Geschiedenis de Russische revolutie 1917 PDF

Geschiedenis de Russische revolutie 1917 - Russisch keizerrijk met als hoofd de tsaar.( Voor de Russische revolutie) - Grootste land ter wereld. Nu nog altijd - Hoofdstad: Sint-Petersburg later Moskou - Veel talen - Rusland licht in 2 werelden in Europa en Azië, grens aan de Kaspi...

Geschiedenis de Russische revolutie 1917 - Russisch keizerrijk met als hoofd de tsaar.( Voor de Russische revolutie) - Grootste land ter wereld. Nu nog altijd - Hoofdstad: Sint-Petersburg later Moskou - Veel talen - Rusland licht in 2 werelden in Europa en Azië, grens aan de Kaspische zee - Alexander 2: 1855-1881 - Dictatuur, geen parlement, geen grondwet, geen inspraak - 1860 afschaffing van lijfeigenschappen- boeren zijn vast aan de grond (Heer is baas over de lijfeigenen- heer heeft alle macht over de boeren) - Boeren worden pachters in de plaats van lijfeigenen, lenen grond van de heer: armoeden blijft ( heer doet huur omhoog) - Radicalisering mensen hebben geen inspraak, politieke partijen en vakbonden zijn verboden. - Politieke tegenstanders worden terroristen, bomaanslagen plegen - Tsaar werd vermoord in een bomaanslag - Wilden stakingen-\> de arbeiders - Fabrieken plat - Reactionair bewind-\> alles terug schroeven. - Terugkeer naar principes van grootvader. - Nicholas 2 laatste staar - Moet alle beslissingen nemen -\> niet geïnteresseerd in zijn 'job' zwakke koning - Raspoetin= monnik dat zijn zoontje ging genezen ( bloed armoeden) Duitse kroon Princes huurde hem in - Trans Siberische spoorlijn - Industrialisatie schept sociale spanningen in steden en nieuwe socialistische partijen/ sr, spd - Russische revolutie = verzameling van revoluties - 1905 ( bloedige zondag( Japanse rijk breid uit en botst tegen Rusland) - Oorlog met Japan - Rusland verliest Iedereen wordt uitgemoord - Muiterij pantserkruiser Potemkin - Matroos wordt geexecuteerd - Komen in opstand - Alle matrozen worden afgeschoten - Tsaar schenkt een stuk grond aan zijn volk - 1905 constitutionele monarchie - Doema - Cijnskiesrecht: mensen dat belastingen betalen mogen stemmen - Socialisten willen niet mee doen let verkiezingen, wordt geboykot - Uiteindelijk willen ze wel mee doen en winnen ze de verkiezingen - 1914 grote verliezen - Veel soldaten koen in opstand voor naar huis te gaan - Soldaten zijn gewone mensen van het volk - Geen oogst/ hogere broodrellen - Februarirevolutie - Internationale vrouwen dag - Komen in opstand - Plundering van de winkel - Politie Schiet op de mensen - Politie doet mee met de opstand - Slecht betaald - Revolutie slaagt - Tussen fase - Sovjet: - Afgevaardigde : mensen uit de fabriek - Vakbond 's vertegenwoordiger - Leger officier in het gevang gegooid - Leger divisies en fabrieken - Vakbond parlement - Samen komst - Doema - Voorlopige regering afvaardigen, hervormen - Sint petersburg - Zijn voor mensen rechten - Liberale rechten - Vrije menings uiting - Volk in opstand - Voorlopige regering - Oorlog verder zetten - Doema en sovjet gaan samenwerken voor de oorlog verder te zetten - Maart 1917 tsaar treed af - Lenin komt toe in het Finland station - Lenins aprilthesen 1. Vrede 2. Grond 3. Alle macht aan de sovjet - Rode gardes: arbeiders en stadsmilities - Oktober revolutie/lenin, staadsgreep vorlopige regering wordt afgesloten - Hij wordt opgepakt - Leger valt stare plaijs aan, maken alles kapot - Tekenen een wapen stilstand met de duitsers - Vrede gesloten - Estland Letland Litouwen waren niet onafhankelijk maar nu wel - Onafhankelijkheid polen - Finland ook onafhankelijk - Hadden allemaal eigen talen - Nadien burder oorlog - Sommigen volgen de comunisten rodeleger - Andere volgen de socialisten - Rode zitten beter georganiseerd - Midden van het rijk - Witte zitten aan de rand veel moeilijker om aan te vallen - Boeren zijn bang van de witte 1. Stalin en Lenin - Vijfjarenplannenmensen aan het werk met zweep en idealisme. - Creëren in eigen land hongersnood 1. Totalitarisme 2. Landbouwcollectivisatie sovchozen en kolchozen - Graan gaan halen in de landbouw om dat ze de arbeiders eten moeten geven. - Strijd tegen koelakken  rijke boeren die het graan achter houden. - Goelag  kampen in het noorden van Rusland werken tot ze er bij neer vallen. 1/6 mensen verhuisd ofwel naar kampen (goelag) gestuurd. - Hoe willekeuriger je je geweld gebruikt tegen je volk hoe meer schrik de mensen krijgen  gaan doen wat Stalin vraagt 1. Holodomor - Bewuste genocide - Miljoenen Oekraïners zijn gestorven in de jaren 30 - Sterven van de honger of worden weg gestuurd - Hongersnood in Oekraïense 1. Deportaties - Gedwongen verhuizing 1. Grote zuivering 1936-1938 - Mensen worden veroordeeld - Gemarteld  bekennen en worden dan geëxecuteerd - Schrijvers, kunstenaars,... worden meegenomen en vermoord - Na 3jaar 2 miljoen mensen naar de goelag gestuurd. **De Russische Revolutie (1917)** 1. **Situatie vóór 1917** - **Keizerrijk Rusland**: Tot 1917 geregeerd door tsaar Nicholas II. - **Dictatuur & standenmaatschappij**: Boeren onder controle van lokale heren, politieke partijen verboden, oppositie ondergronds. - **Lijfeigenschap afgeschaft**: Boeren worden pachters, armoede blijft door hoge huur. 2. **Economische en sociale context** - **Industrialisatie eind 19e eeuw**: Transsiberische spoorlijn; groei steden. - **Wilde stakingen**: Vakbonden verboden, ontstaan socialistische bewegingen. - **Russo-Japanse oorlog (1905)**: Verlies tast prestige tsaar aan. 3. **Revoluties van 1905 & 1917** - **Bloedige Zondag (1905)**: Tsaristisch leger schiet op demonstranten. - **Februarirevolutie (1917)**: Demonstraties, tsaar treedt af, voorlopige regering ingesteld. - **Oktoberrevolutie (1917)**: Lenin en de Bolsjewieken nemen de macht over; Doema opzijgeschoven. 4. **Na de Oktoberrevolutie** - **Vredesverdrag**: Gebiedsverlies aan Duitsland, ontstaan nieuwe staten (bv. Polen, Baltische staten). - **Burgeroorlog**: Witte leger vs. Rode leger; Rode leger wint, oprichting Sovjet-Unie (1921). 5. **Lenins beleid** - **Rantsoenering**: Voedselrantsoenen, \'Rode Terreur\' tegen politieke tegenstanders. - **Kleine economische vrijheid**: Boeren mogen deels verkopen, kleine zelfstandigen toegestaan. **Communistisch regime van Jozef Stalin** 1. **Opkomst en consolidatie van macht** - **Machtsstrijd na Lenins dood**: Stalin verslaat Trotski, gebruikt positie om tegenstanders uit te schakelen. - **Totalitaire staat**: Politiestaat met controle over alle aspecten van het leven. 2. **Planeconomie & industrialisatie** - **Vijfjarenplannen**: Focus op zware industrie (staal, kolen); dwangarbeid en propaganda. - **Beloningen**: Medailles voor arbeiders die quotas behalen. 3. **Collectivisatie van de landbouw** - **Boeren gedwongen tot collectieve boerderijen**. - **Deportatie en Goelag-kampen**: Verzet bestraft, miljoenen doden door hongersnood (bv. Oekraïne). 4. **Staatsterreur en zuiveringen** - **Politieke zuiveringen**: Miljoenen slachtoffers, schijnprocessen en executies. - **Angstcultuur**: Verklikkingen, martelingen, gedwongen bekentenissen. 5. **Massale deportaties** - **Volksverhuizingen**: Minderheden gedwongen naar afgelegen gebieden. - **Vermenging van bevolkingsgroepen** door gedwongen hervestigingen. 6. **Nomenklatoera**: Elite met betere levensomstandigheden dan de gewone burger. De opkomst van Hitler - 1918: vrede na de oorlog - Verdrag van Versailles - 11/11 wapenstilstand - Ze zijn verloren de dolkstoot mythe - De Duitsers zijn verraden - Complot door de joden, stemmen voor de communisten, joden zijn het groot kapitaal - Kapitalisme  joden - 1918 :revolutie - In Berlijn communistische opstanden -  burger oorlog bij de communisten en de Duitse burgers - Weimarrepubliek - President algemeen stemrecht - Mannen en vrouwen - SPD  partij voor de communiste - Willen revolutie op de communistische manier - President werkt samen met teruggekeerde leger - Communisten en sociaal democraten blijven vijanden. - Vredes verdrag - Stukken land  Duitsers moeten stukken land afstaan - Aan polen en Tsjechië Slovakije - Hitler valt deze twee landen binnen - België ie heeft ook stuk Duitsland - Eupen, Malmedy - Eigen parlement - Geld boete - Duitsland en Oostenrijk mogen niet samen gaan - Leger afbouwen - Betalen aan duitslan aan frankrijk - Betaling in natura  steen kool, ijzel - Betalen in goederen - - Rasisme - Ariers - Slavers, polen - semieten - fascisme - koopkracht  verkoop  productie  werk  koopkracht - constante loop - gebeurt in de jare 20 - Rozeveld - de cirkel gaat omlaag - hij kan maatregelen nemen - \- subsidies voor vermindering kweken lb - Rooseveltverkoop - Openbare werken - Social security : werklozen pensioenen - Subsidies