J. Krijnprijs (25.000 bf). Claus richtte in 1949 het tijdschrift Tijd en Mens op en sloot zich in 1950 aan bij Cobra, waar hij in april gouaches exposeerde in Galerie Apollo, samen met Corneille en Jorn. verhaal ○ ‘Op de Metsiers-hoeve, van het dorp afgezonderd, gehaat en bespot, leven: de Moeder (...), de man Mon, die sedert 25 jaar bij haar inwoont, (...) de zoon Bennie, een eenvoudige van geest, en Ana de dochter. (...)' metsiers → boeren familie ergens na WOII eerste recensie boek (nog voor het boek was verschenen) ○ “een jongere van groot formaat”: “Een der sterkste werken uit de laatste jaren, en ik aarzel niet te noemen, van een tonaliteit, die wij bij ons nog niet hebben vernomen Claus schreef zijn eigen recensie onde de naam Anatole Ghekiere belangrijkste personages ○ de moeder (weduwe Metsiers) → centrale figuur ○ Mon verkindere (minnaar 1) ○ Bennie → halfbroertje ana ○ Ana → zwanger van Smelders ○ Vette Smelders ○ jules (de pater) → knecht boerderij en ex minnaar moeder ○ Jim Braddok → abortus vrouw ○ Mevrouw Sassen vertellen het verhaal uit eigen standpunt citaten ○ ‘Wij zijn terug in onze vesting, wij zijn weer samen voor het verweer tegen het ganse dorp, tegen iedereen.’ ○ De Metsiers zijn er niet alleen trots op niemand anders nodig te hebben , maar zij genieten er ook van verachte marginalen te zijn, die de kerk niet binnen mogen, die ervan verdacht worden een hand te hebben in de dood van de onderpastoor. De Metsiers worden beheerst door de moeder, die haast mythische allures krijgt en de kern van het bestaan doorgrondt: ○ ‘Zij kent de macht over dood en leven, zij kent de gang van winter en zomer, van paren en sterven.’ vertelperspectief ○ belangrijkste invloed As I Lay Dying - William Faulkner een boek over onderontwikkeld gezien van 'kleine blanken’ die het reeds ontbindende lijk van de moeder in Jefferson gaan begraven. In elk hoofdstuk komt een van de personages als ik-verteller aan het woord. ○ Claus’ karakter Bennie is een variant van Benjy uit Faulkners meesterwerk 'the sound and the fury’. Benjy is de idiote ik-verteller van het eerste deel. ○ betekenis verbrijzelde vertelperspectief: het perspectief blijft niet consistent, wisselt tussen verschillende vertellers, tijden of invalshoeken afwisselen tussen een ik-perspectief en een alwetende verteller presenteren van gebeurtenissen vanuit meerdere personages met verschillende interpretaties het doorbreken van chronologische structuren De Voorlezer - Bernhard Schlink (D, 1995) Bernhard Schlink → °1944 Studeerde rechten 1992-2009: hoogleraar Berlijn 1995: De voorlezer (eerste Duitse roman op 1 op de NY Times-bestsellerlijst. In 39 talen vertaald, vele prijzen.) 2000: De liefdesval 2006: De thuiskomst 2014: De vrouw op de trap in 2008 verfilmd door Stephen Darly: The reader ○ starring Kate Winslet en Ralph Fiennes ○ genomineerd voor 5 oscars ○ golden globe ○ european film award ○ enz… personages ○ michael berg (15) → scholier ○ Hanna Schmitz (36) → tramconductrice onmogelijke/ verboden relatie tussen minderjarige jongen en meerderjarige vrouw DEEL 1 ○ hebben elkaar leren kennen op school want M was ziek. H pakt M mee naar huis. ○ M gaat H bedanken → M moet kolen halen in de kelder en hij valt, komt naar boven helemaal vies van de kolen → H steekt M in bad ○ H wilt dat M voor haar voorleest, wat hij ook doet M is ouder en H verdwijnt DEL 2 ○ M gaat rechten studeren en moet een proces bijhoren ○ M ziet dat de beschuldigde H is ○ H krijgt levenslang DEEL 3 ○ M trouwt en krijgt een kind maar na 5 jaar scheiden ze ○ na 18 jaar staat H klaar om vrij te komen uit de gevangenis ○ M krijgt brief van de gevangenis → vraag om over haar te ontfermen als ze vrij komt Tijdlijn ○ 1922: ° Hanna ○ 1943: ° Michael ○ 1943: Hanna sluit zich aan bij SS; werkt in Auschwitz, later in “een klein kamp bij Krakow” ○ 1958: Michael X Hanna ○ 1965: proces Hanna ○ 1983: Hanna wordt na 18 jaar gevangenschap vrijgelaten. Maar…. ○ 1993: “Intussen ligt dat allemaal tien jaar achter me.” (Hfdst 12, Deel 3) M wist helemaal niks over H ○ omdat ze heeft gewerkt als ss oppasser ins Auschwitz in WOII het hele boek is een flashback van wat er in zijn leven is gebeurd het proces: ○ M ontdekt dat H onterecht staat om het feit dat zij als ss vrouw bewaking moest houden op de gevangen vrouwen. ○ vrouwen werden in een kerk gevangen gehouden ○ brand breekt uit in kerk, dak stort neer op gevangen vrouwen, een vrouw kan vluchten meet haar dochterje naar de zijkant van de kerk, ze ontsnappen ○ "Waar waren de bewakers dan?”, "Hadden de bewaaksters de plicht om de deur van de kerk open te maken?” Nee mijn job is de vrouwen te bewaken, niet vrij te laten ○ vrouwen in de rechtbank proberen de schuld in elkaars schoenen te schuiven ○ Ze wijzen allemaal naar Hanna: “zij heeft het verslag geschreven!” ○ hanna zegt dat ze het niet geschreven heeft ○ ze gaan een handschriften specialist uitnodigen en die gaat het geschrift vergelijken met dat van de vrouwen ○ Hanna zegt: "laat maar, het is goed, ik heb het report geschreven." M zijn analyse ○ hanna kan niet lezen of schrijven, analfabeet (daarom moest hij haar vroeger voorlezen) ○ ze vind de schaamte van niet kunnen lezen en schrijven veel erger dan de straf zelf, liever dat dan dat de mensen weten dat ze niet kan lezen en schrijven ○ ze verliest haar eigen tegen haar zwakte ○ M weet dat natuurlijk en blijft contact houden als ze in de gevangenis zit flashback (aanwijzing dat wij weten dat hanna analfabeet is ) ○ op een dag in de paasvakantie gaan H en M op uitstap en op hotel (zonder dat zijn ouders dat weten) ○ in de ochtend gaat M naar de bakker en laat een briefje achter ○ als hij terugkomt is H woedend op hem ○ het briefje was ineens weg ○ M was er zeker van dat hij een briefje had achtergelaten ○ ruzie verhaal aan de hand van citaten ○ Ik stelde vragen naar haar verleden en het was alsof ze haar antwoorden tevoorschijn groef uit een stoffige mottenkist. Ze was in Siedenbürgen opgegroeid, op haar zeventiende naar Berlijn gegaan, arbeidster bij Siemens geworden en op haar eenentwintigste bij de soldaten terechtgekomen. Sinds de oorlog voorbij was had ze met allerlei baantjes het hoofd boven water weten te houden. (…) Wat ik preciezer wilde weten, wist ze zich vaak niet te herinneren (…). (39-40) ○ ‘Je hebt zo’n mooie stem, jochie, ik luister liever naar je dan dat ik het zelf lees.’ (…) Toen ik de volgende dag kwam en haar wilde kussen, trok ze zich van mij terug. ‘Eerst moet je me voorlezen.’ (42) ○ De enige ruzie hadden we in Amorbach. Ik was vroeg wakker geworden, had me zachtjes aangekleed en was stilletjes de kamer uitgegaan. Ik wilde het ontbijt op bed brengen (…) Ik had een briefje op haar nachtkastje gelegd. ‘Goeiemorgen! Haal het ontbijt, ben zo weer terug’ – Toen ik weer terugkwam, stond ze midden in de kamer, half aangekleed, trillend van woede, haar gezicht wit. (…) ‘Maar ik heb toch een briefje…’ ‘Briefje?’ (51-3) ○ Op een zeker moment werd het een normale middag in het zwembad met huiswerk en volleybal en gebabbel en geflirt. Ik herinner me niet meer waar ik op dat moment mee bezig was, toen ik opkeek en haar zag. Ze stond twintig tot dertig meter van mij af (…) Ik ben niet opgesprongen en naar haar toe gerend. (…) In het korte ogenblik dat ik daarbij mijn blik van haar afwendde, is ze verdwenen. (73-4) ○ De volgende dag was ze weg. (75) ○ (Hanna’s eerste oorlogsmisdrijf) De vijf terechtstaande vrouwen waren bewaaksters in een klein kamp in Krakow geweest, een doorgangskamp van Auschwitz. (…) Elke maand werden er vanuit Auschwitz circa zestig nieuwe vrouwen gestuurd en werden er evenveel teruggestuurd naar Auschwitz, verminderd met het aantal dat intussen was gestorven. Iedereen wist dat de vrouwen in Auschwitz werden vermoord; teruggestuurd werden die vrouwen die het werk in de fabriek niet meer konden doen. (97) ○ (Hanna’s tweede oorlogsmisdrijf) De bewakers en de bewaaksters hadden de gevangenen (…) opgesloten in de kerk van een dorp dat door de meeste inwoners was verlaten. Er vielen slechts een paar bommen (…) Eén bom raakte de pastorie waarin de bewakers en de bewaaksters sliepen. Een tweede bom sloeg in de kerktoren. Eerst brandde de toren, toen het dak, toen kwam de zoldering brandend naar beneden en vatten de kerkbanken vlam. De zware deuren hielden stand. De verdachten hadden die kunnen opendoen. Ze deden het niet, en de in de kerk opgesloten vrouwen verbrandden. (98) ○ ‘Mijn god!’ De dochter, die na haar ondervraging tussen het publiek was gaan zitten, sloeg haar handen voor haar gezicht. ‘Hoe heb ik dat kunnen vergeten?’ (…) ‘Ja, ze had lievelingen, altijd een van die jonge, zwakke en tengere meisjes, en die nam ze onder haar hoede (…) en ‘s avonds liet ze ze op haar kamer komen. En de meisjes mochten niet zeggen wat ze ‘s avonds met hen deed en wij dachten dat ze met hen…(…) (105) ○ ‘Nee, ik heb niet geschreven. (…)’ Een openbare aanklager stelde voor om een deskundige het handschrift van het verslag en het handschrift van de verdachte Schmitz met elkaar te laten vergelijken. ‘Mijn handschrift? U wilt mijn handschrift…’ (…) Toen zei ze: ‘U hoeft er geen deskundige bij te halen. Ik geef toe dat ik het verslag geschreven heb.’ (116) ○ Hanna kon niet lezen en schrijven. Daarom had ze zich laten voorlezen. (…) Daarom had ze, om de confrontatie met de deskundige te ontlopen, toegegeven dat ze het verslag zelf had geschreven. (…) Uit angst voor de ontmaskering als analfabete de ontmaskering als misdadigster (…). (118-9) ○ Ik las voor Hanna op cassettes. (162) In het achttiende jaar werd haar gratieverzoek ingewilligd. (16) ○ ‘Jochie, het laatste verhaal was heel erg mooi. Dank. Hanna.’ (165) ○ Ze heeft met u leren lezen. Ze heeft uit de bibliotheek de boeken geleend die u op cassette hebt ingesproken, en woord voor woord, zin voor zin gevolgd wat ze hoorde. (181-2) ○ Wat moest en moet mijn generatie, die na de oorlog is opgegroeid, eigenlijk beginnen met de informatie over de verschrikkingen van de vernietiging der joden? (…) Moeten wij alleen maar vol ontzetting, schaamte en schuld tot zwijgen vervallen? Met welk doel? (95) ○ Ik wilde Hanna’s misdaad tegelijkertijd begrijpen en veroordelen. Maar daarvoor was die te verschrikkelijk. Als ik probeerde haar te begrijpen, had ik het gevoel haar niet meer zo te veroordelen als ze eigenlijk moest worden veroordeeld. Als ik haar zo veroordeelde als ze moest worden veroordeeld, bleef er geen ruimte over om haar te begrijpen. Maar tegelijkertijd wilde ik Hanna begrijpen; haar niet begrijpen betekende haar opnieuw verraden. Ik ben daarmee niet in het reine gekomen. Tegenover beide wilde ik verantwoording afleggen: het begrijpen en het veroordelen. Maar allebei ging niet. (139) Muidhond - Inge Schilperoord (NL, 2015) Inge schilperoord → ° 1975 → forensisch psycholoog (in geval van een misdrijf, onderzoekt wat een misdadiger tot zijn misdaad heeft gedreven) → Muidhond is haar debuutroman → mega succesvol verhaal ○ Jonathan (“ruim dertig”): ontslagen uit de gevangenis; keert terug bij zijn moeder. ○ “therapeutisch werkboek” ○ Baantje bij visverwerkingsbedrijf Pronk (door zijn opa opgericht) ○ Vangt een zeelt, ofwel muidhond: 64-5 “Zijn Latijnse naam is Tinca Tinca.” (109, 131) ○ Vis wordt genezende kracht toegeschreven Jonathan ○ zat in de gevangenis voor pedoseksueel gedrag, vergrepen aan zijn buurmeisje ○ wordt voorlopig vrijgelaten door gebrek aan bewijsmateriaal ○ In de periode dat hij vrij is moet hij aan zichzelf werken, oefeningen maken, opschrijven wat hij voelt en denkt, ademhalingsoefeningen, proberen je eigen gedrag en je eigen neigingen onder controle te krijgen... het gevecht moet je opschrijven. ○ kon niet goed overweg met mensen maar wel met ieren zoals zijn hond, hij voelde 👎 zich meer op zijn gemak 👍 ○ wereld van de mensen = ○ wereld van de dieren/kinderen = buurmeisje ○ vaak alleen ○ ging wandelen met zijn hond terwijl hij in de gevangenis zat ○ als hij vrij is gaa ze vaak mee wandelen ○ ze weet van helemaal niets over wat Jonathan heeft gedaan betsy ○ het meisje wat jonathan heeft aangerand ○ had een mentale beperking bijbelclub ○ zijn moeder wou hem naar bijbelclub sturen ○ vond haar zoon te eenzaam ○ met iemand contact leggen ○ jonathan gaat niet maar zegt dat hij wel gaat link tussen buurmeisje dat verhuist en dode vis ○ vis en buurmeisje waren alle twee zijn “steun” na de dood vd vis komt er nieuw bewijsmateriaal waardoor hij terug naar de gevangenis moet thema's en motieven ○ de outsider ○ verkrampte spieren ○ de gelovige, simpele moeder ○ de tijd ○ de ‘dwang’ ○ anti-licht/zon ○ PEDOFILIE ○ autisme? kenmerken autisme informatiechaos 'onvermogen' tot empathie sterk analytisch denken > focus op details > ‘geen overzicht’ regelmaat/routine/gewoonte tijd eerlijk/loyaal citaten ○ “De mensen moesten hem niet, dat was altijd zo geweest. Maar de natuur nam hem zoals hij was.” (10) ○ “Om twee minuten over zes kookte hij. (...) Om drie over half zeven at hij met zijn moeder. Net na acht uur slenterde hij door de verlaten wijk met de hond.” (77) ○ “De rechter had geoordeeld dat hij misbruik van haar had gemaakt. Maar voor hem was het alsof er iets groots, onmetelijks, iets onuitsprekelijks buiten hem was, dat misbruik van hém had gemaakt. Hij zou dat nooit kunnen uitleggen of goed in woorden vatten.” (126) Alle Namen - José Saramago (Portugal, 1997) josé saramago → °1922, Ribatejo (Portugal); 1969: lid (illegale) communistische partij. Actief in Anjerrevolutie (einde dictatuur Salazar 1974). Adjunct-hoofdredacteur Diario de Noticias. 1975: full-time schrijver. 1982: Memoriaal van een klooster 1986: Het stenen vlot 1991: Het evangelie volgens Jezus Christus 1995: De stad der blinden 1997: Alle namen 2004: De stad der zienden 2008: De reis van de olifant 1998: NOBELPRIJS LITERATUUR 2010: overleden op Lanzarote ○ was heel lang een onbekende figuur tot ‘stad der blinden’ ○ hij is geboren in armoede ○ in ‘95 uit Lissabon vertrokken en verhuis naar een eiland → was een 'statement' ○ daarna is hij alleen maar groter en groter geworden verhaal ○ Meneer José is “een eenvoudige schrijver van vijftig jaar”(30), een ambtenaar -in een naamloze stad- die al “bijna zesentwintig jaar” (107) in het Algemeen Archief van de Burgerlijke Stand werkt. Hij woont in het enige overgebleven huisje dat tegenaan het Archief is gebouwd (15). Verzamelt knipsels over bekende landgenoten. (16) Besluit op een avond om van al die beroemdheden ook “het geboortewijs”, “de persoonskaart” en daarna “het persoonsdossier” (19) uit het Archief te halen. Op een nacht neemt hij behalve vijf persoonskaarten van beroemdheden in zijn collectie, per ongeluk ook een zesde kaart mee – van een onbekende, zesendertigjarige vrouw... (29) Waarom?? > *32-3. Besluit het leven van die vrouw te ‘onderzoeken’/reconstrueren. Een soort “Biografie van een onbekende vrouw” te schrijven. Ze blijkt (?) dood te zijn. (131) Hij vindt haar graf. In het perk van de zelfmoordenaars ontmoet meneer José een schaapherder. (192) Ontmoet haar ouders. Bezoekt het apt vd overleden vrouw. (217) Keert terug naar zijn werk. En geeft de vrouw...het eeuwige leven... Hoe? het hele boek gaat over de zoektocht naar die vrouw thema's ○ machtsverhoudingen en hiërarchie ○ eenzaamheid “(...) het is bekend dat een man van wie geen vrouw genoeg heeft gehouden om in zijn schamele optrekje te komen wonen, dat zo’n man, op een heel enkele uitzondering na, waarvoor in deze geschiedenis geen plaats is, altijd een arme drommel zal blijven” (98) ○ het banale, anonieme bestaan ○ satire citaten ○ “Nu ligt hij op zijn rug, met zijn armen onder zijn hoofd, naar het plafond te kijken, Wat kan ik nog eens doen, vraagt hij en het plafond antwoordt, Niets (...) ik zou niet graag in jouw vel steken als je een dezer dagen op heterdaad wordt betrapt, je kunt niet eens in mijn vel steken, je bent maar een gestuukt plafond, Ja, maar wat je van mij ziet is ook buitenkant, onze buitenkant is trouwens alles wat we willen laten zien, hoe we daaronder zijn, kunnen we van onszelf al niet te weten komen, (...) De wijsheid van plafonds is onmetelijk, Als je zo’n wijs plafond bent, geef me dan raad, Blijf naar me kijken, soms levert dat iets op.” (126) ○ “Het ongeschreven devies van zowel de Algemene Begraafplaats als het Archief van de Burgerlijke Stand (...) luidt Alle Namen, twee woorden die de lading hier feitelijk minder goed dekken dan op het Archief, waar ook werkelijk alle namen te vinden zijn, zowel die van de doden als die van de levenden, terwijl de Begraafplaats, in zijn hoedanigheid van eindbestemming en laatste verblijfplaats, het moet doen met de namen van hen die niet meer zijn.” (174-5) ○ “Het ongeschreven devies van zowel de Algemene Begraafplaats als het Archief van de Burgerlijke Stand (...) luidt Alle Namen, twee woorden die de lading hier feitelijk minder goed dekken dan op het Archief, waar ook werkelijk alle namen te vinden zijn, zowel die van de doden als die van de levenden, terwijl de Begraafplaats, in zijn hoedanigheid van eindbestemming en laatste verblijfplaats, het moet doen met de namen van hen die niet meer zijn.” (174-5) ○ “Geen van de lichamen die hier begraven liggen hoort bij de naam die op de marmeren plaat erboven te lezen staat (...) Ik denk dat niets van meer respect getuigt dan het bewenen van iemand die je niet hebt gekend (...) Als het zo is, en persoonlijk ben ik daarvan overtuigd, dat mensen zelfmoord plegen omdat ze niemand meer willen zien, dan zijn ze hier dankzij wat u een misselijke grap van een schaapherder noemde, bevrijd van onaangename ontmoetingen (...)” (193) De Vreemdeling - Albert Camus (Fr, 1942) Albert Camus → °Mondovi (pied-noir) Moeder: Catherine Sintes – Spaanse afkomst ○ heel zwijgzame vrouw Vader: Lucien † 1914 (Slag bij de Marne) (“Ik had hem niet gekend.” > blz.114) ○ camus heeft zijn vader nooit gekend 1930: tbc (einde voetbalcarrière) 1934: lid communistische partij (uit de partij gezet in 1937) 1935: licence de philosophie 1935-’38: runt Théâtre de l'Équipe 1937-’39:schrijft voor socialistische krant Alger-Républicain 1940: trouwt Francine Faure (pianiste, wiskundige) 1941: getuige executie Gabriel Péri (communistische verzetsheld) 1943: redacteur Combat (tot 1947) 1957: Nobelprijs Literatuur 4 januari 1960: verongelukt belangrijkste werken ○ Romans: De pest (1947) De val (1956) De gelukkige dood (1970; postuum) De eerste man (1995; onaf; postuum ○ toneel Caligula (1944) De rechtvaardigen (1950) ○ Essays De mythe van Sisyphus (1942) Het leven heeft geen zin = er is geen god —> wij zijn niet voorgeprogrammeerd op op een bepaalde manier te leven en dan beloonde te worden Bijdrage aan de filosofie —> als het leven geen voorgeprogrammeerde zin heeft, dat is geen reden om uit te springen, het is een reden om keihard te feesten Het leven is compleet aan mij om te maken De mens in opstand (1951) thema's en motieven ○ de schuldvraag ○ het licht ○ de fysieke, zintuiglijke wereld: slapen/ vermoeidheid ○ de waarheid/ niet liegen (ook niet om je te confronteren) ○ de arabier (tijdens Algerijnse burgeroorlog (1954-1961) kwamen 0,5 miljoen Arabieren om) ○ Het absurde: het zoeken/ verlangen naar betekenis waar/ terwijl er geen betekenis gegeven is citaten ○ Ik antwoordde dat je je leven nooit kon veranderen, dat het ene leven niet beter was dan het andere en dat mijn leven hier me best beviel. (…) Ik had hem liever niet willen ergeren, maar ik zag geen reden om van leven te veranderen. Als je er goed over nadacht was ik best gelukkig. (…) Die avond kwam Marie me afhalen en vroeg ze of ik met haar wilde trouwen. Ik zei dat het me niet kon schelen en dat we het konden doen als zij het wou. Toen wilde ze weten of ik van haar hield. Ik antwoordde (…) dat het van geen belang was maar dat ik zeker niet van haar hield.” (50-1) ○ “Op dat ogenblik dacht ik, dat men kon schieten of niet schieten, maar dat alles op hetzelfde neerkwam.” (59) / “Op dat moment dacht ik dat het schieten kon worden of niet.” (66) ○ “Hij zei dat ik moeder niet had willen zien, dat ik had gerookt, had geslapen en koffie met melk had gedronken. Toen voelde ik iets van de verontwaardiging die door de zaal ging en voor het eerst begreep ik dat ik schuldig was.” (103) ○ “(…)ik beschuldig deze man ervan zijn moeder te hebben begraven als een harteloze misdadiger.” (110) ○ Hij zei dat ik er werkelijk geen had, een ziel, en dat ik niet vatbaar was voor iets menselijks, voor een van de morele principes die waken over het menselijk hart. (115) ○ “Voor het eerst in lange tijd dacht ik aan Marie. (…) Die avond heb ik nagedacht en mezelf voorgehouden dat ze het misschien zat was de vriendin te zijn van een ter dood veroordeelde. Ook is het bij me opgekomen dat ze misschien ziek was of overleden. Dat lag in de orde der dingen. Hoe had ik het kunnen weten, want buiten onze twee lichamen die nu gescheiden waren, was er niets wat ons bond of ons aan elkaar deed denken. (…)” (131-2)