GWP3 v2 3.1 Machthebbers in Europa PDF

Paragraaf 3.1 Machthebbers in Europa In deze presentatie leer je: hoe de Franse koning het Franse gebied uitbreidde hoe de Franse koning zijn binnenlandse macht vergrootte hoe de Engelse koning minder machtig werd welke Nederland werd bestuurd Kenmerkend aspect: (1) het streven van vorste...

Paragraaf 3.1 Machthebbers in Europa In deze presentatie leer je: hoe de Franse koning het Franse gebied uitbreidde hoe de Franse koning zijn binnenlandse macht vergrootte hoe de Engelse koning minder machtig werd welke Nederland werd bestuurd Kenmerkend aspect: (1) het streven van vorsten naar welke positie de stadhouders hadden absolute macht (2) burgerlijk bestuur en stedelijke cultuur in Nederland Franse veroveringen Lodewijk XIV was koning van Frankrijk van 1643 tot 1715. Door veroveringen breidde hij het Franse gebied uit en werd hij de machtigste koning van Europa. Het leger van Lodewijk viel in 1672 ook Nederland binnen. Binnenlandse macht Lodewijk XIV vond dat hij zijn absolutisme: macht van God had gekregen en regeringssysteem waarin streefde naar absolutisme. de vorst onbeperkte macht heeft Om dit te bereiken beperkte hij de macht van edelen en steden hugenoot: Franse bouwde hij een groot leger op calvinist schafte hij de rechten van hugenoten af minister: hoogste Paleis van Versailles (Patel, 1688) De Engelse koning De Engelse koningen streefden ook naar absolute macht. Het lukte een aantal koningen om het parlement opzij te schuiven. Maar eind 17e eeuw werd de macht van de Engelse koning beperkt. In 1689 werd de Nederlandse prins Willem III van Oranje koning van Engeland. Hij en zijn Het bestuur van de Republiek De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was de naam van Nederland in de tijd van regenten en vorsten: zesde tijdvak (1600- 1700). De Republiek bestond toen uit zeven zelfstandige gewesten die samenwerkten in de Staten- Generaal. (vervolg op volgende dia) De bestuurders in steden, gewesten en Staten-Generaal werden regenten (bestuurders) genoemd. Deze mannen kwamen uit de adel en de rijke burgerij en vormden een oligarchie: regering van een kleine groep. Het burgerlijk bestuur in Nederland is een kenmerkend aspect van de tijd van regenten en vorsten. De positie van de stadhouder In Engeland was de Nederlandse prins Willem III van Oranje de stadhouder: 1 koning, maar in de Republiek vertegenwoordiger van was hij de stadhouder. een gewest (tot 1581) 2 in de Republiek de De stadhouders kwamen vanaf hoogste regent in dienst het begin van de Republiek uit van de gewesten, onder het Huis van Oranje en ze meer als hadden vrij veel macht. opperbevelhebber De samenwerking met de andere