Hoofdstuk 1 Samenvatting PDF

**Hoofdstuk 1** **Deelvraag 1** De vroegmiddeleeuwse samenleving werd gekenmerkt door een uitgesproken krijgerscultuur. Er waren zeker statusverschillen maar geen grote ongelijkheid. In deze patriarchale samenleving waren er verschillende rollen voor vrouwen en mannen. Mensen hadden een lage leven...

**Hoofdstuk 1** **Deelvraag 1** De vroegmiddeleeuwse samenleving werd gekenmerkt door een uitgesproken krijgerscultuur. Er waren zeker statusverschillen maar geen grote ongelijkheid. In deze patriarchale samenleving waren er verschillende rollen voor vrouwen en mannen. Mensen hadden een lage levensverwachting. Slechts een minderheid van de mensen kwam om door geweld. Grafgiften tonen dat de christianisatie in West-Europa Geleidelijk verliep en dat mensen geloofden in magie. Toch is het belangrijk dat wetenschappers voorzichtig zijn als ze grafgiften gebruiken om uitspraken te doen over het verleden: vaak kun je de giften op meerdere manieren interpreteren. **Deelvraag 2** Andere materiële bronnen dan graven tonen aan dat de memnsen uit de vroege middeleeuwen in een agrarische samenleving leefden, dat ze handel dreven en ambachten beoefenden. Ze kenden ook een geldeconomie. Deze elementen wijzen op continuïteit met het einde van de klassieke oudheid. **Deelvraag 3** De Frankische koning Clovis bekeerde zich als eerste Germaanse heerser tot het katholicisme. Hij wilde hiermee aansluiting vinden bij de katholieke Gallo-Romeinen, waaronder de kerkelijke elite. Door zijn veroveringen werd West-Europa katholiek. Deze christianisatie was een proces van lange duur en werd ondersteund door de bekeringsuiver van missionarissen en bisschoppen. Elementen van het oude Germaanse polytheïsme en magie, bleven nog lange tijd bestaan of werden gechristianiseerd. De verering van heiligen en hun relieken wijst op verandering, maar was ook een vorm van magie en dus continuïteit. **Begrippenlijst hoofdstuk 1** **Magie**: Een manier om via het bovennatuurlijke de werkelijkheid te controleren en manipuleren. **Abdij**: Een geheel van gebouwen dat gebruikt wordt door monniken of nonnen van een kloosterorde. (Het is hetzelfde als een klooster, behalve dat een klooster onder het gezag staat van een bisschop, terwijl een abdij onder het gezag staat van een abt.) **Abt**: De leider van een abdij (mannelijk). **Abdis**: De leider van een abdij (vrouwelijk). **Biografie**: Een levensverhaal van iemand in boekvorm. **Bekeren**: Zorgen dat iemand een andere godsdienst gaat aanhangen. **Clerus**: De geestelijken. Vb. priesters, bisschoppen, monniken... Ongeletterd Analfabeet. Niet kunnen lezen of schrijven. (⇓◊geletterd of alfabeet). **Legitimeren**: Een synoniem voor rechtvaardigen. Laten zien dat iets juist is, iets van schuld vrijspreken, iets verantwoorden. **Propaganda**: Bewust verspreiden van eenzijdige en/of verzonnen informatie met als doel mensen te overtuigen van een bepaald gedachtegoed. **Gallo Romeinen**: Mensen uit Gallië en Gallia Belgica (vandaag komt dit overeen met Frankrijk, België en delen van Nederland, Duitsland en Zwitserland) die door de Romeinse kolonisator geassimileerd werd door de Romeinse cultuur. Kort gezegd gaat het dus om mensen uit onze streken met een Romeinse cultuur. **Prediken**: Een toespraak geven om het geloof te verkondigen, verspreiden, toelichten... **De agrarische samenleving**: een synoniem voor landbouwsamenleving **De christianisatie**: iets of iemand christelijk maken **Het geweld**: een actie die schade toebrengt aan een persoon, dier of voorwerp **De krijgerscultuur**: een cultuur waarin krijger zijn het hoogste ideaal is **De bisschop**: de persoon die aan het hoofd staat van een bisdom (kerkprovincie) **Het christendom**: de monotheïstische religie, met God als enige god, Jezus als profeet en de Bijbel als heilig boek **Het katholicisme**: de christelijke religie waarin God bestaat uit God de Vader, Jezus en de Heilige Geest, de Heilige Drievuldigheid genoemd **De Kerk**: de organisatie van het katholieke geloof, met aan het hoofd de paus in Rome **Het klooster**: een gebouw waar geestelijken samenleven **De missionaris**: een geestelijke die in opdracht van de Kerk zoveel mogelijk mensen bekeert tot het christendom **De reliek**: een overblijfsel van een heilige dat vereerd wordt om hulp te krijgen **Polytheïsme** **Patriarchale** **samenleving** **Heilige** **Samenvatting deelvraag 1,2 en 3** Er zijn weinig primaire geschreven bronnen uit de overgangseeuwen tussen de klassieke oudheid en de vroege middeleeuwen. Daarom gebruiken wetenschappers grafgiften en ander materiële bronnen om te onderzoeken hoe de samenleving en het dagelijkse leven waren georganiseerd. Daaruit is een zekere continuïteit af te leiden: net als in de periode ervoor kende West-Europa een patriarchale en agrarische samenleving met een geldeconomie waarin ook ambachten werden beoefend en handel werd gedreven. Uit de graven blijkt dat de christianisatie geleidelijk verliep. Wapens in graven getuigen van een krijgerscultuur. Toch was geweld niet de voornaamste doodsoorzaak. Er waren zeker statusverschillen in de bevolking, maar de ongelijkheid was vrij beperkt. Mensen uit de vroege middeleeuwen leefden gemiddeld niet lang en vrouwen leefden minder lang dan mannen. Op het culturele domein deed zich in West-Europa een belangrijke verandering voor. Door de bekering van de Frankische koning Clovis tot het katholicisme, werd de West-Europese bevolking gechristianiseerd. Clovis kreeg door zijn doop toenadering tot de Gallo-Romeinen en de Kerk. De bisschoppen en missionarissen droegen met hun bekeringsijver en de bouw van kloosters bij tot de christianisatie van de West-Europese samenleving. Nieuwe religieuze praktijken, zoals de verering van heiligen en hun relieken, vonden ingang. Tegelijk bleven elementen van het oude Germaanse polytheïsme en magie bestaan of werden ze gechristianiseerd.