Economie I (BESPO1173-BESPO1173A) Past Paper PDF
Document Details
Uploaded by BestKnownTucson
UCLouvain
BESPO
Tom Truyts
Tags
Summary
This document is an Economics I past paper, covering public goods and external effects. The content includes a comprehensive overview of the concepts and related theories.
Full Transcript
Economie I (BESPO1173- BESPO1173A) Tom Truyts 13. Publieke goederen en externe effecten Klimaat en milieu De Tijd, 26 augustus 2022 Tom Truyts - Economie 1 - H13 Publieke goederen en externaliteiten Publieke goederen e...
Economie I (BESPO1173- BESPO1173A) Tom Truyts 13. Publieke goederen en externe effecten Klimaat en milieu De Tijd, 26 augustus 2022 Tom Truyts - Economie 1 - H13 Publieke goederen en externaliteiten Publieke goederen en externe effecten - overzicht 1. Publieke goederen 2. Externe effecten 3. Uitstootnormen 4. Milieuheffingen 5. Verhandelbare emissierechten Tom Truyts - Economie 1 - H13 Publieke goederen en externaliteiten Publieke goederen: Uitsluitbaarheid en rivaliteit Goederen opdelen in 4 categorieën, in functie van 2 kenmerken Uitsluitbaarheid ó niet-uitsluitbaarheid Rivaliteit ó niet-rivaliteit Uitsluitbaarheid: kan men iemand tegen een redelijke prijs uitsluiten van consumptie van een goed? Pizza ó radiogolven Rivaliteit: Verliest een goed zijn gebruikswaarde voor een consument door consumptie door een andere consument? Boterham ó vuurwerk = extremen, vele tussengevallen Tom Truyts - Economie 1 - H13 Publieke goederen en externaliteiten 4 types goederen Rivaal Niet - rivaal Uitsluitbaar Private goederen Club goederen Niet uitsluitbaar Commons Publieke goederen Tom Truyts - Economie 1 - H13 Publieke goederen en externaliteiten voorbeelden Niet-uitsluitbaarheid en niet-rivaliteit in consumptie Vrije markt is aantrekkelijk systeem om private goederen op zo efficiënt mogelijke wijze te produceren en verdelen Economische agenten kopen private goederen als bereidheid tot betalen groter of gelijk is aan prijs Voorkeuren komen tot uiting op de markt Bij (zuivere) publieke goederen ligt dat anders Niet-uitsluitbaar: onmogelijk om tegen redelijke kosten iemand van consumptie van goed uit te sluiten Niet-rivaal: marginale kost om publiek goed aan extra individu aan te bieden, is nul Bv. defensie, dijk Ook publieke goederen bij private bedrijven, bv. parking of verwarming in groot winkelcentrum Tom Truyts - Economie 1 - H13 Publieke goederen en externaliteiten Quasipublieke goederen Grijze zone tussen zuiver publieke en zuiver private goederen Bv. tunnels, zwembaden, wegen, parken,… Uitsluiting is in principe mogelijk Congestie is mogelijk, waardoor rivaliteit in consumptie ontstaat Begrip kan evolueren door technologische ontwikkelingen Opgenomen muziek Clubgoederen Consumptie is niet-rivaal, maar laten uitsluiting toe Bv. abonnement Commons Consumptie is rivaal, maar zeer kostelijk om mensen uit te sluiten Bv. visvangst Tom Truyts - Economie 1 - H13 Publieke goederen en externaliteiten 2 problemen m.b.t. publieke goederen Twee problemen → telkens gelieerd aan 1 eigenschap Niet-rivaal → hoe bepalen we optimale hoeveelheid? Oplossing: regel van Samuelson Niet-uitsluitbaar → hoe implementeren we optimale hoeveelheid Informatie en incentief probleem → vrijbuitersprobleem Maatschappelijk wenselijk aanbod van zuivere publieke goederen Niet-rivaliteit heeft ingrijpend gevolg voor waardering Elke eenheid kan door iedereen tegelijk geconsumeerd worden Iedere consument hecht een waarde aan goed die gelijk is aan zijn individuele BTB Marginale maatschappelijke BTB is gelijk aan som van marginale individuele BTB Verticale som van individuele vraagcurven Ook hier is maximale welvaart grootst bij marginale kosten = marginale baten Marginale baten = maatschappelijke BTB Bv. dijk Bart & Lisa MBBL (q*) + MBBB (q*) = MK (q*) Maatschappelijk wenselijk aanbod van zuivere publieke goederen Samuelson-regel: voorwaarde voor optimale voorziening publieke goederen MBBL (q*) + MBBB (q*) = MK (q*) Geconsumeerde hoeveelheid is dezelfde Marginale BTB kan verschillen (hoger voor Lisa dan Bart) Fundamenteel anders bij private goederen MK ( q° ) = p° = MBBL ( qL ° ) = MBBB ( qB ° ) Geconsumeerde hoeveelheden qL ° en qB ° kunnen verschillen Marginale BTB is identiek en gelijk aan marktprijs Maatschappelijke bereidheid tot betalen voor een publiek goed Het vrijbuitersprobleem Maatschappelijk gewenste hoeveelheid publieke goederen is gekend, maar wordt die ook aangeboden op de vrije markt? Veronderstelling Samuelson regel: consument draagt bij in functie van waardering Bv. landbouwer in een polder vraagt om bijdrage aan dijk Speltheoretische analyse Polderbewoners beslissen in groep over strategie Slechts twee keuzes: betalen of niet Dominante strategie: niet betalen is altijd beste resultaat, ongeacht wat andere bewoners doen Dijk komt er niet, hoewel alle bewoners hem liever wel hebben Vrijbuitersprobleem Veronderstelling Samuelson-regel: hogere BTB = meer bijdragen Maar: niemand kan van consumptie uitgesloten worden Neiging BTB verkeerd (laag) voor te stellen: ‘profiteren’ Maar indien BTB private informatie & iedereen fingeert lage BTB ➙ geen publiek goed Overheidsinterventie → overheid int belastingen onder dwang, financiert publieke goederen Tom Truyts - Economie 1 - H13 Publieke goederen en externaliteiten Het vrijbuitersprobleem bij publieke goederen strategieën voor andere polderbewoners t1: betalen t2: niet betalen Strategieën s1: betalen 3 1 landbouwer s2: niet betalen 4 2 Het vrijbuitersprobleem In realiteit: Niet alle inwoners kiezen per se de niet-coöperatieve optie ‘warm gevoel’ door bij te dragen Informele instellingen → werk Elinor Ostrom (1933-2012) Oplossingen vrijbuitersprobleem in kleinschalige gemeenschappen Zie ook experiment publiek goed spel hoofdstuk 5 Nadelen van collectieve voorziening door overheid Bv. pacifisten betalen mee voor defensie Hoe individuele voorkeuren vertalen in beslissing voor hele gemeenschap? Sociale keuzetheorie, public choice en (new) political economy Beleidsmakers streven niet sowieso algemeen belang na Collectieve voorziening en financiering betekent niet noodzakelijk dat het goed ook door overheid moet geproduceerd worden Sommige problemen globaal → klimaat → mondiale oplossing nodig Tom Truyts - Economie 1 - H13 Publieke goederen en externaliteiten Publieke goederen en externe effecten - overzicht 1. Publieke goederen 2. Externe effecten 3. Uitstootnormen 4. Milieuheffingen 5. Verhandelbare emissierechten Tom Truyts - Economie 1 - H13 Publieke goederen en externaliteiten Externe effecten Tom Truyts - Economie 1 - H13 Publieke goederen en externaliteiten Positieve en negatieve externe effecten in productie en consumptie Externe effecten of externaliteiten Gedrag van economische agenten heeft rechtstreeks invloed op nut of productiemogelijkheden van een andere zonder dat daarvoor via de markt compensaties worden betaald Kosten of baten die niet in marktprijs worden weerspiegeld => ‘extern’ aan beslissing van agent die gedrag stelt => ‘externaliteit’ Externaliteiten veroorzaken dus niet enkel marginale baat of kost voor de agent zelf, maar ook andere marginale baten en kosten elders Negatieve externaliteit: Bv. Sigaret, smartphone, fijn stof door auto’s,… MMK = MK + marginale externe kosten Positieve externaliteit: Bv. Fruittelers en imkers, vaccinatie, onderwijs MMB = MB + marginale externe baten Positieve en negatieve externe effecten in productie en consumptie Maatschappelijke externe kosten inschatten: Potentieel lange keten tussen uitstoot en impact Technieken kosten-baten analyse ➙ gebruik marktprijzen waar het kan Herinner u MMB = MPB = MBB = P = MK = MMK Stated preference-methodes Contingent valuation-methode Choice modeling-technieken Use value, existence value, bequest value Revealed-preference-methode Hedonic price-methode Bv. gebruikt voor schatten geurhinder door industriële installatie die slachtafval en kadavers verwerkt in Vlaanderen Woonhuizen zijn 12% goedkoper dan vergelijkbare huizen Pareto-efficiëntie bij externe effecten en het ‘optimale’ vervuilingsniveau Vervuilende papierfabriek Perfect concurrentiële markt: evenwicht E waar marginale BTB = marginale (private) kost Maar: marginale private kost weerspiegelt niet kost externe effecten Inverse marktaanbodcurve vervat maw. niet de volledige maatschappelijke kost Bij negatieve externe effecten ligt MMK boven MK Bij positieve externe effecten ligt MMK onder MK P is Pareto-efficiënte punt, waar MMB = MMK Welvaartsverlies PBE bij marktuitkomst Overheidsinterventie is welvaartsverhogend Hoeveelheid vervuiling is niet nul! Pareto-efficiëntie met externe effecten Pareto-efficiëntie bij externe effecten en het ‘optimale’ vervuilingsniveau Figuur zeer vaak gebruikt in milieu-economie Horizontale as: hoeveelheid afvalstoffen die wordt geloosd Verticale as: marginale baat en kost van terugdringen vervuiling Kosten terugdringen aanvankelijk klein, worden alsmaar hoger Curve stijgt van rechts naar links Vervuilingsniveau LE is niet optimaal vanuit welvaartsstandpunt Gekleurde oppervlakte is welvaartsverlies zonder interventie Verschil tussen totale baat van terugdringen vervuiling (oppervlakte PELELP ) minus totale kost (PLELP) LP is Pareto-efficiënte vervuilingsniveau Instrumenten om negatieve externe effecten aan te pakken Het ‘optimale’ vervuilingsniveau Publieke goederen en externe effecten - overzicht 1. Publieke goederen 2. Externe effecten 3. Uitstootnormen 4. Milieuheffingen 5. Verhandelbare emissierechten Tom Truyts - Economie 1 - H13 Publieke goederen en externaliteiten Uitstootnormen Hoeveelheidsrestricties of quota’s Maximale productie- of uitstootnormen Riskeert te weinig rekening te houden met kenmerken bedrijf 2 papierfabrikanten: hoe inspanningen verdelen bij verschillende marginale reductiekosten? Gelijke verdeling is niet efficiënt Equimarginale kostenprincipe Bedrijven met lagere reductiekosten moeten meer inspanning leveren Marginale reductiekosten moeten gelijk zijn Bv. Broeikaseffect Differentiëren is aangewezen, maar moeilijk Informatie In realiteit vaak zelfde reductienorm voor iedereen Tom Truyts - Economie 1 - H13 Publieke goederen en externaliteiten Het equimarginale kostenprincipe Publieke goederen en externe effecten - overzicht 1. Publieke goederen 2. Externe effecten 3. Uitstootnormen 4. Milieuheffingen 5. Verhandelbare emissierechten Tom Truyts - Economie 1 - H13 Publieke goederen en externaliteiten Milieuheffingen Pigou (1912, 1920): Pigouviaanse belastingen Externaliteitsprobleem corrigeren via heffingen Outputbelasting (=“Pigouviaanse belasting”) belasting per geproduceerde eenheid, gelijk aan MEK in Pareto optimum doet aanbodcurve verschuiven; laten samenvallen met MMK-curve spontaan Pareto-efficiënte hoeveelheid Emissiebelasting belasting per eenheid vervuiling kan leiden tot kostenefficiënte verdeling inspanningen Betalen van belasting Investeren in schone technologie Tom Truyts - Economie 1 - H13 Publieke goederen en externaliteiten Milieuheffingen Hoe ver gaat bedrijf in investeringsprogramma? Marginale regel: afwegen kostprijs vermijden volgende eenheid vervuiling en uitgespaarde milieubelasting Heffing t weerspiegelt marginale baat (OB) Zonder reductie-inspanning is milieufactuur OtELE Terugdringen vervuiling levert kostenbesparing op Blijft zo tot in LP = Pareto-efficiënt Uiteindelijke kost OtPLE In optimum zijn marginale reductiekosten gelijk voor alle bedrijven MKi = t "i = 1,..., n Winstmaximaliserend gedrag en uniforme heffing leiden tot kostenefficiënte verdeling MK1 = MK 2 = ××× = MKi = ××× = MK n = t Marktconform overheidsingrijpen Consumentenprijs stijgt Tom Truyts - Economie 1 - H13 Publieke goederen en externaliteiten Milieuheffing en reductie-inspanning van een vervuilend bedrijf Het equimarginale kostenprincipe Publieke goederen en externe effecten - overzicht 1. Publieke goederen 2. Externe effecten 3. Uitstootnormen 4. Milieuheffingen 5. Verhandelbare emissierechten Tom Truyts - Economie 1 - H13 Publieke goederen en externaliteiten Verhandelbare emissierechten Probleem dat er geen markt en geen prijs bestaat voor milieugoederen Europese emissiehandelsysteem sinds 2005 Globaal uitstoofplafond CO2 Uitgedeelde en geveilde emissierechten Flexibel: handel, evenwichtsprijs voor ton CO2-uistoot Uitstoot reduceren tot marginale reductiekost = marktprijs emissierecht Kostenefficiënte verdeling Bij gratis emissierechten geen transfer van bedrijven naar overheid Hoeveelheid uitstoot ligt vast, prijs niet Theorie vs. praktijk Tom Truyts - Economie 1 - H13 Publieke goederen en externaliteiten Prijsverloop van CO2-emissierechten in de EU De prijs van elektriciteit met of zonder co2 Korte termijn aanbodfunctie Breedte = productiecapaciteit Hoogte blokje = marginale private kostprijs specifieke technologie Wind- en zonne-energie bv. quasi nul Vraagfunctie Piek VP Dal VD Competitief marktevenwicht Tijdens daluren: vraag helemaal gedekt door goedkoopste technologie. Tijdens piekuren moeten steekkoolcentrales bv. bijspringen Externe kosten (CO2) Volgorde centrales verandert: gascentrales voordeliger dan steenkool Tom Truyts - Economie 1 - H13 Publieke goederen en externaliteiten Figuur 13.8: de kortetermijnaanbodcurve van elektriciteit zonder en met CO2-prijs prijs prijs (a) zonder co2-prijs (b) met co2-prijs (€/MWh) (€/MWh) co2 VD VP VD VP pP * co2 co2 pP steenkool aardgas steen- aardgas kool olie olie pD nucleair nucleair wind, capaciteit wind, capaciteit zon (MW) zon (MW) De prijs van elektriciteit met of zonder co2 Belasten CO2-uitstoot leidt tot hogere marktprijs voor elektriciteit in piekuren Vraagcurve inelastisch op KT: hogere productiekost komt vooral bij consument terecht Voordelig voor producenten die met ‘propere’ energie werken Energiemarkt complexer dan dit voorbeeld Kerncentrales zijn bv. niet zo flexibel voor piekverbruik Steeds op volle toeren Negatieve prijs om elektriciteit toch kwijt te geraken Hernieuwbare energie afhankelijk van weer batterijparken gascentrales Tom Truyts - Economie 1 - H13 Publieke goederen en externaliteiten Negatieve elektriciteitsprijzen: een illustratie prijs (€/MWh) Vd steenkool aardags olie nucleair 0 wind, capaciteit zon (MW) p