Full Transcript

3. De reformatie De kritische geest van de humanisten inspireerde – naast wetenschappers en kunstenaars – ook christelijke denkers. Ze werden gestimuleerd om de Bijbel opnieuw te interpreteren en kritisch te kijken naar de gang van zaken binnen de Katholie...

3. De reformatie De kritische geest van de humanisten inspireerde – naast wetenschappers en kunstenaars – ook christelijke denkers. Ze werden gestimuleerd om de Bijbel opnieuw te interpreteren en kritisch te kijken naar de gang van zaken binnen de Katholieke Kerk*. Er kwam steeds meer kritiek op de kerkelijke wantoestanden. Zo werden er op grote schaal aflaten* verkocht. Dit waren kerkelijke formulieren waarmee de zonden van de gelovigen konden worden uitgewist. Voor kritische denkers was een religieuze vernieuwing binnen de Kerk broodnodig. Ze hoopten op een religieuze hervorming* of reformatie*, waarbij de kerkelijke wantoestanden werden aangepakt. De Katholieke Kerk wilde echter niet aan macht inboeten of inkomsten uit aflaten verliezen en accepteerde de kritiek dus niet. Hierdoor kwam de Katholieke Kerk steeds meer tegenover de christelijke hervormers te staan. De reformatie mondde uit in een religieuze breuk* binnen het christendom*. De christenen die hun eigen weg gingen, werden – uit protest tegen de Kerk – protestanten* genoemd. Het protestantisme* werd de verzamelnaam voor alle christelijke stromingen* die tijdens de reformatie finaal de Katholieke Kerk verlieten. De belangrijkste stromingen waren het lutheranisme, het calvinisme en het anglicanisme. Maar daarnaast bestonden ook talloze kleinere groeperingen. Historische vragen: Hoe en wanneer zijn de verschillende protestantse stromingen ontstaan? Wat waren hun voornaamste geloofspunten? En waar geraakte elk van deze stromingen verspreid? → Soort vragen: vragen over het verleden (beschrijvend) Opdracht → EVALUEREN VAN DE ONDERZOEKBAARHEID VAN EEN HISTORISCHE VRAAG: Een historische vraag kan pas echt worden onderzocht als hij aan een aantal criteria voldoet. Ga na of dit het geval is voor de bovenstaande vragen. Kruis aan. 1) De vragen zijn afgebakend in de tijd. X 2) De vragen zijn afgebakend in de ruimte. X 3) De vragen zijn afgebakend binnen één maatschappelijk domein. X 4) Er bestaan bronnen om de vragen te beantwoorden (zie verder in de cursus). X 5) De beschikbare bronnen zijn betrouwbaar (zie verder in de cursus). X 6) De bronnen zijn in een duidelijke en verstaanbare taal (zie verder in de cursus). X 7) We hebben voldoende tijd en middelen om de vragen te beantwoorden. X 133 A. Het lutheranisme Opdracht → BIJLAGE 1 BIJ H3: Leesopdracht: ‘De kerkelijke wantoestanden in de late middeleeuwen en het begin van de vroegmoderne tijd’. 1. Ontstaan van het lutheranisme - Het lutheranisme* werd gesticht door Maarten Luther* (1483 – 1546). Luther werd geboren in een boerenfamilie in Saksen (huidige Duitsland). Zijn vader verwierf een zekere welstand en Luther ging rechten studeren. Tijdens zijn studies besloot Luther in te treden in een Augustijnenklooster. Hij werd monnik. - Uiteindelijk werd Luther docent in de Bijbelse theologie* (= de wetenschap die God en de godsdienst bestudeert) aan de universiteit van Wittenberg. Hij genoot aanvankelijk veel aanzien binnen de Katholieke Kerk. - Maarten Luther kreeg het echter steeds moeilijker met de wantoestanden binnen de Kerk. Hij was vooral fel gekant tegen de verkoop van aflaten. Lucas Cranach de Oude (1472-1553), De antichrist, gravure, Passional Christi und Antichristi, 1521. Lucas Cranach was een lutheraanse kunstenaar die de paus voorstelde als ‘de antichrist’. De paus deelt aflaten uit aan de gelovigen die geldstukken voor hem neerleggen. De andere geestelijken aanvaarden het geld van de bevolking. Boven de afbeelding staat ‘Antichristi’. 134 - In 1517 maakte Luther 95 stellingen bekend, waarin hij onder meer protesteerde tegen de aflatenhandel. Enkele van de 95 stellingen van Luther (Duitse rijk, 1517) 21. De aflaatpredikers dwalen als ze zeggen dat een mens door de pauselijke aflaten vrij is van alle straffen en zalig. 36. Ieder christen die oprecht berouw heeft, krijgt volledige vergeving en kwijtschelding van straf en schuld, ook zonder aflaat. 43. Men moet christenen leren dat aan de armen geven beter is dan aflaten kopen. 62. De ware schat van de kerk is het heilige evangelie van de glorie en genade van God. [Naar: J. Demey en R.C.F. Dhondt, Ons verleden in documenten. Bronnen vanaf de oudste tijden tot de Franse Revolutie, Lier, Uitgeverij J. Van In, 1977, pg. 95.] - Luther was echter niet uit op een breuk met de Katholieke Kerk. Wel wou hij een theologisch debat* (= een discussie over het geloof) aanzwengelen. - De paus veroordeelde de stellingen van Luther en verbande hem uit de Kerk (= de kerkban*). - Ook Karel V* (= keizer van het Duitse keizerrijk) moeide zich in de discussie. Hij eiste dat Luther zijn stellingen zou herroepen op de Rijksdag van Worms* (1521). Karel V wou dat iedereen katholiek bleef want er waren al veel verschillen tussen de verschillende delen van zijn rijk (hij regeerde immers ook over Spanje, de Nederlanden, Oostenrijk,....). Het geloof was als het ware de ‘lijm’ die zijn rijk samen hield. - Luther weigerde dit en de keizer sloeg hem in de rijksban*. Luther werd een vogelvrij man: iedereen mocht hem ongestraft doden. - Luther kreeg echter steun van verscheidene rijksvorsten* binnen het Duitse rijk, die op die manier de macht van Karel V probeerden aan te tasten en zélf meer macht probeerden te verwerven. Eén van hen was de keurvorst van Saksen, Frederik de Wijze*. o Frederik de Wijze verleende de vogelvrij verklaarde Luther onderdak en bescherming in zijn kasteel in Wartburg. o Daar werkte Luther zijn leer verder uit en vertaalde de Bijbel in het Duits. Frederik de Wijze, keurvorst van Saksen 135 Opdracht → ANALYSE VAN EEN MYTHE: Luther en de 95 stellingen [Storia HD Live 4 D DG & D/A (pg. 42)] 1) Wat heeft Luther volgens een eeuwenoude mythe op 31 oktober 1517 gedaan? Hij heeft 95 stellingen tegen de aflatenhandel eigenhandig aan de deur van de kerk in Wittenberg getimmerd. 2) Wat heeft historisch onderzoek intussen aangetoond? Dat dit verhaal niet klopt. 3) Wat zegt dit over de volgende bron? Deze bron geeft een onbetrouwbare voorstelling. 4) Wie zou het meeste moeite hebben met de nieuwe visie: katholieken of lutheranen? Argumenteer. Lutheranen, want 31 oktober 1517 heeft voor hen een symbolische betekenis, namelijk het begin van de reformatie. 5) Bewijs met een fragment uit de tekst dat de mythe de historische beeldvorming vervormt. Het verhaal wordt vandaag door sommigen nog steeds als waar verteld. 6) Welke functie heeft de collectieve herinnering* voor de lutheranen? Het vieren van de eigen identiteit. 136 2. Geloofspunten van het lutheranisme Luther was een gekwelde geest. Hij stelde zich vaak de vraag: ‘Hoe kom ik in de Hemel?’ Na een lange studie kwam hij tot volgende inzichten: - Sola Fides*: Alleen het geloof maakt zalig (= Genadeleer). God is geen toornige God. Hij vergeeft je zonden, zolang je op Hem vertrouwt.  GEVOLG: Boetedoening, biecht en het kopen van aflaten verloren hun betekenis. - Sola Scriptura*: De Bijbel is de enige ware bron van het geloof.  GEVOLG: Elke andere schakel tussen God en de gelovigen viel weg (paus, bisschoppen, priesters, kloosters, heiligen en alle sacramenten die niet in de Bijbel staan) - Universeel priesterschap*: elkeen is zijn eigen priester. Opdracht → ANALYSE VAN EEN GESCHREVEN BRON: Iedereen priester “Men heeft verzonnen dat paus, bisschoppen, priesters en kloosterlingen de geestelijke stand genoemd worden; vorsten, heren, handwerklieden en boeren de wereldlijke stand. Maar dat is slechts fantasie en bedrog, want alle christenen behoren in waarheid tot de geestelijke stand door doopsel, evangelie en geloof… De katholieke geestelijken willen allen meester zijn van het Heilige Schrift, ook al leren ze er hun leven lang niets in. Ze liegen ons met onbeschaamde woorden dat de paus in zaken van geloof onfeilbaar is, of hij nu een booswicht of een vrij man is. Maar wij zijn allen priester. Hoe zouden wij dan ook niet de macht hebben om te proeven en te oordelen wat er recht en krom is in het geloof? Als de paus tegen het Heilige Schrift handelt, zijn wij verplicht het Schrift bij te staan, hem te straffen en te bedwingen.” [Luther aan de christelijke adel van het Heilig Roomse Rijk, 1520] 1) Welke drie elementen maken van iedereen een priester (zgn. ‘universeel priesterschap’)? Doopsel, evangelie (Bijbel) en geloof 2) De Bijbel speelt duidelijk een heel belangrijke rol in het leven van elke gelovige, aldus Luther. Wat deed hij opdat iedereen zelf de Bijbel zou kunnen lezen? Hij vertaalde de Bijbel in de volkstaal (= Duits) + hechtte veel belang aan onderwijs. 3) Wat was een belangrijk gevolg van het gegeven dat alle gelovigen plots zelf de Bijbel dienden te lezen? Luthersgezinden werden geletterde mensen → het analfabetisme nam in bepaalde streken fel af. 137 3. Verspreiding van het lutheranisme - Het lutheranisme verspreidde zich razendsnel over Noord- en Centraal-Europa: - Deze snelle verspreiding werd in de hand gewerkt door een aantal factoren van niet-religieuze aard: o Culturele factoren: ▪ Door het humanisme waren veel mensen kritischer (ook t.o.v. de Kerk). ▪ Door de boekdrukkunst konden lutherse geschriften, maar ook spotprenten over de kerkelijke wantoestanden snel en in grote oplagen worden verspreid. Ook een Bijbel werd plots veel goedkoper, waardoor meer mensen er zelf één konden aanschaffen en lezen. o Sociaal-economische factoren: Er heerste een grote kloof tussen rijk en arm. Luther kwam op voor de armen. o Politieke factoren: Verscheidene rijksvorsten in het Duitse rijk probeerden met hun steun aan Luther de macht van Karel V aan te tasten en zelf meer macht te verwerven. - Uiteindelijk kwam het in het Duitse Rijk tot een godsdienstoorlog* tussen katholieken en protestanten. Aan beide zijden heerste een grote religieuze onverdraagzaamheid. - In 1555 kwam een einde aan deze oorlog door de Vrede van Augsburg*: Vanaf toen gold het principe cuius regio, eius religio (van wie het land is, is ook de godsdienst): in het HRR besliste iedere rijksvorst voortaan welke godsdienst in zijn gebied opgelegd werd. 138 Opdrachten → TIJDLIJN: Plaats de volgende gebeurtenissen op de tijdlijn 1. Luther wordt door Karel V uitgenodigd op de Rijksdag in Worms, waar hij zijn stellingen diende te herroepen. 2. De Vrede van Augsburg maakte een einde aan de godsdienstoorlog in het HRR. 3. Luther wordt door Karel V uit het Heilig Roomse Rijk verbannen (rijksban). 4. Luther zoekt naar een manier om een theologisch debat aan te zwengelen. 5. Luther maakt zijn 95 stellingen bekend. 6. Frederik de Wijze, keurvorst van Saksen, geeft onderdak aan de vogelvrij verklaarde Luther. 7. Luther wordt uit de kerk verbannen (kerkban). 8. Een langdurige godsdienstoorlog tussen katholieken en protestanten verdeelde het HRR. 9. Luther vertaalt de Bijbel in het Duits. 10. Luther heeft bedenkingen bij verschillende wanpraktijken binnen de katholieke kerk, zoals de handel in aflaten. 10 4 5 7 1 3 6 9 8 2 1517 1555 → ANALYSE VAN EEN VISUELE BRON: ‘Den Roomschen hengelaer’ Den Roomschen hengelaer, spotprent uit begin 16de eeuw. 139 1) Welk soort bron is dit? Een visuele historische bron (primair): m.n. een spotprent 2) Waar en wanneer werd deze bron gemaakt? Vermoedelijk in de Nederlanden (vanwege de titel), in het begin van de 16de eeuw. 3) Op deze bron staan zowel de Paus, als Luther afgebeeld. Duid beide figuren aan. 4) Wat stellen de omcirkelde documenten voor? Aflaten. 5) Welke boodschap wil de maker van deze bron overbrengen? Dat de Paus, zittend op een rots en getooid met een dure kroon, hengelt naar het geld van de mensen via aflaatbrieven. Luther en vele anderen zijn hier duidelijk niet blij mee. Ze kijken boos en Luther steekt zelfs zijn tong uit. 6) Kan deze bron worden beschouwd als een neutrale (objectieve) bron of eerder als een subjectieve bron? Beargumenteer je antwoord. Eerder subjectief. De maker geeft duidelijk zijn mening. 7) Is de maker van deze bron een voor- of tegenstander van Luther? Beargumenteer je antwoord. Een voorstander. Hij is net als Luther niet akkoord met de aflatenhandel van de paus. 8) Welke bedoeling had de maker van deze bron? Mensen overtuigen dat wat de Paus doet, niet kan. (Vnl. mensen die niet konden lezen, hoopte hij op die manier te overtuigen). 9) Bedenkt nu zelf een historische vraag die je met deze bron (gedeeltelijk) zou kunnen beantwoorden. Zorg ervoor dat de vraag aan de nodige criteria voldoet. Welk beeld over de paus verspreidden lutheranen in de 16de eeuw in de Nederlanden? OF: Hoe probeerden de lutheranen in de 16de eeuw in de Nederlanden andere mensen te overtuigen dat bepaalde kerkelijke praktijken niet deugden? 140 B. Het calvinisme 1. Ontstaan van het calvinisme - Het calvinisme* werd gesticht door Johannes Calvijn* (1509 – 1564). Calvijn werd geboren in Noyon (Noord-Frankrijk) en studeerde theologie, rechten en humanistische wetenschappen. - Vanwege zijn Lutherse sympathieën moest hij Frankrijk ontvluchtten. Hij vestigde zich in Genève, waar hij Luthers ideeën verwerkte tot een eigen leer. 2. Geloofspunten van het calvinisme - Calvijn pleitte voor een strenge predestinatieleer*: God had, volgens hem, al bij de schepping bepaald wie naar de hemel gaat en wie naar de hel (zonder rekening te houden met verdiensten of zonden). Hieraan kon men niets veranderen. LET OP: Hij zwakte de strengheid van deze leer later beetje af: enkel een smetteloos leven bood een kleine kans op verlossing. Godsvrucht, orde en tucht stonden daarbij centraal. - In tegenstelling tot Luther was Calvijn geen voorstander van persoonlijke bijbellectuur. Hij pleitte voor een strak georganiseerde Kerk. Een predikant en een kerkenraad bestuurden de kerkgemeenten. Er golden strenge voorschriften voor de gelovigen en er was veel sociale controle. Opdracht → ANALYSE VAN EEN GESCHREVEN BRON: Triest café Uit Calvijns geboden voor de herbergen: “Als iemand Gods naam lastert, zal hij gestraft worden. (…) De waard is verplicht iedere onbeschaamde of zedeloze daad, door de gasten begaan, aan de overheid te melden. De waard is verplicht ergens openlijk een Franse Bijbel neer te leggen, waarin ieder die wil kan lezen. Hij zal geen enkele losbandigheid dulden, zoals dansen, dobbelen of kaartspelen, noch iemand ontvangen die men voor een losbol houdt. Hij zal ook geen onbetamelijke liederen toestaan. Niemand mag opblijven na negen uur, behalve verklikkers.” [Naar: Johannes Calvijn, Institutio Christianoe Religionis, 1536] 141 1) Gaat het hier om een primaire of een secundaire historische bron? Een primaire bron (geschreven door Calvijn zelf) 2) Welke activiteiten werden door Calvijn verboden? Gods naam lasteren, zedeloze daden begaan, dansen, dobbelen, kaartspelen, onbehoorlijke liederen zingen, opblijven na 9 uur. 3) Hoe zou je de leer van Calvijn omschrijven? Héél streng. De gelovigen moeten een gedisciplineerd leven leiden. 3. Verspreiding van het calvinisme - Het calvinisme kende veel aanhang in Zwitserland, Frankrijk, Hongarije, de Nederlanden en Schotland. 142 C. Het anglicanisme 1. Onstaan van het anglicanisme - Het anglicanisme* werd gesticht door Hendrik VIII*. Hij was de koning van Engeland en Ierland tussen 1509 en 1547. Zijn godsdienstig werk werd geïnspireerd door het verlangen het kerkelijke leven ondergeschikt te maken aan de staat. - Aanvankelijk kreeg Hendrik VIII van de paus de eretitel ‘Verdediger van het geloof’. - Maar plots ontstond er een persoonlijk conflict tussen Hendrik VIII en de paus. De koning wou trouwen met zijn maîtresse Anna Boleyn en vroeg daarom aan de paus om zijn huwelijk met Katharina van Aragon te verbreken1. Toen de paus dat weigerde, brak Hendrik VIII met Rome en stichtte zijn eigen kerk met eigen accenten; de Anglicaanse Kerk. - In 1534 keurde het Engelse parlement de Act of Supremacy* goed: Door deze wet werd de koning van Engeland - toen Hendrik VIII – aan het hoofd geplaatst van de Anglicaanse Kerk. - Na de dood van Hendrik VIII kwam zijn zoon Eduard VI op de troon en slopen er enkele protestantse elementen in het geloof. Onder het bewind van Hendriks dochter, Elisabeth I*, kreeg het anglicanisme zijn definitieve vorm. Opdracht → ONLINE INFORMATIE OPZOEKEN: Zoek op waarom Hendrik VIII aanvankelijk de eretitel ‘verdediger van het geloof’ kreeg van de paus. Dit was wegens een geschrift tegen Luther (vnl. tegen zijn opvatting dat er niet meer dan twee sacramenten zouden bestaan) + omdat Hendrik VIII het heilige karakter van het huwelijk verdedigde in zijn boek én de positie van de Paus als hoofd van het christendom. 1 Hendrik VIII zou uiteindelijk zes keer huwen. Hij werd hiervoor berucht… 143 2. Geloofspunten van het anglicanisme - De geloofsinhouden van het anglicanisme vertoonden duidelijke gelijkenissen met het lutheranisme en/of het calvinisme (vb. Sola Scriptura, geen celibaatsverplichting voor geestelijken, …) - De eredienst en de kerkelijke organisatie waren dan weer geïnspireerd op de Rooms-Katholieke Kerk. 3. Verspreiding van het anglicanisme - Het anglicanisme beperkte zich bijna uitsluitend tot Engeland. 144 D. De protestantse splintergroepen 1. Oorzaken van de verbrokkeling van de reformatie - Door de nadruk die de protestanten legden op persoonlijke bijbellectuur ontstonden er algauw verschillende interpretaties en invullingen van het protestantse christendom. - Bovendien was er geen overkoepelende protestantse leider (zoals de katholieke paus of de orthodoxe patriarch).  GEVOLG: De reformatie verbrokkelde en er ontstonden tal van protestantse splintergroepen. 2. Protestantse splintergroepen - Zwinglianisme*: Zwingli beschouwde de eucharistie niet als een sacrament. - Wederdopers of Anabaptisten*: Zij wilden de volwassenen opnieuw dopen ‘omdat het doopsel zonder bewust geloof alle uitwerking mist’. Zij hadden vooral succes in Zwitserland, Duitsland en de Nederlanden. Wegens hun radicaal sociaal-economisch programma – o.a. gemeenschappelijk bezit - werden ze door katholieken en protestanten vervolgd. Velen vluchtten naar Amerika (o.a. de ‘amish people’ stammen af van deze strekking). - Puriteinen*: Zij wilden van Engeland een streng calvinistische samenleving maken en bestreden alle resten van het katholieke geloof. Ook zij werden streng vervolgd en vluchtten naar de Amerika. 145 146