Hoofdstuk 2 - Cultuur (inhoud van een georganiseerd samenleven).docx
Document Details
Uploaded by Adamamor095
Full Transcript
Inleiding Antropoloog Tylor: “Complexe geheel v/kennis, geloofsovertuigingen, kunst, wetgeving, waarden n normen, tradities n alle andere capaciteiten die door mens als lid v/samenleving verworven werden” Gelijkvormigheden (resultaat v/wetmatigheden) Collectieve gedragskeuzes Vrije wil = mensen s...
Inleiding Antropoloog Tylor: “Complexe geheel v/kennis, geloofsovertuigingen, kunst, wetgeving, waarden n normen, tradities n alle andere capaciteiten die door mens als lid v/samenleving verworven werden” Gelijkvormigheden (resultaat v/wetmatigheden) Collectieve gedragskeuzes Vrije wil = mensen stellen handelingen die x oorzaak hebben Kroeber: streven nr afbakening v/z tegenover biologische Culturele accumulatie = x ingeruild n vervangen zoals bij evolutie. Mensen passen mee hun omgeving aan i.p.v. enkel gen. kenmerken mens. Beschaving (a.d.h.v. taal) White: mens = symbolisch wezen n dat onderscheid ons v/dieren Symbool heeft betekenis die x voortvloeit uit fysische drager ervan Betekenis wordt aan fysische drager toegekend Alfred Schütz: Paramount reality (dominante realiteit) = materiële wereld waarin we leven Door andere realiteiten wordt materiële wereld samengesmolten met x-materiële elementen Eindige zingevingsdomein = realiteit v/dromen, fantasie, wet., religie … Overstijgen materiële wereld waari/hier n nu v/bio overleven = centraal Communicatie via symbolen Kluckhohn: cultuur = antw. Op eisen die fysische omgeving stelt om te overleven Gesloten instincten = handelingspatronen, gen. bepaald neemt plaats i/v/leerproces (rijpen) Open instincten = zekere alg. neigingen die enkel werken binnen context waarin alg. directieven aanwezig zijn Samengevat cultuur: Geeft vorm aan mens. Handelen + organiseert lichamelijk functioneren Antw. Op overlevingseisen die fysische omgeving stelt + overdragen via leerprocessen Gebruik v/symbolen n taal + accumulatie Is cultuur een specifieke menselijke eigenschap? Antropologische def. (mens. Eigenschap) Verschijnsel te beperken door kenmerk v/mens. samenleving Door sociale leerprocessen onlosmakelijk verbonden aan mens. capaciteiten Incl. of ethologischedef. (x enkel mens.) Gedragingen via leerprocessen overgedragen + verspreiding i/gemeenschap Overgang op generaties + ontstaan als kenmerk v/gemeenschap Mens haar capaciteiten = doorslaggevend (kennis, taal, symbolen) (onderzoek met apen) Symbolen, tekens en taal Communicatiemiddel = taal = geheel v/symbolen n tekens die op oneindige manier met elkaar verbonden kunnen worden Tekens = wel intrinsiek verband tussen teken zelf n waar voor staat Drager n betekenis horen tot dezelfde culturele context of zingevingsdomein Non-verbale communicatie Gestures = we gebruiken lichaam om met andere te communiceren = x universeel (gebaren) Verbale communicatie (elk woord = symbool) Taal maakt mogelijk mens. ervaringen over te dragen (cumulatief bewaard) + standpunten te delen Taal geeft mensen sociaal n gedeeld verleden + toekomst Zonder taal zouden herinneringen individueel blijven Afspraken maken, activiteiten plannen, … Taal maakt complext, gedeeld n doelgericht handelen mogelijk Sapir-Whorf-hypothese = denken n waarnemen x enkel uitgedrukt via taal, door taal gevormd De componenten van cultuur Cultuur gaat x over voorwerpen maar over betekenissen waarvoor ze staan Materiële = alles wat i/stoffelijke vorm vastgesteld is Culturele artefacten: architectuur, broekdrukkunst, haarstijlen, … Immateriële = manier waarop groepen mensen denken, hun waarden n normen Talcott Parsons: 3 componenten v/cultuur i/dalende graad v/abstractie Gedeelde denkbeelden = gedeelde zienswijze (al dan x bewust) Empirische kennis = info die mensen delen over hoe wereld is opgebouwd n hoe deze werkt Wet. onderzoek Ervaring: dagelijks of overlevering via traditie Existentiële kennis = antwoorden op concrete vragen Filosofisch n religieus = wat is zin v/leven? Wat is nut v/studeren? Waarden n normen Waarden = groepsopvattingen over wat wenselijk is n hebben betrekking op meest gewenste doelstellingen n manier om die te bereiken Hoogste morele goed Waardesysteem = waarden hebben onderling hiërarchische band Normen = voorschriften, regels of gedragsstandaarden die gedrag v/leden v/groep bepalen anders afwijkend of deviant gedrag Materiële cultuur = zaken die mens maakt om omgeving te beheersen n overlevingskansen te vergroten Gebruiksvoorwerpen (kleding, werktuigen) + expressievormen (muziek …) Kenmerken die culturen van elkaar onderscheiden Welk tijdsperspectief wordt er gebruikt? Gericht op verleden (gesch., verhalen n tradities) Gericht op heden (zintuigelijke waarneming) Toekomst opgeofferd voor onmiddellijke beloning Gericht op toekomst (plannen n toekomstige beloning) Hoe is relatie met fysische werkelijkheid? Overheersing = groep als meester v/natuurlijke omgeving Harmonie met natuur Onderschikking = mens is speelbal v/natuurlijke wereld Dominantie v/natuur Hoe is relatie met bestaan? Zijn = uitdrukking v/zelf i/heden Worden = bereiken v/cultureel aanvaard ideaal Doen = wat iemand bereikt Hoe is relatie v/mensen onder elkaar? Hiërarchie = gehoorzaamheid aan meerdere is verwachte gedrag Individualisme = verantwoordelijk voor zichzelf Collectief = omgang als gelijken n samen doelstellingen bereiken Ontstaan van cultuur Nieuw gedragspatroon ontwikkeld of bestaand wordt aangepast i/antw. Op concreet prob. Andere leden gaan dit overnemen Consistentie (altijd op dezelfde manier er mee omgaan) Aangeleerd Subcult. = groep die overtuigingen, waarden, leefstijlen hebben die versch. dominante cultuur Verwerpen dominante cultuur x Tegelcultuur/ countercultures = groot voorbeeld is hippiecultuur Cultuur als lensetnocentris Vaak = men x bewust v/eigenheden v/eigen cultuur, dit gebeurd vaak pas wnnr men botst met andere cultuur Etnocentrisme = beoordelen n evalueren v/vreemde culturen met eigen cultuur als maatstaf Cultuur relativisme = culturen zijn x meer- of minderwaardig. Elk cultuur heeft eigen aanpassingswijze aan eisen die omgeving stelt Cultuur en etniciteit Etnieën = groepen v/mensen die afkomst n dus cultuur delen Verwerft bij geboorte n is stabiel Multiculturele samenleving door migratie Barth: dynamische visie Onderscheid tussen etniciteit n cultuur Etnische groep: vorm v/sociale organisatie Cultuur: inhoud Interetnische cc = mensen gaan zich sterker met eigen groep gaan identificeren n culturele elementen gaan verfijnen of ontwikkelen Opbouwen n onderhouden v/etnische grenzen Dichotomisering = opdeling tussen insiders n outsiders Wij: mensen met dezelfde beoordelingscriteria Zij: versch., interactie met hun beperkt Voortdurend i/beweging n product v/alledaagse interacties